display Peugeot Partner Tepee 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 135 of 210

DIESEL
134
Brandstof
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken. Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstofl ekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP).
- neem de sleutel uit het contactslot.
- plaats de sleutel in het contactslot.
- zet het contact aan en start de motor.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten:
- vul de brandstoftank met minimaal vijf liter diesel,
- bedien de handopvoerpomp van de ontluchting (onder de beschermkap
in de motorruimte),
- houd de sleutel in de stand "D" (starten) tot de motor aanslaat.
Raadpleeg in rubriek 6 het
gedeelte "Onder de motorkap".
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen
die aan de huidige en toekomstige
Europese richtlijnen voldoen (diesel
die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN 14214) en die aan
de pomp getankt kan worden (met een
gehalte aan methyl-estervetzuren van
0 tot 7 %).
Het gebruik van biobrandstof B30 is
mogelijk bij bepaalde dieselmotoren
op voorwaarde dat de bijzondere
onderhoudsvoorschriften strikt worden
nageleefd. Raadpleeg het PEUGEOT
netwerk.
Het gebruik van elk ander type
(bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...)
is nadrukkelijk verboden (kans op schade
aan de motor en het brandstofcircuit).

Page 136 of 210

DIESEL
134
Brandstof
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken. Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstofl ekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP).
- neem de sleutel uit het contactslot.
- plaats de sleutel in het contactslot.
- zet het contact aan en start de motor.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten:
- vul de brandstoftank met minimaal vijf liter diesel,
- bedien de handopvoerpomp van de ontluchting (onder de beschermkap
in de motorruimte),
- houd de sleutel in de stand "D" (starten) tot de motor aanslaat.
Raadpleeg in rubriek 6 het
gedeelte "Onder de motorkap".
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen
die aan de huidige en toekomstige
Europese richtlijnen voldoen (diesel
die voldoet aan de richtlijn EN 590
gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN 14214) en die aan
de pomp getankt kan worden (met een
gehalte aan methyl-estervetzuren van
0 tot 7 %).
Het gebruik van biobrandstof B30 is
mogelijk bij bepaalde dieselmotoren
op voorwaarde dat de bijzondere
onderhoudsvoorschriften strikt worden
nageleefd. Raadpleeg het PEUGEOT
netwerk.
Het gebruik van elk ander type
(bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...)
is nadrukkelijk verboden (kans op schade
aan de motor en het brandstofcircuit).

Page 137 of 210

135
Accu
SNEL WEER OP WEG
7
ACCU
Wacht 2 minuten na het uitzetten van
het contact alvorens de accu los te
koppelen.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
Zet, elke keer nadat de accukabels
weer zijn aangesloten, het contact
AAN en wacht 1 minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch nog
problemen voordoen.
Wacht ongeveer 3 minuten na het
vervangen van een lamp alvorens de
accu aan te sluiten. Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
ECO-MODE
Laden met behulp van een
acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de
fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien
ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen
en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op
een zo ver mogelijk van de accu
verwijderd massapunt van de te
starten auto,
- stel de startmotor in werking en laat de motor draaien,
- wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. Nadat de motor is afgezet wordt bij
aangezet contact na 30 minuten een
aantal elektrische voorzieningen
(ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.)
automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Op dat moment knippert het
verklikkerlampje voor het laden van de
accu en verschijnt er een melding op
het display.
Start de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen
gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor heeft
gedraaid. Deze tijd zal echter altijd
tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.

Page 151 of 210

148
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F Ampère
A Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening el
ektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning,
sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole 11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Soten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming

Page 164 of 210

9.2
11
22
10101111
131314141515
33445566778899
1212
01BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Uitwerpen van de CD.
3. Selecteren van de weergave op het display: Audiofuncties (AUDIO), Boordcomputer (TRIP) en Telefoon (TEL).
4. Selecteren van de geluidsbron: radio, audio-CD-/MP3-CD-speler, CD-wisselaar, USB, Jack-aansluiting, streaming audio.
5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast en AM.
6. Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of de MP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie (programmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders in afl opende/oplopende volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de C D, MP3 of USB.
12. Selecteren van een lagere/hogere radiofrequentie. Selecteren van de vorige/volgende CD. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst . Selecteren van de vorige/volgende afspeellijst/muziekstijl/artiest/afspeellijst van het USB-apparaat.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender. Selecteren van een CD in de CD-wisselaar. Lang indrukken: opslaan van een zender als voorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave van het display worden gewijzigd voor extra rijcomfort 's nachts. 1 keer indrukken: alleen verlichting van het bovenste gedeelte. 2 keer indrukken: display volledig uitschakelen. 3 keer indrukken: terugkeren naar de normale weerg ave.

Page 165 of 210

9.3
02ALGEMEEN MENU
GELUIDSBRON: radio, CD, USB, opties.
BOORDCOMPUTER: invoeren afstand, waarschuwingsmeldingen, status van functies.
TELEFOON: Bluetooth, koppelingen, communicatie-instellingen en overdracht van MP3-bestanden.
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE: parameters van de auto, displayweergave, talen.
> MONOCHROOM DISPLAY C
> MONOCHROOM DISPLAY A Raadpleeg voor een compleet overzicht van de beschikbare menu's het gedeelte "Menustructuren" van dit hoofdstuk.

Page 166 of 210

9.5
1
22
33
44
22
44
33
11
03AUDIO
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om de radiofunctie te selecteren.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2, FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LIST REFRESH voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich bevindt (maximaal 30 zenders). Druk langer dan 2 seconden op de toets om deze lijst bij te werken.
Selecteer RDS VOLGEN ACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding RDS.
Selecteer de functie VOORKEUZE Selecteer de functie VOORKEUZE FM en druk op OK.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk op OK.
Druk op de toets MENU.
VOORKEUZE FM
RDS VOLGEN ACTIVEREN
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als d e RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
RDS
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de rad io steeds naar de sterkste frequentie van een zender, zodat u erna ar kunt blijven luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER

Page 169 of 210

9.8
11
22
33
11
22
4411
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
HANDSFREE-SET
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set van de autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwe ge het feit dat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezet contact.
Selecteer het accessoire met de naam van uw auto. Op het multifunctionele display verschijnt ee n bovenliggend venster voor de confi guratie.
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon en zoek met behulp van uw telefoon naar aanwezige Bluetooth-accessoires.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Voer de toegangscode van uw auto (=1234) in met de telefoon. Bij sommige telefoons moet de toegangscode worden ingevoerd voordat het bovenliggende venster voor de confi guratie verschijnt.
JA
JA
De beschikbare functies van de handsfree-set zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het PEUGEOT -netwerk. Ga naar "Gebruiksvoorschrift handsfree-set telefoon" op de volgende bladzijde.
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een bel toon en het verschijnen van een bovenliggend venster op het multifunctionele display.
Druk op het uiteinde van de stuurkolomschakelaar om het gesprek te accepteren.
Druk langer dan 2 seconden op het uiteinde van de stuurkolomschakelaar om uw index weer te geven.
Gebruik het toetsenbord van de telefoon om een nummer te kiezen.
EEN GESPREK DOORSCHAKELEN
DISPLAY C
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON

Page 170 of 210

9.9
mogelijk tijdens het rijden.
Hoeveel mobiele telefoons kunnen in het geheugen van de autoradio worden opgeslagen?
Is het mogelijk om sneller door de lijst met contactpersonen in het telefoonboek te bladeren dan regel voor regel?
Worden alle nummers die aan dezelfde contactpersoo n zijn gekoppeld weergegeven op het display van de autoradio?
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het koppelen van de mobiele telefoon aan de handsfree set van de autoradio en andere handelingen die de aandacht van het verkeer afl eiden uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto, met aangezet contact.
Er kunnen 1 tot 4 verschillende mobiele telefoons worden opgeslagen.De met nummer 1 opgeslagen mobiele telefoon wordt h et eerst met het handsfreesysteem verbonden. Als deze telefoon niet gevonden wordt, dan volgt telefoon nummer 2, enz.
Door op de schakelaars << >> op het bedieningspane el of op de stuurkolomschakelaar te drukken, wordt direct de vorige of volgende opgeslagen contactpersoon in het alfabet weergegeve n.
Er kunnen maximaal 4 verschillende nummers op de V -card van eenzelfde contactpersoon worden weergegeven: "Thuis ", "Kantoor", "Mobiel" en "Auto".
Gebruiksvoorschrift van de handsfree set

Page 175 of 210

9.14
11
22
11
11
22
33
22
JA
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en de auto. Deze procedure kan gestart worden via het telefoonmenu van de auto of via het toetsenbord van de telefoon, zie hiervoor de eerder beschreven stappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon. Het audiosysteem wordt automatisch verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op de toets OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gespr ekken of Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om toegang te krijgen tot uw adresboek. Of Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
STREAMING BLUETOOTH-AUDIO
(IN DE LOOP VAN HET JAAR BESCHIKBAAR)
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de te lefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteune n.
* In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het toetsenbord worden geactiveerd. ** Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE * te drukken. Via de toetsen op het bedieningspaneel van de radio en de bediening op het stuurwiel kunt u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen ** . De informatie over de muziekstukken kan op het display worden weergegeven.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >