radio PEUGEOT EXPERT 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 5 of 324

3
Inhoudsopgave






Stop & Start 162
Bandenspanningscontrolesysteem 164
Rij- en parkeerhulpsystemen - Algemene
adviezen
166
Head-up display 167
Snelheden opslaan 168
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
169
Snelheidsbegrenzer 171
Snelheidsregelaar - specifieke adviezen 173
Snelheidsregelaar 174
Adaptieve cruise control 176
Active Safety Brake met Distance Alert en
Intelligente noodremassistentie
180
Lane Departure Warning System 183
Systeem voor detecteren van onoplettendheid 183
Dodehoekbewaking 185
Parkeerhulp 186
Visiopark 1 188
7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen 192
Tanken 192
Tankbeveiliging diesel 194
Laadsysteem (elektrisch) 194
De tractiebatterij laden (elektrisch) 200
Eco-stand 204
Sneeuwkettingen 204
Trekhaak 205
Dakdragers / imperiaal 205
Motorkap 206
Onder de motorkap 207
Niveaus controleren 208
Controles 210
AdBlue® (BlueHDi) 213
Vrijloop 215
Onderhoudstips 216
8In geval van pechGevarendriehoek 219
Brandstoftank leeg (diesel) 219
Gereedschapskist 220
Bandenreparatieset 221
Reservewiel 224
Een lamp vervangen 229
Een zekering vervangen 234
Accu van 12 V / Hulpaccu 236
Slepen 239
9Technische gegevensTechnische gegevens motoren en
aanhangergewichten 242
Dieselmotoren 243
Elektromotor 249
Afmetingen 251
Identificatie 253
10Bluetooth®-audiosysteemDe eerste stappen 255
Stuurkolomschakelaars 256
Menu's 256
Radio 257
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
258
Media 259
Telefoon 262
Veelgestelde vragen 265
11PEUGEOT Connect RadioDe eerste stappen 267
Stuurkolomschakelaars 268
Menu's 269
Applicaties 270
Radio 271
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting) 272
Media 273
Telefoon 274
Configuratie 277
Veelgestelde vragen 279
12PEUGEOT Connect NavDe eerste stappen 281
Stuurkolomschakelaars 282
Menu's 283
Gesproken commando's 284
Navigatie 288
Online navigatie 290
Applicaties 293
Radio 296
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
297
Media 297
Telefoon 299
Configuratie 302
Veelgestelde vragen 304
 ■
Trefwoordenregister
bit.ly/helpPSA
Toegang tot aanvullende video's

Page 6 of 324

4
Overzicht
Presentatie
Cockpit
Deze afbeeldingen en beschrijvingen
dienen slechts als voorbeeld. De
aanwezigheid en de locatie van bepaalde
componenten variëren afhankelijk van de
uitvoering, het uitrustingsniveau en het land
van verkoop.




1. Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
2. 12V-aansluitingen (120
W)
3. USB-aansluiting
4. AUX-aansluiting
5. Instrumentenpaneel
6. Opbergruimte
Beker-/blikhouder
7. Opbergruimte
8. Bovenste opbergruimte
9. 220V-aansluiting (150 W)
10. Claxon
11 . Plafonnière
Paneel met waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde
Binnenspiegel
Bewakingsspiegel
Toetsen voor noodoproep en
pechhulpoproep
12.Verwarming / airconditioning
Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste
zijruiten
Achterruitverwarming
13. Toets "START/STOP"
14. Versnellingspook of keuzeschakelaar
Selectie van de rijstand
15. Monochroom display in combinatie met
audiosysteem
Touchscreen met PEUGEOT Connect Radio
of PEUGEOT Connect Nav
16. Ontgrendeling motorkap
17. Zekeringen dashboard
18. Head-up display
19. Elektrische parkeerrem
Afhankelijk van de uitvoering van de auto
zijn de opbergvakken wel of niet voorzien
van een klep. Deze configuratie wordt als
voorbeeld weergegeven.
Stuurkolomschakelaars

1. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Bediening audiosysteem
4. Bediening snelheidsregelaar/
snelheidsbegrenzer/Adaptieve cruise control
5. Rolknop voor het selecteren van de
weergavemodus van het instrumentenpaneel
6. Bediening spraaksynthese
Volume
7. Bediening audiosysteem
Middelste rij schakelaars


Page 29 of 324

27
Instrumentenpaneel
1Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het
contact wordt aangezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).


