Peugeot 308 SW BL 2009.5 Handleiding (in Dutch)

Page 31 of 310

52
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
BOORDCOMPUTER

 Druk herhaaldelijk op de toets op
het uiteinde van de ruitenwisser-
schakelaar om de verschillende
informatie van de boordcomputer
weer te geven. De boordcomputer kan de volgende in-
formatie weergeven:
De boordcomputer geeft tijdens het rij-
den verschillende informatie (actiera-
dius, brandstofverbruik...).

 Druk langer dan 2 seconden op de
toets om de afgelegde afstand, het
gemiddelde brandstofverbruik en de
gemiddelde snelheid op 0 te zetten.
Monochroom display A
Op 0 stellen
Weergave van de informatie - actieradius,
- momenteel brandstofverbruik,
- afgelegde afstand,
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid.
 Druk nogmaals op de toets om terug
te keren naar de oorspronkelijke
weergave.

Page 32 of 310

!
i
i
54
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
Traject op 0 zetten

Met monochroom display C of groot
display op het instrumentenpaneel

 Druk de toets langer dan 2 seconden
in zodra het gewenste traject wordt
aangegeven.

Met groot display 16x9 Peugeot Connect
3D Nav op het instrumentenpaneel
Enkele definities...
Als de actieradius minder dan 30 km
bedraagt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal
5 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven als
deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als tijdens het rijden de streepjes
continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weerge-
geven bij snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door
een gewijzigde rijstijl of het rijden
op een helling, waardoor het mo-
mentele brandstofverbruik aan-
zienlijk kan wijzigen.
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste af-
gelegde kilometers.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde brand-
stofverbruik over de laatste se-
conden. Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde ver-
bruik sinds de laatste nul-
stelling van de boordcom-
puter.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt bere-
kend sinds de laatste nulstel-
ling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid
sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer (contact aan).
Nog af te leggen afstand
(km of miles)
Dit is de nog af te leggen af-
stand tot de eindbestemming.
Deze afstand wordt op elk moment tij-
dens het navigeren berekend of wordt
ingevoerd door de gebruiker.
Bij het ontbreken van de afstand verschij-
nen er streepjes in plaats van cijfers.

 Druk langer dan 2 seconden op de
toets
"OK" van het bedieningspaneel
van de Peugeot Connect 3D Nav
als het gewenste traject wordt
weergegeven.
De trajecten "
1" en "
2" zijn onafhanke-
lijk en hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt wor-
den voor een dagelijks verbruik en traject

"2" voor een maandelijks verbruik.

Page 33 of 310

i
53
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS - de momentele informatie: 

Page 34 of 310

!
i
i
54
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
Traject op 0 zetten

Met monochroom display C of groot
display op het instrumentenpaneel

 Druk de toets langer dan 2 seconden
in zodra het gewenste traject wordt
aangegeven.

Met groot display 16x9 Peugeot Connect
3D Nav op het instrumentenpaneel
Enkele definities...
Als de actieradius minder dan 30 km
bedraagt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal
5 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven als
deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als tijdens het rijden de streepjes
continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weerge-
geven bij snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door
een gewijzigde rijstijl of het rijden
op een helling, waardoor het mo-
mentele brandstofverbruik aan-
zienlijk kan wijzigen.
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden, berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste af-
gelegde kilometers.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde brand-
stofverbruik over de laatste se-
conden. Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde ver-
bruik sinds de laatste nul-
stelling van de boordcom-
puter.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt bere-
kend sinds de laatste nulstel-
ling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid
sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer (contact aan).
Nog af te leggen afstand
(km of miles)
Dit is de nog af te leggen af-
stand tot de eindbestemming.
Deze afstand wordt op elk moment tij-
dens het navigeren berekend of wordt
ingevoerd door de gebruiker.
Bij het ontbreken van de afstand verschij-
nen er streepjes in plaats van cijfers.

 Druk langer dan 2 seconden op de
toets
"OK" van het bedieningspaneel
van de Peugeot Connect 3D Nav
als het gewenste traject wordt
weergegeven.
De trajecten "
1" en "
2" zijn onafhanke-
lijk en hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt wor-
den voor een dagelijks verbruik en traject

"2" voor een maandelijks verbruik.

Page 35 of 310

55
COMFORT
VENTILATIE Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instel-
lingen van de bestuurder via verschil-
lende circuits worden toegevoerd:
- rechtstreekse toevoer naar het inte-rieur (toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het verwarmingscircuit,
- toevoer via het circuit van de aircon- ditioning.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht
van de verschillende circuits wordt ge-
mengd om het gewenste comfortniveau
te bereiken. Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt
via de gewenste uitstroomopeningen
over het interieur verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagers-
nelheid wordt verhoogd of verlaagd.
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefi lterd
en wordt van buitenaf toegevoerd via
het luchtrooster onder de voorruit, of in
het interieur gerecirculeerd. Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het be-
dieningspaneel
A van de middenconso-
le. Volgens uitvoering zijn de volgende
functies aanwezig:
- temperatuurregeling,
- luchtopbrengstregeling,
- regeling luchtverdeling,
- ontdooien en ontwasemen,
- handbediende of automatische air- conditioning.
Luchtverdeling

1. Uitstroomopeningen voor het ont-
dooien of ontwasemen van de voor-
ruit.

2. Uitstroomopeningen voor het ont-
dooien of ontwasemen van de zijrui-
ten.

3. Afsluitbare en verstelbare zijventila-
tieroosters.

4. Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.

5. Uitstroomopeningen beenruimte voor-
passagiers.

6. Afsluitbare en verstelbare ventilatie-
roosters voor de achterpassagiers.

7. Uitstroomopeningen beenruimte ach-
terpassagiers.

Page 36 of 310

i
i
56
COMFORT Als de auto lange tijd in de zon
heeft gestaan en de temperatuur in
het interieur hoog is opgelopen, zet
dan de ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnel-
heid voldoende hoog is ingesteld,
zodat de lucht in het interieur goed
ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is
chloorvrij en is niet schadelijk voor
de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditio-
ning de volgende gebruiksadviezen in acht:

 Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillend e
luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede
de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.

 Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt a fgedekt. Deze
sensor dient voor de regeling van de airconditioning.

 Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maan d vijf tot
tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.

 Controleer regelmatig de staat van het interieurfi lter en laat de
fi lterelementen periodiek vervangen (zie het hoofdstuk "Controle s").
Wij raden u een gecombineerd interieurfi lter aan. Dankzij h et toegevoegde
speciale actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lu cht voor de
inzittenden en een schoon interieur (vermindering van allergisch e reacties,
stank en vetaanslag).

 Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgesch reven in
het onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houd en.

 Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en ra adpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhange r op een
steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airco nditioning tijdelijk
worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditio-
ning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de
auto vormt. Dit is een normaal ver-
schijnsel.

Page 37 of 310

i
57
COMFORT
2. Luchtopbrengstregeling
 Draai de knop in één van
de vijf standen om de ge-
wenste luchtopbrengst te
verkrijgen.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.

 Draai de knop van blauw
(koel) naar rood (warm) om
de temperatuur naar be-
hoefte in te stellen.
Voorruit en zijruiten.
1. Temperatuurregeling
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de knop in
een middenstand te zetten.
De verwarming/ventilatie en aircondi-
tioning werken uitsluitend bij draaiende
motor. 4. Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt
het beslaan van de voorruit en zijruiten.
De recirculatiestand dient om de lucht-
toevoer af te sluiten bij stank en stof-
overlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer
van buitenlucht weer in om te voorko-
men dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.

 Wanneer de knop van de lucht-
opbrengstregeling in de stand

0 staat (uitschakeling van het
systeem), wordt het thermische
comfort niet meer geregeld. Er
blijft door de rijwind echter nog
wel een kleine luchtstroom ge-
handhaafd.
3. Luchtverdeling
 Druk op deze toets om de
lucht in het interieur te la-
ten recirculeren. Het lampje
brandt om aan te geven dat
de luchtrecirculatie is inge-
schakeld.

