TOYOTA C_HR HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 762

801-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
X: Zitpositie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in deze
gewichtsgroep en/of grootteklasse.
IUF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst universeel IS Ofix-
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categor ie
“specifieke voertuigen”, “beperkt ” of “semi-universeel” dat is
goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste stand.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op d e
achterstoel kunnen de veiligheids gordels op de plaatsen naast het
zitje mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in
aanraking met het zitje. Ook kan de werking van de veiligheidsg or-
del negatief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed
aansluitend over uw schouder e n laag over uw heupen. Wanneer
dit niet het geval is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje,
ga dan ergens anders zitten. Het niet in acht nemen van de voor -
zorgsmaatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk nie t
verkrijgbaar buiten de EU.
● Verstel bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de ach ter-
stoelen de voorstoel zodanig dat deze niet in aanraking komt me t
het kind of het baby- of kinderzitje.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 80 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 82 of 762

811-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E■
Tabel m.b.t. geschiktheid i-Size
baby- en kinderzitjes vastgezet
met ISOfix (ECE R129)
Als uw baby- of kinderzitje een “i-Size” zitje is, kunt u het plaatsen
op de in de onderstaande tabe l aangegeven posities i-U.
De categorie van baby- of kinder zitjes staat in de handleiding van
het baby- of kinderzitje.
Verklaring van lettercode s in de bovenstaande tabel:
X: Niet geschikt voor gebruik met i-Size baby- of kinderzitjes.
i-U: Geschikt voor een in de rijrichting of tegen de rijrichting in
geplaatst “universeel” i- Size baby- of kinderzitje.
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoogste stand.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op d e
achterstoel kunnen de veiligheids gordels op de plaatsen naast het
zitje mogelijk niet goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in
aanraking met het zitje. Ook kan de werking van de veiligheidsg or-
del negatief worden beïnvloed. Draag uw veiligheidsgordel goed
aansluitend over uw schouder e n laag over uw heupen. Wanneer
dit niet het geval is of wanneer hij in aanraking komt met het zitje,
ga dan ergens anders zitten. Het niet in acht nemen van de voor -
zorgsmaatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg hebben.
● Verstel bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de ach ter-
stoelen de voorstoel zodanig dat deze niet in aanraking komt me t
het kind of het baby- of kinderzitje.
Zitpositie
VoorstoelAchterstoel
PassagiersstoelBuitensteMiddelste
i-Size baby- en
kinderzitjesXi-U*X
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 81 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 83 of 762

821-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E■
Plaatsen met ISOfix-bevestigingssysteem (ISOfix-baby- of kin-
derzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje
aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsin g
van het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in
de hoogste stand. ( →Blz. 210)
Verwijder de klepjes van de
bevestigingspunten en plaats
het baby- of kinderzitje op de
stoel.
De stangen worden achter de
klepjes van de bevestigingspun-
ten geplaatst.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren
en naar voren om te control eren of het goed vastzit. (→ Blz. 76)
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 82 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 84 of 762

831-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E■
Bevestigingssteunen
(bovenste gordel)
De buitenste zitplaatsen achter
zijn voorzien van bevestigings-
steunen.
Gebruik de bevestigingssteu-
nen bij het vastmaken van de
bovenste gordel.
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten o f er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
Gebruik van een bevestigingssteun (bovenste gordel)
Bevestigingssteunen
Bovenste gordel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 83 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 85 of 762

841-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E■
Bovenste gordel vastmaken aan de bevestigingssteun
Plaats het baby- of kinderzitje
aan de hand van de bijgesloten
handleiding.
Zet de hoofdsteun in de
hoogste stand.
Verwijder indien mogelijk de
hoofdsteun indien deze de
plaatsing van het baby- of kin-
derzitje of de bovenste gordel
hindert. ( →Blz. 210)
Maak de haak vast aan de
bevestigingssteun en maak
de bovenste gordel vast.
Controleer of de bovenste gor-
del goed vastzit. ( →Blz. 76)
Wanneer u het baby- of kinder-
zitje plaatst terwijl de hoofd-
steun omhoog staat, zorg er dan
voor dat de bovenste gordel
onder de hoofdsteun door loopt.
1
Haak
Bovenste gordel
O
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b
ook Page 84 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 86 of 762

851-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Bevestig de bovenste gordel stevig en controleer of de gordel n iet
gedraaid is.
● Bevestig de bovenste gordel uitsluitend aan de bevestigingssteu n.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
● Wanneer u het baby- of kinderzitje plaatst terwijl de hoofdsteu n omhoog
staat, nadat de hoofdsteun omhoog is gezet en de bevestigingsst eun ver-
volgens is vastgemaakt, zet de hoofdsteun dan niet in een lagere stand.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 85 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 87 of 762

861-3. Hybridesysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
Kenmerken hybridesysteem
De afbeelding dient slechts ter illustratie en wijkt mogelijk af van de
werkelijkheid.
Benzinemotor
Elektromotor (tractiemotor)
Uw auto is een hybridevoertuig. De eigenschappen van uw auto
zijn anders dan die van conventi onele auto's. Zorg ervoor dat u
de eigenschappen van uw auto goed leert kennen en gebruik de
functies voorzichtig.
Bij het hybridesysteem werken een benzinemotor en een elek-
tromotor (tractiemotor) samen, afhankelijk van de rijomstandig-
heden, om het brandstofverbruik en de uitlaatgasemissie te ver-
lagen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 86 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 88 of 762

871-3. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
◆Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld* .
Bij het wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromoto r
(tractiemotor). Bij het rijden met lage snelheid of bij het afr ijden van
een flauwe helling wordt de benzinemotor uitgeschakeld* en word t
de elektromotor (tractiemotor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijp ak-
ket (tractiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer de motor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemot or niet
automatisch uitgeschakeld. ( →Blz. 88)
◆Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aanged reven door de benzinemotor.
De elektromotor (tractiemotor) l aadt zo nodig het batterijpakke t
(tractiebatterij) op.
◆Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energi e
van het batterijpakket (tractieba tterij) toegevoegd aan de energie
die de benzinemotor levert via de elektromotor (tractiemotor).
◆Tijdens het remmen ( regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor
energie wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt
opgeladen.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 87 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 89 of 762

881-3. Hybridesysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E
■Regeneratief remmen
In de volgende situaties wordt kinetische energie omgezet in el ektrische
energie en wordt er een afremmingskracht gegenereerd terwijl te gelijkertijd
het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
● Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl de selectiehendel in sta nd D of B
staat.
● Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl de selectiehendel in stand D of B
staat.
■ EV-controlelampje
■ Omstandigheden waarin de benzinem otor mogelijk niet wordt uitge-
schakeld
De benzinemotor wordt automatisch gestart en uitgeschakeld. Hij wordt ech-
ter onder de volgende omstandigheden mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld
*:
● Tijdens de opwarmfase van de benzinemotor
● Tijdens het laden van het batterijpakket (tractiebatterij)
● Als de temperatuur van het batterijpakket (tractiebatterij) hoo g of laag is
● Als de verwarming is ingeschakeld
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt de benzinemotor mogeli jk ook
niet automatisch uitgeschakeld in andere dan de hiervoor genoem de situa-
ties.
Het EV-controlelampje gaat branden wan-
neer de auto alleen door de elektromotor
(tractiemotor) wordt aangedreven of de
benzinemotor niet draait.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b
ook Page 88 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page 90 of 762

891-3. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E ■
Opladen van het batterijpakket (tractiebatterij)
Omdat het batterijpakket (tractiebatterij) indien nodig door de benzinemotor
wordt opgeladen, hoeft het niet door een externe bron te worden opgeladen.
Als de auto echter gedurende lange tijd wordt geparkeerd, wordt het batterij-
pakket (tractiebatterij) langzaam ontladen. Daarom moet u ervoo r zorgen dat
er elke paar maanden gedurende minimaal 30 minuten of 16 km met de auto
wordt gereden. Als het batterijpakket (tractiebatterij) volledig ontladen raakt
en u het hybridesysteem niet meer kunt starten, neem dan contac t op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een ander e naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Opladen van de 12V-accu
→Blz. 700
■ Als de 12V-accu leeg is, vervange n is of verwijderd is geweest.
De benzinemotor stopt mogelijk niet, ook niet als de auto door het batterijpak-
ket (tractiebatterij) wordt aangedreven. Als dit probleem enkele dagen aan-
houdt, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of her steller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10576E.b ook Page 89 Thursday, March 15, 2018 4:01 PM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 770 next >