Peugeot Partner Tepee 2009 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 197

119
Trekken van een aanhanger
ACCESSOIRES
5
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware
gebruiksomstandigheden (het trekken
van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge
temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de
prestaties van de motor weer kunnen
worden verhoogd.
Banden
Controleer de bandenspanning
van de auto (zie rubriek 8 in het
gedeelte "Identifi catie") en de
aanhanger en breng deze indien nodig
op de juiste waarde. Zie in de rubriek 6 het gedeelte
"Niveaus".
Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug, rem
geleidelijk. Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele PEUGEOT-trekhaken en hun
kabelset, die tijdens de ontwikkeling
van uw auto uitgebreid zijn getest
en gehomologeerd en de montage
hiervan toe te vertrouwen aan het
PEUGEOT-netwerk.
In geval van montage buiten het
PEUGEOT-netwerk, moet deze
montage worden uitgevoerd met
gebruikmaking van de voorbereide
geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
constructeur.
Conform de algemene voorschriften
die hierboven zijn vermeld, attenderen
wij u op het risico dat het monteren van
een trekhaak of elektrisch accessoire
zonder artikelnummer van PEUGEOT
met zich meebrengt. Hierdoor kunnen
storingen in het elektrisch systeem van
uw auto ontstaan. Raadpleeg eerst het
PEUGEOT-netwerk.

Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met
matige snelheid.

ABS/ESP
Het ABS of ESP werkt uitsluitend op de
auto en niet op de aanhanger.

Parkeerhulp achter
Bij het trekken van een aanhanger is
de parkeerhulp uitgeschakeld.

Page 112 of 197

120
Uitrusting
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud: Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
banken, rubbermatten, moquette
matten, sneeuwkettingen,
zonneschermen, fi etsdrager voor
de achterklep, ... Autoradio's, handsfree set,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/
of telematica-apparatuur
wordt gemonteerd, moet aan de
hand van de specifi caties altijd
worden gecontroleerd of deze
kan worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT -netwerk.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar. Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers: 75 kg
(montage van deze dwarsstangen
is niet mogelijk bij uitvoeringen met
multifunctioneel dak).
OVERIGE ACCESSOIRES
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien
van bedrijfszekerheid en veiligheid. Ze
zijn volledig aangepast aan uw auto. Er
wordt een ruime keuze aan accessoires
en originele onderdelen, voorzien van
een artikelnummer, aangeboden. Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT .
Het PEUGEOT -netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
positie antenne, specifi eke
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).

Page 113 of 197

121
ACCESSOIRES
5
Uitrusting
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer
in het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan storingen in het
elektronisch systeem van uw auto
veroorzaken. Houd rekening met
deze bijzonderheid en wij raden u
aan contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT om u te laten informeren
over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid
van veiligheidsvesten, een
gevarendriehoek en een set
reservelampen in de auto verplicht. Telematica-eenheid "Active Fleet
Data"
De telematica-eenheid is rechtstreeks
verbonden met het "hart" van de auto
(via het multiplexnetwerk "Full CAN"),
en kan naar wens de volgende actuele
informatie weergeven:
- afgelegde afstand in kilometers,
- resterend aantal kilometers tot de
volgende onderhoudscontrole,
- waarschuwingen en storingen (oliepeil, koelvloeistofniveau,
olietemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, enz.).
Met behulp van deze informatie
kunnen fl eetowners het
wagenparkbeheer optimaliseren.
Raadpleeg het PEUGEOT -netwerk
voor meer informatie (volgens land van
bestemming).
Spatlappen vóór, spatlappen
achter, lichtmetalen velgen
15/17 inch, bekleding
wielkasten, met leder bekleed
stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof,
reinigings-/onderhoudsmiddelen
voor interieur en exterieur, sets
reservelampen, ...

Page 114 of 197

123
Motorkap openen
ONDERHOUD
6
MOTORKAP OPENEN
Motorkapsteun
Zet om de motorkap open te houden de
motorkapsteun vast in de met een sticker
aangegeven houder in het plaatdeel aan
de linkerzijde van de auto.
Plaats voordat u de motorkap sluit
de motorkapsteun terug in de klem,
zonder te forceren.
Buitenzijde
Til de motorkap met één hand iets
op en steek uw andere hand met de
palm omlaag naar binnen, zodat u
gemakkelijk bij de haak kunt.
Duw met deze hand de veiligheidshaak
naar links. Open de motorkap.
Binnenzijde
Trek aan de hendel onder het
dashboard. De motorkap is
ontgrendeld.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken
en laat deze aan het einde van de
slag in het slot vallen. Controleer of de
motorkap goed vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het
hard waait.

Page 115 of 197

124
Onder de motorkap
BENZINEMOTOR
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.

5. Luchtfi lter.

6. Oliepeilstok.
7. Motorolie (bij)vullen.

8. Reservoir
stuurbekrachtigingsvloeistof.

1. Reservoir ruitensproeiers vóór.

2. Zekeringkast.

3. Reservoir koelvloeistof.
Accu-aansluitingen:
+ Metalen positieve aansluiting.
- Metalen negatieve aansluiting (massa).
Let goed op bij alle werkzaamheden onder de motorkap.

Page 116 of 197

125
ONDERHOUD
6
Onder de motorkap
DIESELMOTOR
4. Reservoir rem- en koppelingsvloeistof.

5. Luchtfi lter.

6. Oliepeilstok.
7. Motorolie (bij)vullen.

8. Reservoir
stuurbekrachtigingsvloeistof.

9. Handopvoerpomp.

1. Reservoir ruitensproeiers vóór.

2. Zekeringkast.

3. Reservoir koelvloeistof.
Accu-aansluitingen:
+ Metalen positieve aansluiting.
- Metalen negatieve aansluiting (massa).
Let goed op bij alle werkzaamheden onder de motorkap.

Page 117 of 197

126
Niveaus
Olie verversen
Dit dient volgens het
onderhoudsschema van de
constructeur te worden uitgevoerd.
Het is verplicht uitsluitend olieën te
gebruiken met de door de constructeur
voorgeschreven viscositeit. Raadpleeg
de voorschriften bij het PEUGEOT
netwerk .
Neem voordat u olie bijvult de peilstok
uit de houder.
Controleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag
niet boven het bovenste merkteken
uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten. Remvloeistof verversen
De remvloeistof dient volgens de
door de constructeur voorgeschreven
intervallen te worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
constructeur wordt aanbevolen en aan
de DOT4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MINI en MAXI van het
reservoir te staan.
Raadpleeg als het reservoir vaak
bijgevuld moet worden zo snel mogelijk
het PEUGEOT netwerk .
Verklikkerlampjes
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van
de afdekkap van de motor, de
bevestigingsclips niet beschadigt.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen twee
verversingen eventueel olie bijvullen
(maximum olieverbruik: 0,5 liter
per 1000 km).
De controle dient bij koude motor
en horizontaal geplaatste auto te
geschieden, met behulp van de
oliepeilstok.
Oliepeilstok
2 merktekens op de
peilstok:
A = maxi.
Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk als
het oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.
B = mini.
Laat het oliepeil nooit
onder dit merkteken
uitkomen.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de
motoren en de
emissieregelsystemen
mogen in geen geval
additieven aan de motorolie
worden toegevoegd.
Keuze van de viscositeitsgraad
De olie dient in ieder geval aan de
door de constructeur voorgeschreven
normen te voldoen.
Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto
in goede staat te houden.
Raadpleeg de voorschriften bij
het PEUGEOT-netwerk of in het
onderhoudsboekje dat bij dit
instructieboekje zit.
Zie in de rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie
over de verklikkerlampjes.

Page 118 of 197

127
ONDERHOUD
6
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
constructeur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder
druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk .
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de
auto op een vlakke ondergrond staat
en de motor koud is. Draai de dop
met geïntegreerde peilstok los en
controleer of het niveau tussen de
merktekens MINI en MAXI staat. Om het fi lter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60 km/uur of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het
roetfi lter, kunnen enkele geluiden
van het relais hoorbaar zijn onder het
dashboard.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
de melding niet verdwijnt en het lampje
service blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MINI en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1 liter moet
worden bijgevuld, controleren door het
PEUGEOT netwerk . Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid de
producten van PEUGEOT te gebruiken.
Bovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water om bevriezing te
voorkomen en een goede reiniging te
garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud
van het reservoir 7,5 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt,
komt dit doordat het roetfi lter verstopt
dreigt te raken (uitzonderlijke
rij-omstandigheden: veelvuldig
stadsverkeer, lage snelheid, lange
fi les, ...). Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk .
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid en is een erg bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het PEUGEOT-netwerk .

Page 119 of 197

128
Controles
CONTROLES
Koolstoffilter en interieurfilter
Via een luikje onder het
dashboardkastje kunnen de fi lters
worden vervangen.
Het koolstoffi lter zorgt ervoor dat
stofdeeltjes permanent en krachtig
gefi lterd worden.
Een verstopt interieurfi lter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan nare geuren in het interieur
veroorzaken.
Wij adviseren u een gecombineerd
interieurfi lter de gebruiken. Danzij het
specifi eke tweede actieve fi lter, draagt
het bij aan de zuivering van de door de
inzittenden ingeademde lucht en aan
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, onaangename
geuren en vette aanslag). Roetfilter (diesel)
Onderhoudswerkzaamheden aan het
roetfi ler moeten worden uitgevoerd
door het PEUGEOT-netwerk .
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties van de auto en heeft geen
gevolgen voor het milieu.
Accu
Laat uw accu voor de winter door het
PEUGEOT-netwerk controleren.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten
controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is,
kan dit behalve door lekkage van het
remsysteem ook veroorzaakt worden
door slijtage van de remblokken.
Slijtage remschijven/-trommels
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
voor meer informatie over de controle
van uw remschijven/-trommels een
PEUGEOT-servicepunt.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk .
Oliefilter
Vervang het oliefi lterelement periodiek,
volgens het onderhoudsschema.
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor
informatie over het vervangingsinterval
van de fi lterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto
(veel stadsverkeer) daartoe aanleiding
geven, moeten de fi lters twee keer zo
vaak worden vervangen.

Page 120 of 197

129
ONDERHOUD
6
Controles
Raadpleeg de bladzijden in het
onderhoudsboekje, die betrekking
hebben op de motoruitvoering van
uw auto, voor het laten controleren
van de belangrijkste niveaus en
bepaalde onderdelen volgens
het onderhoudsschema van de
constructeur.
Aftappen van water in het
brandstoffilter
Handgeschakelde versnellingsbak
Laat het niveau controleren volgens het
onderhoudsschema van de constructeur.
Gebruik uitsluitend door
PEUGEOT aanbevolen
producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
organen zoals het remsysteem te
optimaliseren, worden door PEUGEOT
specifi eke producten geselecteerd en
aangeboden.
Vanwege de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem is het
reinigen van de motorruimte met een
hogedrukreiniger niet toegestaan.
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffi lter
worden afgetapt. Om te
voorkomen dat het lampje
gaat branden kan het fi lter ook
op regelmatige basis worden afgetapt,
bijvoorbeeld bij een onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug van het fi lter los.
Ga door met aftappen tot al het water
uit het fi lter is weggelopen via de
transparante slang. Draai vervolgens
de aftapplug weer vast.
De HDi-motoren zijn technologisch
geavanceerde motoren. Laat
werkzaamheden aan deze motoren
altijd uitvoeren door gekwalifi ceerde
technici van het PEUGEOT-netwerk .
Volgens land van bestemming.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 200 next >