keyless Seat Ateca 2018 Handleiding (in Dutch)
Page 195 of 364
Rijden
ATTENTIE
● Nooit de mot or afz
etten voordat de wagen
volledig tot stilstand is gekomen. De werking
van de rembekrachtiging en de stuurbekrach-
tiging zijn dan niet meer volledig gegaran-
deerd. U moet dan meer kracht leveren om
het stuurwiel te verdraaien of om te remmen.
Omdat de wagen dus niet zo remt en stuurt
als u gewend bent, kan dit tot ongevallen en
ernstige verwondingen leiden.
● Trek nooit de sleutel uit het contactslot zo-
lang de w
agen in beweging is. Het stuurslot
zou de stuurinrichting kunnen blokkeren en u
bent dan niet meer in staat het stuurwiel te
draaien - gevaar op ongelukken!
● Neem altijd de sleutel mee wanneer u de
wagen
verlaat. Dit is vooral van belang indien
kinderen in de wagen blijven, want deze zou-
den de motor kunnen starten of elektrische
uitrustingen (bijv. elektrische ruitbediening)
kunnen bedienen - gevaar voor ongelukken! VOORZICHTIG
Nadat de motor langere tijd zwaar is belast,
onts t
aat warmte-ophoping in de motorruimte
als de motor is uitgezet – gevaar voor schade
aan de motor! Daarom de motor nog ca. 2 mi-
nuten stationair laten draaien voordat u deze
uitzet. Let op
Nadat de motor is uitgezet, kan de koellucht-
venti l
ator - ook bij uitgeschakeld contact - nog maximaal tien minuten blijven draaien.
Het i
s
ook mogelijk dat deze opnieuw inscha-
kelt wanneer de koelvloeistoftemperatuur
stijgt als gevolg van de opgehoopte warmte
onder de motorruimte of dat deze warmer
wordt als gevolg van een langdurige bloot-
stelling aan zonnestraling. Startknop*
Afb. 178
Onder in de middenconsole: start-
knop . Afb. 179
Rechts van de stuurkolom: nood-
st ar
t. De motor van de auto kan in werking gesteld
w
or
den met
een startknop (Press & Drive).
Daarvoor moet er een passende autosleutel
in het interieur zijn aan de stoelen vooraan of
achteraan.
In auto's met Keyless Access-systeem ››› pag.
132 kan de motor ook worden gestart als de
sleutel zich in de bagageruimte bevindt.
Door het bestuurdersportier te openen wan-
neer u de auto verlaat , wordt de stuurkolom
elektronisch vergrendeld als het contact is
uitgeschakeld.
Het contact handmatig in- of uitschakelen
Druk de startknop één keer kort in zonder
daarbij het koppelings- of rempedaal in te
trappen ››› .
Z o
w
el in wagens met schakelbak als met au-
tomatische versnellingsbak knippert de tekst »
193
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 197 of 364
Rijden
●
Als
de wagen lange tijd blijft stilstaan met
ingeschakeld contact, kan de accu leeg raken
en kan de motor mogelijk niet meer gestart
worden.
● Voor wagens met dieselmotor kan het even
duren v
oordat de motor aanslaat als hij moet
voorverwarmen.
● Als u tijdens de STOP-fase drukt op de
drukknop STAR
T ENGINE STOP , wordt het contact
uitg e
schakeld en knippert de knop.
● Als de aanwijzing verschijnt op het scherm
van het in
strumentenpaneel "Start-stopsys-
teem uitgeschakeld: motor handmatig star-
ten", zal de drukknop START ENGINE STOP knip-
peren. De motor starten
3 Geldig
voor wagens: met Keyless Access
StapMotor in werking stellen met de start-
knop ››› pag. 193 (Press & Drive).
1.Trap het rempedaal in en houd het ingedrukt
tot stap 5 uitgevoerd is.
1a.
Bij wagens met handgeschakelde versnel-
lingsbak: trap het koppelingspedaal volle-
dig in en houd het ingetrapt totdat de motor
aanslaat.
2.Zet de versnellingshendel in neutrale stand
of zet de keuzehendel in stand P of N.
StapMotor in werking stellen met de start-
knop ››› pag. 193 (Press & Drive).
3.
Druk de startknop ››› afb. 178 kort in zonder
het gaspedaal in te trappen. Om de motor te
kunnen starten moet er een passende sleu-
tel in de wagen aanwezig zijn.
Na het starten van de motor blijft het licht
van de drukknop START ENGINE STOP
perma-
nent branden om aan te geven dat de motor
gestart is.
4.
Indien de motor niet begint te draaien, on-
derbreekt u de poging en herhaalt u het na
ongeveer 1 minuut. Voer indien nodig een
noodstop uit ››› pag. 194.
5.Schakel de elektronische parkeerrem uit
wanneer u met de wagen wilt gaan rijden
››› pag. 197. ATTENTIE
Verlaat de wagen nooit terwijl de motor
draait, v
ooral wanneer een versnelling of
rijstand is ingeschakeld. De wagen kan plots
in beweging komen of er kan iets onver-
wachts gebeuren, met schade, brand of ern-
stige letsels tot gevolg. ATTENTIE
Sprays voor koud starten kunnen ontploffen
of een p lot
selinge toerentalverhoging van de
motor veroorzaken.
● Gebruik nooit sprays voor koud starten. VOORZICHTIG
● De s t
artmotor of motor kan beschadigd ra-
ken indien u tijdens het rijden probeert de
motor te starten of de motor meteen na het
uitzetten opnieuw in werking stelt.
● Als de motor koud is, vermijdt u hoge toe-
renta
llen, hoge belasting en plotse versnel-
lingen.
● Start de motor niet terwijl de wagen wordt
geduwd of
gesleept. Onverbrande benzine
zou in de katalysator kunnen komen en deze
beschadigen. Let op
● Wac ht
niet tot de motor warm is bij stil-
staande wagen; als u een goed zicht hebt
door de ruiten, begin dan onmiddellijk te rij-
den. Hierdoor bereikt de motor sneller zijn
bedrijfstemperatuur en is de uitstoot van
schadelijke gassen lager.
● Bij het starten van de motor worden de be-
langrijk
ste stroomverbruikers tijdelijk uitge-
schakeld.
● Bij het koud starten van de motor kan het
geluid kor
t toenemen. Dit is normaal en geen
reden om u zorgen te maken.
● Wanneer de buitentemperatuur lager is dan
+5°C (+41°F), kan er
zich bij een dieselmotor
rook vormen onder de wagen als de koelvloei-
stofverwarmer met werking op brandstof is
ingeschakeld. 195
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 198 of 364
Bedienen
Motor afzetten 3 Geldig voor wagens: met Keyless AccessStapMotor uitzetten met de startknop
››› pag. 193.
1.De wagen volledig stilzetten ››› .
2.Rempedaal intrappen en ingetrapt houden
tot de wagen tot stilstand is gekomen 4.
3.Indien uw wagen beschikt over automati-
sche versnellingsbak, plaatst u de keuze-
hendel in stand P.
4.Schakel de elektronisch parkeerrem in
››› pag. 197.
5.
Druk de startknop kort in ››› afb. 178. De
knop START ENGINE STOP knippert opnieuw.
Als de motor niet stopt, voer dan een nood-
uitschakeling uit ››› pag. 194.
6.Schakel in geval van een handgeschakelde
versnellingsbak de 1e versnelling of de ach-
teruitversnelling in. ATTENTIE
Zet de motor nooit uit terwijl de wagen in be-
we gin
g is. Dit kan leiden tot verlies van con-
trole over de wagen, ongeval en ernstige let-
sels.
● De airbags en gordelspanners zijn buiten
werkin
g als het contact is uitgeschakeld.
● De rembekrachtiger werkt niet bij uitge-
sch
akelde motor. Daarom moet u bij uitge-
schakelde motor het rempedaal krachtiger in- trappen om de wagen tot stilstand te bren-
gen.
● De s
tuurbekrachtiging werkt niet bij uitge-
sch
akelde motor. Wanneer de motor is afge-
zet, heeft u meer kracht nodig om te sturen.
● Als het contact wordt uitgeschakeld, kan de
stuurk
olomvergrendeling geactiveerd worden
waardoor u geen controle meer hebt over de
wagen. VOORZICHTIG
Als de motor veel belast wordt gedurende
l an g
ere tijd, kan hij na het uitschakelen over-
verhit raken. Om motorschade te vermijden,
laat u hem na het uitzetten stationair draaien
gedurende ca. 2 minuten in neutrale stand. Let op
Na het uitzetten van de motor kan de koel-
lucht v
entilator nog enkele minuten blijven
werken in de motorruimte, zelfs met uitge-
schakeld contact. De koelluchtventilator gaat
automatisch uit. Functie "My Beat"
Voor wagens met comfortsleutel is er de func-
tie "M
y
B
eat". Deze functie biedt een bijko-
mende indicatie van het startsysteem van de
wagen. Bij toegang tot de wagen, bijv. door het ope-
nen van de por
tieren met de afstandsbedie-
ning, knippert de knop START ENGINE STOP om
t e w
ijz
en op de overeenkomstige toets van
het startsysteem.
