Peugeot 308 SW BL 2009.5 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 310

ii
i
69
COMFORT
ACHTERSTOELEN
Verstelling in lengterichting
Rugleuningverstelling

 Trek aan één van de banden B aan
de voorzijde van de stoel en zet de
rugleuning vervolgens in één van de
7 mogelijke standen.

 Laat de band los om de rugleuning
in deze stand te vergrendelen. Tafelstand

 Trek de beugel A op en schuif de
stoel naar voren of naar achteren.
 Zet de hoofdsteun in de laagste
stand.

 Trek aan één van de banden B aan
de voorzijde van de stoel.

 Klap de rugleuning volledig neer op
de zitting; de stoel beweegt automa-
tisch zo ver mogelijk naar achteren.

 Druk op de rugleuning van de stoel
om deze te vergrendelen. Wegklappen
Voer de volgende handelingen uit als
de stoel in de tafelstand staat:

 schuif de stoel zo ver mogelijk naar
achteren met de beugel A ,

 trek aan de handgreep C , aan de
achterzijde van de stoel rechts, om
de achterste stoelbevestigingen te
ontgrendelen,

 kantel de stoel zo ver mogelijk naar
voren, zodat deze in de portefeuil-
lestand blijft staan.
Deze handelingen kunt u ook uit-
voeren vanaf de 3 e
zitrij door ge-
bruik te maken van één van de
banden B aan de achterzijde van
de stoel. Door deze handelingen uit te voe-
ren kan de 3
e
zitrij bereikt of verla-
ten worden. Bovendien kunnen op
deze wijze de stoelen vanuit de ba-
gageruimte neergeklapt worden.
De drie stoelen van de 2
e
zitrij zijn exact
gelijk en kunnen voor een optimaal com-
fort worden versteld. De stoelen kunnen
worden neergeklapt (tafelstand), weg-
geklapt en verwijderd, zodat het interi-
eur kan worden aangepast aan de hoe-
veelheid bagage. Oefen tijdens het verstellen van
de stoel in lengterichting en het
verstellen van de rugleuning geen
kracht uit op het oprolmechanisme
van de bagageafdekking.

Page 52 of 310

!
70
COMFORT
Verwijderen Plaatsen
Voer de volgende handelingen uit als
de stoel is weggeklapt:

 trek aan de rode band D om de
voorste stoelbevestigingen te ont-
grendelen,

 til de stoel op aan het handvat E en
verwijder deze uit de auto.
Gebruik de banden voor het ver-
stellen van de stoelen nooit om de
stoel te verwijderen, te plaatsen of
te dragen; gebruik het hiervoor be-
stemde handvat E (gewicht van de
stoel: ongeveer 18 kg).
Als de stoel uit de auto is verwij-
derd, moet deze voor het behoud
van de elektronische systemen in
de stoel, op een schone en droge
plaats worden opgeslagen.
Vergrendeld Ontgrendeld

 Kantel de weggeklapte stoel naar
achteren; de voorste en achterste
bevestigingen worden automatisch
vergrendeld.

 Trek aan één van de banden B om
de rugleuning te ontgrendelen en
klap deze omhoog.

 Zorg ervoor dat de verankeringspun-
ten van de stoel vrij zijn en de stoel on-
gehinderd vergrendeld kan worden.

 Draag de stoel aan het handvat E .

 Plaats de voorkant van de stoel in
de desbetreffende verankerings-
punten.

 Trek aan handgreep C om te contro-
leren of de achterste bevestigingen
goed ontgrendeld zijn.

Page 53 of 310

!
71
COMFORT
EXTRA STOELEN
Tafelstand

 Zet de hoofdsteun in de laagste stand.

 Trek aan de band A , links aan de
achterzijde van de stoel.

 Klap de rugleuning op de zitting. Wegklappen
Voer de volgende handelingen uit als
de stoel in de tafelstand staat:

 verwijder het oprolmechanisme van
de bagageafdekking,

 til de beugel B aan de achterzijde
van de stoel op om de achterste
stoelbevestigingen te ontgrendelen,

 til de stoel op, klap deze om en be-
vestig vervolgens de ingebouwde
band C aan de pen van de hoofd-
steun van de stoel van de 2 e
zitrij. Verwijderen
Voer de volgende handelingen uit als
de stoel is weggeklapt:

 trek aan de rode band D om de
voorste stoelbevestigingen te ont-
grendelen,

 til de stoel op en houd deze aan het
handvat E vast,

 plaats de doppen in de veranke-
ringspunten zodat een vlakke laad-
vloer ontstaat.
Gebruik de banden voor het ver-
stellen van de stoel nooit om de
stoel te verwijderen, te plaatsen of
te dragen. Gebruik het hiervoor be-
stemde handvat E (gewicht van de
stoel: ongeveer 15 kg).
De twee stoelen van de 3
e
zitrij zijn
identiek en kunnen gebruikt worden om
af en toe extra passagiers te vervoeren.
De stoelen kunnen neergeklapt (tafel-
stand), weggeklapt en verwijderd wor-
den, waardoor het interieur aan ieders
wensen aangepast kan worden.

Page 54 of 310

72
COMFORT
Plaatsen

 Verwijder eerst de doppen uit de
verankeringspunten op de vloer.

 Draag de stoel aan het handvat E .

 Plaats de voorkant van de stoel in
de desbetreffende verankerings-
punten.

 Til de beugel B op om te controleren
of de achterste stoelbevestigingen
ontgrendeld zijn.

 Kantel de weggeklapte stoel naar
achteren; de voorste en achterste
stoelbevestigingen worden automa-
tisch vergrendeld.

 Zet de rugleuning omhoog.

Page 55 of 310

i
!
73
COMFORT
Voorbeelden van stoelopstellingen 7 zitplaatsen
Het wijzigen van de opstelling van
de stoelen dient te gebeuren als de
auto stilstaat (zie paragraaf "Ach-
terstoelen" et "Stoelen 3 e
zitrij" van
de SW met glazen panoramadak).
Bijzonderheden
De buitenste stoelen van de 2
e
zitrij kun-
nen meer naar binnen worden geplaatst
als de middelste stoel verwijderd is.
De stoelen van de 2 e
zitrij kunnen op de
3 e
zitrij geplaatst worden.
Daarentegen kunnen de stoelen van
de 3 e
zitrij niet op de 2 e
zitrij geplaatst
worden.
5 zitplaatsen met de zitplaatsen van de 3 e
zitrij weggeklapt
Vervoer geen passagiers op de
3
e
zitrij, als de stoelen van de 2 e
zit-
rij in de portefeuillestand staan.
Dankzij het slimme ontwerp van uw auto
en van de stoelen kunt u de stoelen op
diverse manieren opstellen.
MULTIFUNCTIONALITEIT VAN DE STOELEN EN VERSCHILLENDE STOELOPSTELLINGEN

Page 56 of 310

74
COMFORT 5 zitplaatsen
5 zitplaatsen met de zitplaatsen van
de 2 e
zitrij meer naar binnen geplaatst
Vervoeren van lange voorwerpen Vervoeren van grote voorwerpen

Page 57 of 310

!
i
i
75
COMFORT
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan
ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden ge-
houden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
SPIEGELS
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen
voor het benodigde zicht naar achteren
bij een inhaalmanoeuvre of het parkeren
van de auto. De buitenspiegels kunnen
ook worden ingeklapt voor het parkeren
in een smalle straat. Inklappen

 Van buitenaf: vergrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.

 Vanuit het interieur: trek bij aange-
zet contact de schakelaar A naar
achteren.
Het automatisch in- en uitklap-
pen van de buitenspiegels kan
worden gedeactiveerd door het
PEUGEOT-netwerk.
Klap de elektrisch bediende spie-
gels nooit handmatig in of uit.
Verstellen
Uitklappen

 Van buitenaf: ontgrendel de auto
met de afstandsbediening of de
sleutel.