T
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.


Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.



W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen.


T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.


Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
– Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.


Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.



Gebruik een schone, zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen aan weerszijden van
het touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de aanraaktoetsen op het
touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets " OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te
schakelen.
Een functie configureren
Toegang tot aanvullende informatie over de functie
Bevestigen
Terug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's

Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en
telematicasystemen voor meer informatie
over de menu's.
Radio/Media
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting)
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon
Connect-App
Weergave van de beschikbare Connected
Services.
Energie
Toegang tot de specifieke elektrische
functies (energiestroom, verbruiksstatistieken,

Page 30 of 324

28
Instrumentenpaneel
– Aflezen van de laadtoestand en de actieradius
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de app MyPeugeot vanaf de voor
uw smartphone geschikte online store.
► Maak een account aan.
► Voer het VIN van de auto in (de code op
het kentekenbewijs van de auto die met "VF"
begint).
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
geprogrammeerd laden), verdeeld over 3
overeenkomstige tabbladen.
of
Instellingen
Hoofdinstellingen voor het audiosysteem
en touchscreen.
Audiosysteem aan/uit. Instellen van het volume/onderbreken van
het geluid.
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:


T
ijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).


Basisinformatie van de menu's
RadioMedia

en Telefoon en navigatie-
aanwijzingen (afhankelijk van de uitvoering).

Berichten.
– Toegang tot de Instellingen .
Menu Energie
Afhankelijk van de uitvoering is dit als volgt
toegankelijk:
– direct, door op de toets bij het
touchscreen te drukken.
– via het menu Applicaties.
Stroom
De pagina geeft in real time de werking van de
elektrische aandrijflijn weer.


1.Actieve rijstand
2. Elektromotor
3. Laadniveau tractiebatterij
4. Energiestromen
De kleur van de energiestromen is afhankelijk
van de manier van rijden:
A. Blauw: energieverbruik
B. Groen: terugwinning van energie
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het
verbruik van elektrische energie weergegeven.


– Blauwe staven: direct verbruikte energie die
door de tractiebatterij is geleverd.
– Groene staven: tijdens het vaart minderen
en remmen teruggewonnen energie die wordt
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
Het gemiddelde resultaat voor de huidige rit
wordt weergegeven in kWh/100 km.


U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen


-
en +.
Een huidige rit is elke rit die langer dan
20 minuten duurt zonder dat het contact
wordt afgezet.
Laden
Op deze pagina kunt u het laden programmeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het laden van de tractiebatterij
(elektrisch).
Op afstand bedienbare
functies (elektrische auto)


Naast alle functies van de app
MyPeugeot op uw smartphone
kunt u de volgende functies
gebruiken:


Aansturen van het laden van de tractiebatterij
(geprogrammeerd laden).



Aansturen van de voorverwarming/-koeling.

Page 31 of 324

29
Instrumentenpaneel
1– Aflezen van de laadtoestand en de actieradius
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de app MyPeugeot vanaf de voor
uw smartphone geschikte online store.


Maak een account aan.



V
oer het VIN van de auto in (de code op
het kentekenbewijs van de auto die met "VF"
begint).
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem



Stel de datum en tijd in via het display van het
instrumentenpaneel.
► Houd dez e toets ingedrukt.
► Druk op een van deze toetsen om de
instelling te selecteren die u wilt wijzigen.
► Druk kort op deze toets om te
bevestigen.
► Druk op een van deze toetsen om de
instelling te wijzigen en bevestig dit
nogmaals om de nieuwe instelling op te slaan.
Met audiosysteem
► Druk op de toets MENU om het hoofdmenu
weer te geven. ►

Druk op de toets "
7" of "8" om het menu
"Persoonlijke instellingen - configuratie " te
selecteren en bevestig vervolgens uw keuze
door op de toets OK te drukken.

