Peugeot Boxer 2004 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 166

76
16-02-2004
UW BOXER IN DETAIL
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale effec-
tiviteit van de airbags:
• Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
• Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de
voorstoelen te zitten.
• Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en
de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de
inzittende bij het opblazen van
de airbag verwonden.
• Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te
voeren aan airbagsystemen,
alleen een PEUGEOT-
servicepunt heeft hiervoor
gekwaliiceerd personeel.
• Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de
airbagsystemen controleren. Airbags voor
• Houd het stuurwiel niet aan de
spaken vast en laat uw handen
niet op het stuurwielkussen
rusten.
• Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard
rusten.
• Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als
de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
• Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de
stuurwielbekleding en sla er
niet op. Zij-airbags*
• Bedek de voorstoelen
alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg uw
PEUGEOT-servicepunt.
• Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen,
dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of
middel.
• Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.

Page 122 of 166

74
16-02-2004
75
16-02-2004* Volgens land van bestemming.
UW BOXER IN DETAIL
In de stand "OFF" werkt de
airbag aan passagierszijde bij een
eventuele aanrijding niet.
Zet de schakelaar weer op "ON"
zodra het kinderzitje van de voorstoel
wordt verwijderd zodat de airbag
weer is ingeschakeld.
Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven
door het verklikkerlampje in het
instrumentenpaneel.
Als de airbag aan passagiers-
zijde ingeschakeld is (stand
"ON"), gaat het verklikker-
lampje bij het aanzetten
van het contact gedurende
6 seconden branden.
Als de airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld is (stand "OFF"), blijft
het verklikkerlampje branden.
Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert uw PEUGEOT-ser-
vicepunt. Als dit verklikkerlampje gaat
branden, raadpleeg dan een
PEUGEOT-servicepunt om
het systeem te laten con-
troleren.
DE ZIJ-AIRBAGS*
De zij-airbags zijn aan de zijde van
de portieren in de rugleuningen van
de voorstoelen aangebracht.
Ze worden aan de zijde waar de
aanrijding plaatsvindt opgeblazen.
Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven
door een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel.

Page 123 of 166

76
16-02-2004
UW BOXER IN DETAIL
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften
voor een maximale effec-
tiviteit van de airbags:
• Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
• Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de
voorstoelen te zitten.
• Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en
de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de
inzittende bij het opblazen van
de airbag verwonden.
• Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te
voeren aan airbagsystemen,
alleen een PEUGEOT-
servicepunt heeft hiervoor
gekwaliiceerd personeel.
• Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de
airbagsystemen controleren. Airbags voor
• Houd het stuurwiel niet aan de
spaken vast en laat uw handen
niet op het stuurwielkussen
rusten.
• Laat aan passagierszijde uw voeten niet op het dashboard
rusten.
• Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te vermijden. Als
de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of
ander letsel veroorzaken.
• Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de
stuurwielbekleding en sla er
niet op. Zij-airbags*
• Bedek de voorstoelen
alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg uw
PEUGEOT-servicepunt.
• Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de voorstoelen,
dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of
middel.
• Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
* Volgens land van bestemming.

Page 124 of 166

77
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
1 - Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Accu.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Luchtilter.
6 - Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers. 7 -
Zekeringkast.
8 - Motorolie (bij)vullen.
9 - Motoroliepeilstok.
2 LITER INJECTIE BENZINEMOTOR

Page 125 of 166

78
16-02-2004
79
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
1 - Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Accu.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Luchtilter.
6 - Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers. 7 -
Zekeringkast.
8 - Motoroliepeilstok.
9 - Motorolie (bij)vullen.
2,0/2,2 LITER HDI TURBODIESELMOTOR

Page 126 of 166

78
16-02-2004
79
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
1 - Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Accu.
3 - Reservoir koelvloeistof. 4 -
Reservoir remvloeistof.
5 - Luchtilter.
6 - Reservoir ruiten- en
koplampsproeiers. 7 -
Zekeringkast.
8 - Motoroliepeilstok.
9 - Motorolie (bij)vullen.
2,8 LITER HDI/TED TURBODIESELMOTOR

Page 127 of 166

80
16-02-2004
81
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
NIVEAUS CONTROLEREN
Motorolieniveau
F Regelmatig controleren en tussen
twee verversingen eventueel olie
bijvullen. (Maximum olieverbruik:
0,5 liter per 1000 km.)
De controle dient bij koude motor en horizontaal geplaatste wagen
te geschieden, met behulp van de
olieniveaumeter in het instrumen-
tenpaneel of de oliepeilstok.
2 merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Het oliepeil mag nooit
boven dit merkteken uit-
komen.
B = mini.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissie-
regelsystemen mogen
in geen geval additieven
aan de motorolie worden
toegevoegd.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in het
onderhoudsboekje.
Opmerking: Vermijd langdurig
huidcontact met afgewerkte olie. Keuze van de viscositeitgraad
De olie dient in ieder geval aan de
voorgeschreven kwaliteitsnormen te
voldoen.
Niveau remvloeistof:
- Het niveau dient steeds tussen de
merktekens DANGER en MAXI
van het reservoir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het vloeistofniveau onmiddel-
lijk uw PEUGEOT-servicepunt.
Vervangen:
- De vloeistof dient volgens de voorgeschreven intervallen te
worden ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur wordt aanbevolen en
aan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking: Remvloeistof is een erg
bijtend middel. Vermijd elk contact
met de huid.
Koelvloeistofniveau
Gebruik uitsluitend door de construc-
teur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder
druk staat. Draai de dop eerst 2 omwentelingen
los om de druk te laten dalen en te
voorkomen dat de hete koelvloeistof
uit het koelsysteem spuit. Trek, als
de druk eenmaal gedaald is, de dop
los en vul het systeem bij.
Opmerking:
De koelvloeistof be-
hoeft niet te worden ververst.
Afgewerkte producten
Gooi geen afgewerkte olie,
remvloeistof of koelvloeistof in het
riool, in het water of op de grond.
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
F Open het reservoir bij koude mo-
tor (omgevingstemperatuur), het
vloeistofniveau dient boven het
MINI en dichtbij het MAXI merkte-
ken te staan.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers*
Gebruik voor een optimale reiniging
en voor uw eigen veiligheid uitslui-
tend door PEUGEOT aanbevolen
producten.
Oliepeilstok
*Volgens land van bestemming

