Seat Arona 2020 Handleiding (in Dutch)

Licht
ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de knipperlichten, het
niet gebruik en of het v
ergeten uit te scha-
kelen daarvan kan andere weggebruikers in
verwarring brengen. Dit kan ernstige onge-
vallen tot gevolg hebben.

Bedienen
De functie "Leaving Home" wordt met een
lichtsensor gecontr ol
eerd.
In het menu van de wageninstellingen van het
infotainmentsysteem kan de duur van de uit-
schakelvertraging van de lichten worden in-
gesteld en de functie worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
De functie "Coming Home" inschakelen
Voor wagens met licht- en regensensor.

Licht
6. Gebruik de gevarendriehoek om andere verk
eersdeelnemers erop te attenderen
dat uw wagen stilstaat.
7. Neem altij de sleut
el mee wanneer u de
wagen verlaat.
Als de alarmlichten zij ingeschakeld, knippe-
ren alle knipperlichten van de wagen tegelij
kertijd D.w.z. dat zowel de controlelampjes
van de knipperlichten   als het controle-
lampje van de schakelaar  tegelij ertij
knipperen. De alarmlichten werken ook wan-
neer het contact is uitgeschakeld.
Functie noodremmen
Als u abrupt en continu met een hoge snel-
heid van ongeveer 80 km/u (50 mph) remt,
knipperen de remlichten enkele keren per se-
conde om de achter de wagen rijdend voer-
tuigen te waarschuwen. Als u blijf remmen,
gaan de alarmlichten automatisch branden
wanneer de wagen stopt. Deze worden auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de wagen
opnieuw gaat rijden ATTENTIE

Bedienen
ATTENTIE
Zware voorwerpen in de wagen kunnen er
de oorz aak v
an zij dat de koplampen an-
dere weggebruikers verblinden en afleiden.
Dit kan ernstige ongevallen tot gevolg heb-
ben.

Zicht
Knop Functie
 De binnenverlichting in- of uitschake-
l
en.

 De binnenv
erlichting gaat automa-
tisch aan w anneer de w

agen ontgren-
deld, een portier geopend of de sleu-
tel uit het contactslot genomen wordt.
De verlichting gaat na een paar se-
conden uit nadat alle portieren geslo-
ten z

Bedienen
Hendel in de gewenste stand zetten:
4 v
Tipwissen. Kort indrukken, kort wissen.
Houd de hendel l
anger oml
aag inge-
drukt zodat het wissen sneller gaat.
5 W
Ruitensproeier. Door de hendel naar
het stuur t

e drukken, wordt de ruiten-
sproeifunctie geactiveerd; de ruiten-
wissers gaan ook werken.
6 
Intervalwissen b

Zicht
seconden na de "druppelfunctie" opnieuw
de ruit
enwissers bediend w
orden, start een
nieuwe wascyclus zonder nawissen. Om
opnieuw de "druppelfunctie" te kunnen ge-
bruiken, dient het contact uit- en vervol-
gens weer ingeschakeld te worden. Regensensor*
Afb. 113
Ruitenwisserhendel: regensensor Aafstellen. Afb. 114
Gevoelig oppervlak van de regensen-
sor . De geactiveerde regensensor stuurt de rui-
t
enwisserint

erval afhankelij van de regenval
››› . De gevoeligheid van de regensensor
k an handmatig w

orden ingesteld. Ruitenwis-
sers handmatig bedienen ››› pag. 123.
Hendel in de gewenste stand drukken ››› afb.
113:
Regensensor gedeactiveerd.
Regensensor actief; wis/was-automaat
indien nodig.
De gevoeligheid van de regensensor af-
stellen

Bedienen
inslag van de steen kan het gedrag van de
sensor anders zijn ATTENTIE
Het is mogelij dat de r egensensor de r e-
gen niet voldoende detecteert en de rui-
tenwissers niet inschakelt.

Zicht
De buitenspiegels afstellen Afb. 115
Detail van het bestuurdersportier: be-
dieningsel ement v
oor buitenspiegel. Knop in de gewenste stand draaien:
Door de knop naar de juist e st

and te
brengen, stelt u de buitenspiegel aan de
zijd van de bestuurder (L, links) en aan
de zijd van de bijrijd (R, rechts) in de
gewenste richting in.
Spiegels inklappen.
Verwarmbare buitenspiegels*

Bedienen
Bescherming tegen de zon Z onnekl
eppenAfb. 116
Zonneklep aan de best uur

dersz