sensor TOYOTA AURIS HYBRID 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 112 of 592
1122. Instrumentenpaneel
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
◆Weergave instellingen
■ Gevoeligheid waarschuwing LDA (Lane Departure Alert)
(indien aanwezig)
De gevoeligheid van de waarschuwing van de LDA kan op 2 ver-
schillende niveaus worden ingesteld.
■ Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Hiermee kan het Toyota Parking Assist Sensor-systeem worden
geactiveerd/gedeactiveerd.
■ RSA (Road Sign Assi st) (indien aanwezig)
Hiermee kan het RSA-s ysteem worden geactiveerd/gedeactiveerd.
■Regeling instrumentenverlichting
Hiermee kan de helderheid van de tellers worden ingesteld in de
nachtmodus
*
*
: Nachtmodus: →Blz. 113
■
Overige instellingen
Hiermee kunnen de volgende ins tellingen worden gewijzigd:
● Instellingen RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
• Meldingsmethode (snelheidsoverschrijding/overige waarschu- wingen)
Hiermee kan de meldingsmethode van de volgende waarschu-
wingen worden ingesteld op geen melding/alleen display/dis-
play en zoemer.
Waarschuwing snelheidsoverschrijding:
Waarschuwt de bestuurder als de op het verkeersbord voor de
snelheidslimiet op het multi-i nformatiedisplay weergegeven
snelheid wordt overschreden.
Overige waarschuwingen:
Waarschuwt de bestuurder als het systeem signaleert dat uw
auto een ander voertu ig inhaalt terwijl er een verkeersbord
voor een inhaalverbod wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
• Meldingsniveau snelheidsoverschrijding Hiermee kan worden ingesteld b ij welke snelheidsoverschrijding
de waarschuwing snelheidsoverschrijding wordt geactiveerd als
de op het verkeersbord voor de snelheidslimiet op het multi-inf or-
matiedisplay weergegeven snelheid wordt overschreden.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 112 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 124 of 592
124
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (de u itholling aan de zijkant van de
portiergreep) aan om alle portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
Por tieren
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 124 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 125 of 592
1253-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
3
Bediening van elk onderdeel
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de elek-
tronische sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleu tel in de auto
is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor op het oppervlak van de voorportiergreep
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de po rtieren
opnieuw.
■ Alarm (indien aanwezig)
Door met de instapfunctie of de afstandsbediening de portieren te vergrende-
len, wordt het alarmsysteem ingeschakeld. ( →Blz. 89)
■ Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbed ie-
ning niet goed werkt
Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgren-
delen. ( →Blz. 536)
Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze on tladen raakt.
( →Blz. 459)
Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b
ook Page 125 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 138 of 592
1383-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de bagageaf dekking, op de
vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het h ybridesys-
teem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de p ortieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
●
Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er ee n grote hoeveel-
heid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tijdens een zware
regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden ontgrendeld
of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geopend en geslot en, worden
deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen terwijl
de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevin dt, bestaat de
mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de i nstapfunctie.
(Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontg rendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogel ijk niet vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 136)
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 138 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 139 of 592
1393-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
3
Bediening van elk onderdeel
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor sch oon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor va n het
portier aan en controleer of de portieren worden ontgrendeld vo ordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgesc hakeld.
( →Blz. 566)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronisc he sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mecha nische
sleutel. ( →Blz. 536)
● Starten van het hybridesysteem: →Blz. 537
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met s tartknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 566)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. ( →Blz. 124, 536)
● Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van h et contact:
→Blz. 537
● Uitschakelen van het hybridesysteem: →Blz. 212
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.book Page 139 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 182 of 592
1823-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkom een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspie-
gel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 182 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 189 of 592
189
4Rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 190
Lading en bagage .............. 200
Rijden met een aanhangwagen ................ 201
4-2. Rijprocedures Startknop ........................... 211
EV-modus .......................... 217
Hybridetransmissie ............ 219
Richtingaanwijzer-schakelaar ....................... 227
Parkeerrem ........................ 228
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 229
Schakelaar mistlampen ..... 235
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 237
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 241
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 243 4-5. Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense ......... 246
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) .......................... 252
LDA (Lane Departure Alert) ..... 265
Automatic High Beam-systeem................. 270
RSA (Road Sign Assist)..... 274
4-6. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Cruise control..................... 280
Toyota Parking Assist-sensor ................... 284
Simple-IPA (Simple-Intelligent
Parking Assist)................. 291
Ondersteunende systemen ......................... 305
4-7. Rijtips Rijden met een hybrideauto ...................... 311
Rijden in de winter ............. 314
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 189 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 233 of 592
2334-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
4
Rijden
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de hybr idesysteem
wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de licht schakelaar
uit of in de stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten vo or.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor worden automatisch uitgeschakeld als het con tact UIT
wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in stand OFF en daarna terug in stand of .
■ Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC staat en het bestuur-
dersportier geopend wordt terwijl de verlichting is ingeschakel d.
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b
ook Page 233 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 234 of 592
2344-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)■
Automatische verticale koplampver stelling (auto's met LED-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Wanneer het contact AAN wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 566)
OPMERKING
■ Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk i s als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 234 Monday, October 24, 2016 4:06 PM
Page 238 of 592
2384-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12L07E)
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers maken automa-
tisch een aantal wisbewegingen
nadat de sproeier in werking treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn en u de
hendel naar u toe getrokken houdt,
werken de koplampsproeiers één
keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
In de stand AUTO werken de ruit enwissers automatisch wanneer de
sensor signaleert dat het regent. De wissnel heid wordt automatisch
afgestemd op de hoe veelheid neerslag en de rijsnelheid.
Stand AUTO
Lage snelheid ruitenwis-
sers
Hoge snelheid ruiten-
wissers
Enkele slag
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt wo r-
den ingesteld door de schakelaarring te draaien.
Verhoogt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Verlaagt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
7
1
2
3
4
5
6
AURIS_HV_OM_Europe_OM12L07E.b ook Page 238 Monday, October 24, 2016 4:06 PM