Bij het in-/uitschakelen van het contact gaat
het licht van de knop START ENGINE STOP knip-
per en. Bij uit
g
eschakeld contact stopt de
knop START ENGINE STOP na enkele seconden
met knip
per
en en gaat hij uit.
Wanneer de motor is gestart, blijft het licht
van de knop START ENGINE STOP vast branden
om aan t e g
ev
en dat de motor draait. De tijd
tussen het starten van de motor met de druk-
knop START ENGINE STOP en de overgang van
knip per
en n
aar vast branden van de lichten
hangt af van de kenmerken van de motorise- ring. Wordt de motor stopgezet met de knop START ENGINE STOP , dan gaat die opnieuw
knip per
en.
In w
agens met start-stopsysteem biedt de
functie "My Beat" ook bijkomende informa-
tie:
● Wanneer de motor wordt afgezet tijdens de
Stop-fa
se, blijft het licht van de toets
START ENGINE STOP vast branden, want hoewel
de mot or uit
i
s blijft het start-stopsysteem ac-
tief.
● Kan de motor niet opnieuw worden gestart
met het s
tart-stopsysteem, ››› pag. 219, en
moet hij handmatig worden gestart, dan zal
196
Page 221 of 364
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Systemen ter ondersteuning
v an de be
s
tuurder
Start/stop-systeem* Beschrijving en werking Het start-stopsysteem kan u helpen brand-
st
of
te besparen en de CO 2-emissie te beper-
ken.
In de start/stop-stand wordt de motor auto-
matisch afgezet zodra de wagen stil komt te
staan of uitrolt, bijv. voor een verkeerslicht.
Het contact blijft ingeschakeld tijdens de pe-
riode van stilstand. Zodra verder gereden kan
worden, wordt de motor weer automatisch
gestart. In deze situatie blijft het licht van de
knop START ENGINE STOP vast branden
1)
.
Z odr
a het
contact wordt ingeschakeld, wordt
automatisch het start/stop-systeem geacti-
veerd.
In het Easy Connect-systeem kunt u nadere
informatie raadplegen over het start/stop-
systeem: door op de toets te drukken in
het menu
Status van de wagen .
B a
sisvoorwaarden voor start/stop-stand
● Het bestuurdersportier moet gesloten zijn. ●
De bes
tuurder draagt de veiligheidsgordel.
● De motorkap is gesloten.
● De motor heeft een minimale bedrijfstem-
peratuur ber
eikt.
● De achteruitversnelling is niet ingescha-
keld.
● D
e auto staat niet op een steile helling. ATTENTIE
● Nooit de mot or afz
etten voordat de wagen
volledig tot stilstand is gekomen. De werking
van de rembekrachtiging en de stuurbekrach-
tiging zijn dan niet meer volledig gegaran-
deerd. U moet dan meer kracht leveren om
het stuurwiel te verdraaien of om te remmen.
Omdat de wagen dus niet zo remt en stuurt
als u gewend bent, kan dit tot ongevallen en
ernstige verwondingen leiden.
● Trek nooit de sleutel uit het contactslot zo-
lang de w
agen in beweging is. Het stuurslot
zou het stuurwiel kunnen blokkeren en u bent
dan niet meer in staat de wagen te besturen.
● Om verwondingen te voorkomen, moet u al-
tijd ervoor
zorgen dat het start/stop-systeem
is uitgeschakeld zodra u in het motorcompar-
timent werkt ››› pag. 221. VOORZICHTIG
Het start/stop-systeem moet altijd uitgescha-
kel d
zijn als u met de wagen door water
waadt ››› pag. 221. Motor afzetten/starten
Wagens met versnellingsbak
– Voordat u de wagen tot stilstand brengt of
wanneer de w ag
en stilstaat, zet u de ver-
snelling in de vrijstand en laat u het koppe-
lingspedaal los. De motor gaat uit. Op het
display in het instrumentenpaneel ver-
schijnt het controlelampje . De motor kan
uitschakelen voordat de wagen tot stil-
stand komt tijdens de vertragingsfase (bij 7
km/u).
– Zodra u het koppelingspedaal weer intrapt,
star
t de motor weer. Het controlelampje
gaat uit.
Wagens met automatische versnellingsbak – Rem de wagen af totdat deze stilstaat en
houd de voet
op het rempedaal. De motor
gaat uit. In het display verschijnt het con-
trolelampje . De motor kan uitschakelen
voordat de wagen tot stilstand komt tijdens
de vertragingsfase (bij 7 km/u of 2 km/u »1)
Alleen wagens met Keyless Access.
219
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 351 of 364
Trefwoordenlijst
Bestuurdersinformatiesysteem bedienin g met
de ruit
enwisserhendel . . . . . . . 37
motorolietemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . . . . 43
Bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Bijrijder zie Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . 76, 77, 78
Bijzonderheden aanslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102, 103
hogedrukreinigers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
omgevingscamerasysteem (Top View Camera) . . .282
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 295
slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102, 104
Binnenaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Binnenspiegel zelfdimmend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Biodiesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Bodem van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . 177
Boordcomputer zie Bestuurdersinformatiesysteem . . . . . . . . . . 37
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 309 besparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
brandstofmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
verbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334
Brandstof besparen inertiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Brandstofverbruik uitschakelen door inertie . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
waarom neemt het verbruik toe? . . . . . . . . . . . 216
BSD zie Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
BSD Plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
Buitenaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7, 8
Buitenantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299 Buitenspiegels
buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 290
Verwarmbare . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
Buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
C Camera Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258, 302
Cd-rom-speler (navigatiesysteem) . . . . . . . . . . . 170
Centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 alarmsysteem uitgeschakeld . . . . . . . . . . . . . . 142
Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
knop centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . 135
noodvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Schuif-/kanteldak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
sleutel met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . 134
veiligheidsontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Centrale wieldop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Cetaangetal (diesel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310
Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Climatronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Comfortfunctie van de knipperlichten . . . . . . . . 154
Coming Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Connectivity Box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30, 191 zie Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Controlelampjes bergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225 trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
uitparkeerhu
lp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Cruisecontrol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45, 224
Cruise control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224
Cruisecontrol bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
waarschuwings- en controlelampje . . . . . . . . . 224
D
Dagteller terugzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Dakbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Dakdrager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178 dwarsdragers bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
De auto starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De batterij vervangen van de autosleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Defecte lampen een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
De motor voorverwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
De voorairbag uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
De wagen slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . 70, 102, 104 achterste sleepoog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 104
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102, 104
met trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
rijadviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
sleepkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
verbod om te slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
voorste sleepoog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
349
Page 354 of 364
Trefwoordenlijst
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
w aar
s
chuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 125
Interieurbewaking en wegsleepbeveiliging . . . . 144 activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
Interieurvoorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
actieradius van de afstandsbediening . . . . . . 189
activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188, 190
elektrische verbruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Radiografische afstandsbediening . . . . . . . . . 188
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
J Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Bijrijder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
passagiers achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
K
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
Keuzehendel (automatische versnellingsbak) functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
standen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Keyless-Entry zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Keyless Access
bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 136
Easy Open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Kickdown automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 208
Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 gedeeltelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 95 bevestiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 25
Indeling in klassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 24, 94
Kledinghaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Kleine Onderhoud Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317
Knie-airbags veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 154
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 124
Koelvloeistof het peil controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 318
Kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 aanhangwagen beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . 294 Kogelkop
Contro lelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Koplampen een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Koppeling (lampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 99 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Kunststofdelen: schoonmaken . . . . . . . . . 303, 304
L
Lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302 beschadigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
verzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Lamp van mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
Lane assist zie Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243 gebied van de camera schoonmaken . . . . . . . 302
Launch-control (automatische versnellingsbak) 209
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
Leer: conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Lekke band handelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Licht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153 akoestische waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . 153
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31, 153
352
Page 356 of 364
Trefwoordenlijst
Noodgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 ac c
u
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
een doorgebrande zekering vervangen . . . . . . 64
een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
lekke band . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
noodontgrendeling en -vergrendeling . . . . . . 101
noodprogramma automatische versnellings- bak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
noodslepen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Schakelaar alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
wagengereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) . . . . . . . . 248 aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Noodontgrendeling achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Noodontgrendeling en -vergrendeling . . . . . . . . 101
Noodremhulpsysteem aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . 229
bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
beperkingen van het systeem . . . . . . . . . . . . . 232
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230
radarsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
tijdelijk uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 232
Noodstopfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Noodvergrendeling van het bijrijdersportier . . . . 16
O Octaangetal (benzine) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309
Olie-eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Omgevingscamerasysteem (Top View Camera) . 279 bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282 gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
menu's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
modi
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Omgevingsverlichting een lampje vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Omschakelknop Schakelaar alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Onderdelenset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . 44, 315
Onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Onderhoud van de wagen natuurleer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
servicestand van de ruitenwisserbladen . . . . . 72
Onluchtingsgleuven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
ont- en vergrendelen met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Opberglade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170, 171 dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
verlichting dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . 160
voorstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Opbergvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
rolgordijn (glazen dak) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
tankklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 132 achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
achterklep met elektrisch openen en sluiten . 145 glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
in de slotc
ilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
tankklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Oppoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
Opslag van ongevalgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Overzicht van het bestuurdersgedeelte stuur links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
stuur rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Overzicht van het bijrijdersgedeelte stuur links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
stuur rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
P
Panoramaschuifdak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 comfortopenen en -sluiten . . . . . . . . . . . . . . . 149
zie ook Glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Park Assist zie Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . 262
Parkeerhulp automatische aansturing . . . . . . . . . . . . . . . . . 273
de aanwijzingen en akoestische signalen aan-passen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275, 279
hulp bij het achteruit parkeren . . . . . . . . . . . . 276
omgevingssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
parkeerhulp plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
rijden met een aanhangwagen . . . . . . . . . . . . 275
sensoren en camera: schoonmaken . . . . . . . . 302
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275, 279
trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
visuele aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . 274, 278
zie Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . 262
zie ook Parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . 270, 276
354
Page 358 of 364
Trefwoordenlijst
Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300 alc ant
ar
a . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
bedieningspaneel van Easy Connect . . . . . . . 304
display van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
koolstofdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
kunststof delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303, 304
leer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
natuurleer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 306
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
sierdelen en sierlijsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
uitlaatpijp: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
velgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
wagen wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
SEAT Drive Profile . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
Selectieve katalytische reductie zie Uitlaatgasreinigingssysteem (diesel) . . . . 311
Servicemededeling: raadplegen . . . . . . . . . . . . . . 45
Sierdelen en sierlijsten schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303
Sleepkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290, 293
Sleepogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70, 99
Sleutel met afstandsbediening ont- en vergrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Sleutels aanwijzingen voor de bestuurder (mechanischcontactslot) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
autosleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
de batterij vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
een sleutel toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
ont- en vergrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 134
reservesleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
synchroniseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
Sleutels bij laten maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Sleutelschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Slijtage van de banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325 Slotcilinder van het portier . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Sluit- en opening
sautomaat
elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Sluit- en startsysteem zonder sleutel Keyless Ac- cess
zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314
rolgordijn (glazen dak) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Sluitkrachtbegrenzing glazen dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
rolgordijn (glazen dak) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69, 335 vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
Snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224, 225 bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
indicatie op het display . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Snelheidswaarschuwingssysteem . . . . . . . . . . . . 43
Sport-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
Stabilisatie van het samenstel wagen-aanhan- ger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Start-stopsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Start/stop-systeem aanwijzingen voor de bestuurder . . . . . . . . . . 221
controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
de motor start vanzelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
de motor stopt niet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
motor starten en afzetten . . . . . . . . . . . . . . . . 219
uit- en inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Startkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Startknop
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Statusweergave op het display . . . . . . . . . . . . . . 122 aanbevolen versnelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
ACT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
afgelegde afstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 235
bandencontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329
bestuurdersinformatiesysteem . . . . . . . . . . . . . 37
buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
ECO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
keuzehendelstanden . . . . . . . . . . . . . . . 123, 204
kompas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
MKB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Noodremhulpsysteem (Front Assist) . . . . . . . . 229
Onderhoudsintervallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
portieren, motorkap en achterklep geopend . . 41
ritgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
SEAT Drive Profile . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
snelheidswaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Start-stopsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
submenu assistenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
tweede snelheidsindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . 123
verkeersborden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 235
waarschuwings- en informatieberichten . . . . . . 41
Sticker met wagengegevens . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Stoel elektrisch verstelbare stoel . . . . . . . . . . . . . . . . 19
handmatige instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
verwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Stoelen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
rugleuning achterstoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
356
Page 359 of 364
Trefwoordenlijst
Stoelverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
St of
- en po
llenfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Stoffering: schoonmaken alcantara . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Stopcontacten aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
Stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Stuurbekrachtiging zie Elektro-mechanische besturing . . . . . . . . . 211
Stuurwiel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
peddels (automatische versnellingsbak) . . . . 207
Verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Symbool van steeksleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Systeem van verkeerstekenherkenning . . 258, 259 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
beperkte werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
schade aan de voorruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
snelheidswaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
weergave op het display . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
T Tankdop openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308 brandstofpeilmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
tankklep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Tankklep openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tashaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Technische gegevens dakbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320 Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Techni
sche wijzigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Textiel: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Tiptronic (automatische versnellingsbak) 204, 207
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121, 122
Topsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Top Tether . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
Top View Camera zie Omgevingscamerasysteem (Top View Ca-mera) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
een fietsendrager monteren . . . . . . . . . . . . . . 292
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
kogelkop met elektrische ontgrendeling . . . . 291
naderhand monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
zie ook Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Tyre Mobility System zie Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
U
Uitlaatgascontrolesysteem Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Uitlaatgasreinigingssysteem katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Uitlaatgasreinigingssysteem (diesel) . . . . . . . . . 311
Uitlaatpijp: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . 250, 254 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Uitparkeren met het inparkeersysteem . . . . . . . 269
Uitrustingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171, 299
Uittrekblokkering contactsleutel . . . . . . . . . . . . . 191
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
USB/AUX-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130 V
Veiligheid b
ijrijdersairbag buiten werking stellen . . . . . . . 22
kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Veiligheidsaanwijzingen Gebruik van de kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . 24, 94
gebruik van de veiligheidsgordels . . . . . . . . . . 83
Gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
knie-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
zijairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 beschermende werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
doel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81, 87
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Niet omgegespt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Veiligheidsgordels losgespen . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Veiligheidsontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Velgen een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
kettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Vergrendelen en ontgrendelen in de slotcilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Verkeerde zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Verkeersborden weergave op het display . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Verlichting van het instrumentenpaneel . . . . . . 160
357
Page 360 of 364
Trefwoordenlijst
Verloop van de gordels Bij zw
an
gere vrouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
Versnelling ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Versnellingshendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Verstelbare bodem van de bagageruimte . . . . . 177
Vervoer van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Verwarming en frisse lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218 slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
winterbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
Vloeistofniveaus controleren motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 89
Vóór elke rit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Voorgloeisysteem Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Voorruit verwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Voorruitverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Voorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 AdBlue-tank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
brandstoftank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
W Waar moet u op letten voordat u gaat rijden? . . . 75
Waarschuwing noodremmen . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Waarschuwings- en controlelampjes . . . . . 47, 125 afstandsbediening (interieurvoorverwarming) . .188
Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
ASR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202 automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 235
bandens
panningscontrolesysteem . . . . . . . . . 328
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Display van het instrumentenpaneel . . . . . . . . 48
elektro-mechanische stuurinrichting . . . . . . . 211
emissiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
rempedaal intrappen . . . . . . . . . . . . . . . 229, 235
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211
snelheidsregelsysteem (SRS) . . . . . . . . . . . . . 224
Start-stopsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
van de gordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
voorgloeisysteem/motorstoring . . . . . . . . . . . 217
zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Waarschuwingslampjes snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225
Waarschuwingssymbolen zie Waarschuwings- en controlelampjes . . . . . 125
Waden door ondergelopen wegdelen . . . . . . . . . 217
Wagen chassisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
identificatienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
omhoog brengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
ont- en vergrendelen met Keyless Access . . . . 136
sticker met wagengegevens . . . . . . . . . . . . . . 333
voornaamste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Wagenaccu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 320 beladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
energiebeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
loskoppelen en aansluiten . . . . . . . . . . . 45, 320
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322
vulpei
l . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
winterse omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . 320
Wagen beladen aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
Bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
luik voor transport van lange voorwerpen . . . 174
Wagengereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 99
Wagen omhoogbrengen op de hefbrug . . . . . . . . 68
Wagen opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Wagen wassen bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
sensoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 262
Wassen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300
Wat beïnvloedt de rijveiligheid negatief? . . . . . . . 75
Weergave van verkeersborden op het instrumen- tenpaneel
activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
Wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335 aantrekmoment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327
diefstalbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
doppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
losdraaien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Wieldop verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323, 335 centrale wieldop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
nieuwe banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325
noodreservewiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330
sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 68, 325
Wielsleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Winterbanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331 vierwielaandrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 218
358