Peugeot 508 RXH 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 332

119
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden, zet de
selectiehendel in de stand A , M of R en geef
gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
he

t doven van het verklikkerlampje
handrem en het verklikkerlampje P
op de hendel A ,
-

d
e weergave van een melding.
Geef, wanneer de auto stilstaat ter wijl
het hybridesysteem is ingeschakeld,
niet onnodig gas omdat u dan het risico
loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Parkeerrem aantrekken,
hybridesysteem ingeschakeld
Wanneer de auto stilstaat ter wijl het hybridesysteem
is ingeschakeld, dient u de auto tegen wegrollen te
beveiligen door de parkeerrem handmatig aan te
trekken. Trek daarvoor aan de hendel A.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem wordt
aangegeven door:
- het branden van het verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,
-

d
e weergave van een melding.
Wanneer u het bestuurdersportier opent ter wijl
de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op
het display.
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet
de parkeerrem vrij door de hendel A eerst
in te druk ken en vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A en van het
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel in
combinatie met een melding.
Wanneer de parkeerrem is aangetrokken
en u deze vanwege een defect of accupech
niet kunt vrijzetten, kunt u gebruik maken van
de functie voor de noodontgrendeling van de
parkeerrem.
Om de goede werking van de parkeerrem
en dus uw veiligheid te garanderen, mag de
parkeerrem niet vaker dan acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Als dit toch gebeurt, wordt u gewaarschuwd
door een melding en het knipperen van een
verklikkerlampje.
4
Rijden

Page 122 of 332

120
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt, kan de
auto worden gestopt door aan de hendel A te
trekken en deze vast te houden.
De dynamische stabiliteitsregeling zorgt
ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van
de noodremfunctie verschijnt een melding.Bij een defect aan het CDS,
aangegeven door het branden van dit
verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd. De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
In dat geval moet de bestuurder er zelf voor zorgen
dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de
hendel
A te trekken en deze weer los te laten. Als de accu ontladen is, werkt de
elektrische parkeerrem niet.
Als de parkeerrem niet is aangetrokken,
blokkeer dan uit veiligheidsoverwegingen
de auto door een versnelling in te
schakelen of een wielblok bij een van de
wielen te plaatsen.
Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Rijden

Page 123 of 332

121
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op
een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gek walif ic eerde wer kplaats.
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
D

e automatische bediening is uitgeschakeld.
-

D
e hill holder is niet beschikbaar.
-
D

e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -

D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet
door het rempedaal in te trappen en de hendel los te laten.
-

D
e hill holder is niet beschikbaar.
-

D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de
parkeerrem blijven mogelijk.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
D

e automatische bediening is uitgeschakeld.
-

D
e hill holder is niet beschikbaar.
4
Rijden

Page 124 of 332

122
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
p

arkeer de auto en zet het contact uit,
F
t

rek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is
aangetrokken,
F
z

et het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de
elektrische parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet

het contact aan,
F
houd de hendel ongeveer 3 seconden ingedrukt en laat de hendel weer los.Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de
verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeem
controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -

A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-

H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet
beschikbaar.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "Storing accu" .-

Z
et de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).
-

T
rek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Rijden

Page 125 of 332

123
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Schakelindicator
Dit systeem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen.
Werking
Het systeem geeft uitsluitend adviezen als u
rustig rijdt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u
adviseren één of meer versnellingen op te
schakelen. U kunt deze aanwijzingen opvolgen
zonder de tussenliggende versnellingen in te
hoeven schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te
schakelen. De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd af van de
situatie op de weg, de verkeersdrukte en
de veiligheid. De bestuurder blijft derhalve
altijd zelf verantwoordelijk voor het al dan
niet opvolgen van een schakeladvies van het
systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.Voorbeeld:
-
U r ijdt in de derde versnelling in de
handbediende stand.
-

U t
rapt het gaspedaal geleidelijk in.
-

H
et systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl
op het instrumentenpaneel weergegeven, in
combinatie met het nummer van de aanbevolen
versnelling. In rijsituaties waarin veel van de motor
wordt gevraagd (diep intrappen van het
gaspedaal, bijvoorbeeld tijdens een
inhaalmanoeuvre...) zal het systeem
geen schakeladvies geven.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-

d
e eerste versnelling in te
schakelen,
-

d
e achteruitversnelling in te
schakelen,
-

t
erug te schakelen.
4
Rijden

Page 126 of 332

124
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Elektronisch gestuurde versnellingsbak met 6 versnellingen
Bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak
met 6 versnellingen kunt u kiezen tussen
automatische bediening en handmatig
schakelen.
Deze versnellingsbak heeft twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatische bediening, waarbij het
op- en terugschakelen volledig automatisch
wordt geregeld,
-

h
andmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld
om even snel in te halen.
In combinatie met deze versnellingsbak
beschikt uw auto over een aantal aanvullende
functies:
-

d
e Hill Start Assist,
-

d
e kruipfunctie (de auto zet zich bij het
loslaten van het rempedaal langzaam
in beweging), als de automatische
bediening is geselecteerd of tijdens het
achteruitrijden. R.


A
chteruit.
F

T
rap het rempedaal in, trek de
selectiehendel omhoog en duw deze naar
voren.
N.

N
eutraalstand.
F

T
rap het rempedaal in en selecteer deze
stand om de motor te kunnen starten.
A.

A
utomatische bediening.
F

D
uw de selectiehendel naar achteren om
deze stand te selecteren.
M.

H
andmatig, sequentieel schakelen.
F

T
il de selectiehendel op en beweeg deze
naar achteren om deze stand te selecteren
en schakel vervolgens met behulp van de
flippers achter het stuur wiel.Selectiehendel
+. Opschakelen (rechts van het stuur wiel).
F T rek de flipper aan de rechterzijde achter
het stuur wiel "+" een keer naar u toe om
op te schakelen.
-.
T

erugschakelen (links van het stuurwiel).
F

T
rek de flipper aan de linkerzijde achter het
stuurwiel "-" een keer naar u toe om terug
te schakelen.
Flippers achter het stuurwiel
Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand of de achteruitversnelling
in te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.
Rijden

Page 127 of 332

125
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling klinkt een
geluidssignaal.
Zet voordat u de auto verlaat de
selectiehendel in de stand N en schakel
het hybridesysteem uit door het contact uit
te zetten (controlelampje Ready gedoofd).
Als de motor niet start:- Als de aanduiding N op het instrumentenpaneel
knippert, zet de selectiehendel dan eerst in de
stand A en vervolgens in de stand N .
- Als de melding " Voet op het rempedaal"
wordt weergegeven, trap het rempedaal dan
steviger in.
Trap om krachtig te accelereren
(bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met
kracht in, tot voorbij het zware punt.
Weergave op het instrumentenpaneel
N Neutral (neutraalstand).R Reverse (achteruitversnelling).1, 2, 3, 4, 5, 6. Versnellingen bij handmatig schakelen.A Gaat branden als u kiest voor automatische bediening
en gaat uit als u kiest voor handmatige bediening.
F Trap het rempedaal in als een
melding wordt weergegeven op het
display van het instrumentenpaneel.
Starten van de auto
F Selecteer een stand ( M of A) of de
achteruitversnelling (stand R ).
F

Z
et de handrem vrij door aan de hendel te
trekken wanneer de automatische werking
van de handrem is uitgeschakeld.
F

L
aat het rempedaal geleidelijk los.
F

A
ls de handrem wordt vrijgezet, zet de auto
zich direct in beweging.
A

ls de handrem is aangetrokken en de
automatische werking van de handrem is
ingeschakeld, geef dan geleidelijk gas.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding A , 1 of R.
Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding A .
De versnellingsbak werkt dan automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
-
de

rijstijl,
-

h

et profiel van de weg.
F

Z

et om te starten de selectiehendel in de
stand N .
F

H

oud het rempedaal ingetrapt.
F
S
tart het hybridesysteem. F

S

tart de auto en selecteer de stand A om
de stand automatische bediening in te
schakelen.
4
Rijden

