ECO mode Peugeot Expert VU 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 28 of 225

28
Cockpit

Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen

Airbag vóór /
zij-airbag /
window-airbag
knippert of blijft
branden. een defecte airbag. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het

PEUGEOT-netwerk. Zie in de rubriek 4 het gedeelte
"Airbags".

Uitschakeling
airbag vóór aan
passagierszijde brandt. dat deze airbag handmatig is
uitgeschakeld op het moment
dat een kinderzitje met de rug
in de rijrichting op deze plaats
is bevestigd. Zie in de rubriek 4 het gedeelte "Airbags - kinder
en aan
boord".

Laag
brandstofniveau brandt en wijzer
in het rode
gebied.
een bijna lege brandstoftank. Wacht niet met tanken. De actieradius met de
resterende hoeveelheid brandstof is afhankelijk van
de
rijstijl, het profiel van de weg, de verstreken tij d en het
aantal gereden kilometers sinds het lampje brandt.
knippert. dat de brandstoftoevoer is
onderbroken ten gevolge van
een ernstige aanrijding. Herstel de brandstoftoevoer. Zie in de rubriek 6 h
et
gedeelte "Brandstof".

Emissieregeling
EOBD knippert of blijft
branden.
een storing in het systeem. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het
PEUGEOT-netwerk.
Laden accu brandt. een storing in het laadcircuit.
Controleer de accupolen. Zie in de rubriek 7 het
gedeelte "Accu".
knippert. het overgaan naar de waakfase van
de actieve functies (eco-mode). Zie in de rubriek 7 het gedeelte "Accu".
blijft branden,
terwijl de controles
zijn uitgevoerd. een storing in een elektrisch
circuit, de ontsteking of het
brandstofsysteem.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk.

Page 181 of 225

9.83
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzende n.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoor beeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -mode van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de a uto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De melding "het audiosysteem is oververhit" verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hog e omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.

Page 185 of 225

9.42
1
5
10
01
2
346
13
11
9
1415
7812
1
6
1. Aan/Uit. Afspelen CD/SD-kaart pauzeren, geluidsweergave rad io onderdrukken. Lang indrukken: resetten van het systeem.
2. Volumeregeling.
3. Toegang tot het menu RADIO. Weergave van het zenderoverzicht.
4. Toegang tot het menu MUSIC. Weergave van titels.
Lang indrukken: toegang tot de instellingen: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness, automatische volumecor rectie, standaardinstellingen.
5. Toegang tot het menu SETUP. Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en de d emo-mode.
6. Toegang tot het menu TELEFOON. Weergave van d e gesprekslijst.
7. Toegang tot het menu MODE. Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon (tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: Black Panel mode (DARK).
8. Toegang tot het menu NAVIGATIE. Weergave van de laatst gekozen bestemmingen.
9. Toegang tot het menu VERKEER. Weergave van de a ctuele verkeersinformatie.
10. ESC: huidige bewerking afbreken.
11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het overzicht. Selecteren van de vorige/volgende CD. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst . Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagen radiozender. Selecteren van een CD in de CD-wisselaar. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de hui dige radiozender.
15. SD-kaartlezer.
16. Draaiknop voor het selecteren van (menu-)items op het display. Kort indrukken: bevestigen.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Kleurennavigatiesysteem met Bluetooth cark it

Page 225 of 225

9.83
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzende n.
VRAAG OPLOSSING ANTWOORD
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergar ages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoor beeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat. Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco -mode van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de a uto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De melding "het audiosysteem is oververhit" verschijnt op het display.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hog e omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.