PEUGEOT 5008 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 241 of 404

11
Praktische informatie
239

Toegang tot de zekeringen



)
Zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap".


Zekering

Nr.



Ampère

(A)



Functies




F8



20

Autoradio, autoradio/telefoon, CD-wisselaar, multifunctioneel
display, detectie te lage bandenspanning, sirene alarm,
elektronische eenheid alarm, telematica-eenheid.


F9



30

12V-aansluiting vóór, aansteker, 12V-aansluiting achter.


F10



15

Stuurkolomschakelaars.


F11



15

Contactslot met circuit lage stroomsterkte.


F12



15

Aanwezigheid aanhanger, regen-/lichtsterktesensor, voeding
zekeringen F32, F34, F35.


F13



5

Ser vicecentrale motor, elektronische eenheid airbags.


F14



15



Instrumentenpaneel, display van het instrumentenpaneel, voeding zekering F33.



F15



30

Vergrendeling en supervergrendeling.


F17



40

Achterruitver warming, voeding zekering F30.

Page 242 of 404

Praktische informatie
240


Zekering
Nr.



Ampère
(A)



Functies




F30



5

Verwarming buitenspiegels.


F31



30

12V-aansluiting bagageruimte.


F32



5

Selectiehendel (elektronisch gestuurde versnellingsbak).


F33



10

Head-up display, handsfree set, airconditioning.


F34



5

Display waarschuwingslampjes veiligheidsgordels.


F35



10

Parkeerhulp, toestemming hifi-versterker.


F36



10

Elektronische eenheid servicecentrale trekhaakaansluiting,
paneel bestuurdersportier.


F37



20

Hifi-versterker.


F38



30

Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel.


F39



20

Zonnescherm panoramadak.

Page 243 of 404

11
Praktische informatie
241

Zekeringen motorruimte

De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu.

Zekering

Nr.



Ampère

(A)



Functies




F2



15

Claxon.


F3



10

Ruitensproeiers voor en achter.


F4



10

Verlichting overdag.


F5



15

Elektrokleppen absorptievat, wastegate en drukregeling
turbocompressor (1.6 THP), ver warmingselement oliedampen
(1.6 THP), voor ver warming brandstof (1.6 HDi).


F6



10

Diagnoseaansluiting, bochtverlichting, pomp roetfilter (diesel),
Distance alert, schakelaar bediening buitenspiegels.


F7



10

Elektronische eenheid stuurbekrachtiging, automatische
transmissie, motor hoogteregeling bochtverlichting.


F8



20

Bediening startmotor.


F9



10

Schakelaars koppeling- en rempedaal.


F11



40

Aanjager airconditioning.


Toegang tot de zekeringen



)
Maak het deksel los.

)
Ver vang de zekering (zie de
desbetreffende paragraaf).

)
Sluit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.



Overzicht zekeringen

Page 244 of 404

Praktische informatie
242


Zekering

Nr.



Ampère

(A)



Functies




F12



30

Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.


F14



30

Luchtpomp.


F15



10

Grootlicht rechts.


F16



10

Grootlicht links.


F17



15

Dimlicht links.


F18



15

Dimlicht rechts.

Page 245 of 404

11
Praktische informatie
243


Zekering

Nr.



Ampère

(A)



Functies




F2



5

Rempedaalschakelaar met twee functies.


F3



5

Eenheid laadtoestand accu.


F4



25

Elektrokleppen ABS/CDS.


F6



15

Elektronisch gestuurde versnellingsbak/automatische transmissie.


Overzicht zekeringen boven de accu

Page 246 of 404

Praktische informatie
244




12V- ac c u







Toegang tot de accu

De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:


)
open de motorkap via hendel in het
interieur en gebruik ver volgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde,

)
bevestig de motorkapsteun,

)
ver wijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de pluspool,

)
maak indien nodig de zekeringkast los om
de accu te verwijderen.




Loskoppelen van de pluspool (+)



)
Trek de hendel D
zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem E
te ontgrendelen.



Weer aansluiten van de pluspool (+)



)
Plaats de geopende accupoolklem E
op de
pluspool (+) van de accu.

)
Druk verticaal op de accupoolklem E
om
hem goed tegen de accu aan te drukken.

)
Zet de accupoolklem vast door de pasnok
opzij te bewegen en vervolgens de hendel D

omlaag te duwen.





Deze sticker hoort bij het Stop & Start-systeem
en geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu
is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of
ver vangen mag worden door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Na het monteren van de accu duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer
8 uur duren).

Bij auto's met het Stop & Start-systeem
hoeven de accukabels tijdens het opladen niet
losgenomen te worden.
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.
Forceer de hendel niet bij het
omlaagduwen, aangezien de
accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is
geplaatst; herhaal de procedure.

Page 247 of 404

11
Praktische informatie
245











Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels

Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.



)
Ver wijder, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+).

)
Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A
en ver volgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B
.

)
Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B
(of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
)
Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt C

van de auto met de lege accu (of op de
motorsteun).

)
Start de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.

)
Stel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.

)
Wacht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.

)
Breng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).

Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12 V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.

Page 248 of 404

Praktische informatie
246









Laden met behulp van een
acculader


)
Maak de accupoolklemmen los.

)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.

)
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) kabel.

)
Controleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.













Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood.
Accu's moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.


Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.







Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
contact.
Sluit de ruiten en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.


Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
de motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
systemen (afhankelijk van de uitvoering):


- de sleutel met afstandsbediening,

- het elektrische zonnescherm / de
elektrische zonneschermen,

- ...


Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu
op te laden: de accu moet eerst
worden ontdooid om explosiegevaar
uit te sluiten. Als de accu bevroren
is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat
opladen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Zij controleren of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.










Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of een
automatische versnellingsbak niet
toegestaan.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.

Page 249 of 404

11
Praktische informatie
247

Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze vijf minuten
draaien.







Spaarfase






Eco-mode


Inschakelen van de eco-
mode
Na deze periode geeft een melding op het
display aan dat de eco-mode is ingeschakeld
en de actieve functies worden in de ruststand
gezet. De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 30 minuten
gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.

Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent:


- kan het gesprek nog 5 minuten
worden voortgezet met de
handsfree set van uw Peugeot
Connect Sound of Peugeot
Connect Nav,

- kan het telefoongesprek gewoon
worden voortgezet met de Peugeot
Connect 3D Nav.
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij te
laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de paragraaf
"Ac cu").

Page 250 of 404

Praktische informatie
248








Wisserbladen vervangen


Demonteren


)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.

)
Maak het wisserblad los en ver wijder het.



Monteren



)
Breng het nieuwe wisserblad aan en klik
het vast.

)
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.



Voordat u een wisserblad
demonteert


)
Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen
één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.



Na het monteren van een
wisserblad vóór


)
Zet het contact aan.

)
Bedien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.






Slepen van
uw auto






Toegang tot het gereedschap



Het sleepoog bevindt zich onder het linker
harmonicagedeelte van de vloerplaat, in de
bekleding van de bagageruimte:


) open de achterklep,

) til het harmonicagedeelte van de vloerplaat
op,

) neem het sleepoog uit de steun.
U kunt uw auto laten slepen door een andere
auto of een andere auto slepen met behulp van
het sleepoog.

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 410 next >