PEUGEOT 5008 2013 Instructieboekje (in Dutch)
Page 311 of 364
309
07
Druk op een van de toetsen van het numerieke
toetsenbord om de onder dat nummer opgeslagen
zender op te vra
gen.
Of druk en draai aan het knopje op het stuur.
EEN ZENDER OPSLAAN
Houd, nadat u een zender hebt geselecteerd, een
van de toetsen van het numerieke toetsenbord gedurende 2 seconden ingedrukt om deze zender op te slaan in het geheugen.
Er klinkt een piepje ter bevestiging.
Druk op RADIO
.
RDS INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven
luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen. SommigeRDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat
de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit
verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Selecteer " Opties
" en bevestig uwkeuze.
Schakel "RDS-volgsysteem" in of uit en bevestig uw keuze.
RADIO
Page 312 of 364
310
08
Naar het menu "MUZIEK-MEDIA"
""""""""MEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIAMEDIA""""""""
Wisselen van de lijst in het menu (links/rechts).
of
Druk op MUSIC.
Page 313 of 364
311
08
CD, MP3-CD, USB-SPELER
De autoradio speelt bestanden met de extensie "wma, .aac, .fl ac, .ogg,.mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m3u, ...) kunnen niet
worden afgespeeld.
WMA-bestanden moeten van het t
ype WMA9 Standaard zijn.
De bemonsterin
gsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermi
jd speciale tekens (bijv.: " ", ?, ˘) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.
Selecteer bi
j het branden van een CD-R of CD-RW de standaard
ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor ÈÈn CD niet meer dan ÈÈn standaard voor het
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
INFORMATIE EN ADVIEZEN
Het s
ysteem is geschikt voor externe geluidsdragers(USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd).
Indien een USB-stick die verscheidene
partities bevat
wordt aangesloten op het systeem, wordt alleen de eerste partitie herkend.
U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
Het aantal tracks is beperkt tot een maximum van
2000, 999 tracks per map.
Als het stroomverbruik op de USB-poort boven
de 500 mA uitkomt, wordt het systeem in de
beschermmodus geschakeld en uitgezet.
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de Jack-plug worden aangesloten.
Een U
SB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16 of 32 om te
kunnen worden afgespeeld.
Als te
gelijkertijd een Apple®
-speler en een USB-stick zijn aangesloten, ®
werkt het systeem niet.
Gebruik voor een goede werking bij voorkeur originele Apple ®USB-kabels.
Page 314 of 364
312
08MULTIMEDIASPELERS
Plaats de CD in de speler, steek de USB-stick
in de USB-poort of sluit de USB-apparatuur via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poortaan.
Het s
ysteem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van
deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor
de eerste keer is aangesloten.
Het verwi
jderen van alle andere danmuziekbestanden en het verminderen van het
aantal afspeellijsten zal het aanmaken van deze
afspeellijsten versnellen.
De a
fspeellijsten worden iedere keer na hetopnieuw aanzetten van het contact of het aansluiten van een USB-stick vernieuwd. Deautoradio slaat de lijsten echter wel op en als ze niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter. Het
afspelen volgt na een korte tijd, afhankelijk van
de capaciteit van de USB-stick.
GELUIDSBRON KIEZEN
Vi
a de toets SOURCE
op het stuur kunt u van de ene naar de
andere geluidsbron overschakelen.
" CD/CD MP
3
"
"
USB, IPod"
"AUX
" "
STREAMING
" "RADIO
"
Druk op
MUSIC
voor het menu" MEDIA
".
Selecteer " Volgende medium
" enbevestig uw keuze.
Herhaal deze handelingen tot u de gewenste geluidsbron
tegenkomt (de radio kan geselecteerd worden met SOURCE
of
RADIO).
AUDIOBRONNEN
Page 315 of 364
313
08
/
/
//
//
/
+/
/
/
MULTIMEDIASPELERS
EEN TRACK SELECTEREN
Vorige track.
Volgende track.
Vori
ge afspeellijst.
Vo l
gende afspeellijst.
Snel vooruit.
Snel achteruit.
Pauze: SRCeven ingedrukthouden. MU
SIC: Overzicht van tracks enafspeellijsten op USB of CD
Omhoog en omlaag in de lijst.
Bevesti
gen, verder in de menustructuur.
Terug in de menustructuur.
Even ingedrukthouden
Even ingedrukthouden
Page 316 of 364
314
08
STREAMING AUDIO
Streaming audio biedt de mogelijkheid om muziekbestanden op de
telefoon via de audio-installatie in de auto af te spelen.
Maak een verbindin
g met de telefoon: zie het hoofdstuk "TELEFONEREN".
Kies het profi el "
Audio" of " Alle".
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon.
Het bedienen is mo
gelijk via de randapparatuur of met de toetsen vande autoradio.
Als de streamin
g audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als eengeluidsbron beschouwd.
Wi
j adviseren de functie " Herhalen" voor Bluetooth-apparatuur in te schakelen.
MULTIMEDIASPELERS
APPLE®-SPELER AANSLUITEN
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte kabel (niet
meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen be
gint automatisch.
De bedienin
g gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums / genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De standaardindelin
g is de indeling per artiest. Om dit te veranderen
moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgens
een andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afzakt naar de gewenste track.
De modus "Shuffl e tracks" bi
j de iPod®
correspondeert met de modus®
"Random" bij de autoradio.
De modus "Shuffl e album" bi
j de iPod®
correspondeert met de modus®
"Random all" bij de autoradio.
De modus "
Shuffl e tracks" wordt standaard weergegeven bij
aansluiten van het apparaat.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zi
jn met de generatie van uw AppleÆ-speler.
De li
jst van compatibele uitrusting en een update voor de software zijn
verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk.
Page 317 of 364
315
08MULTIMEDIASPELERS
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL
(JACK/USB) NIET
MEEGELEVERD
Sluit het externe apparaat(MP3-/WMA-speler) met eengeschikte audiokabel aan op de
AUX-ingang (JACK of USB).
Druk o
p MUSIC
voor weergave van het
menu " MUSIC".
Selecteer "AUX-ingang inschakelen/uitschakelen"en bevestig uw keuze.
Stel eerst het volume van het externe
apparaat in (luid). Regel daarna het
volume van de audio-installatie in de auto.
De bediening gebeurt via het externe apparaat.
Page 318 of 364
316
09AUDIO-INSTELLINGEN
Deze zijn op te vragen met de toets MUSICop het bedieningspaneel of door de toets RADIO(afhankelijk van degeluidsbron) even ingedrukt te houden.
-"
Klankkleur " (6 verschillende opties) r
-"Bassen"
-"Hoge tonen"
- " Loudness" (In-/uitschakelen)
- "Verdelin
g"(" Bestuurder", " rAlle passagiers")
- " Balans" (Links/Rechts)
- " Fade
r
" (Voor/Achter)r
-"Autom. volume
" afhankelijk van de rijsnelheid (In-/
uitschakelen)
De
( Klankkleur, rBassen , Hoge tonenen Loudness ) zijn voor elke geluidsbron apart in te stellen.
De instellingen van de verdeling van het geluid en de balans zijn voor alle geluidsbronnen gelijk.
De verdelin
g van het geluid (of de ruimtelijke verdeling dankzij het
Arkamys©-systeem) in de auto is belangrijk voor de kwaliteit van de
weergave en kan worden afgestemd op het aantal inzittenden.
Page 319 of 364
317
10CONFIGURATIE
Druk op SETUPvoor het menu "Confi guratie".
Selecteer " Kies de kleur
" en bevestig ruw keuze om de weergave van dekleuren en de kaart op het scherm in testellen:
- stand "Da
g",
- stand "Nacht",
- automatische da
g/nacht-stand,
op basis van het branden van de
verlichting.
Selecteer " Lichtsterkte instellen
" enbevestig uw keuze om de lichtsterkte in
te stellen.
Druk op " OK
" om de wijzigingen op te
slaan.
De instellin
gen voor dag en nacht zijn
onafhankelijk van elkaar.
Selecteer " Confi guratie weergave"en bevestig uw keuze.
WEERGAVE INSTELLEN
Page 320 of 364
318
11MENUSTRUCTUUR DISPLAY
MENU "Navigatie"
Adres invoeren
Een bestemming kiezen
Adresboek
GPS-coördinaten
(Opslaan)
Etappes en route
Etappe toevoegen
Adres invoeren
Adresboek
Laatste bestemmingen
Eta
ppes ordenen/wissen
Alternatieve route
Gekozen bestemmin
g
Opties
Gesproken berichten instellen
Laatste bestemmin
gen wissen
Kaartbeheer
Oriëntering van de kaart
BASISFUNCTIE
keuze A1
keuze A2
KEUZE A
KEUZE B...
Ge
gevens van de kaart
De kaart verplaatsen
Carto
grafi e en update
Beschrijving van bestand met
risicogebieden
Navigatie stoppen/hervatten
1
2
3
1
3
3
2
2
2
2
1
3
1
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1
1
Risicozones instellen2
Defi niëren rekencriteria 2
Snelste route
Kortste route
Afstand / Tijd
2
2
2
Met tolwegen2
Met veerpont2
Verkeersinformatie2