TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 331 of 690
330
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen
dan autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de kop-
lampen aan en plak geen stickers op
het lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wiel-
ophanging, enz. aan. Als onderdelen
van de wielophanging moeten wor-
den vervangen, neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de voor-
zijde van de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen verla-
ten. Houd om veilig te rijden de omge-
ving steeds goed in de gaten, bedien
het stuurwiel om de rijrichting van de
auto te corrigeren en vertrouw niet uit-
sluitend op de werking van het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe
bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objec-
ten die onterecht kunnen worden
aangezien voor witte (gele) lijnen
(vangrails, stoepranden, reflecte-
rende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst,
wegen samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die
parallel lopen aan de witte (gele) lij-
nen of deze bedekken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 330 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 332 of 690
331
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen,
zoals voor een tolboom of kaartauto-
maat of op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken
of er zijn verhoogde rijstrookmarkerin-
gen of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moei-
lijk te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plas-
sen, enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor
ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk
of niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen
van tunnels.
●Licht van de koplampen van een
tegenligger, de zon, enz. dringt de
camera binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die
naar links of rechts helt of op een
bochtige weg.
●Er wordt gereden op een onverharde
of ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het ver-
voeren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is
extreem kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of
naden in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde kop-
lampen in een tunnel of in het donker
rijdt of wanneer een koplamp gedimd
wordt doordat het lampglas vuil of niet
goed uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto is net van rijstrook gewisseld
of een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of
van verschillende fabrikanten of mer-
ken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemon-
teerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 331 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 333 of 690
332
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Werking Lane Departure Alert
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt
te verlaten, wordt er een waarschu-
wing weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt er een
waarschuwingszoemer om de
bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer
klinkt, controleer dan het gebied rondom
uw auto en stuur de auto voorzichtig terug
naar het midden van de rijstrook.
Auto's met Blind Spot Monitor: Wanneer
het systeem vaststelt dat de auto de rij-
strook dreigt te verlaten en dat de kans op
een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt de
Lane Departure Alert in werking, zelfs wan-
neer de richtingaanwijzers zijn ingescha-
keld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■ Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt
te verlaten, helpt het systeem voor
zover nodig om de auto in de rijstrook
te houden door kortstondig het stuur-
wiel licht te bedienen.
Als het systeem signal eert dat het stuur-
wiel een bepaalde periode niet bediend is
of dat het stuurwiel niet stevig wordt vast-
gehouden, wordt een waarschuwing
weergegeven op het multi-informatiedis-
play en wordt de functie tijdelijk uitge-
schakeld.
Auto's met Blind Spot Monitor: Wanneer
het systeem vaststelt dat de auto de rij-
strook dreigt te verlaten en dat de kans op
een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt
de stuurassistentiefunctie in werking,
zelfs wanneer de richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Functies die zijn opgenomen
in het LDA-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 332 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 334 of 690
333
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Waarschuwingsfunctie slinge-
ren auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay om de
bestuurder te waarschuwen.
Druk op de toets LDA om het
LDA-systeem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het
LDA-systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wordt in- of uitge-
schakeld, blijft de status van het LDA-sys-
teem de volgende keer dat de motor
wordt gestart ongewijzigd.
Controlelampje LDA
Aan de hand van de verlichtingsstatus
van de indicator wordt de bestuurder
geïnformeerd over de bedrijfsstatus van
het systeem.
Brandt wit: Het LDA-systeem is geacti-
veerd.
Brandt groen: Stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure
Alert-functie is in werking.
Display werking van ondersteu-
ning stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het
multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor onder-
steunende systemen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie in werking is.
Inschakelen van het
LDA-systeem
Meldingen op het
multi-informatiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 333 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 335 of 690
334
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
Display Lane Departure
Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het
multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor onder-
steunende systemen.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent.
Als de auto de rijstrook verlaat, knip-
pert de witte lijn die wordt weergege-
ven aan de zijde waar de auto de
strook verlaat oranje.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan
herkennen of tijdelijk is uitgescha-
keld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Voorwaarden voor werking van de
functies
●Werking Lane Departure Alert
Deze functie werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• De LDA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• Het systeem herkent witte (gele) rij- strookmarkeringen of een rijbaan*.
