Peugeot Expert VU 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 151 of 225

9.10
99
1010
1111
1212
22
11
33
Draai aan de draaiknop om de functie VERKEERSINFORMATIE te selecteren als u VERKEERSINFORMATIE wilt ontvangen.
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Selecteer OK en druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
VERKEERSINFORMATIE
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Vink dit vakje aan om optimaal gebruik te maken van de verkeersinformatie. Het systeem geeft eventuele oml eidingen aan.
OK
INSTELLEN
WAARSCHUWINGSMELDINGEN
RISICOGEBIEDEN
Draai aan de knop om de functie INSTELLEN RISICOGEBIEDEN te selecteren en druk op de draaiknop om de waarschuwingsmelding te bevestigen. Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Kies: - visuele meldingen, - geluidssignalen, - duur van de melding (in seconden), - meldingen uitsluitend bij navigatie. selecteer OK en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Deze functies zijn alleen beschikbaar als de risicogebieden zijn gedownload en in het systeem zijn geïnstalleerd. Over het algemeen bestaan de risicogebieden uit va ste radars, spoorwegovergangen en gevaarlijke beklimmingen en a fdalingen. Deze kunnen regelmatig wijzigen.
Herhaal de stappen 1 tot en met 5 van de navigatiefuncties.
INSTELLEN RISICOGEBIEDEN
OK

Page 152 of 225

66
88
77
55
11
22
33
44
03
9.11
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
INSTELLEN GESPROKEN BERICHTEN
UITSCHAKELEN
OK
Selecteer de functie INSTELLEN GESPROKEN BERICHTEN en druk op de knop om te bevestigen.
Druk op de knop en stel vervolgens het volume van de gesproken berichten in of selecteer de functie UITSCHAKELEN en druk op de knop om te bevestigen.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
GESPROKEN NAVIGATIEBERICHTEN
Tijdens de gesproken berichten kan door middel van de volumeknop direct het volume van de verschillende berichttypen worden ingesteld (navigatie, verkeersinformatie...).
GPS
Druk op de toets MENU.
Draai aan de knop om de functie NAVIGATIE te selecteren.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de knop om de functie NAVIGATIEMOGELIJKHEDEN te selecteren. NAVIGATIEMOGELIJKHEDEN

Page 153 of 225

9.12
03
11
22
33
44
55
66
77
44
GPS
Druk op de toets MENU.
Draai aan de knop om de functie KAART te selecteren.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de knop om de functie GEGEVENS VAN DE KAART te selecteren. Met behulp van deze functie kunt u de op de kaart weergegeven diensten selecteren (hotels, restaurants, risicogebieden...).
INSTELLEN VAN DE KAART
GEGEVENS VAN DE KAART
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer de functie oriëntering van uw keuze.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
Herhaal de stappen 1 tot 3, draai aan de knop en selecteer de functie ORIËNTERING VAN DE KAART.
3D-WEERGAVE /
ORIENTERING VAN DE KAART
ORIËNTERING VAN DE KAART
3D-BEELD
OK
OP NOORDEN GEORIËNTEERD
OP AUTO GEORIËNTEERD
Voor een betere leesbaarheid wordt bij een schaal groter dan 10 km de kaart automatisch naar het Noorden geörienteerd.

Page 154 of 225

11
22
33
44
55
66
77
03
Druk op de toets MENU.
Druk op de draaiknop om de geselecteerde functie te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer de functie KAART.
Draai aan de knop en selecteer KAART IN VENSTER of KAART OP VOLLEDIG SCHERM.
Selecteer OK en druk op de draaiknop om de geselecteerde functie te bevestigen.
Druk op de draaiknop om de geselecteerde functie te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer de functie KAART TONEN.
WEERGEVEN VAN DE KAART IN EEN
VENSTER OF EEN VOLLEDIG SCHERM
GPS
KAART TONEN
KAART OP VOLLEDIG SCHERM
OK
KAART IN VENSTER

