sensor TOYOTA COROLLA 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 258 of 606

2564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedu-
rende ongeveer 1 seconde direct nadat de
RCTA is ingeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de RCTA in of
uit te schakelen. ( →Blz. 102)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCTA te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(→ Blz. 91) branden. (Telkens wanneer het
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
QZichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
QHoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
QAls “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Er zit mogelijk water, sneeuw, modder, enz.
rond de sensoren in de achterbumper.
( → Blz. 243) Wanneer het water, de sneeuw,
de modder, enz. rondom de sensoren in de
achterbumper wordt verwijderd, moet het
systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
QRadarsensoren opzij achter
→ Blz. 243
SysteemonderdelenInschakelen/uitschakelen van
de RCTA
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 256 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 259 of 606

257
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
QWerking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren acht er om auto's die van rechts of links
achter naderen te signaleren en waarschu wt de bestuurder voor de aanwezigheid
van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten knipperen en
een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
QDetectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
De zoemer kan de bestuurder waar-
schuwen voor snelle re auto's die van
verder weg naderen. Bijvoorbeeld:
RCTA
Snelheid naderende
auto Afstand waar-
schuwing (bij bena- dering)
56 km/h (snel)40 m
8 km/h (langzaam)5,5 m
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 257 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 260 of 606

2584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QDe RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
OHet contact staat AAN.
ODe RCTA is ingeschakeld.
ODe selectiehendel staat in stand R.
ODe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
ODe rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 56 km/h.
QAanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay. Het volume van
de zoemers voor de Toyota Parking Assist-
sensor en de RCTA wordt gelijktijdig aange-
past.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. ( →Blz. 102)
1 Druk op of om te selecte-
ren.
2 Druk op of om RCTA te selecte-
ren en houd vervolgens op inge-
drukt.
3 Selecteer het volume en druk vervolgens
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt
het volume tussen 1, 2 en 3.
QDempen van het geluid van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een
object wordt gesignaleerd. Druk op om
het geluid van de zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
OAls de stand van de selectiehendel wordt
gewijzigd.
OAls de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
OAls de actieve functie tijdelijk wordt gean-
nuleerd.
OAls de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
OHet contact wordt UIT gezet.
QSituaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
OAuto's die direct van achteren naderen
OVoertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
OVoertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
OVangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
OKleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
OVoertuigen die van de auto af bewegen
OVoertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
ODe afstand tussen de sensor en de nade-
rende auto wordt te klein
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
QSituaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden signa-
leert de RCTA auto's mogelijk niet correct:
OAls de sensor niet goed is uitgelijnd door-
dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
OWanneer de sensor of de omgeving ervan
op de achterbumper is bedekt door mod-
der, sneeuw of ijs of wanneer er een stic-
ker op is geplakt
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 258 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 261 of 606

259
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
OBij het rijden op een nat wegdek als gevolg
van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
OWanneer meerdere auto's naderen met
slechts weinig ruimte tussen elke auto
OWanneer een auto met hoge snelheid
nadert
OAls er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fiet-
sendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
OBij het achteruitrijden op een helling met
een grote verandering in het hellingsper-
centage
OBij het onder een scherpe hoek achteruit
uitrijden van een parkeerplaats
OBij het rijden met een aanhangwagen
OBij een duidelijk verschil in hoogte tussen
uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
OWanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
OAls de wielophanging is ge
wijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
OAls de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
OWanneer u achteruitrijdend een bocht
maakt
OWanneer een voertuig een bocht maakt in
het detectiegebied
QSituaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de RCTA onnodig een voertuig en/of
object signaleert groter:
OWanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 259 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 262 of 606

2604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
OWanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerd voer-
tuig, die mogelijk elektrische golven rich-
ting de achterzijde van de auto reflecteren,
kort is
OAls er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fiet-
sendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
OWanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
OWanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
OAls er zich ronddraaiende objecten, zoals
een ventilator van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
OAls er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
OIn geval van bewegende objecten (vlag-
gen, uitlaatgassen, grote regendruppels of
sneeuwvlokken, plassen op het wegdek,
enz.)
OWanneer de afstand tussen uw auto en
een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
ORoosters en goten
OWanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
OAls de wielophanging is gewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
OAls de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de auto
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 260 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 263 of 606

261
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
QParking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) (indien
aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt
om bij rijden met een lage snelheid of
achteruitrijden stilstaande objecten,
zoals een muur, te signaleren in het
detectiegebied. ( →Blz. 267)
QParking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter
gebruikt om bij achteruitrijden nade-
rende auto's in het detectiegebied ach-
ter de auto te signaleren. ( →Blz. 270)
PKSB (Parking Support
Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende func-
ties die werken bij rijden met een
lage snelheid of achteruitrijden,
bijvoorbeeld bij het parkeren.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met een
object groot is, wordt er een waar-
schuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te
wijken. Wanneer het systeem oor-
deelt dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd object
zeer groot is, worden de remmen
automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorko-
men of om de impact van een aan-
rijding te helpen verminderen.
PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
WAARSCHUWING
QWaarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
ODe bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support Brake-sys-
teem is ontworpen om te helpen de
ernst van een aanrijding te verminde-
ren. Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem niet
werkt.
OHet Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk
om onmiddellijk het rempedaal in te
trappen, omdat de remregeling na
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
OHet is extreem gevaarlijk om de werking
van het systeem te controleren door
opzettelijk met de auto in de richting van
een muur, enz. te rijden. Doe dit nooit.
QWanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
OBij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
OWanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
OAls de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
OAls de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
OAls er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 261 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 264 of 606

2624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten en voor voertui-
gen die achterlangs rijden) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 102)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 91) branden.
Als het systeem is ui tgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan op
het multi-informatiedisplay, selecteer
en vervolgens “On” ( aan). Als het systeem
door middel van deze methode is uitgescha-
keld, wordt het niet automatisch weer inge-
schakeld nadat het contact UIT en weer
AAN is gezet.
WAARSCHUWING
OAls gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
OAls de auto niet stabiel functioneert,
zoals na een ongeval of tijdens een sto-
ring
OAls sportief met de auto wordt gereden
of als op onverharde wegen wordt gere-
den
OAls de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
OAls de banden zeer versleten zijn
OWanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
OPMERKING
QWanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden
voordat het systeem weer normaal werkt.
(Als het systeem nog niet normaal werkt
nadat een poosje met de auto gereden is,
reinig dan de sensoren en hun omgeving
op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 262 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 268 of 606

2664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
QAls de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
QOpnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 262) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer
in de rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
QWanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF knippert
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden.
OMogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dit van de sensor om te zorgen dat het
systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen moge-
lijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op een sensor
en een sensor daardoor mogelijk geen
obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt,
zal het systeem weer normaal werken.
OWanneer deze melding wordt weergege-
ven is een sensor op de voor- of achter-
bumper mogelijk vuil. Reinig de sensoren
en het omliggende gebied op de bumpers.
OAls deze melding na het schoonmaken van
de sensor nog steeds wordt weergegeven
of wordt weergegeven ondanks dat de
sensor schoon is, laat uw auto dan contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
QAls een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger. Draai daarnaast, bij auto's met Par-
king Support Brake-functi e, als de auto stil-
staat, het stuurwiel geheel naar links en ver-
volgens geheel naar rechts.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 266 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 269 of 606

267
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hi
eronder aangegeven wanneer in de rijrichting
van de auto een object wordt gesignaleerd.
QEr wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaleren in de rij-
richting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding voor
kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat het gaspe-
daal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt
doordat de verkeerde schakelstand wordt geselecteerd of tijdens het parke-
ren of het rijden met een lage snelheid, werkt het systeem om de gevolgen
van een aanrijding met het gesignaleerde stilstaande object zo veel mogelijk
te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 267 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page 271 of 606

269
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
→Blz. 247
QVoorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 89, 91) en
aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
OBegrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
ORemregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
QVoorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
OBegrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan-
ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
ORemregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
QDetectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 252) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
QSituaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 250
QSituaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 251
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
QErvoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 249
QAls de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→ Blz. 266
QOpmerkingen bij het wassen van de
auto
→ Blz. 249
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12R51E_1_2201.book Page 269 Monday, October 11, 2021 11:32 AM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 110 next >