Druk op de toets "
5" of "6" om het menu
Configuratie display , te selecteren en bevestig
uw keuze door op de knop OK te drukken.

Druk op de toets "
5" of "6" en "7" of "8"
om de gewenste waarden voor de datum en de
tijd aan te passen en druk op de toets OK om uw
keuze te bevestigen.
Met PEUGEOT Connect
Radio
► Selecteer het menu Instellingen in de
bovenste balk van het touchscreen.


Selecteer "
Configuratie".
► Selecteer "Datum en tijd ".


Selecteer "
Datum:" of "Tijd:".


Selecteer het formaat van de weergave.



Wijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.



Bevestig met "
OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
U kunt de tijd en de datum alleen instellen
wanneer "GPS-synchronisatie" is uitgeschakeld.
► Selecteer het menu Instellingen in de
balk van het touchscreen.


Druk op de toets "
OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.

Page 78 of 324

76
Ergonomie en comfort
USB-aansluiting



De aansluiting kan worden gebruikt om een
draagbaar apparaat of een USB-stick aan te
sluiten.
Via de aansluiting kunt u audiobestanden via de
luidsprekers van het audiosysteem van de auto
afspelen.
Deze bestanden kunnen worden beheerd
met de toetsen op het stuurwiel of van het
audiosysteem.
De USB-aansluiting kan ook
worden gebruikt om een
smartphone via Android Auto
® of CarPlay® te
verbinden, zodat u bepaalde apps van uw
smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van
het apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen
van het audiosysteem worden beheerd.

► Gebruiken: beweeg het tafeltje zo ver
mogelijk naar beneden, tot het in de laagste
stand vergrendeld is.


U kunt het opbergen door het tafeltje omhoog
te klappen, tot voorbij het weerstandspunt.
Vergeet niet het tafeltje aan
passagierszijde in te klappen alvorens de
stoel in de "tafelstand" te zetten.
Plaats geen zware of harde voorwerpen op
het tafeltje. Ze kunnen bij een noodstop of
een aanrijding veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de voorstoelen en in het
bijzonder het plaatsen van de rugleuning in
de tafelstand.
12V-accessoire-
aansluiting(en)
Afhankelijk van de uitvoering.







► Wanneer u een 12V-accessoire (maximaal
vermogen: 120 watt) wilt aansluiten, til het kapje
op en sluit een geschikte adapter aan.
Houd u aan dit vermogen om te
voorkomen dat het accessoire
beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische systemen van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.

Page 93 of 324

91
Ergonomie en comfort
3automatische airconditioning met gescheiden
regeling.
► Druk op deze toets om de bediening
achterin in of uit te schakelen.
Extra verwarmings-/
ventilatiesysteem




Verwarming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat
het interieur voorverwarmt en de ruiten sneller
ontdooit.
Dit lampje brandt permanent als het
systeem is geprogrammeerd of met de
afstandsbediening in werking is gesteld.
Het lampje knippert tijdens de
verwarmingscyclus en gaat uit aan het
einde ervan of als de verwarming met de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
Ventilatie
Dit systeem ventileert het interieur
met buitenlucht, zodat onder zomerse omstandigheden bij het instappen een
aangenamere temperatuur in het interieur
heerst.
Programmeren
Gebruik bij een auto met PEUGEOT Connect
Nav de afstandsbediening om de extra
verwarming in en uit te schakelen.
Gebruik bij een auto met een Bluetooth
®-
audiosysteem of een PEUGEOT Connect
Radio de afstandsbediening om de extra
verwarming in en uit te schakelen en/of de
voorverwarmingstijden in te stellen.
Met Bluetooth®-audiosysteem
► Druk op de toets MENU om het
hoofdmenu te openen.


Selecteer "
Voorverw./Voorventil".


V

ink "Activering" aan en selecteer voor het
programmeren indien nodig " Parameters",


Selecteer "
Verwarm." om de motor en het
interieur te verwarmen of " Ventilatie" om het
interieur te ventileren.


► Selecteer:
• het 1e klokje om het inschakeltijdstip te
programmeren/op te slaan waarbij de
voorverwarmingstemperatuur wordt bereikt,


het 2e klokje om het tweede inschakeltijdstip
te programmeren/op te slaan waarbij de
voorverwarmingstemperatuur wordt bereikt,
Met de twee klokjes kunt u, bijvoorbeeld
afhankelijk van het seizoen, een keuze
maken uit twee inschakeltijdstippen.
Via een melding op het scherm wordt uw
keuze bevestigd.
Met PEUGEOT Connect Radio
Druk op Applicaties om de hoofdpagina
weer te geven.
Druk vervolgens op " Programmeerbare
verwarming/ventilatie".


Selecteer het tabblad " Status

" om het
systeem in/uit te schakelen.


Selecteer het tabblad " Overige instellingen"
voor het kiezen van " V

erwarming" om de motor
en het interieur te verwarmen of " Ventilatie" om
het interieur te ventileren.


Stel vervolgens het inschakeltijdstip
(vooraf) in waarbij voor elke selectie de
voorverwarmingstemperatuur wordt bereikt.
Druk op deze toets om op te slaan.
Met PEUGEOT Connect Nav
In het menu Connect-App >
V oertuig-apps:

Page 96 of 324

94
Ergonomie en comfort



Achter




Programmeren
Met Bluetooth®-audiosysteem
Voorverwarming/-koeling is niet beschikbaar met
het Bluetooth®-audiosysteem.
Met PEUGEOT Connect Radio of
PEUGEOT Connect Nav
Het programmeren kan ook met een
smartphone worden uitgevoerd, met de
app MyPeugeot.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand bedienbare
functies.
Met PEUGEOT Connect Nav
In het menu Connect-App:
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van
de apps te openen.
Selecteer Temperatuur conditionering .


Druk op
+ om een programmering toe te
voegen.


Selecteer het tijdstip waarop u in de auto
stapt en de gewenste dagen. Druk op OK

.


Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd wanneer
de auto op een laadpunt is aangesloten (20
minuten wanneer dat niet het geval is) en blijft
daarna nog 10 minuten ingeschakeld.
U kunt meerdere programma's instellen.
Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Voor een optimale actieradius raden wij aan
om een programma te starten terwijl de auto
op een laadpunt is aangesloten.
Het is normaal dat de ventilator tijdens
het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Werkingsvoorwaarden
– De functie wordt alleen geactiveerd als het
contact is afgezet en de auto is vergrendeld.


Als de auto niet op een laadpunt is
aangesloten, dan wordt de functie alleen
geactiveerd als de laadtoestand van de
tractiebatterij meer dan 50% is.



Als de auto niet op een laadpunt is
aangesloten, er een herhaald programma
is geactiveerd (bijvoorbeeld van maandag
tot en met vrijdag) en er twee cycli voor
voorverwarmen/-koelen zijn uitgevoerd
zonder dat de auto is gebruikt, dan wordt het
programma gestopt.
Plafonnier(s)
Voor: gaat branden als een van de
voorportieren of deuren achter (schuifdeur
en afhankelijk van het uitrustingsniveau
achterdeur links of achterklep) wordt geopend. Achterin of 2e en 3e zitrij: gaat branden zodra
een van de deuren achter (schuifdeur en
afhankelijk van de uitvoering de achterdeur links
of de achterklep) wordt geopend.
Brandt altijd, contact aan.
Altijd uit.
Voor



Page 107 of 324

105
Veiligheid
5Algemene aanbevelingen met betrekking tot de
veiligheid
Verwijder de stickers niet die op de
verschillende plaatsen van uw auto zijn
aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie over
de identificatie van de auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het PEUGEOT-netwerk is in staat
u dit te bieden.
Afhankelijk van de landelijke wetgeving kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser, een
verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto enz.
Monteren van elektrische accessoires:
– Het monteren van elektrische
uitrustingselementen of accessoires die niet
onder een artikelnummer in het assortiment
van PEUGEOT
voorkomen, kan tot een
hoger stroomverbruik leiden en kan storingen
in het elektrische systeem van uw auto
veroorzaken. Ga naar het PEUGEOT-netwerk
voor meer informatie over het aanbod aan
accessoires met een artikelnummer.


