Peugeot 308 SW BL 2009.5 Handleiding (in Dutch)

Page 91 of 310

!
99
ZICHT
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers

B. ring voor de selectie van de ruiten-
wisser achter:
uit,
interval,
wissen en sproeien (geduren-
de enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn inge-
schakeld op het moment dat u de
achteruitversnelling inschakelt, wordt
automatisch de ruitenwisser achter in-
geschakeld.
 Trek de ruitenwisserschakelaar naar
u toe. De ruitensproeiers treden in
werking, waarna enige tijd de ruiten-
wissers worden ingeschakeld om de
ruit schoon te wissen.

Als de dimlichten branden , worden
tegelijk ook de koplampsproeiers geac-
tiveerd.
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werking
van de ruitenwisser achter uit bij
sneeuwval of strenge vorst en bij
montage van een fi etsendrager op
de achterklep. Dit kan worden uit-
gevoerd via het confi guratiemenu
van het multifunctionele display. Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het ni-
veau van het reservoir te laag
is, verschijnt dit pictogram en/
of het pictogram service op het instru-
mentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreser-
voir bij of laat het bijvullen.
Het pictogram verschijnt als het contact
wordt aangezet of als de schakelaar
wordt bediend, zolang het reservoir niet
gevuld is.
Instellen
Deze functie kan worden
geactiveerd of gedeacti-
veerd via het confi guratie-
menu van het multifunctio-
nele display.
Deze functie is standaard
geactiveerd.

Page 92 of 310

!
i
i
100
ZICHT Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snel-
heid van de ruitenwissers wordt aange-
past aan de hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel
omlaag te duwen in de stand
"AUTO" .
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Deze stand maakt het mogelijk de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbla-
den worden gereinigd of de ruitenwissers
worden vervangen. In de winter kan deze
stand tevens worden gebruikt om de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
Als de ruitenwisserschakelaar meteen na-
dat het contact is afgezet wordt bediend,
bewegen de ruitenwissers naar het mid-
den van de voorruit.
Zet het contact aan en bedien de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers na de werk-
zaamheden weer in de ruststand te zetten.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking
van de ruitenwissers uit als de auto
wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers
tot de voorruit ontdooid is om de wis-
serbladen niet te beschadigen. Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de auto-
matische werking van de ruitenwis-
sers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel kort omlaag te du-
wen.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervol-
gens in de stand "0" om de ruitenwis-
sers handmatig te bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Om een goede werking van de fl at-
blade ruitenwissers te behouden,
adviseren wij u:
- voorzichtig met de ruitenwis-sers om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebrui- ken om een stuk karton tegen
de voorruit te houden,
-
de ruitenwissers te vervangen zodra
ze tekenen van slijtage vertonen.

Page 93 of 310

!
i
i
100
ZICHT Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snel-
heid van de ruitenwissers wordt aange-
past aan de hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel
omlaag te duwen in de stand
"AUTO" .
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Deze stand maakt het mogelijk de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbla-
den worden gereinigd of de ruitenwissers
worden vervangen. In de winter kan deze
stand tevens worden gebruikt om de rui-
tenwissers los te zetten van de voorruit.
Als de ruitenwisserschakelaar meteen na-
dat het contact is afgezet wordt bediend,
bewegen de ruitenwissers naar het mid-
den van de voorruit.
Zet het contact aan en bedien de ruitenwisser-
schakelaar om de ruitenwissers na de werk-
zaamheden weer in de ruststand te zetten.
Dek de regensensor, die zich ge-
combineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking
van de ruitenwissers uit als de auto
wordt gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers
tot de voorruit ontdooid is om de wis-
serbladen niet te beschadigen. Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de auto-
matische werking van de ruitenwis-
sers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel kort omlaag te du-
wen.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervol-
gens in de stand "0" om de ruitenwis-
sers handmatig te bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding
op het multifunctionele display. Storing
In het geval van een storing in de auto-
matische werking van de ruitenwissers
werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Om een goede werking van de fl at-
blade ruitenwissers te behouden,
adviseren wij u:
- voorzichtig met de ruitenwis-sers om te gaan,
- de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop,
- de ruitenwissers niet te gebrui- ken om een stuk karton tegen
de voorruit te houden,
-
de ruitenwissers te vervangen zodra
ze tekenen van slijtage vertonen.

Page 94 of 310

i
i
!
101
ZICHT
PLAFONNIERS

1. Plafonnier vóór

2. Kaartleeslampjes

3. Leeslampjes achter opzij

4. Plafonnier achter Plafonniers vóór en achter
In deze stand gaat de interieur-
verlichting geleidelijk branden:
Kaartleeslampjes

 Druk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
In de stand "permanente interieur-
verlichting" varieert de verlichtings-
duur, afhankelijk van de omstan-
digheden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt
verwijderd,
- als een portier wordt geopend,
- als op de ontgrendelknop van de af- standsbediening wordt gedrukt om
de auto te lokaliseren.
Permanent uit.
Permanent aan. Als de plafonnier vóór in de stand
"permanent aan" staat, brandt de
plafonnier achter ook, behalve als
deze in de stand "permanent uit"
staat.
Zet de plafonnier achter in de stand
"permanent uit" om deze uit te
schakelen.
Leeslampjes achter
opzij
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
- als de auto wordt vergrendeld,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het
laatste portier.
Zorg ervoor dat er geen voorwer-
pen tegen de leeslampjes aan ko-
men.
 Als het contact is aangezet en één
keer op de schakelaar van het lees-
lampje wordt gedrukt, gaat dit lampje
branden in de stand "permanent aan".

 Als nogmaals op de schakelaar wordt
gedrukt, gaat het leeslampje branden:
- als de auto wordt ontgrendeld,
- als de sleutel uit het contact wordt genomen,
- bij het openen van een portier,
- bij het lokaliseren van uw auto met de ontgrendelknop van de
afstandsbediening.
Het leeslampje gaat geleidelijk uit:
- na het vergrendelen van de auto,
- als het contact wordt aangezet,
- 30 seconden na het sluiten van het laatste portier.

Page 95 of 310

i
i
102
ZICHT
SFEERVERLICHTING
De gedempte interieurverlichting verbe-
tert het zicht in de auto als deze zich in
een donkere omgeving bevindt. De verlichting van de bagageruim-
te kan verschillende perioden blij-
ven branden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-modus: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
De verlichting van de bagageruimte
gaat automatisch branden zodra de ba-
gageruimte wordt geopend en dooft zo-
dra deze wordt gesloten.
INSTAPVERLICHTING INTERIEUR
Het instappen in de auto op plaatsen
met weinig licht wordt vergemakkelijkt
door het op afstand inschakelen van de
interieurverlichting. Deze gaat branden
afhankelijk van de lichtsterkte die door
de lichtsensor wordt gedetecteerd.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Inschakelen

 Druk op het geopende hangslot van
de afstandsbediening.
De dorpelverlichting voor, de beenruim-
teverlichting en de plafonniers gaan
branden en uw auto wordt gelijktijdig
ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting interieur gaat na
een bepaalde tijd automatisch uit of
gaat uit als een van de portieren wordt
geopend.
Programmeren
Inschakelen
Als het buiten donker is, worden de
beenruimteverlichting en de sfeerver-
lichting van de plafonnier vóór automa-
tisch ingeschakeld zodra de parkeer-
lichten gaan branden.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch
uit als de parkeerlichten worden uitge-
schakeld.
Programmeren
De duur van het branden van de
instapverlichting is gekoppeld en
gelijk aan die van de automatische
follow-me-home verlichting.
Deze functie kan worden
in- of uitgeschakeld via het
confi guratiemenu van het
multifunctionele display.
Deze functie is standaard
ingeschakeld. De duur van het branden
van de instapverlichting
kan worden geselecteerd
via het confi guratiemenu
van het multifunctionele
display.

Page 96 of 310

103
INDELINGEN
INDELING INTERIEUR

1. Brillenvak

2. Zonneklep
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

3. Handgreep met kledinghaak

4. Vensters voor parkeer-/tolkaarten
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

5. Opbergvak

6. Opbergvakje

7. Tashaak

8. Verlicht dashboardkastje
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

9. Portiervakken

10. Verlichte asbak
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

11. Opbergvak met antislipmat

12. 12V-aansluiting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

13. Bekerhouder

14. Armleuning vóór
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)

15. Opbergvak

Page 97 of 310

i
104
INDELINGEN
VERLICHT DASHBOARDKASTJE
Het dashboardkastje bestaat uit speci-
ale ruimtes voor het opbergen van een
fl es mineraalwater, de boorddocumen-
tatie van de auto...
In het deksel zijn speciale ruimtes ge-
creëerd voor een pen, een bril, klein-
geld, kaarten, een blikje...
ZONNEKLEP
De zonneklep kan zowel omlaag als
naar opzij worden geklapt en is voor-
zien van een make-upspiegel met ver-
lichting.

 Open als het contact aan is het
afdekkapje. De verlichting van de
make-upspiegel gaat automatisch
branden.
De zonneklep bevat tevens een moge-
lijkheid voor het opbergen van pasjes.
VENSTERS VOOR PARKEER-/TOLKAARTEN
Hierin kunt u parkeer- en/of tolkaarten
plaatsen.
Deze vensters bevinden zich aan
weerszijden van de voet van de binnen-
spiegel op de voorruit.
Op deze plaatsen is de thermisch isole-
rende voorruit niet-refl ecterend.
De thermisch isolerende voorruit
beperkt de opwarming van het in-
terieur door zonnestralen (ultravio-
lette straling) te fi lteren. De voorruit
bevat bovendien een refl ecterende
laag die radiogolven tegenhoudt
(bijvoorbeeld bij tolpoorten met
elektronische betaling).
 Trek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
De verlichting van het dashboardkastje
treedt in werking zodra het deksel wordt
geopend.
Als uw auto is uitgerust met aircondi-
tioning is het dashboardkastje voorzien
van een luchtstroomopening A , die kan
worden geopend of gesloten. Deze ope-
ning verspreidt dezelfde gekoelde lucht
als de luchtroosters in het interieur.

Page 98 of 310

105
INDELINGEN
12V-AANSLUITING

 Verwijder, wanneer u een accessoire
van 12 V (maximaal vermogen: 120 W)
wilt aansluiten, het afdekkapje en
sluit een geschikte adapter aan.
ASBAK MET VERLICHTING

 Trek de lade open voor toegang tot
de asbak.

 Open de asbak en druk op de borglip
om de asbak uit te nemen en deze
te legen.
TASHAAK

 Druk op het onderste gedeelte van
de haak om deze uit te klappen.

 Hang uw tas er met het hengsel aan
vast.
PEUGEOT CONNECT USB
Deze aansluitmodule, die bestaat uit
een USB-poort, bevindt zich in de arm-
steun vóór.
Hierop kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod ®
vanaf de 5e
generatie of een USB-stick.
Dankzij de USB-box kunt u de audio-
bestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren
via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de
stuurkolomschakelaars of het bedienings-
paneel van de autoradio en ze weerge-
ven op het multifunctionele display.
Tijdens het gebruik kan de draagbare
apparatuur automatisch worden opge-
laden.
Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting het
gedeelte Peugeot Connect 3D Nav of
Peugeot Connect Sound in het hoofd-
stuk "Audio en Telematica".

Page 99 of 310

106
INDELINGEN
ARMLEUNING VÓÓR
Voor het comfort en als opbergmogelijk-
heid voor de bestuurder en voorpassa-
gier.
Het deksel van de armleuning is in
hoogte- en lengterichting verstelbaar
voor een optimaal zitcomfort.
Hoogteverstelling

 Til het deksel op tot de gewenste
stand (laag, tussenin of hoog).

 Trek de armleuning in de hoogste
stand iets verder omhoog en
beweeg hem vervolgens naar de
laagste stand.
Opbergruimte voor de achterpassagiers
aan de achterzijde van de middenarm-
steun vóór.

 Open om het opbergvak te legen
het deksel en druk op de borglip om
het opbergvak uit te nemen.
Opbergvak
Het opbergvak van de armleuning biedt
ruimte voor 6 CD's.

 Trek de handgreep 1 omhoog.

 Trek het deksel helemaal open.
Verstelling in lengterichting

 Schuif de armleuning tot de aanslag
naar voren of naar achteren.

Page 100 of 310

105
INDELINGEN
12V-AANSLUITING

 Verwijder, wanneer u een accessoire
van 12 V (maximaal vermogen: 120 W)
wilt aansluiten, het afdekkapje en
sluit een geschikte adapter aan.
ASBAK MET VERLICHTING

 Trek de lade open voor toegang tot
de asbak.

 Open de asbak en druk op de borglip
om de asbak uit te nemen en deze
te legen.
TASHAAK

 Druk op het onderste gedeelte van
de haak om deze uit te klappen.

 Hang uw tas er met het hengsel aan
vast.
PEUGEOT CONNECT USB
Deze aansluitmodule, die bestaat uit
een USB-poort, bevindt zich in de arm-
steun vóór.
Hierop kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod ®
vanaf de 5e
generatie of een USB-stick.
Dankzij de USB-box kunt u de audio-
bestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren
via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de
stuurkolomschakelaars of het bedienings-
paneel van de autoradio en ze weerge-
ven op het multifunctionele display.
Tijdens het gebruik kan de draagbare
apparatuur automatisch worden opge-
laden.
Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting het
gedeelte Peugeot Connect 3D Nav of
Peugeot Connect Sound in het hoofd-
stuk "Audio en Telematica".

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 310 next >