(Wanneer een witte [gele] markering of
rijbaan
* slechts aan één zijde wordt her-
kend, werkt het systeem uitsluitend voor
de herkende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzerschakelaar wordt niet bediend.
(Behalve wanneer een ander voertuig
zich op de rijstrook bevindt aan de zijde
van de bediende richtingaanwijzer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( →Blz. 336)
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen
aan alle werkingsvoorwaarden voor de
Lane Departure Alert-functie wordt vol-
daan, maar ook aan alle onderstaande
voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist”
(stuurassistentie) in van het
multi-informatiedisplay is ON (aan).
(→ Blz. 659)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of sneller geaccelereerd of gedecele-
reerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een stuurkracht die geschikt is voor het
veranderen van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven.
(→ Blz. 335)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 334 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 336 of 690
335
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning”
(waarschuwing voor slingeren) in
van het multi-informatiedisplay is ON
(aan). ( →Blz. 659)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste
ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesignaleerd. ( →Blz. 336)
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoor-
waarden wordt voldaan, wordt een func-
tie mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als
echter weer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt de werking
van de functie automatisch hervat.
(→ Blz. 334)
■Stuurassistentiefunctie
●Afhankelijk van de rijsnelheid, de situa-
tie rondom het verlaten van de rijstrook,
de wegomstandigheden, enz. merkt de
bestuurder mogelijk niet dat de functie in
werking is of werkt de functie mogelijk
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuur-
regeling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de
stuurassistentiefunctie te testen.
■Werking Lane Departure Alert
●De waarschuwingszoemer is mogelijk
slecht te horen door geluiden van bui-
ten, afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk
of niet recht is, werkt de Lane Departure
Alert-functie mogelijk niet.
●Het systeem kan mogelijk niet vaststel-
len of er een gevaar bestaat voor een
aanrijding met een voertuig op een aan-
grenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de
Lane Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het
multi-informatiedisplay een waarschu-
wingsmelding weergegeven om de
bestuurder aan te sporen het stuurwiel
vast te houden. Tevens wordt het in de
afbeelding weergegeven symbool op het
multi-informatiedisplay weergegeven. De
waarschuwing stop t zodra het systeem
signaleert dat de bestuurder het stuurwiel
vasthoudt. Houd uw handen altijd aan het
stuurwiel wanneer u dit systeem gebruikt,
ongeacht eventuele waarschuwingen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel
vast te houden terwijl het systeem in
werking is
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden, klinkt de zoemer,
wordt de bestuurder gewaarschuwd en
wordt de functie tijdelijk uitgeschakeld.
Deze waarschuwing werkt op dezelfde
wijze als de bestuurder het stuurwiel licht
blijft vasthouden.
●Wanneer bij een bocht het systeem
vaststelt dat de auto niet de bocht in
wordt gestuurd maar in plaats daarvan
de rijstrook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de
conditie van de weg, wordt er mogelijk
geen waarschuwing gegeven. Bovendien
wordt, als het systeem signaleert dat de
auto in een bocht rijdt, de bestuurder eer-
der gewaarschuwd dan bij het rijden op
een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel
vast te houden terwijl de stuurassisten-
tie in werking is.
Als de bestuurder zijn handen van het
stuurwiel blijft houden en de stuurassisten-
tie in werking is, klinkt de zoemer en wordt
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 335 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 337 of 690
336
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
de bestuurder gewaarschuwd. Elke keer
dat de zoemer klinkt, houdt het geluid hier-
van langer aan.
■Waarschuwingsfunctie slingeren
auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slin-
gert terwijl de waarschuwingsfunctie voor
het slingeren van de auto in werking is,
klinkt er een zoemer en wordt er een waar-
schuwingsmelding weergegeven om de
bestuurder aan te sporen rust te nemen.
Tegelijkertijd wordt het in de afbeelding
weergegeven symbool op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van
de weg, wordt er mogelijk geen waarschu-
wing gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay en het controlelampje LDA
oranje brandt, volg dan de desbetreffende
storingzoekprocedure. Volg de instructies
die op het scherm worden weergegeven
als er een andere waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.
●“Lane Departure Alert Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in Lane Departure
Alert. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt m ogelijk niet goed.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●“Lane Departure Alert Unavailable”
(Lane Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als
gevolg van een storing in een andere sen-
sor dan de camera voor. Schakel het
LDA-systeem uit, wac ht een poosje en
schakel het LDA-systeem weer in.
●“Lane Departure Alert Unavailable at
Current Speed” (Lane Departure Alert
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de
rijsnelheid hoger is dan het werkingsbereik
van het LDA-systeem. Rijd langzamer.
●“Lane Departure Alert Unavailable
Below Approx. 50km/h” (Lane Departure
Alert niet beschikbaar bij snelheid onder
de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden
gebruikt omdat de rijsnelheid lager is dan
ongeveer 50 km/h. Rijd met een snelheid
van ongeveer 50 km/h of hoger.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie wor-
den gewijzigd. ( →Blz. 659)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 336 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 338 of 690
337
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■
Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes ■
Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Dynamic Radar Cruise
Control met volledig
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accelereert,
decelereert en stopt de auto
automatisch overeenkomstig de
veranderingen in snelheid van
de voorligger, zelfs wanneer het
gaspedaal niet wordt ingetrapt.
In de constante-snelheidsregel-
modus rijdt de auto met een con-
stante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik op autowegen en
snelwegen.
Afstandsregelmodus
(→Blz. 340)
Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 344)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuur-
der verantwoordelijk. Vertrouw niet
alleen op het systeem en rijd voor-
zichtig door altijd goed op de omge-
ving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik biedt
ondersteuning bij het rijden om de
bestuurder te ontlasten. Er zijn echter
grenzen aan de geboden ondersteu-
ning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: →Blz. 346
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 347
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 337 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 339 of 690
338
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Stel de geschikte snelheid in op basis
van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weers-
omstandigheden, enz. De bestuurder
is verantwoordelijk voor het controle-
ren van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt,
kan de door het systeem gesigna-
leerde status van de voorligger afwij-
ken van de door de bestuurder
waargenomen status. Daarom moet
de bestuurder altijd alert blijven, het
gevaar van elke situatie inschatten en
veilig rijden. Volledig vertrouwen op
het systeem of aannemen dat het
systeem de veiligheid garandeert tij-
dens het rijden kan leiden tot een
ongeval met ernstig letsel als gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
uit met de cruise control-hoofdscha-
kelaar als deze niet wordt gebruikt.
■Waarschuwingen m et betrekking
tot de onderst eunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht, aangezien er grenzen zijn
aan de door het systeem geboden
ondersteuning. Als u dat niet doet, kunt
u een ongeval veroorzaken, waardoor
ernstig letsel kan ontstaan.
●De bestuurder helpen bij het meten
van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik dient alleen ter
ondersteuning van de bestuurder bij het
bepalen van de volgafstand tussen de
eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorge-
loos of roekeloos rijgedrag te rechtvaar-
digen en kan de bestuurder ook niet
helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in
de gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik bepaalt of de
volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een
vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan
geen andere beoordelingen maken. Het
is daarom strikt noodzakelijk dat u zelf
alert blijft en inschat of een situatie
mogelijk gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedie-
nen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik heeft geen
functies om aanrijdingen met een voor-
ligger te voorkomen of vermijden.
Daarom dient u wanneer er gevaar
dreigt direct de controle over de auto te
nemen en juist te handelen om de vei-
ligheid van alle betrokkenen te garande-
ren.
■Situaties waarin de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden
gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik niet in
de volgende situaties. Als u dat wel
doet, wordt de snelheid mogelijk niet
goed geregeld, waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers,
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of
sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op
afwisselend sterk dalende en sterk
stijgende wegen
Bij het afdalen van een steile helling kan
de rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 338 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
Page 340 of 690
339
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist, sneeuw,
zandstorm, zware regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de
voorzijde van de radar of de camera
voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 339 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM