Peugeot RCZ 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 336

5/
VEILIGHEID

ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING
TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft
besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun
veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:


- conform de Europese wetgeving dienen kinderen jonger
dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes
op met
veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen te
worden vervoerd * ,

- de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto,


- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in
de rijrichting worden vervoerd.




Kinderzitje achterin

Uitsluitend kinderen van 9 tot 18 kg mogen achterin worden
vervoerd op een universeel ISOFIX-kinderzitje en met het gezicht
in de rijrichting.



KINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VOOR


"Met de rug in de rijrichting"

Wanneer een kinderzitje voor het vervoeren met de rug in de rijrichting
op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het kind
bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken
.

*
De regels voor het vervoeren van kinderen zijn per land verschillend.
Informeer hiervoor naar de wetgeving in uw land.


"Met het gezicht in de rijrichting"

Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de middelste
stand van de voor-/achterwaartse verstelling worden gezet met de
rugleuning rechtop en mag de airbag aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
KINDERZITJES

Page 122 of 336

120

Middelste stand



Airbag aan passagierszijde OFF


Raadpleeg het gedeelte "Airbags" van de rubriek "Veiligheid" voor
meer informatie over het uitschakelen van de airbag.
Raadpleeg de voorschriften op de sticker die zich aan beide zijden van
de zonneklep aan passagierszijde bevindt:

Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan
passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.

Page 123 of 336

5/
VEILIGHEID
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts veiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:


Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg






L1


"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.


Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg






L4


"KLIPPAN Optima"
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg):
gebruik alleen de zitverhoging.



L5


"RÖMER KIDFIX"

Page 124 of 336

122













BEVESTIGING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL

Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.


Plaats



Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie


Tot 13 kg

(groep 0 (b) en 0+)
Tot
≈ 1 jaar

9 tot 18 kg

(groep 1)
Va n ≈ 1 tot ≈ 3 jaar

15 tot 25 kg

(groep 2)
Va n ≈ 3 tot ≈ 6 jaar

22 tot 36 kg

(groep 3)
Va n ≈ 6 tot ≈10 jaar
Passagiersstoel v

Page 125 of 336

5/
VEILIGHEID











ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES


Plaatsen van een stoelverhoger

Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de
schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder. De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid
van het kind in gevaar in geval van een botsing.
Zorg er bij het monteren van een kinderzitje met de
veiligheidsheidsgordel voor dat deze goed strak om het kinderzitje
is bevestigd en het kinderzitje goed op zijn plaats houdt.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het
kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk
moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het zitje
tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de
hoofdsteun geen belemmering vormt.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de
rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve
als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als
de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of verwijderd is.
Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje
met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het
kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:


- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,

- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten
gesloten zijn en de auto in de zon staat,

- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de
auto.

Page 126 of 336

124

















ISOFIX-BEVESTIGINGEN

Uw auto voldoet aan de wettelijke ISOFIX-normen .
De in onderstaand overzicht aangegeven zitplaatsen zijn voorzien van
ISOFIX-bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:


- twee bevestigingsringen A
, die zich tussen de rugleuning en de
zitting van de zitplaats bevinden, aangegeven met een sticker,

- één bevestigingsring B
, TOP TETHER
genoemd, achter een klepje
aan de bovenzijde van de rugleuning, voor de bevestiging van de
bovenste riem. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle
montage van het kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken over twee sloten die eenvoudig
aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste
bevestigingsriem
die kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring B
.
Maak om de bovenste bevestigingsriem vast te maken het klepje
aan de bovenzijde van de rugleuning open. Bevestig de haak aan de
bevestigingsring B
en trek de riem aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij een aanrijding
ernstig letsel oplopen.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestigingsmogelijkheden
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes voor uw auto zijn gehomologeerd.

Page 127 of 336

5/
VEILIGHEID
ISOFIX-KINDERZITJE

Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het
kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.

Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.





AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT EN GEHOMOLOGEERD VOOR UW AUTO



"RÖMER Duo Plus ISOFIX"

(gewichtsgroep B1
)


Groep 1: van 9 tot 18 kg





Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het is voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste bevestiging B
, de
TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Verstel de voorstoel van de auto om te voorkomen dat de voeten van het kind de rugleuning
raken.
Kan met een driepunts veiligheidsgordel met het gezicht in de rijrichting op de zitplaats
worden geplaatst.

Page 128 of 336

126










OVERZICHT BEVESTIGING ISOFIX-KINDERZITJES

Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in
de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een letter ( A
t/m G
).




Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie

Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca. 6 maande n


Tot 10 kg
(groep 0)

Tot 13 kg
(groep 0+)

Tot ca. 1 jaar

Van 9 tot 18 kg
(groep 1)

Van 1 tot ca. 3 jaar


Type ISOFIX-kinderzitje



Reiswieg

*


"rug in de rijrichting"



"rug in de rijrichting"



"gezicht in de
rijrichting"




ISOFIX-maat



F


G


C



D



E



C



D



A



B



B1




ISOFIX-kinderzitjes universeel en
semi-universeel geschikt voor
bevestiging op de buitenste
zitplaatsen achter



X



X



X



IUF



IUF:
zitplaats bestemd voor het aanbrengen van een universeel ISOFIX-kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" dat met de bovenste riem wordt
bevestigd.
Het kan nodig zijn om de voorstoel van de auto naar voren te schuiven om het bevestigen van het kinderzitje achterin te vereenvoudigen.

X:
zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderzitje van de aangegeven gewichtsklasse.

*
Op de passagiersplaats vóór kan geen reiswieg of kinderbedje voor in de auto worden bevestigd.

Page 129 of 336

6/
RIJDEN
CONTACTSLOT

ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING









STARTEN VAN DE MOTOR



)
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van de startblokkering.

)
Draai de sleutel rechtsom in de stand 3 (Starten)
.

)
Laat zodra de motor draait de sleutel los.



AFZETTEN VAN DE MOTOR



)
Zet de auto stil.

)
Draai de sleutel linksom in de stand 1 (Stop)
.

)
Verwijder de sleutel uit het contactslot.












Sleutel vergeten

Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de stand 1 (Stop)

staat, wordt bij het openen van het bestuurdersportier een
waarschuwingsmelding weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2 (Contact)
van het
contactslot blijft staan, zal het contact na een uur automatisch
worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop)
en vervolgens opnieuw in de
stand 2 (Contact)
om het contact weer aan te zetten.

In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifi eke code
beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het
motormanagementsysteem kort nadat het contact is afgezet en
voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een
melding op het display.

De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel
mogelijk het PEUGEOT-netwerk.

Page 130 of 336

128

Aantrekken



)
Trek de hefboom van de parkeerrem volledig aan om uw auto stil te
zetten.



Vrijzetten



)
Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de
ontgrendelknop in en duw de hefboom geheel omlaag.
Als tijdens het rijden dit verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display, geeft dit aan dat
de parkeerrem nog (iets) is aangetrokken.
Draai bij het parkeren van de auto op een helling de wielen
vast tegen het trottoir, trek de parkeerrem aan en schakel een
versnelling in.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 340 next >