Page 128 of 332

126
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Handmatig schakelen
F Zet na het starten de selectiehendel in de stand M om de handbediende stand in te
schakelen.
F

B
edien de flippers + of - .Als bij stapvoets rijden de achteruitversnelling
wordt geselecteerd, wordt deze pas
ingeschakeld als de auto volledig tot stilstand
is gekomen (rempedaal ingetrapt). Op het
display van het instrumentenpaneel wordt een
pictogram weergegeven.
In de handbediende stand wordt bij krachtig
accelereren niet opgeschakeld als de
bestuurder de flippers achter het stuur wiel
niet bedient.
Selecteer de neutraalstand N nooit tijdens
het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R )
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en
de voet op het rempedaal wordt gehouden.
De aanduiding A
verdwijnt en de achtereenvolgens
ingeschakelde versnellingen worden weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.Het schakelen naar een andere versnelling
is alleen mogelijk als de snelheid van de
auto en het motortoerental dit toestaan. De
verbrandingsmotor blijft altijd draaien.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen
het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnelling
is geselecteerd op het moment dat u het
gaspedaal weer intrapt.
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld
om even snel in te halen.
F

B

edien de flippers "+" of "-" achter het
s t u u r.
De versnellingsbak wordt dan in de
desbetreffende versnelling geschakeld, mits de
snelheid van de auto en het motortoerental dit
toestaan. De aanduiding A blijft op het display
staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer
gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer
over op de automatische stand.
Handmatig schakelen
Rijden

Page 129 of 332

127
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Houd bij het starten van de motor altijd
het rempedaal ingetrapt.
Trek de handrem aan om te voorkomen
dat de auto wegrolt, behalve wanneer
de handrem automatisch wordt
bediend.
Selecteer wanneer u de auto met
ingeschakeld hybridesysteem stilzet
altijd de neutraalstand N
.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
selectiehendel in de neutraalstand N
staat en de handrem is aangetrokken.
Stilzetten van de auto
Als dit waarschuwingslampje bij het
aanzetten van het contact gaat knipperen,
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display van het instrumentenpaneel, duidt dit
op een storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.Voordat u de motor afzet, kunt u:
- d e selectiehendel in de stand N bewegen
om de neutraalstand te selecteren,
-

e
en versnelling ingeschakeld laten. In dat
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen de handrem aan om de
auto volledig stil te zetten (als de handrem niet
in de automatische stand staat ingesteld).
Storing
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage
snelheid soepeler (inparkeren, file rijden, ...).
Als het hybridesysteem is ingeschakeld en de
selectiehendel in de stand A , M of R staat, zet
de auto zich langzaam in beweging zodra u
het rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het
gaspedaal bedient).
Kruipfunctie (rijden zonder
gasgeven)
Laat als het hybridesysteem is
ingeschakeld nooit kinderen alleen in
de auto achter.
Uit veiligheidsover wegingen wordt deze functie
alleen geactiveerd als u het rempedaal intrapt
tijdens het inschakelen van een versnelling
vooruit of de achteruitversnelling.
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra het
bestuurdersportier wordt geopend. Sluit om de
functie weer in te schakelen het portier en trap
het rempedaal of gaspedaal in.
4
Rijden

Page 130 of 332

128
508RXH_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Hill Holder
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-

a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
b

ij bepaalde hellingcondities,
-
a

ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Holder kan niet worden uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat en de
selectiehendel in de stand A of M staat, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Holder gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl het
hybridesysteem ingeschakeld is, trek
de parkeerrem dan handmatig aan
en controleer of het verklikkerlampje
van de parkeerrem en het lampje P
op de hendel (elektrische parkeerrem)
permanent branden.
Storing
Bij een storing in de Hill Holder gaan deze
controlelampjes branden. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
Rijden

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 340 next >