Peugeot 508 2020 Handleiding (in Dutch)

Page 21 of 276

19
Instrumentenpaneel
1Koelvloeistof-
temperatuurmeter


Bij draaiende motor:
– In zone A is de temperatuur in orde.


In zone
B is de temperatuur te hoog; het
bijbehorende waarschuwingslampje en het
centrale waarschuwingslampje STOP gaan
rood branden op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de
motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over het controleren
van de niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic
Reduction) voor de nabehandeling van de
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden en wordt een
melding weergegeven die aangeeft hoeveel
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden
gestart nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het
minimale niveau.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
niet automatisch weergegeven.
Informatie over de actieradius is
toegankelijk via de knop " Controle/
Diagnose" in het menu Rijden/Auto van het
touchscreen.
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue®
minder is dan het reservepeil dat overeenkomt
met een actieradius van 2.400 km.
Samen met de controlelampjes waarschuwen
meldingen regelmatig voor het bijvullen, om te
voorkomen dat de motor niet meer kan worden
gestart. Zie het hoofdstuk Waarschuwings-
en controlelampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren), vooral over bijvullen.
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampjeActie Actieradius


Vul bij. Tussen 2.400 km en
800
km


Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
800
km en
100
km

Page 22 of 276

20
Instrumentenpaneel
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampjeActie Actieradius


Bijvullen
is nood-
zakelijk,
de kans
bestaat dat
de motor
niet meer
kan worden
gestart.Tussen
100
km en
0
km


Om de
motor weer
te kunnen
starten
moet het
reservoir
met
minimaal
5 liter
AdBlue
®
worden
gevuld. 0
km
Storing in het
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie


Als een storing wordt
gedetecteerd, gaan deze
lampjes branden in combinatie
met een geluidssignaal
en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het
aanzetten van het contact zolang de storing niet
is verholpen.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens de
volgende rit na de zelfdiagnose van het
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane
rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als na 50 km rijden de storingsmelding nog
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in
het SCR-systeem bevestigd.
Het verklikkerlampje AdBlue gaat branden
in combinatie met de melding ("Storing
emissieregeling:". Starten niet mogelijk over x
km (mijl))" die aangeeft hoeveel kilometer of mijl
u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden weergegeven. De waarschuwing
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100
km rijden voordat het systeem
het starten van de motor blokkeert.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, wordt
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd" weergegeven.
Om de motor weer te kunnen starten,
moet u contact opnemen met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vermogensmeter (hybride)
De vermogensmeter geeft in real time aan
hoeveel vermogen van de auto wordt gevraagd.
Er zijn 3 zones:

Page 23 of 276

21
Instrumentenpaneel
1

POWER Hoge vermogensvraag, waarbij het gecombineerde vermogen van de
benzinemotor en de elektromotor
wordt gebruikt.
De cursor bevindt zich in deze zone
tijdens meer dynamische rijfasen,
wanneer hoge prestaties worden
gevraagd.
ECO Optimaal energiegebruik (verbrandings- of elektromotor).
De cursor bevindt zich in deze zone
tijdens elektrisch rijden en wanneer
de benzinemotor optimaal gebruikt
wordt. Dit hangt af van de rijstijl.
Een indicator geeft de drempel aan
waarboven de benzinemotor wordt
ingeschakeld. Door het accelereren
te beperken kan de bestuurder in
elektrische rijstand blijven.
CHARGE Terugwinning van energie voor het opladen van de tractiebatterij.
De cursor bevindt zich in deze zone
bij het remmen en vaart minderen
van de auto.
Laadniveaumeter (hybride)

Het laadniveau van de tractiebatterij en de
resterende actieradius in elektrische rijstand
worden permanent weergegeven wanneer het
contact aan is.
Als het contact is afgezet, wordt de meter bij het openen van het bestuurdersportier
geactiveerd.
Handmatige controle
Met deze functie kunnen bepaalde indicatoren
worden gecontroleerd en kan het logboek met
waarschuwingen worden weergegeven.
Deze is toegankelijk via de toets
"Diagnose / Check" in het menu
Rijverlichting / Auto
van het touchscreen.
De volgende gegevens worden op het
instrumentenpaneel weergegeven:


Motorolieniveau.