Uit veiligheidsoverwegingen is toegang tot
de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de
auto, uitsluitend voorbehouden aan het
PEUGEOT

-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen in
de elektronische systemen die kunnen leiden
tot pech of ernstige ongevallen). De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld als dit
voorschrift niet wordt opgevolgd.


Wijzigingen of aanpassingen die niet door
PEUGEOT

zijn voorzien of toegestaan, of
die niet volgens de technische voorschriften
van de fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot het
vervallen van de commerciële garantie.
Monteren van als accessoire
geleverde radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van de
voor montage geschikte zenders opvragen,
conform de Richtlijn Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).
Conformiteitsverklaring voor
radioapparatuur
De relevante certificaten zijn beschikbaar op
de website http://public.servicebox.peugeot.
com/APddb/.
Alarmknipperlichten



► Wanneer u op deze rode toets drukt, gaan
alle richtingaanwijzers knipperen.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de
mate van remvertraging. Zodra u weer gas geeft,
gaan de alarmknipperlichten uit.
Ze kunnen ook worden uitgeschakeld door weer
op de toets te drukken.

Page 205 of 324

203
Praktische informatie
7Het rode controlelampje in de klep gaat
branden om te bevestigen dat de laadstekker is
vergrendeld.
Geprogrammeerd laden
Instellingen
Bij een PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde
werkplaats, met Bluetooth®-audiosysteem
Standaard is de starttijd voor geprogrammeerd
laden ingesteld op middernacht (tijd van de
auto).
U kunt de starttijd voor geprogrammeerd laden
aanpassen.
Ga naar het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Op een smartphone of tablet (GSM), met
PEUGEOT Connect Radio of PEUGEOT
Connect Nav
U kunt het geprogrammeerd laden ook
altijd instellen met de app MyPeugeot.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de op afstand te bedienen
functies.
In de auto, met PEUGEOT Connect Nav
► Selecteer de pagina Laden in het
menu Energie van het touchscreen.


Stel de begintijd voor het laden in.



Druk op
OK.
De instelling wordt in het systeem opgeslagen.
Activering
Geprogrammeerd laden is alleen
mogelijk bij mode 2 en 3.


Na het instellen van het geprogrammeerd
laden sluit u uw auto aan op de gewenste
laadapparatuur

.


► Druk binnen een minuut op deze toets in de
klep om het systeem te activeren (bevestigd
door een blauw controlelampje voor het laden).
Loskoppelen

Voordat u de laadstekker loskoppelt van de
laadaansluiting:


Als de auto is ontgrendeld, moet u deze
vergrendelen en vervolgens ontgrendelen.



Als de auto is vergrendeld, moet u deze
ontgrendelen.
Het rode controlelampje in de klep gaat uit om
aan te geven dat de laadstekker is ontgrendeld.


V
erwijder de laadstekker binnen 30
seconden.
Het controlelampje voor het laden gaat wit
branden.
Druk met de selectieve ontgrendeling
van de portieren geactiveerd twee keer
op de ontgrendelknop om de laadstekker los
te koppelen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat het
groene controlelampje voor het laden in
de klep na ongeveer 2 minuten uit.
Laden via een normaal stopcontact, Mode
2
Als het laden is beëindigd, gaan het groene
controlelampje CHARGE op de regeleenheid en
het groene controlelampje voor het laden in de
klep permanent branden.


Plaats de beschermkap terug op de
laadstekker en sluit de laadklep.



Haal de laadkabel aan de zijde van de
regeleenheid uit het stopcontact.
Versneld laden
Als het laden is voltooid, wordt dit aangegeven
door de laadregeleenheid en door het permanent
branden van het groene lampje in de klep.


Hang de laadstekker aan de wallbox en sluit
de laadklep.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >