Peugeot 308 CC 2009 Handleiding (in Dutch)
Page 161 of 291
10
147
PRAKTISCHE INFORMATIE
ACCU
Procedure voor het opladen van de
accu en het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met be-
hulp van startkabels.
Toegang tot de accu Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Sluit de rode kabel aan op de (+)
pool van de ontladen accu A en ver-
volgens op de (+) pool van de hulp-
accu B .
Sluit de groene of zwarte kabel aan
op de (-) pool van de hulpaccu B .
Sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op het
massapunt C van de auto.
Stel de startmotor in werking en laat
de motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
De accu bevindt zich in de motorruim-
te.
Toegang tot de accu:
open de motorkap met de hendel in
het interieur en vervolgens de veilig-
heidshaak aan de buitenzijde,
bevestig de motorkapsteun,
verwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de twee accupolen,
maak indien nodig de zekeringkast
los om de accu te verwijderen.
Page 162 of 291
10
!
!
i
148
PRAKTISCHE INFORMATIE
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood.
Accu's moeten volgens de wet-
telijke voorschriften worden afge-
voerd en mogen in geen geval bij
het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt. De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enke-
le functies (airconditioning, "AIRWAVE"
systemen, achterruitverwarming, ...) tij-
delijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Laat, om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt, de verlichting niet
herhaaldelijk branden als het con-
tact is afgezet (zie paragraaf "Eco-
mode").
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit het dak, de ruiten en de voor-
portieren voordat u de accukabels
loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische ruitbediening en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
Page 163 of 291
10
!
!
i
148
PRAKTISCHE INFORMATIE
Maak de accupoolklemmen niet los
bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de ac-
cupoolklemmen los te nemen.
Accu's bevatten schadelijke stof-
fen, zoals zwavelzuur en lood.
Accu's moeten volgens de wet-
telijke voorschriften worden afge-
voerd en mogen in geen geval bij
het huisvuil terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in
bij een speciaal afvalstoffendepot.
Laden met behulp van een
acculader
Maak de accupoolklemmen los.
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.
Sluit de accukabels weer aan, te be-
ginnen met de (-) kabel.
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze be-
dekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accuka-
bels los en reinig de polen en klem-
men.
De uitgeschakelde functies kunnen
tevens handmatig weer worden in-
geschakeld. Hierbij bestaat het ri-
sico dat de accu ontladen raakt. De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu enke-
le functies (airconditioning, "AIRWAVE"
systemen, achterruitverwarming, ...) tij-
delijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Laat, om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt, de verlichting niet
herhaaldelijk branden als het con-
tact is afgezet (zie paragraaf "Eco-
mode").
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is. Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten
van het contact.
Sluit het dak, de ruiten en de voor-
portieren voordat u de accukabels
loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht
1 minuut alvorens de motor te star-
ten, zodat de elektronische syste-
men geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch
nog problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbedie-
ning,
- de elektrische ruitbediening en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
Page 164 of 291
10
!
i
149
PRAKTISCHE INFORMATIE
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om
een juiste lading van de accu te
garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en con-
tinu starten van de motor om de
accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
paragraaf "Accu").
Als u op het moment dat de eco-
mode wordt ingeschakeld aan het
telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minu-
ten worden voortgezet met
de handsfree set van uw PC
Sound of PC Nav,
- kan het telefoongesprek ge- woon worden voortgezet met
de PC 3D Nav autoradio/tele-
foon/GPS RT4.
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale ge-
bruiksduur van een aantal functies om
te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het
audio- en telematicasysteem, de ruiten-
wissers, dimlichten, plafonniers, ... nog
in totaal maximaal 30 minuten gebrui-
ken. Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Start om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat
deze draaien:
- minder dan tien minuten om de functies ongeveer vijf minuten te
kunnen gebruiken,
- meer dan tien minuten om de functies ongeveer dertig minuten
te kunnen gebruiken.
Inschakelen van de eco-mode
Na deze 30 minuten geeft een melding
op het multifunctionele display aan dat
de eco-mode is ingeschakeld en de ac-
tieve functies worden in de ruststand
gezet.
WISSERBLADEN VERVANGEN
De ruitenwisserbladen kunnen zonder
gereedschap worden vervangen.
Demonteren van een wisserblad
vóór
Til de desbetreffende ruitenwisser-
arm op.
Maak het wisserblad los en verwij-
der het.
Monteren van een wisserblad vóór
Controleer bij de ruitenwissers de
lengte van het wisserblad, omdat het
kortste blad aan de rechterzijde van
de auto gemonteerd moet worden.
Breng het nieuwe wisserblad aan en
klik het vast.
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig
terug.
Voordat u een wisserblad
demonteert
Bedien de ruitenwisserschakelaar
b i n n e n é