Onderhoudsinterval.


Bandenspanning.


Actieradius van de
AdBlue voor het SCR-
systeem (BlueHDi-dieselmotor).


Actieve waarschuwingen.
Deze informatie verschijnt ook
automatisch elke keer wanneer u het
contact aanzet.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale kilometerstand
van de auto aan.
Als het contact is aangezet, wordt altijd de
totale afstand weergegeven. Deze waarde
wordt nog 30 seconden na het afzetten van het
contact weergegeven. Ook wordt deze waarde
weergegeven als het bestuurdersportier wordt
geopend, en als de auto wordt vergrendeld of
ontgrendeld.
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van de afstand (km of mijl)
worden aangepast: de snelheid moet namelijk

Page 24 of 276

22
Instrumentenpaneel
worden weergegeven in de officiële eenheid
van het land (km/h of mph).
U kunt bij stilstaande auto deze eenheid
wijzigen via het configuratiemenu van het
scherm.
Dimmer
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan
het licht van de omgeving.
Met 8 inch touchscreen
â–º Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
â–º Selecteer " Lichtsterkte".â–º Stel de lichtsterkte af door op
de pijlen te drukken of de cursor te
verplaatsen.
De instellingen worden direct toegepast.
â–º

Druk buiten het instellingenvenster op het
scherm om af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
â–º Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
â–º Selecteer " Dark".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
â–º

Druk nog een keer op het scherm (op
een willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Met 10 inch HD-touchscreen
â–º Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
â–º

Selecteer "
OPTIES".
â–º Selecteer " Schermconfig.".
â–º Selecteer het tabblad " Lichtsterkte
".
â–º Stel de lichtsterkte af door op de pijlen
te drukken of de cursor te verplaatsen.
â–º Druk op deze toets om op te slaan en
af te sluiten.
U kunt ook het scherm uitschakelen:
â–º Druk op deze toets om het menu
" Instellingen " te selecteren.
â–º Selecteer " Scherm uit".
Het scherm wordt volledig uitgeschakeld.
â–º

Druk nog een keer op het scherm (op
een willekeurig gedeelte) om het weer in te
schakelen.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Weergave van informatie op
het instrumentenpaneel
De gegevens van de boordcomputer worden
permanent weergegeven als de weergavemodus
"PERSOONLIJK" is geselecteerd.
Druk bij alle andere weergavemodi op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om deze informatie tijdelijk op een specifiek scherm weer
te geven.
Weergave van de verschillende tabbladen




â–º Wanneer u op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar drukt, worden de
volgende tabbladen na elkaar weergegeven:


Actuele informatie:



T
otale actieradius (benzine of diesel).


Huidig verbruik (benzine of diesel).



T
ijdteller Stop & Start-systeem (benzine of
diesel).


Percentage van de huidige rit volledig
elektrisch gereden (hybride).



T
raject "1" en daarna "2":


Gemiddelde snelheid.



Gemiddeld brandstofverbruik.



Afgelegde afstand.
Traject resetten
â–º Druk langer dan 2 seconden op de
knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar wanneer het gewenste
traject wordt weergegeven.

Page 25 of 276

23
Instrumentenpaneel
1Traject "1" en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Begrippen
Actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(afhankelijk van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
rijstijl of andere rijomstandigheden, zoalshet
rijden op een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes
in plaats van waarden worden weergegeven,
neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/u.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop &
Start-systeem, registreert een tijdteller hoelang
de STOP-stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact aanzet
weer op nul gezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).


Bediening van de verwarming/airconditioning.



T
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.
– Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.


W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van
de parkeerhulp, Park Assist
enz.).


T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.


Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
â–º Gebruik de toetsen onder het touchscreen
om de menu's te openen en druk vervolgens op
de aanraaktoetsen op het touchscreen.

Page 26 of 276

24
Instrumentenpaneel
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te
schakelen.
Instellingen voor een functieToegang tot aanvullende informatie
over de functie
BevestigenTerug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's

* Het logo van TomTom Traffic wordt op de kaart weergegeven om te bevestigen dat de Connected Services van het navigatiesysteem beschikbaar zijn.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk over de online navigatie.
Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Radio / Media
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Airconditioning
Instellingen voor de temperatuur,
luchtopbrengst, enz.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de automatische
airconditioning met gescheiden regeling .
Online Navigatie* (Afhankelijk van de
uitrusting)
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Connect-App
Toegang tot bepaalde te configureren
functies.
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica" voor de
andere functies.
Instellingen Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
of
Hybride
Toegang tot de functies van
het hybridesysteem (energiestroom,
verbruiksstatistieken, geprogrammeerd laden,
functie eSave).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het laden van de batterij
(hybride).
Instellen van het volume/onderbreken van
het geluid.
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica".
Menu Hybride
Energiestroom
Het tabblad Stroom toont de werking van het
oplaadbare hybridesysteem in real time.
1. Actieve rijstand

Page 27 of 276

25
Instrumentenpaneel
12.Benzinemotor
3. Elektromotor
4. Laadniveau tractiebatterij
De kleur van de energiestromen is afhankelijk
van de manier van rijden:


Blauw: 100% elektrische energie.



Oranje: energie van de benzinemotor
.


Groen: terugwinning van energie.
Verbruiksstatistieken
Op het tabblad Statistieken staan statistieken
van het verbruik van elektrische energie en
brandstof.


1. Gemiddeld stroomverbruik voor de huidige rit
(kWh/100 km) en historische waarden:


Blauwe staven: direct verbruikte energie die
door de tractiebatterij is geleverd.



Groene staven: tijdens het vaart minderen
en remmen teruggewonnen energie die wordt
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
2.

Gemiddeld brandstofverbruik voor de huidige
rit (l/100
km) en historische waarden (oranje
staven).
â–º U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen - en +.
eSave-functie
Het tabblad eSave maakt het mogelijk de
elektrische energie van de tractiebatterij geheel
of gedeeltelijk te reserveren voor later gebruik
tijdens een rit (bv. rijden in de bebouwde kom
of in een gebied dat is gereserveerd voor
elektrische auto's).
â–º

Activeer de functie door ON

te kiezen en
selecteer vervolgens hoeveel elektrische
energie u wilt reserveren: 10 km, 20 km of alle
elektrische energie ( MAX).
De activering van de functie wordt
bevestigd door het oplichten van dit
verklikkerlampje in het instrumentenpaneel en de
weergave van de energiereserve in mijlen of
kilometers.
â–º

Om de energiereserve te gebruiken, kiest u
de rijstand ELECTRIC

met de keuzeschakelaar.
De functie-instellingen worden niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Als de gevraagde actieradius groter is dan de beschikbare actieradius (niet
aanbevolen), wordt de verbrandingsmotor
gestart om ervoor te zorgen dat de
tractiebatterij wordt opgeladen tot de
gevraagde waarde; hierdoor kunnen
prestaties verminderen en kan
brandstofverbruik toenemen!
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de informatiebalk(en) van het
touchscreen.
Bovenste balk van het touchscreen van
10 inch
– Tijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
lampje branden bij kans op gladheid).


Informatie over de airconditioning en
rechtstreekse toegang tot het desbetreffende
menu.



Informatie over de menu's Radio

Media en
Telefoon.

Berichten.


T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
Zijbalken van het 10 inch HD-touchscreen
– Buitentemperatuur (er gaat een blauw lampje
branden bij kans op gladheid).


T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).

Berichten.


Informatie over de airconditioning en
rechtstreekse toegang tot het betreffende menu.


Tijd.

Page 28 of 276

26
Instrumentenpaneel
Op afstand bedienbare
functies (hybride)


Deze functies zijn toegankelijk
met een smartphone, via de
MyPeugeot App:


Aansturen van het laden van de tractiebatterij.



V

oorverwarming beheren.


Statistieken van verbruik, laadtoestand en
actieradius.
Installatieprocedure
â–º Download de MyPeugeot App vanaf de
voor uw smartphone juiste online store.
â–º

Maak een account.
â–º


V
oer het VIN van de auto in (het nummer op
het kentekenbewijs van de auto dat begint met
"VF").
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.

Page 29 of 276

27
Toegang tot de auto
2Elektronische sleutel
met afstandsbediening
en ingebouwde fysieke
sleutel,
Functies van de
afstandsbediening


Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
– Ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto.


Ontgrendelen - openen/sluiten van de
bagageruimte.



V
erlichting op afstand bedienen.


Inklappen/uitklappen van de buitenspiegels.



Inschakelen/uitschakelen van het
alarmsysteem.



Lokaliseren van de auto.



Openen/sluiten van de ramen. –


Sluiten van het zonnedak.


Activeren van de elektrische startonderbreker
van de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de centrale
vergrendeling defect is, of als de accu leeg is.
Raadpleeg het desbetreffende gedeelte voor
meer informatie over de Noodprocedures
.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de
uitvoering:


De auto ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen.



De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.



De airbag vóór aan passagierszijde
inschakelen/uitschakelen.



De portieren met de reservefunctie
ontgrendelen/vergrendelen.


â–º Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te
verwijderen of terug te plaatsen.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling
(bestuurdersportier, achterklep) kan
worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.
Volledige ontgrendeling
â–º Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
â–º
Druk op de ontgrendelknop.
â–º


Druk nogmaals op de knop om de andere
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De volledige of selectieve ontgrendeling en de
uitschakeling van het alarm worden bevestigd

Page 30 of 276

28
Toegang tot de auto
van de uitvoering) gedurende ongeveer 10
seconden.
– Branden van de instapverlichting van de
buitenspiegels.
– Branden van de plafonniers.
â–º Druk op deze knop.
Op afstand inschakelen van
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
â–º Druk op deze knop. De parkeerlichten,
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting
en de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat
de tijd is verstreken, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
door het knipperen van de parkeerlichten en/of
dagrijverlichting.
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen en openen van
de achterklep
Selectief ontgrendelen van de achterklep
is standaard uitgeschakeld en elektrische
bediening is standaard ingeschakeld.
â–º Houd deze toets ingedrukt.om de
bagageruimte te ontgrendelen en
automatisch openen van de achterklep te
activeren.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is uitgeschakeld, wordt bij het
indrukken van de knop de auto volledig
ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep is uitgeschakeld, wordt de
achterklep bij het indrukken van de knop op
een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet u
de achterklep weer sluiten.
De auto vergrendelen
Normale vergrendeling
â–º Druk op de vergrendelknop.
De vergrendeling en inschakeling van het alarm
worden bevestigd door het branden van de
richtingaanwijzers.
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Als een van de portieren of de achterklep niet goed is gesloten, kan de auto niet
worden vergrendeld. Als de auto echter is
uitgerust met een alarmsysteem, dan wordt
dit na ongeveer 45 seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar
de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Supervergrendeling
â–º Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
vergrendelknop om de supervergrendeling van
de auto in te schakelen (wordt bevestigd door
het knipperen van de richtingaanwijzers).
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Tevens wordt de
toets van de centrale vergrendeling in het
interieur uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als
er zich iemand in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten
Door de vergrendelknop langer dan 3
seconden in te drukken worden de ruiten
gesloten.
Houd tijdens het sluiten van de ruiten in
de gaten of er geen personen of
voorwerpen zijn die het correct sluiten van de
ruiten kunnen hinderen.
Wanneer u, bij uitvoeringen met een
alarmsysteem, de ruiten van de auto op
een kier wilt laten staan, moet u eerst de
interieurbeveiliging van het alarmsysteem
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarm.
"Peugeot Adaptive LED Technology"
Met Full LED 3D-achterlichten gaan de
achterlichten sequentieel branden wanneer
de auto vergrendeld of ontgrendeld wordt
en wanneer de verlichting op afstand wordt
ingeschakeld.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op
afstand herkennen, door:


Knipperen van de richtingaanwijzers of
parkeerlichten en/of dagrijverlichting (afhankelijk

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 280 next >