PEUGEOT 4008 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 41 of 332
1
39
Controle tijdens het rijden
Display 1Display 2OorzaakOplossing - ActieOpmerkingen
Storing in de CVT-versnellingsbak. Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k
of een gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur in het s
ysteem van de vierwielaandrijving is te hoog. Zet de auto stil en raadpleeghet PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. D
e auto schakelt automatisch over op voor wielaandrijving (2WD).
Het brandsto
fniveau is te laag. Vul de brandstoftank zo snel
mogelijk.
Het minimumniveau van het additiefreservoir van het roetfilter isbereikt.
Laat het zo snel mogelijk bijvullen
door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Alleen bij de 1,6 l HDi-motor.
+Be
ginnende verzadiging van hetroetfilter. Als de verkeerssituatie het toelaat,regenereer dan het filter door gedurende ongeveer 20 minuten
m
et een snelheid van minimaal
40 km/h te rijden (bij de
1,6 l HDi-motor is de minimale
snelheid 60 km
/h).
Als de melding nog steeds wordt
weergegeven, raadpleeg dan
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er is een storin
g in het roetfilter. Zet de auto zo snel mogelijk op een
veilige plaats stil. Raadpleeg onmiddellijk het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 42 of 332
40
Controle tijdens het rijden
Display 1Display 2OorzaakOplossing - ActieOpmerkingen
Motorolieniveau niet juist (lager danhet minimum niveau of hoger danhet maximum niveau). Zet de auto op een zo veili
g
mogelijke plaats stil.
Controleer het niveau met de
peilstok en vul olie bi
j als het niveau
te laag is.
Start de motor niet als het niveau hoger is dan het maximum niveau en
raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Ga nooit rijden als het motorolieniveau niet juist is.
Water aanwezig in brandstoffilter. Kans op beschadiging van het inspuitsysteem bij dieselmotoren. Raadpleeg onmiddellijk het
PEUGEOT- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De buitentemperatuur is la
ger dan
of gelijk aan 3°C (37°F). Kans op glad wegdek.
Let goed op en rijd voorzichtig.
Het koppelin
gspedaal is niet
ingetrapt tijdens het starten van de motor. Trap het koppelin
gspedaal in om de
motor te starten. Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak.
Tijdens het starten staat deselectiehendel niet in de stand Penook niet in de stand N.
Zet de selectiehendel in de stand Pom de motor te starten. Bij auto's met een CVT-
versnellingsbak.
Het rempedaal is niet in
getrapt
tijdens het starten van de motor. Tr ap het rempedaal in om de motor
te starten.
Page 43 of 332
1
41
Controle tijdens het rijden
Display 1Display 2SysteemOpmerkingen
Waarschuwingsmeldingen (contact in stand "ON")
Tweewielaandrijving2WD Knipper t even als de stand "2WD" (tweewielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD
Knipper t even als de stand "4WD" (vierwielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vier wielaandrijving.
Vierwielaandrijving 4WD LOCK Knipper t even als de stand "LOCK" (vierwielaandrijving) is geselecteerd met behulp
van de keuzeschakelaar, bij uitvoeringen met vierwielaandrijving.
Dynamischestabiliteitscontrole (ASC)
Knipper t als de dynamische stabiliteitscontrole (ASC) in werking is.
Page 44 of 332
42
Controle tijdens het rijden
Display 2SysteemOorzaakOpmerkingenOplossing - Acties
Preventieve waarschuwingsmeldingen
OnderhoudsindicatorGeeft de bestuurder een
waarsc
huwing als hetonderhoudsinterval is
verstreken.
Verschijnt gedurende enkele
seconden na aanzetten vanhet contact.
Raadpleeg het
PEUGEOT- netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
AanbevolenrustpauzeWaarschuwt de bestuurder
dat het tijd is voor een
rustpauze.
Verschijnt wanneer de
vooraf ingestelde rijtijd is
verstreken.
Er klinkt 3 keer eengeluiddssignaal dat
ver volgens om de 5 minuten
wordt herhaald, tot de autostopt.
Wij raden u aan ongeveer
elke twee uur een rustpauze
te nemen.
Page 45 of 332
1
43
Controle tijdens het rijden
Boordcomputer
INFO
wordt gedrukt, worden achtereenvolgens
de volgende schermen weergegeven:
- de kilometerteller en dagteller A,
- de kilometerteller en dagteller B,
- de onderhoudsindicator,
- de koelvloeistoftemperatuur,
- de actieradius,
- het
gemiddelde verbruik,
- de gemiddelde snelheid,
- het actuele verbruik,
- het instellin
genmenu,
- eventuele waarschuwingsmeldingen.
Weergave van de informatie Kilometerteller
Systeem om de totaal afgelegde afstand door
de auto tijdens de levensduur te meten.
D
e totale kilometerstand
wordt weergegeven in het
onderste deel van het display.
Dagteller (traject A of B)
Nulstelling
Houd de knop INFO, ter wijl het contact aan
is en het traject Aof Bwordt weergegeven,gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt.Alleen het weergegeven traject wordt gereset.
Van twee verschillendetrajecten kan de afstand
sinds de laatste nulstellingworden bijgehouden.Druk op de knop INFO
om het gewenste traject tekiezen.
Page 46 of 332
44
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
- het a
fgelegde aantal kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole (in maanden).
De factor tijd kan worden meegewogen bij denog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
Voor b eeld: de a
fstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 7.300 km.
De afstand tot de eerstvolgende controle is overschreden
Voorbeeld
: de indicator geeft aan dat de datum
voor de onderhoudscontrole is verstreken. Deze onderhoudscontrole moet uitgevoerdworden door het PEUGEOT- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Werking
Het pictogram "--"
blijft weergegeven zolang de eerste onderhoudscontrole van een nieuwe auto niet is uitgevoerd. Elke keer als het contact wordt aan
gezet, wordt de melding "PERIODIC INSPECTION"
gedurende enkele seconden weergegeven om aan te geven
dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moet worden. Als u het contact aan zet, dient u een
aantal keer achter elkaar o
p de knop INFO
te drukken tot de onderhoudsindicator inbeeld verschijnt. De kilometerteller geeft deresterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan en de verstreken
tijd geeft het aantal maanden tot de eerstvolgdende onderhoudscontrole aan.
Page 47 of 332
1
45
Controle tijdens het rijden
Nulstelling van de
onderhoudsindicator
Na een bepaalde afstand en tijd, wordt de weergave "---" automatisch opnieuwgeïnitialiseerd en wordt de resterende tijd tot de volgende onderhoudscontroleaangegeven. Het PEU
GEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voert deze handeling uit na elke onderhoudscontrole.
Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto
uitvoert, volg dan de volgende procedure: )zet het contact af, )druk een aantal keer op de knop INFO
totde onderhoudsindicator verschijnt, )druk een aantal keer op de knop INFO
en houd deze gedurende enkele seconden ingedrukt tot de onderhoudssleutel begint te knipperen, )druk een aantal keer op de knop INFOals de onderhoudssleutel knipper t om
de weergave "---"
te laten veranderen
in "CLEAR" en ver volgens in de resterende tijd tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole.
Page 48 of 332
46
Controle tijdens het rijden
Bij draaiende motor geeft
deze de temperatuur van de
koelvloeistof weer.
Actieradius
Bij draaiende motorwordtrweergegeven hoeveel
kilometer u nog met deresterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, aan de hand van het gemiddelde
brandsto
fverbruik tijdens de
laatste kilometers.
Deze waarde kan wijzigen door een
verandering van rijstijl of een helling dieeen aanzienlijke variatie in het actuelebrandstofverbruik tot gevolg heeft. Als u slechts enkele liters tankt, zal niet
de juiste waarde worden weergegeven. Vul de tank dus indien mogelijk volledig.
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als de wijzer het kritiekegebied aan derechterzijde nadert, is de temperatuur te hoog.
Als de motor te heet wordt, gaat het pictogram
knipperen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats
.Zet de motor niet meteen af, maar laat deze
nog enkele minuten draaien.
Zodra de actieradius minder dan 50 kmbedraagt, worden streepjes weergegeven.
Ga zo snel mogelijk tanken. De weergave van
de actieradius wordt bijgewerkt.
Wacht, indien koelvloeistof moet worden bijgevuld, tot de motor is afgekoeld. Het koelcircuit staat onder druk.
Draai de vuldop eerst twee slagen los enlaat de druk ontsnappen, om elk risico op brandwonden te vermijden. Verwijder de vuldop pas als de drukvan het systeem is, en vul indien nodig koelvloeistof bij.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer u de accukabels losneemt, wordt het vorige brandstofverbruik gewist: de aangegeven waarde zaldan afwijken van de waarde van voor het losnemen van de accukabels. De weergegeven afstand dient slechts als indicatie.
Page 49 of 332
1
47
Controle tijdens het rijden
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100km of km/l of mpg)
Dit is het gemiddeldebrandstofverbruik sinds delaatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddeldesnelheid sinds delaatste nulstelling van de
boordcomputer.
Actueel brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of mpg)
Dit is het berekende
brandstofverbruik tijdens de laatste seconden.
Deze waarde kan variëren door eenverandering in de rijstijl of van hetlandschap.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer kof een gekwalificeerde werkplaats wanneer er tijdens het rijden langdurig horizontale streepjes op het display wordenweergegeven in plaats van cijfers.
Nulstelling
Druk minimaal twee seconden op de knop
INFOzodra gewenste informatie op het displayverschijnt om alle gegevens te resetten.Bij inschakeling van het contact, wordt bij denulstelling overgeschakeld van de handmatige
naar de automatische stand.
Automatisch
Als het contact langer dan 4 uur in de standOFF staat, wordt alle informatie automatisch gereset.
Page 50 of 332
48
Controle tijdens het rijden
De diverse menu's kunnen voor
instrumentenpaneel type 1 en
instrumentenpaneel type 2 verschillend zijn.
Instellen van de parameters van de auto
Als de auto stilstaat ,
kunnen de volgende
functieweergaven worden gewijzigd:
- de manier voor het wissen
van het gemiddeldebrandstofverbruik en degemiddelde snelheid,
)Druk op de knop INFO
en houd dezegedurende enkele seconden ingedrukt om het menuscherm weer te geven.
)Druk in het menuscherm op de knop INFO
om een functie uit de volgende lijst teselecteren:
- de eenheid van het brandsto
fverbruik,
- de eenheid van de temperatuur weer
gave,
- de taalkeuze,
- inschakelen
/uitschakelen van het geluidssignaal dat gekoppeld is aan hetindrukken van de knop INFO ,
- weergave-interval van herinnering pauze(rusten),
- fabrieksinstellingen herstellen.
Om de weergave van functies tewijzigen, moet de auto stilstaan met hetcontact aan. Trek de handrem aan en zet de versnellingshendel in de neutraalstand.
Druk, methetcontact aan, herhaaldelijk op de
knop INFOlinks op het instrumentenpaneel tot
op het scherm "SETTING MENU" verschijnt.
Werking
MENU 1/3:-1-2
, A-M
, A-P*
(opties voor wissen
van gemiddeld brandstofverbruik en gemiddelde snelheid),
- UNIT(keuze voor eenheid
brandstofverbruik),
- keuze voor eenheid
temperatuurweergave,-LANGUAGE(taalkeuze),
*
Afhankelijk van de weergavetaal.
Voor uw veiligheid
worden de instellingen niet weergegeven als de auto rijdt
en u op de knop INFO
drukt.