PEUGEOT 4008 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Page 171 of 368
169
6
Veiligheid
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en bedjes voor in de auto
mogen niet op de passagiersstoel vóór
worden geplaatst.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens
een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d) Schuif wanneer u een kinderzitje achterin
plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met
het gezicht in de rijrichting" de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning rechtop,
zodat er voldoende ruimte is voor het het
kinderzitje en de benen van het kind.
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is ver wijderd.
U
: plaats geschikt voor de bevestiging van een
goedgekeurd, universeel kinderzitje met de
veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met
"de rug in de rijrichting" of "het gezicht in de
rijrichting".
X
: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging
van een kinderzitje voor deze groep.
L-
: op deze zitplaats mogen alleen kinderzitjes
bestemd voor deze groep geplaatst worden
(volgens land van bestemming).
Page 172 of 368
170
Veiligheid
ISOFIX-bevestigingen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen
.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
- twee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een markering,
- één met een markering aangegeven
bevestigingsring B
achter de stoel, To p
Te t h e r
genoemd, voor de bevestiging van
de bovenste riem.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes
zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem
die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B
.
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
Page 173 of 368
171
6
Veiligheid
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de
bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes geschikt zijn. Om het kinderzitje aan de TOP TETHER
te
bevestigen:
- ver wijder de hoofdsteun van de zitplaats
waarop u het kinderzitje wilt plaatsen
en berg de hoofdsteun op (plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
ver wijderd),
- voer de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
- bevestig de aansluiting van de bovenste
riem aan het bevestigingsoog B
,
- trek de bovenste riem strak. Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in de
gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Page 174 of 368
172
Veiligheid
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
PEUGEOT biedt u een gamma kinderzitjes (met onderdeelnummer) die met behulp van de ISOFIX-bevestigingspunten vastgezet kunnen worden.
Groep 0+: tot 13 kg
IL1
RÖMER Baby- Safe Plus met Baby Safe Plus ISOFIX- onderstel
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de
ringen A
wordt bevestigd.
Het onderstel is voorzien van een in hoogte verstelbare steunpoot.
IL2
FAIR G 0/1 S met RWF ISOFIX- onderstel
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan de
ogen A
wordt bevestigd.
Het onderstel is voorzien van een steunpoot.
Het zitje zelf kan in zes standen worden gezet.
Dit zitje is uitsluitend geschikt voor kinderen met een gewicht van minder dan 13 kg.
Page 175 of 368
173
6
Veiligheid
Groep 1: 9 tot 18 kg
IL3
RÖMER Duo Plus ISOFIX
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A
en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B
,
genaamd TOP TETHER.
Het zitje zelf kan in 3 standen worden gezet.
IL4
FAIR G 0/1 S met FWF ISOFIX- onderstel
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst met behulp van een ISOFIX-onderstel dat aan
de ogen A
wordt bevestigd.
Het onderstel is voorzien van een steunpoot.
Het zitje zelf kan in 6 standen worden gezet.
Dit zitje is geschikt voor kinderen met een gewicht van meer dan 13 kg.
Deze kinderzitjes kunnen ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje
.
Page 176 of 368
174
Veiligheid
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter
( A
t /m G
).
Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
1 tot ca. 3 jaar
Ty p e I S O F I X- k i n d e r z i t j e
Reiswieg
"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting"
"gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
Universele en semi-universele
ISOFIX- kinderzitjes voor bevestiging op de
buitenste achterzitplaatsen
X
X
IL1
IL2
X
IUF
IUF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje
met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem ("Top Tether" bevestiging).
IL-:
uitsluitend de aangegeven kinderzitjes kunnen met behulp van de ISOFIX-bevestigingen
worden geplaatst.
Raadpleeg de paragraaf "ISOFIX-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de
bovenste riem ("Top Tether" bevestigingen).
X:
zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een ISOFIX kinderzitje uit de aangegeven maat.
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is ver wijderd.
Page 177 of 368
175
6
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt
.
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de rugleuning van het
kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel
van de auto rust en dat de hoofdsteun geen
belemmering vormt.
Als de hoofdsteun ver wijderd moet
worden, berg deze dan zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsover wegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het ver voer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3 deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Page 178 of 368
176
Veiligheid
Kinderslot
Elk achterportier is voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide achterportieren.
Vergrendelen
)
Zet de knop A
in de stand 1
.
Ontgrendelen
)
Zet de knop A
in de stand 2
.
Page 179 of 368
177
7
Praktische informatie
Deze set bevindt zich in de bagageruimte onder
de vloerplaat. De complete set bestaat uit een compressor
en een flacon met afdichtmiddel. Hiermee
kunt u de band tijdelijk repareren
, zodat u de
dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set
1.
12V-compressor met een manometer
voor het meten en corrigeren van de
bandenspanning.
Om toegang te krijgen:
)
Open de achterklep.
)
Til de vloerplaat omhoog en ver wijder deze.
)
Haal de set tevoorschijn.
Samenstelling bandenreparatieset
De sticker met de snelheidslimiet moet
op het stuur wiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller
dan 80 km/h.
2.
Flacon met afdichtmiddel voor tijdelijke
reparatie van de band.
3.
Reserveventiel.
4.
Gereedschap voor het demonteren/
monteren van het ventiel.
5.
Slang voor het injecteren van afdichtmiddel.
6.
Slang voor het aanzuigen van afdichtmiddel,
indien noodzakelijk.
7.
Sticker met een snelheidslimiet.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen of
om een klein opblaasartikel op te blazen.