stop start Peugeot Bipper 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 151 of 193
149
Bipper_nl_Chap08_verifications_ed02-2014
CONTROLES
Aftappen van water uit het
brandstoffilter
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffilter worden
afgetapt. Om te voorkomen dat het
lampje gaat branden kan het filter
ook op regelmatige basis worden afgetapt,
bijvoorbeeld bij elke onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug of de sensor water in
brandstoffilter aan de onderzijde van het filter
los. Ga door met aftappen tot al het water uit
het filter is weggelopen. Draai vervolgens de
aftapplug of de sensor weer vast.
Accu
Het is raadzaam de accu van uw auto voor de
winter te laten controleren door het P e UG e OT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Luchtfilter en interieurfilter
een verstopt interieurfilter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan stankoverlast in het interieur
veroorzaken. Raadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie over het
vervangingsinterval van de filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto (veel
stadsverkeer) daartoe aanleiding geven,
moeten de filters twee keer zo vaak worden
vervangen.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken
vaker, tussen twee onderhoudscontroles door,
te laten controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is, kan dit
behalve door lekkage van het remsysteem
ook veroorzaakt worden door slijtage van de
remblokken.
Slijtage remschijven/-trommels
Raadpleeg het PeUGeOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
meer informatie over de controle van de
remschijven/-trommels van uw auto.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft of als het
systeem minder goed werkt, moet de handrem
zelfs tussen twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
l
aat het systeem controleren door het P e UG e OT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Oliefilter
Vervang het oliefilterelement regelmatig,
volgens het onderhoudsschema van de
fabrikant.
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het P
e
UG
e
OT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud -
Motorruimte".
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren.
l
aat
werkzaamheden aan deze motoren altijd
uitvoeren door gekwalificeerde technici van
het P
e
UG
e
OT-netwerk.
8
ONDERHOUD
Controles
Page 154 of 193
152
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
ACCU
Uitvoering
zonder Stop & Start-
systeem
A. Metalen pluspool van uw auto.
B.
Hulpaccu.
C.
Massapunt van uw auto.
D.
Metalen minpool van uw auto. Laden met behulp van een acculader Starten met een hulpaccu
-
Sluit de rode kabel eerst aan op de
metalen pluspool A en vervolgens op de
(+) pool van de hulpaccu B .
-
Sluit de groene of zwarte kabel aan op de
(-) pool van de hulpaccu B .
-
Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt C
van uw auto (nooit op de metalen
minpool D van uw auto).
-
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
-
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
l
aad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
- Maak de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling los van de accu.
- V olg de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader.
-
Controleer of de accupolen en de
klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
-
Sluit de twee accupoolklemmen met
snelkoppeling weer aan, te beginnen
met de minpool (-).
e
en aantal functies is niet
beschikbaar als de laadtoestand van
de accu onvoldoende is.
Accu
Page 155 of 193
153
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Uitvoering met Stop & Start-systeem
A. Beschermkap.
B.
Metalen pluspool van uw auto.
C.
Hulpaccu.
D.
Massapunt van uw auto.
E.
Ontgrendelingsknop van de stekker
.
F.
Stekker van de controlesensor
.
G.
Controlesensor van de laadtoestand.
H.
Metalen minpool van uw auto. Laden met behulp van een acculader -
V
olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
-
Controleer of de accupolen en de
klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en de
klemmen.
-
Sluit de stekker
F van de controlesensor G
aan.
- Plaats de beschermkap A van de metalen pluspool B .
Starten met een hulpaccu
-
V
erwijder de beschermkap A van de
metalen pluspool B .
-
Sluit de rode kabel aan op de metalen
pluspool B en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu C .
-
Sluit de groene of zwarte kabel aan de
minpool (-) van de hulpaccu C .
-
Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt D
van uw auto (nooit op de metalen
minpool H van uw auto).
-
Stel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
-
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
-
Plaats
de beschermkap A van de metalen
pluspool B.
k
oppel de accu niet los om deze op te
laden.
-
Druk op de ontgrendelingsknop
E om de
stekker F los te kunnen maken.
-
Maak de stekker
F van de controlesensor
G los.
