Peugeot RCZ 2015 Handleiding (in Dutch)
Page 71 of 292
69
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
12V-AANSLUITING
F Verwijder het afdekkapje en sluit een geschikte adapter aan als u een 12V-accessoire wilt aansluiten (max. 120 W).
ASBAK MET VERLICHTING
F Trek de lade open voor toegang tot de asbak.
F
Open de asbak en druk op de borglip om de asbak uit te nemen en
deze te legen.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT
is goedgekeurd, zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de elektrische componenten
van de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 72 of 292
70
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
ARMSTEUN VóóR
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid voor de bestuurder en
voorpassagier.
Het deksel van de armsteun is in hoogte en lengterichting verstelbaar.
F
T
il het deksel op tot de gewenste stand (laag, tussenstand of hoog).
F
T
rek de armsteun in de hoogste stand iets verder omhoog en
beweeg hem vervolgens naar de laagste stand.
Verstelling in lengterichting
F Schuif de armsteun zo ver mogelijk naar voren of naar achteren, tot
de aanslag.
Opbergvak
F Trek de handgreep omhoog.
F
T
rek het deksel helemaal open.
Hoogteverstelling
Page 73 of 292
71
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
USB-BOX
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een USB-poort, bevindt zich in de
armsteun vóór.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten, zoals een iPod
® vanaf
de 5e generatie of een USB-stick.
Dankzij de USB-box kunt u de audiobestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...)
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uw
autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de stuurkolomschakelaars of
het bedieningspaneel van de autoradio en ze weergeven op het
multifunctionele display.
Tijdens het gebruik kan de draagbare apparatuur automatisch
worden opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze
uitrusting het gedeelte over het desbetreffende audiosysteem van
de rubriek "Audio en telematica".
PEUGEOT CONNECT USB - USB-BOX
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een jACK-aansluiting en een
USB-poort, bevindt zich in de armsteun vóór .
Met behulp van de USB-aansluiting kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod
® of een USB-stick.
Met behulp van de
j
ACK-aansluiting kunt u allerlei typen draagbare
apparatuur aansluiten.
Dankzij de USB-BO
x
kunt u de audiobestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren via de luidsprekers van uw autoradio\
.
Als de apparatuur op de USB-aansluiting is aangesloten, kunt
u deze bestanden beheren met de stuurkolomschakelaars of
het bedieningspaneel van de autoradio en ze weergeven op het
multifunctionele display.
Als de apparatuur op de USB-aansluiting is aangesloten, kan de
draagbare apparatuur tijdens het gebruik automatisch worden opgeladen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van deze
uitrusting het gedeelte over het desbetreffende audiosysteem van
de rubriek "Audio en telematica".
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 74 of 292
72
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
MATTEN
Bevestigen
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat bevestigt aan bestuurderszijde,
uitsluitend de bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de vloerbedekking gelegd.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan de bestuurderszijde:
F
zet de stoel in de achterste stand,
F
maak de bevestigingen los,
F
verwijder vervolgens de mat.
Terugplaatsen
Terugplaatsen van de mat aan de bestuurderszijde:
F
leg de mat goed op zijn plaats,
F
druk de bevestigingen vast,
F
controleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
-
gebruik uitsluitend matten die op de bevestigingen van de
auto passen; het gebruik van deze bevestigingen is verplicht.
-
gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kan de
bediening van de pedalen worden gehinderd en kan de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer negatief worden beïnvloed.
De door PEUGEOT goedgekeurde matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
Page 75 of 292
73
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
INDELING VAN DE BAGAGERUIMTE
1. Sjorogen
2.
Bagagenet
3.
Opbergbak
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie)
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Page 76 of 292
74
RCZ_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Hoe lang de verlichting van de bagageruimte blijft branden, hangt
af van de situatie:
-
bij afgezet contact: ongeveer 10
minuten,
-
in de eco-mode: ongeveer 30
seconden,
-
bij draaiende motor: onbeperkt.
OPBERGBAK
Hierin vindt u verschillende ruimtes waarin o.a. een lampenset,
een EHBO-tas, een noodreparatieset voor een lekke band, een
gevarendriehoek en een afneembare trekhaakkogel kunnen worden
opgeborgen.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Uw auto is voorzien van twee lichtpunten in de bagageruimte; één i\
n de
rechter zijbekleding van de bagageruimte en één in het midden onde\
r
de hoedenplank.
Deze gaan automatisch branden zodra de bagageruimte wordt geopend
en doven zodra deze wordt gesloten.
De verlichting kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
Een tweede gevarendriehoek kan worden opgeborgen in de
bekleding van het kofferdeksel.
Toegang tot de opbergbak:
F
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
F
zet deze in een verticale positie voorbij de aanslagen aan de
zijkanten van de bagageruimte.
Page 77 of 292
75
RCZ_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
SCHAKELAAR VERLICHTING
E
x TERIEUR
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en
inschakelen.
HOOFDVERLICHTING
De verlichting van de auto voor en achter is ontwikkeld om de
zichtbaarheid van de auto en het zicht van de bestuurder aan te passen
aan de omgeving en de weersomstandigheden:
-
parkeerlicht: om gezien te worden,
-
dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te
verblinden,
-
grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen zonder tegenliggers.
AANVULLENDE VERLICHTING
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting voor specifieke
rijomstandigheden:
-
mistachterlicht: voor een optimale zichtbaarheid van achteren,
-
bochtverlichting: voor een optimaal zicht in bochten.
-
verlichting overdag: voor een betere zichtbaarheid van uw auto
overdag.
INSTELLINGEN
Bepaalde functies kunnen worden ingesteld:
-
verlichting overdag,
-
automatische verlichting,
-
bochtverlichting,
-
follow me home-verlichting.
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur
,
vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van
de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele
minuten na het ontsteken van de koplampen.
4/
ZICHT
Page 78 of 292
76
RCZ_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Uitvoering zonder automatische inschakelingUitvoering met automatische inschakeling
HANDBEDIENDE FUNCTIES
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A en de hendel B.
A.
Ring voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting: draai
aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het
merkteken te zetten.
Lichten uit/verlichting overdag.
Automatische verlichting.
B.
Hendel om over te schakelen naar een ander type verlichting: trek de
hendel naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug\
.
Als de verlichting is uitgeschakeld of alleen de parkeerlichten zijn
ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal geven door de hendel naar u toe
te trekken. Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
CONTROLELAMPJES
Een controlelampje op het instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Het instrumentenpaneel wordt, zowel overdag als 's nachts, permanent
verlicht. Er is dus geen verband tussen de verlichting van het
instrumentenpaneel en het inschakelen van de verlichting.
Page 79 of 292
77
RCZ_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
C. Ring voor de selectie van het mistachterlicht.
Het mistachterlicht werkt in combinatie met dimlicht en grootlicht.
Mistachterlicht.
F
Draai de ring C
naar voren om het mistachterlicht in te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met de\
stand AUTO) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijft het
mistachterlicht en het parkeerlicht branden.
F
Draai de ring C
naar achteren om alle verlichting uit te schakelen. Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, is het
mistachterlicht verblindend voor medeweggebruikers en daarom
niet toegestaan. Gebruik het mistachterlicht uitsluitend bij mist of
sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden dient u het mistachterlicht
en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor
voldoende licht kan waarnemen.
Vergeet niet het mistachterlicht uit te zetten zodra het niet meer
nodig is.
Uitschakelen van de verlichting bij het afzetten van het
contact
Bij het afzetten van het contact gaat alle verlichting onmiddellijk
uit, behalve het dimlicht als de automatische follow me home-
verlichting is geactiveerd.
Inschakelen van de verlichting na het afzetten van het
contact
Draai om de lichtschakelaar weer te activeren terwijl de verlichting uit\
is, de ring A
in de stand "0" en vervolgens in de stand van uw keuze.
Als het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een
geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt.
De verlichting, met uitzondering van het parkeerlicht, wordt na
maximaal 30
minuten automatisch uitgeschakeld om het ontladen
van de accu te voorkomen.
4/
ZICHT
Page 80 of 292
78
RCZ_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
VERLICHTING OVERDAG
Verlichting overdag is in sommige landen verplicht en wordt
automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart, zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige weggebruikers.
In landen waar verlichting overdag verplicht is:
-
is deze functie standaard ingeschakeld en is het niet mogelijk om
deze uit te schakelen,
-
brandt het dimlicht in combinatie met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting.
In overige landen werkt de verlichting overdag met speciale
lichtunits. De lichtschakelaar moet in de stand "0"
of "AUTO"
staan.
Deze functie kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
De verlichting overdag wordt pas daadwerkelijk
uitgeschakeld als de lichtschakelaar wordt bediend of als
de motor de volgende keer wordt gestart. De verlichting
overdag wordt wel onmiddellijk ingeschakeld.
LED-VERLICHTING
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming doet deze verlichting dienst als\
:
-
dagrijverlichting* en als parkeerlicht 's nachts (bij de
dagrijverlichting is de lichtsterkte groter),
of als
-
parkeerlichten overdag en 's nachts.
Als uw auto is uitgerust met LED's werken de conventionele
gloeilampen van de dagrijverlichting/ parkeerlichten vóór niet.
* functie kan worden ingesteld via het configuratiemenu van de auto.