 Druk nogmaals op de toets om de
toevoer van buitenlucht weer in te
schakelen. Het lampje gaat uit. VERWARMING / VENTILATIE
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING

Page 38 of 310

58
COMFORT
5. Airconditioning aan/uit De airconditioning kan tijdens
alle seizoenen effectief ge-
bruikt worden, mits de ruiten
zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zo- mers te verlagen,
- in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwa-
semen.
Uit

 Druk nogmaals op de toets "A/C" . Het
groene lampje van de toets gaat uit.
Aan

 Druk op de toets "A/C" . Het groene
lampje van de toets gaat branden.

De airconditioning werkt niet als
de aanjagerknop 2 in de stand "0"
staat.
ONTWASEMEN - ONTDOOIEN VOORRUIT EN ZIJRUITEN
Deze opdruk op het bedie-
ningspaneel geeft aan in wel-
ke stand de knoppen moeten
staan om de voorruit en de zij-
ruiten snel te ontwasemen of
te ontdooien.
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem

 Zet de knoppen van de luchttem-
peratuur en de aanjagersnelheid in
de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.

 Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Toevoer van buitenlucht"
(lampje van de knop gedoofd).

 Zet de knop van de luchtverdeling in
de stand "Voorruit".
Met handbediende
airconditioning

 Zet de knoppen van de luchttem-
peratuur en de aanjagersnelheid in
de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.

 Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Toevoer van buitenlucht"
(controlelampje op de knop gedoofd).

 Zet de knop van de luchtverdeling in
de stand "Voorruit".

 Schakel de airconditioning in door
de toets "A/C" in te drukken; het
desbetreffende groene controle-
lampje gaat branden.

Page 39 of 310

58
COMFORT
5. Airconditioning aan/uit De airconditioning kan tijdens
alle seizoenen effectief ge-
bruikt worden, mits de ruiten
zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
- de temperatuur in het interieur 's zo- mers te verlagen,
- in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwa-
semen.
Uit

 Druk nogmaals op de toets "A/C" . Het
groene lampje van de toets gaat uit.
Aan

 Druk op de toets "A/C" . Het groene
lampje van de toets gaat branden.

De airconditioning werkt niet als
de aanjagerknop 2 in de stand "0"
staat.
ONTWASEMEN - ONTDOOIEN VOORRUIT EN ZIJRUITEN
Deze opdruk op het bedie-
ningspaneel geeft aan in wel-
ke stand de knoppen moeten
staan om de voorruit en de zij-
ruiten snel te ontwasemen of
te ontdooien.
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem

 Zet de knoppen van de luchttem-
peratuur en de aanjagersnelheid in
de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.

 Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Toevoer van buitenlucht"
(lampje van de knop gedoofd).

 Zet de knop van de luchtverdeling in
de stand "Voorruit".
Met handbediende
airconditioning

 Zet de knoppen van de luchttem-
peratuur en de aanjagersnelheid in
de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.

 Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Toevoer van buitenlucht"
(controlelampje op de knop gedoofd).

 Zet de knop van de luchtverdeling in
de stand "Voorruit".

 Schakel de airconditioning in door
de toets "A/C" in te drukken; het
desbetreffende groene controle-
lampje gaat branden.

Page 40 of 310

i
59
COMFORT
De achterruitverwarming kan
worden ingeschakeld met de
toets op het bedieningspaneel
van de verwarming of aircondi-
tioning.
ONTWASEMING - ONTDOOIING ACHTERRUIT

 Schakel, zodra de omstandighe-
den het toelaten, de achterruit-
en buitenspiegelverwarming uit
omdat een geringer stroomver-
bruik leidt tot een verlaging van
het brandstofverbruik.
Als de motor wordt afgezet voordat
de achterruitverwarming automatisch
wordt uitgeschakeld, wordt de achter-
ruitverwarming weer ingeschakeld
als de motor weer wordt gestart.
Aan
De ontwaseming - verwarming van de
achterruit werkt uitsluitend bij draaiende
motor.

 Druk op deze toets om de achterruit
en de buitenspiegels (afhankelijk
van de uitvoering) te ontwasemen.
Het controlelampje van de toets
gaat branden.
uit
De achterruitverwarming wordt automa-
tisch uitgeschakeld om onnodig stroom-
verbruik te voorkomen.

 U kunt de achterruitverwarming ook
eerder uitschakelen door nogmaals
op de toets te drukken. Het contro-
lelampje van de toets gaat uit.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 310 next >