-
V
erwijder de beschermkap A van de
metalen pluspool B .
-
Sluit de kabels van de acculader aan:
(+) op de metalen pluspool B ; (-) op de
metalen minpool H . Maak de controlesensor G
nooit los
van de metalen minpool H , behalve
als de accu vervangen wordt.
9
SNEL WEER OP WEG
Accu
Page 156 of 193
154
Bipper_nl_Chap09_aide-rapide_ed02-2014
Accu's bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zoals
zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden afgevoerd
en mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
l
ever lege batterijen en accu's in bij een
erkend verzamelpunt.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is. Dit doet u bij
uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem op de volgende manier:
-
druk op de ontgrendelingsknop
E om de stekker F los te kunnen
maken,
-
maak de stekker
F
van de
controlesensor G los.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het P
e
UG
e
OT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
Na het monteren van de accu door
het P
e
UG
e
OT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot
ongeveer 8
uur duren). Voordat u de accu gaat opladen
l
aad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een goed
geventileerde ruimte en uit de buurt van
vonken of open vuur.
Probeer nooit een bevroren accu op te
laden: laat de accu eerst ontdooien om
explosiegevaar te voorkomen. Breng een
accu nadat deze bevroren is geweest bij een
specialist die controleert of de accu inwendig
niet is beschadigd en of er geen scheuren
in de wanden zitten, waardoor het giftige en
bijtende accuzuur kan gaan lekken.
Voordat u de accupoolklemmen losmaakt
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Wacht 2
minuten na het uitzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat de
accupoolklemmen worden losgemaakt. Nadat u de accupoolklemmen hebt
aangesloten
Wacht na het opnieuw aansluiten van de
accupoolklemmen en het aanzetten van
het contact 1
minuut voor u de auto start,
hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Neem contact op
met het P e UG e OT-netwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats wanneer hierna
toch storingen optreden.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is
geweest, moeten de volgende functies
geïnitialiseerd worden:
-
de instellingen van het display (datum,
tijd, taal, afstandseenheden en
temperatuur),
-
de voorkeuzezenders van de autoradio,
-
de centrale vergrendeling.
Bepaalde instellingen van de auto zijn
gewist, raadpleeg het P e UG e OT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om deze
opnieuw in te stellen.
Maak de controlesensor G
nooit los van de
metalen minpool H , behalve als de accu
vervangen wordt.
Accu
Page 182 of 193
180
Bipper_nl_Chap10_caracteristique_ed02-2014
DIESELMOTOREN1.4 HDi 70 pk1.3
HDi 75 pk
Versnellingsbakken HandgeschakeldHandgeschakeld Elektronisch gestuurd
Aantal versnellingen 555
Max. vermogen
e C e -norm (kW)* 5055
Cilinderinhoud (cm
3) 13991248
Boring x slag (mm) 73,7
x 8269,6
x 82
Toerental bij max. vermogen (t/min) 40003750
Max. koppel
e
C
e
-norm (Nm) 160190
Toerental bij max. koppel (t/min) 27501750
Brandstof DieselDiesel
k
atalysator JaJa
Roetfilter (FAP) NeeJa
Stop & Start NeeJa
Inhoud motorolie, met vervangen filter (liter) 3,83,0
*
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde wa\
arde, onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in de
e uropese
regelgeving (Richtlijn 1999/99/C
e ).
Motoren
Page 183 of 193
181
Bipper_nl_Chap10_caracteristique_ed02-2014
BENZINEMOTOR1,4 l 75 pk
Versnellingsbak Handgeschakeld
Aantal versnellingen 5
Max. vermogen
e C e -norm (kW)* 54
Cilinderinhoud (cm
3) 1360
Boring x slag (mm) 75
x 77
Toerental bij max. vermogen (t/min) 5200
Max. koppel
e
C
e
-norm (Nm) 11 8
Toerental bij max. koppel (t/min) 2600
Brandstof
l
oodvrije benzine
Stop & Start Nee
Inhoud motorolie, met vervangen filter (liter) 3,0
*
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde wa\
arde, onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in de
e uropese
regelgeving (Richtlijn 1999/99/C
e ).
Motoren
TECHNISCHE GEGEVENS
10