 Vanuit het interieur: trek bij aange-
zet contact de schakelaar A naar
achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt
met behulp van de schakelaar A , wor-
den ze niet automatisch uitgeklapt als
de auto wordt ontgrendeld. Trek nog-
maals de schakelaar A naar achteren
om de buitenspiegels uit te klappen.

 Zet de knop A naar links of rechts
om de desbetreffende spiegel te se-
lecteren.

 Duw de knop B in de 4 richtingen
om de spiegel af te stellen.

 Zet de knop A weer in het midden.
Ontwaseming - ontdooiing Als uw auto voorzien is van
spiegelverwarming, kunt u deze
inschakelen door bij draaiende
motor op de toets van de
achterruitverwarming te drukken (zie
paragraaf "Ontwaseming - Ontdooiing
achterruit").

Page 58 of 310

!
76
COMFORT Verstellen

 Stel de spiegel af als deze in de
dagstand staat.
Stel de spiegels om veiligheidsre-
denen zo af, dat de dode hoek mi-
nimaal is.
Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand
Dag-/nachtstand

 Trek aan het hendeltje om de spie-
gel in de nachtstand te zetten.

 Duw het hendeltje naar voren om
de spiegel terug te zetten in de dag-
stand.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het ach-
teruit inparkeren naar de grond worden
gericht.
Inschakelen

 Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

 Beweeg de schakelaar A naar
rechts of links om de desbetreffende
buitenspiegel te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt
in de geprogrammeerde stand gericht.
Programmeren

 Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

 Selecteer en verstel achtereenvol-
gens de linker en rechter buiten-
spiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen. Uitschakelen

 Haal de versnellingsbak uit de ach-
teruitversnelling en wacht tien se-
conden.
of

 Zet de schakelaar A in de middelste
stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar
de oorspronkelijke stand:
- zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
- als de motor wordt afgezet. Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht
achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblindingsstand).

Page 59 of 310

!
76
COMFORT Verstellen

 Stel de spiegel af als deze in de
dagstand staat.
Stel de spiegels om veiligheidsre-
denen zo af, dat de dode hoek mi-
nimaal is.
Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand
Dag-/nachtstand

 Trek aan het hendeltje om de spie-
gel in de nachtstand te zetten.

 Duw het hendeltje naar voren om
de spiegel terug te zetten in de dag-
stand.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het ach-
teruit inparkeren naar de grond worden
gericht.
Inschakelen

 Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

 Beweeg de schakelaar A naar
rechts of links om de desbetreffende
buitenspiegel te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt
in de geprogrammeerde stand gericht.
Programmeren

 Schakel bij draaiende motor de ach-
teruitversnelling in.

 Selecteer en verstel achtereenvol-
gens de linker en rechter buiten-
spiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen. Uitschakelen

 Haal de versnellingsbak uit de ach-
teruitversnelling en wacht tien se-
conden.
of

 Zet de schakelaar A in de middelste
stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar
de oorspronkelijke stand:
- zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
- als de motor wordt afgezet. Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht
achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblindingsstand).

Page 60 of 310

!i
77
COMFORT
STUURWIELVERSTELLING

 Zorg dat de auto stilstaat en trek
aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen.

 Verstel het stuurwiel in hoogte en
diepte voor een optimale zithouding.

 Druk de hendel goed vast om het
stuurwiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om veilig-
heidsredenen uitsluitend uit bij stil-
staande auto.
Automatisch dimmende
binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblindingsstand) waar-
door het spiegelglas automatisch donker
wordt: de bestuurder heeft hierdoor min-
der last van de verlichting van achterop-
komend verkeer, zonneschijn, ...
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in
de dagstand gezet voor een maxi-
maal zicht naar achteren.
Dankzij een sensor die de hoeveelheid
licht die vanaf de achterzijde van de auto
op de spiegel valt, meet, gaat de binnen-
spiegel geleidelijk en automatisch over
van de dag- in de nachtstand.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 310 next >