Peugeot RCZ 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 181 of 336

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE

Lamp van de parkeerlichten en de richtingaanwijzers
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.

Wassen met een hogedrukspuit

Richt bij het verwijderen van hardnekkig vuil met een
hogedrukspuit niet direct op de koplampen, de verlichting en
omringende delen, anders kunnen de lak en de afdichting
beschadigd raken.


Lamp van de kentekenplaatverlichting vervangen (W5W)



)
Steek het uiteinde van de autosleutel in het gat in het transparante
kapje.

)
Duw deze naar buiten om het kapje los te maken.

)
Verwijder het transparante kapje.

)
Trek de lamp uit de lamphouder en vervang de lamp.



Lamp van het derde remlicht vervangen (LED's)

Raadpleeg voor het vervangen van dit type lamp met LED's het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.

Page 182 of 336

180
ZEKERINGEN VERVANGEN

TOEGANG TOT HET GEREEDSCHAP

De tang voor het verwijderen van zekeringen is zich aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast dashboard bevestigd:




)
draai de schroef een kwart omwenteling naar links,

)
trek het deksel rechts boven los,

)
maak het deksel helemaal los en draai het om,

)
haal de houder met de tang uit de binnenzijde van het deksel.



VERVANGEN VAN EEN ZEKERING

Voordat u een zekering vervangt, dient u:


)
de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen,

)
alle stroomverbruikers uit te schakelen,

)
de auto stil te zetten en het contact af te zetten,

)
de defecte zekering op te sporen met behulp van de op de
volgende pagina's vermelde tabellen en overzichten.
Bij het vervangen van een zekering moet u:


- de speciale tang gebruiken om de zekering uit de zekeringkast te
verwijderen en de staat van de draad controleren,

- een defecte zekering altijd vervangen door een zekering met
dezelfde stroomsterkte (dezelfde kleur); het gebruik van een
zekering met een andere stroomsterkte kan tot storingen (of zelfs
brand) leiden.

Goed

Defect


Tang
Wanneer de storing kort na het vervangen van de zekering weer
optreedt, moet u de elektrische uitrusting laten controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.

Page 183 of 336

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE

Montage van elektrische accessoires

Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto is
reeds rekening gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats voordat u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren van extra accessoires
die niet door PEUGEOT aanbevolen en geleverd worden, en niet
volgens de voorschriften van zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik van de extra accessoires
meer dan 10 milliampère bedraagt.

Page 184 of 336

182

ZEKERINGEN DASHBOARD

De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard
(linkerzijde) en bevat twee houders.

Toegang tot de zekeringen



)
Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".



Overzicht zekeringen



Zekering



Ampère


Functies



F1



-

Niet gebruikt.


F2



30 A



Massa vergrendeling en supervergrendeling



F3



5 A


Elektronische eenheid airbags, actieve
motorkap en pyrotechnische gordelspanners.


F4



10 A

Schakelaar koppelingspedaal,
elektrochromatische binnenspiegel,
automatische transmissie, eenheid
veiligheidsschakeling.


F5



30 A

Eentraps elektrische ruitbediening,
voeding inklapbare buitenspiegels.


F6


- Niet gebruikt.


F7



5 A

Plafonniers voor en achter,
kaartleeslampjes, verlichting zonneklep,
verlichting dashboardkastje.


F8



20 A

Autoradio, autoradio/telefoon,
multifunctioneel display, detectie te lage
bandenspanning, klokje.


F9



30 A

12V-aansluiting.


F10



15 A

Stuurkolomschakelaars.


F11



15 A

Contactslot met circuit lage stroomsterkte.


F12



15 A

Instrumentenpaneel, airconditioning,
geheugeneenheid bestuurdersstoel,
regen-/lichtsensor, airbags.

Houder 1

Page 185 of 336

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE


Zekering



Ampère


Functies



F13



5 A

Servicecentrale motor, actieve motorkap.


F14



15 A

Multifunctioneel display,
pictogrammendisplay veiligheidsgordels
en airbag voorpassagier, display
instrumentenpaneel, versterker,
handsfree set, elektronische eenheid
parkeerhulp, USB Box.


F15



30 A

Vergrendeling en supervergrendeling.


F17



40 A

Achterruit- en buitenspiegelverwarming.


SH



-

Shunt tijdens opslag.


Zekering



Ampère


Functies



G36



30 A

Hifi -versterker.


G37



30 A

Geheugeneenheid passagiersstoel vóór.


G38



30 A

Geheugeneenheid bestuurdersstoel.


G39



5 A

Geheugeneenheid verlichting.


G40



30 A

Stoelverwarming bestuurder en
voorpassagier.
Houder 2


Page 186 of 336

184

ZEKERINGEN MOTORRUIMTE

De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap, naast de accu (links).


