Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 151 of 364
149
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgG roep 1: van 9 tot 18 kg
L1
"
RÖMER /BRITA X Baby-Safe Plus".
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. L2
"
RÖMER Duo Plus ISOFIX".
Groep 2
en 3: van 15 tot 36 kg
L5
"
K LI PPA N O pt ima".
Vanaf ongeveer 6
jaar (22 kg): gebruik
alleen de zitverhoging. L6
"
RÖMER KIDFIX".
Kan op de ISOFIX-bevestigingspunten van de auto worden bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
PEUGEOT levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepuntsveiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt.
5
Veiligheid
Page 152 of 364
150
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Bevestiging kinderzitjes met veiligheidsgordelConform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Plaats Minder dan 13 kg
(Categorie 0 (b) e n 0 +)
Tot ongeveer 1 jaar Van 9 tot 18 kg
(Categorie 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg (Categorie 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg (Categorie 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
met hoogteverstelling U (R)
U (R)U (R)U (R)
Passagiersstoel vóór (c)
zonder hoogteverstelling U
UUU
Berline
Buitenste zitplaatsen
achter U
UUU
Middelste zitplaats achter XXXX
SW en R XH BlueHDi
Buitenste zitplaatsen
achter U
UUU
Middelste zitplaats achter XXXX
Veiligheid
Page 153 of 364
151
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
a: universeel kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de veiligheidsgordel.
b:
c ategorie 0, vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de passagiersplaats voor worden vervoerd. Als ze op een
zitplaats van de 2
e zitrij worden geplaatst, zijn de andere zitplaatsen mogelijk niet meer bruikbaar.
c : raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U :
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting"
als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R): als U, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan.
X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven gewichtscategorie.
Ver wijder de hoofdsteun en berg deze op als u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst. Monteer de hoofdsteun weer
zodra u het kinderzitje hebt verwijderd.
5
Veiligheid
Page 154 of 364
152
!
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen .
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:- Twee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een etiket.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige,
degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten
die eenvoudig aan de twee bevestigingsringen A kunnen
worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van
een bovenste bevestigingsriem die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
Berline
SW en RXH BlueHDi
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke kinderzitjes voor uw auto
zijn gehomologeerd.
- Eén bevestigingsring B achter de stoel, TOP
TETHER genoemd, voor de bevestiging van de
bovenste riem.
Aan de TOP TETHER kan de bovenste bevestigingsriem
van het kinderzitje (indien aanwezig) worden bevestigd.
Dit systeem beperkt bij een frontale aanrijding het naar
voren kantelen van het kinderzitje.
Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog
en steek de haak tussen de hoofdsteun en
de rugleuning door. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring B en trek de riem aan.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften van de fabrikant
van het kinderzitje.
Veiligheid
Page 155 of 364
153
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Door PEUGEOT aanbevolen ISOFIX-kinderzitjes
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en, met de bovenste riem, aan de ring B , de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. We raden u aan de ligstand te gebruiken.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-
bevestigingspunten. In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Het PEUGEOT-netwerk levert een gamma ISOFIX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor gebruik in uw auto.Raadpleeg ook de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje voor meer informatie over het plaatsen en ver wijderen van het zitje.
5
Veiligheid
Page 156 of 364
154
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
"Baby P2C Mini" met ISOFIX-basis (lengtecategorie: C, D, E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis gebruikt.
"Baby P2C Midi" met ISOFIX-basis (lengtecategorie: D, C, A, B, B1 )
Groep 1: 9 tot 18 kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een ISOFIX-basis, die
wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel.
We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3 jaar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
De basis ISOFIX BABY P2C moet zo zijn geplaatst dat op de ISOFIX-bevestigingen de nummers 3, 4 en 5 zichtbaar zijn. En bij de steun moeten
6 gaten zichtbaar zijn.
Veiligheid
Page 157 of 364
155
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Overzicht bevestiging ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter (A
t /m G).
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(categorie 0)
Tot ca.
6
maandenTot 10 kg
(categorie 0)
Tot 13 kg
(categorie 0+)
Tot ca. 1 jaar Van 9 tot 18 kg (categorie 1)
Van ca. 1 tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting""gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
Passagiersstoel voor Geen Isofix
Berline
Buitenste zitplaatsen achter XIL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen Isofix
SW en R XH BlueHDi
Buitenste zitplaatsen achter XIL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen Isofix
5
Veiligheid
Page 158 of 364
156
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL- SU: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de paragraaf "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste riem.
X: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitje of een reiswieg uit de aangegeven gewichtsklasse.
Veiligheid
Page 159 of 364
157
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop.
Adviezen
Plaatsen van een
zitverhoger
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- g een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen. Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed
is opgeborgen of vastgemaakt om te
voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling
remmen een gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen
nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd
u aan de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
5
Veiligheid
Page 160 of 364
158
508_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Elektrische kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.
Inschakelen
F Druk bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
branden in combinatie met een melding die het
inschakelen bevestigt.
Het lampje blijft branden zolang de elektrische
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te
openen en de elektrisch bedienbare achterste
zijruiten te bedienen vanaf de bestuurdersstoel.
Uitschakelen
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze knop.
Het verklikkerlampje van de knop gaat
uit in combinatie met een melding die het
uitschakelen bevestigt.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit
op een storing in de elektrische kinderbeveiliging.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de
centrale vergrendeling; gebruik het nooit in
plaats daarvan.
Controleer bij het aanzetten van het contact
altijd de stand van de kinderbeveiliging.
Neem vóór het verlaten van de auto altijd
de sleutel uit het contact, zelfs voor korte
periodes.
Bij een ernstige aanrijding wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers
de auto ongehinderd kunnen verlaten.
Veiligheid