Page 128 of 166

80
16-02-2004
81
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
CONTROLES
Accu
Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-
leren.
Luchtilter en interieurilter
Laat de ilters periodiek vervangen.
Als de omgeving daartoe aanlei-
ding geeft, moeten de ilters twee
keer zo vaak worden vervangen.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door
een PEUGEOT-servicepunt.
Olieilter
Vervang het olieilterelement
regelmatig, volgens het onde-
rhoudsschema.
Handgeschakelde
versnellingsbak
Niet verversen. Laat het niveau
controleren volgens het onder-
houdsschema van de constructeur.
Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje die betrekking
hebben op de motoruitvoering
van uw auto voor het controleren
van de belangrijkste niveaus en
bepaalde onderdelen volgens het
onderhoudsschema van de con-
structeur.
Gebruik uitsluitend door
PEUGEOT aanbevolen
producten
Om de werking van
belangrijke organen als de
stuurbekrachtiging en het
remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT
speciieke producten aan.
Vermijd het schoonmaken van de
motor om de elektrische systemen
niet te beschadigen.
Brandstofafsluiter
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer door de brandstof-
afsluiter onderbroken.
Druk op de knop van de brandstof-
afsluiter bij de linker veerpoot onder
de motorkap om de brandstoftoevoer
te herstellen.

Page 129 of 166

82
16-02-2004
83
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel bevindt zich in een
houder aan de achterzijde onder de
auto.
De twee bouten van de reservewiel-
houder bevinden zich in de bodem-
plaat van het achtercompartiment bij
de achterdeuren.
F Verwijder de doppen van de
bouten.
F Draai de bouten los met de ratel-
sleutel 2 in combinatie met dop 3.
F Licht de reservewielhouder op
met de wielsleutel 4 om de haak
los te maken. Beschikbaar gereedschap
Het volgende gereedschap bevindt
zich in een etui onder de passa-
giersstoel:
1 -
Krik.
2 - Ratelsleutel.
3 - Dop van de ratelsleutel voor het
losdraaien van de bout van de
reservewielhouder.
4 - Wielsleutel.
5 - Schroevendraaier (voor het verwÿ-
deren van de grille om lampen te
vervangen).
WIEL VERWISSELEN
Plaatsen van de auto
F Zet de auto voor zover mogelijk
op een horizontale, stabiele en
stroeve ondergrond.
F Trek de handrem aan, zet het
contact af en schakel de eerste
versnelling of de achteruit in (bij
automatische transmissie de
stand P).

Page 130 of 166

82
16-02-2004
83
16-02-2004
PRAKTISCHE INFORMATIE
Wiel demonteren
F Blokkeer het wiel kruislings tegen-
over het te verwisselen wiel met
een wielblok.
F Verwijder de wieldop door de wiel-
sleutel 4 in de opening voor het
ventiel te steken en de wieldop
los te trekken.
F Draai de wielbouten iets los met
de wielsleutel 4.
F Plaats de kop van de krik 1 in één
van de vier steunpunten E aan de
onderzijde bij het te verwisselen
wiel.
F Vouw de krik 1 uit met de ratel-
sleutel 2 tot het voetstuk op de
grond staat. Zorg ervoor dat het
voetstuk zich loodrecht onder het
steunpunt E bevindt.
F Krik de auto op.
F Verwijder de wielbouten en het
wiel. Terugplaatsen van het wiel
F
Plaats het wiel.
F Draai de wielbouten met de hand
vast.
F Draai de wielbouten met de wiel-
sleutel 4 enigszins vast.
F Laat de krik 1 zakken en verwijder
deze vervolgens.
F Draai de wielbouten met de wiel-
sleutel 4 vast.
F Plaats de wieldop, begin bij de
opening voor het ventiel en druk
de wieldop rondom met de hand
vast.
F Berg het gereedschap op onder
de passagiersstoel en het wiel
onder de auto.Verwissel een wiel uit veilig-
heidsoverwegingen alleen:
- op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond.
- met aangetrokken handrem en con- tact uitgezet.
- met de eerste versnelling of de ach- teruit ingeschakeld (bij automatische
transmissie stand P).
- als de auto is geblokkeerd met het wielblok.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen
op de krik steunt (gebruik bokken).
Na het verwisselen van een wiel:
- Laat zo snel mogelijk het aanhaal- moment van de wielbouten en de
bandenspanning van het reservewiel
door een PEUGEOT-servicepunt
controleren.
- Laat de lekke band zo spoedig moge- lijk repareren en verwissel hem met
het reservewiel.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 170 next >