Page 155 of 225

9.14
03
Overzicht van Points of Interest
GPS

Page 156 of 225

11
22
33
44
55
99
88
77
66
03
9.15
EEN ETAPPE TOEVOEGEN
Druk tijdens de navigatie op de toets MENU.
Draai aan de draaiknop om de functie NAVIGATIE te selecteren.
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de draaiknop om de functie ETAPPES EN ROUTE te selecteren.
ETAPPES EN ROUTE
Selecteer OK en druk op de draaiknop om de volgorde van de etappes te bevestigen.
Selecteer OK als het nieuwe adres is ingevoerd en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Voer bijvoorbeeld een nieuw adres in.
Selecteer de functie EEN ETAPPE TOEVOEGEN (maximaal 9 etappes) en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
Selecteer STRIKT (de etappe moet zijn voltooid om door te gaan naar de volgende bestemming) of NABIJHEID en druk o p de draaiknop om te bevestigen.
ADRES INVOEREN
EEN ETAPPE TOEVOEGEN
GPS

Page 157 of 225

9.16
55
66
77
88
11
22
33
44
04
ACTIVEREN VAN HET FILTER OP DE ROUTE
Het is raadzaam om een fi lter op de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van: - 5 km of 10 km voor een gebied met een dicht w egennet, - 20 km voor een gebied met een normaal wegennet , - 100 km voor lange trajecten (autosnelweg).
Druk op de toets MENU.
Draai aan de knop en selecteer de functie VERKEERSINFORMATIE.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
VERKEERSINFORMATIE TMC FILTEREN
Draai aan de knop en selecteer de functie VERKEERSINFORMATIE TMC FILTEREN.
VERKEERSINFORMATIE
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Selecteer de functie GEOGRAFISCH FILTER en druk op de knop om te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer het fi lter van uw keuze.
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.
GEOGRAFISCH FILTER
RONDOM DE AUTO
OP DE ROUTE
OK

Page 158 of 225

11
22
33
44
66
55
77
04
9.17
Druk op de toets MENU.
DE BERICHTEN LEZEN
NIEUWE BERICHTEN WEERGEV
OK
TMC-BERICHTEN INSTELLEN Het is raadzaam de functie NIEUWE BERICHTEN WEERGEV. niet aan te vinken in gebieden met veel verkeersdrukte.
Draai aan de knop en selecteer de functie VERKEERSINFORMATIE.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Druk op de knop om de selectie te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer de functie BERICHTEN INSTELLEN.
Selecteer de optie DE BERICHTEN LEZEN. De spraaksynthese laat de meldingen van de verkeersinformatie horen.
Selecteer de optie NIEUWE BERICHTEN WEERGEV. De verkeersinformatie wordt met de geselecteerde filters (geografisch...) weergegeven en kan ook worden weergegeven als het navigatiesysteem niet actief is.
BERICHTEN INSTELLEN
VERKEERSINFORMATIE
Selecteer OK en druk op de knop om te bevestigen.

Page 159 of 225

9.18
11
22
33
1
22
33
44
05
44
55
AUDIO/VIDEO
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om de RADIO te selecteren.
Druk op de toets BAND om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2, FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LIST voor een lijst van de lokaal beschikbare zenders (maximaal 60). Druk langer dan 2 seconden op de toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-func tie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autor adio.
RDS
Selecteer RDS VOLGEN ACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding RDS.
Selecteer de functie VOORKEUZE FM en druk op OK.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk op OK.
Druk op de toets MENU.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u erna ar kunt blijven luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
VOORKEUZE FM
RDS VOLGEN ACTIVEREN

Page 160 of 225

1
22
05
Gebruik alleen CD’s met een ronde vorm. Bepaalde beveiligingssystemen op de originele CD of zelfgebrande CD’s kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van de CD-speler. Plaats de audio- of MP3-CD in de speler. De CD-speler zal de CD automatisch afspelen.
Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-speler als geluidsbron te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een nummer van de CD te selecteren. Druk op de toets LIST om de lijst met nummers van de CD of de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Het afspelen of weergeven van een MP3-speellijst kan worden beïnvloed door het gebruikte programma voor de CD e n/of de instellingen. Wij raden u aan een CD te gebruiken die aan deISO-norm 9660 voldoet.
EEN CD
OF MP3-CD AFSPELEN
CD
AUDIO/VIDEO
INFORMATIE EN TIPS
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Aud io Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Selecteer bij het branden van een CD-R/DVD-R of CD -RW/DVD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen. Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. Het is raadzaam voor één CD niet meer dan één stan daard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit. Voor het branden van een multisessie-CD is het raa dzaam de standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend audio-bestanden met de extensie ".mp3" en een sampling frequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af. Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp 4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwijder speciale tekens (bijv.: «, ?, ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
CD MP3
9.19

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 230 next >