Toegang tot de zekeringen



)
Maak het deksel los.

)
Vervang de zekering (zie de desbetreffende paragraaf).

)
Sluit na het vervangen van de zekering zorgvuldig het deksel voor
een goede afdichting van de zekeringkast.



Overzicht zekeringen



Zekering



Ampère


Functies



F1



20 A

Voeding elektronische eenheid motor,
elektrokleppen inspuitpomp en EGR
(diesel), verstuivers (diesel).


F2



15 A

Claxon.


F3



10 A

Ruitensproeiers voor.


F4



20 A

Verlichting overdag.


F5



15 A

Luchthoeveelheidsmeter,
koelvloeistofpomp, oliepomp, thermostaat,
voorverwarming blow-by (benzine),
bypass- en EGR-kleppen (diesel),
voorverwarming brandstof (diesel).


F6



10 A

Sensor verdraaiing stuurwiel, elektronische
eenheid ABS/ESC, sensor ESC.


F7



10 A

Elektronische eenheid
stuurbekrachtiging, automatische
transmissie, niveaucontact koelvloeistof,
rempedaalschakelaar met twee functies.


F8



25 A

Bediening startmotor.


F9



10 A

Diagnoseaansluiting, bochtverlichting,
pomp roetfi lter (diesel).


F10



30 A

Regelorganen elektronische eenheid
motor (benzine: bobines, elektrokleppen,
verstuivers, brandstofpomp) (diesel:
elektrokleppen, verwarmingselementen).


F11



40 A

Aanjager airconditioning.

Page 187 of 336

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE


Zekering



Ampère


Functies



F12



4

0 A

Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.


F13



40 A

Voeding intelligente servicecentrale
(BSI) (+ na contact).


F14



-

Niet gebruikt.


F15



10 A

Grootlicht rechts.


F16



10 A

Grootlicht links.


F17



15 A

Dimlicht links.


F18



15 A

Dimlicht rechts.


F19



15 A

Elektroklep nokkenasverstelling,
lambdasondes (benzine), elektrokleppen
(diesel).


F20



10 A

Elektrokleppen ontlasten turbine
en absorbtievat (benzine),
luchthoeveelheidsmeter (1,6 liter THP
200), sensor water in brandstof (diesel).


F21



5 A

Bediening ventilateurs, pomp turbo
(benzine), elektromotor Valvetronic
(1,6 liter THP 200).

Page 188 of 336

186

Overzicht zekeringen boven de accu



Zekering



Ampère


Functies



F1



-

Niet gebruikt.


F2



5 A

Rempedaalschakelaar met twee functies.


F3



5 A

Eenheid laadtoestand accu.


F4



25 A

Elektrokleppen ABS/ESC.


F5



-

Niet gebruikt.


F6



15 A

Automatische transmissie. Werkzaamheden aan de andere typen zekeringen (tussenmaat
zekeringen en hoofdzekeringen) dienen altijd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats uitgevoerd te
worden.

Page 189 of 336

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
SLEPEN VAN EEN AUTO

SLEEPOOG



Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat van de bagageruimte.
Voor toegang:


)
open het kofferdeksel,

)
til de vloerplaat op met behulp van de riem,

)
zet de vloerplaat vast in verticale positie, tot voorbij de aanslagen
aan de zijkanten van het kofferdeksel,

)
neem het sleepoog uit de opbergbak.



ALGEMENE AANWIJZINGEN

Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van
de auto die wordt gesleept.
De bestuurder van de auto die wordt gesleept moet over een
geldig rijbewijs beschikken.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een
goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een
professioneel bergingsbedrijf :


- als de auto is gestrand op de autosnelweg,

- bij auto's met vierwielaandrijving,

- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te
zetten,

- bij takelen met slechts twee wielen op de grond,

- bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...

Page 190 of 336

188

SLEPEN VAN UW AUTO



)
Maak het klepje in de voorbumper los door op de onderkant ervan
te drukken.

)
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.

)
Bevestig de sleepstang.

)
Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand N
bij de
automatische transmissie).
Het niet naleven van dit voorschrift kan er toe leiden dat bepaalde
onderdelen (remsysteem, transmissie) beschadigd raken en dat
de rembekrachtiger na het starten mogelijk niet meer werkt.

)
Deblokkeer het stuurslot door het contact aan te zetten en zet de
handrem vrij.

)
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.

)
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.



SLEPEN VAN EEN ANDERE AUTO



)
Maak het klepje in de achterbumper los door op de onderkant ervan
te drukken.

)
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.

)
Bevestig de sleepstang.

)
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.

)
Rijd voorzichtig weg en rijd langzaam. Leg geen grote afstanden af.

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 340 next >