stop start Peugeot 508 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 4 of 352

.
Inhoud
Instrumentenpaneel 22
Verklikkerlampjes 23
Meters 33
Boordcomputer 38
Datum en tijd instellen 41
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Sleutel met afstandsbediening
43
Alarm 53
Elektrisch bedienbare ruiten 55
Bagageruimte 57
Elektrisch bedienbare achterklep (SW) 58
Schuif-/kanteldak 61
Panoramadak (SW) 63
Brandstoftank 64
Tankbeveiliging diesel 65
Toegang tot de auto
Voor stoelen 67Achterbank 72Spiegels 74Stuurwielverstelling 76Indeling interieur 77Indeling van de bagageruimte (Berline) 80Indeling van de bagageruimte (SW) 81Verwarming en ventilatie 86Handbediende airconditioning 88Automatische airconditioning met gescheiden regeling 90Automatische airconditioning quadrizone 93Achterruitverwarming 98Programmeerbaar verwarmings-/ventilatiesysteem 99
Comfort
Starten - afzetten van de motor 101Elektrische parkeerrem 103Handbediende parkeerrem 110Handgeschakelde versnellingsbak 111Opschakelindicator 112Automatische transmissie 1132Tronic versnellingsbak met 6 versnellingen 117Stop & Start 121Hill holder 124Head-up display 125Snelheidsbegrenzer 128Snelheidsregelaar 130Parkeerhulp 132
Intelligente parkeerhulp 13 4
Rijden
Lichtschakelaar 136
Automatische verlichting 141
Koplampen verstellen 144
Bochtverlichting 145
Ruitenwisserschakelaar 147
Automatische ruitenwissers 149
Plafonniers 151
Sfeerverlichting 152
Zicht
Eco-rijden 20

Page 6 of 352

4
In één oogopslag
Elektronische sleutel: Keyless entry and start
Met dit systeem kunt u de auto openen en sluiten en de motor starten zonder dat u de sleutel uit uw zak hoeft te halen. De sleutel moet zich wel in het detectiegebied bevinden. moet zich wel in het detectiegebied bevinden.
4 4, 101
Intelligente parkeerhulp
Dit systeem meet de grootte van de parkeerplek en geeft vervolgens aan of er genoeg ruimte is om in te parkeren.
13 4
Buitenzijde
Stop & Start Stop & Start
Dit systeem zet de motor tijdelijk af als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch weer gestart als u weer weg wilt rijden. Het Stop & Start-systeem zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
121

Page 10 of 352

8
In één oogopslag
Het branden van een verklikkerlampje geeft aan of de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
Schakelaars
Openen van het kofferdeksel/de achterklep.
Openen van de brandstofvulklep.
5 7, 5 8
Massagefunctie.
71
53
Inbraakalarm.
Verklikkerlampje programmeerbare verwarming.
64
99
Elektrische parkeerrem.
103
Motor starten/afzetten met de elektronische sleutel.
101
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem.
122
Head-up display (aan/uit, instellingen).
125
Uitschakelen parkeerhulp.
133
Intelligente parkeerhulp.
13 4
Elektrische kinderbeveiliging.
164
Uitschakelen van het ASR-systeem.
171
Automatisch dimmende koplampen.
142

Page 20 of 352

18
In één oogopslag
Onder het rijden
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-stand van de motor
121
Het verklikkerlampje "ECO" op het instrumentenpaneel gaat branden en de motor komt in de standby-
stand. Trap bij auto's met een 2Tronic versnellingsbak bij een snelheid lager dan 6 km/h het rempedaal in of zet de selectiehendel in de stand N .
Overgang naar de START-stand van de motor
Uit-/inschakelen
U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"in te drukken; het verklikkerlampje in de schakelaar gaat branden.
122
122
Het systeem wordt automatisch opnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.
Zet tijdens het tanken en als u handelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, altijd het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
Het verklikkerlampje "ECO" gaat uit en de motor wordt gestart. Bij auto's met een 2Tronic versnellingsbak :
- laat het rempedaal los als de selectiehendel in de stand A of M staat, - of zet de selectiehendel in de stand Aof M als deze in de stand N staat en het rempedaal niet ingetrapt is, - of schakel de achteruitversnelling in.
Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het verklikkerlampje "ECO" knippert enkele seconden en gaat dan uit.
Onder bepaalde omstandigheden wordt de START-stand automatisch geactiveerd; het verklikkerlampje "ECO" knippert enkele seconden en gaat dan uit.

Page 27 of 352

1
25
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor permanent. De startknop "START/STOP" is ingedrukt (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat. Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk gestart, op voor waarde dat het rempedaal ingetrapt blijft bij auto's met automatische versnellingsbak of EGS-versnellingsbak, of het koppelingspedaal bij een handgeschakelde versnellingsbak. De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen 30 seconden). Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat; trap het rempedaal in. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de rubriek "Handrem" voor meer informatie over de handrem.
Uitschakeling van de automatische werking van de elektrische parkeerrem
permanent. De functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor) en "automatisch vrijzetten" zijn uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming) via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als de parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet. De parkeerrem kan met behulp van de procedure voor de noodontgrendeling handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek.

Page 28 of 352

26
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatische ruitenwissers permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aan passagierszijde permanent op het display van de verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " ON ". De passagiersairbag vóór is geactiveerd. Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel van de voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF" om de passagiersairbag vóór uit te schakelen. In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de rijrichting plaatsen.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord, opstopping, e n z .) .
Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele seconden en gaat dan uit.
De STOP-stand is nu niet beschikbaar. of De motor wordt automatisch in de START-stand gezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de bijzonderheden van de STOP- en START-stand de rubriek "Stop & Start".

Page 36 of 352

34
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
* Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto)
Automatische CHECK
Contact aan: alle pictogrammen van de gecontroleerde functies worden weergegeven. Na enkele seconden doven ze. Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK (automatische controle van de auto) uitgevoerd.
In het geval van een storing
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de desbetreffende waarschuwingslampjes gaan branden en vervolgens weer uit. U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Er is een "grote" storing gesignaleerd: de desbetreffende waarschuwingslampjes blijven branden, in combinatie met het lampje STOP of SERVICE. Start de auto niet. Neem zo snel mogelijk contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Handmatige CHECK
Druk op de knop "CHECK" van het instrumentenpaneel om de CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren. Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst moment (contact aan of bij draaiende motor) de aanwezige waarschuwingsmeldingen worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld * , wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij draaiende motor en tijdens het rijden de pictogrammen weer die een storing aangeven (in geval van een storing).
Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt u de motor starten.
Dimmer verlichting
Druk, als de verlichting brandt, op de knop B om de dashboardverlichting en de sfeerverlichting sterker te laten branden of op de knop A om de verlichting te dimmen. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.

Page 40 of 352

38
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
De boordcomputer geeft tijdens het rijden verschillende informatie (actieradius, brandstof verbruik ...).
Boordcomputer
Display van het instrumentenpaneel
Weergave van de informatie
 Druk op de toets op het stuur wiel om achtereenvolgens de verschillende functies van de boordcomputer weer te geven.
- Actuele informatie: ● a c t i e r a d i u s , ● huidig brandstofverbruik, ● de teller van het Stop & Start-systeem.
- Traject "1" : ● g e m i d d e l d e s n e l h e i d , voor het eerste traject, ● gemiddeld brandstofverbruik, ● a f g e l e g d e a f s t a n d .
- Traject "2" : ● g e m i d d e l d e s n e l h e i d , voor het tweede traject, ● gemiddeld brandstofverbruik, ● a f g e l e g d e a f s t a n d .
 Of op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar.

Page 42 of 352

40
Controle tijdens het rijden
508_nl_Chap01_controle de marche_ed01-2014
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten) Als uw auto is uitgerust met Stop & Start, registreert een teller hoelang de STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd. De teller wordt, elke keer als u het contact met de sleutel aanzet, weer op nul gezet.

Page 56 of 352

54
Toegang tot de auto
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Vergrendelen van de
auto met alleen de
omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt ingeschakeld als bijvoorbeeld: - een ruit op een kier blijft staan, - de auto wordt gewassen, - een wiel wordt ver wisseld, - de auto wordt gesleept, - de auto op een boot wordt vervoerd.
Uitschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
 Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op deze knop tot het verklikkerlampje blijft branden.  Verlaat de auto.
 Druk onmiddellijk op de vergrendelknop van de afstandsbediening of vergrendel de auto met het "Keyless entry and start"-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop zal één keer per seconde knipperen. De interieur- en wegsleepbeveiliging worden uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden. Als het alarm voor de 11 e keer afgaat, worden de alarmsystemen uitgeschakeld.
 Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening of ontgrendel de auto met het "Keyless entry and start"-systeem om de omtrekbeveiliging uit te schakelen.  Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening of vergrendel de auto met het "Keyless entry and start"-systeem om alle alarmsystemen in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw één keer per seconde knipperen.
Als het verklikkerlampje van de knop snel knippert bij het ontgrendelen van de auto met de afstandsbediening of met het "Keyless entry and start"-systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
 Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.  Open het portier; het alarm gaat af.  Zet het contact aan, het alarm stopt. Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
 Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel in het slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het verklikkerlampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
* Volgens land van bestemming.
Automatisch inschakelen *
Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatste portier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld.  Om het afgaan van het alarm bij het openen van een portier of de achterklep te voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop van de afstandsbediening worden gedrukt of moet de auto ontgrendeld worden met het "Keyless entry and start"-systeem.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 40 next >