radio TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Page 231 of 754
230
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren
staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( → Blz. 701)
Raadpleeg Blz. 701 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Op sommige uitvoeringen: Wanneer de
vergrendelactie is uitgevoerd met de ver-
grendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen
getoond. Vervolgens worden geen identifi-
catiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 229)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 230 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 284 of 754
283
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
●Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
antennes van het Smart entry-systeem
met startknop. (
→Blz. 227)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie wor-
den uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Raadpleeg vervol-
gens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
●Gebruikers van el ektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het uitschakelen van de instap-
functie.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 283 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 372 of 754
371
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld op een oneffen
of golvend wegdek
• Bij het rijden op een weg omringd door een constructie, zoals een tunnel of een stalen
brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, staalplaat, enz.), opstaande randen of uit-
stekende delen voor uw auto bevinden
• Wanneer onder een object (verkeersbord, billboard, enz.) door wordt gereden
• Bij het naderen van een slagboom van een elektronische tolpoort, slagboom bij een
parkeerterrein of andere afscheiding die
open en dicht gaat
• Bij het wassen van de auto in een was- straat
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met uw auto, zoals
hoog gras, boomtakken of een spandoek
• Bij het rijden door stoom of rook
• Wanneer dicht bij een object wordt gere- den dat radiogolven weerkaatst, zoals een
grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een tele- visiezendmast, radiozen der, elektriciteits-
centrale of andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische velden
aanwezig zijn
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
●In sommige situaties, zoals onderstaande,
wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera
voor, waardoor het systeem niet goed
werkt: • Wanneer een signaleerbaar object uw auto
nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afrem-
men)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich niet direct voor uw auto bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeel d een muur, hek, vang-
rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat
bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeel- telijk verborgen is ac hter een object zoals
een groot stuk bagage, een paraplu of een
vangrail
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn
omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht aan de voor- zijde, bijvoorbeeld de zon of de koplampen
van tegemoetkomend verkeer, recht-
streeks in de camera voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scoot-
mobiel
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege truck
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 371 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 512 of 754
5
511
COROLLA_TMUK_EE
5
Audiosysteem
Audiosysteem
.5-1. BasishandelingenSoorten audiosystemen .... 512
Gebruik van de audiotoetsen op het stuurwiel .............. 513
USB-aansluiting ................ 514
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem..... 515
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio................. 517
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ........ 519
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod .................... 525
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ........ 530
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon. 535
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel .............. 540
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ....... 5405-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ......... 542
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL)..................... 544
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
® compatibele
draagbare speler ............ 548
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................ 550
Een telefoongesprek ontvangen ....................... 551
Voeren van een telefoongesprek ..............551
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®........................ 553
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 511 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 513 of 754
512
COROLLA_TMUK_EE5-1. Basishandelingen
5-1.Basishandelingen
*: Indien aanwezig
Auto's met navigat ie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem
CD-speler met AM/FM-radio
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers als het
audiosysteem ingeschakeld is.
■Handelsmerken en geregistreerde handelsmerken
De bedrijfsnamen en productnamen die bet rekking hebben op het audiosysteem zijn de han-
delsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
Soorten audiosystemen*
Overzicht
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de motor is uitgezet.
■Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeist of over het audiosysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 512 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 514 of 754
513
5
COROLLA_TMUK_EE 5-1. Basishandelingen
Audiosysteem
Vo l u m e
• Indrukken: Verhogen/verlagen van het
volume
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort: Volume onafgebroken verhogen/verlagen
Toets MODE
• Indrukken: Inschakelen van het systeem, selecteren van een audiobron
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
Radio geselecteerd: Dempen
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus: De actuele weer-
gave onderbreken. Druk de toets nogmaals in en houd hem
ingedrukt om het dempen of onderbreken
ongedaan te maken.
Radio geselecteerd:
• Indrukken: Selecteren van een radiozen-
der die als voorkeuzezender is opgesla-
gen.
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
Omhoog/omlaag zoeken
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus:
• Indrukken: Selecteren van een num- mer/bestand
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort: Selecteren van een map of album
(MP3/WMA/AAC-disc, USB of
Bluetooth
®-audio)
■Selecteren van de audiobron
Druk op de toets MODE wanneer het audio-
systeem is ingeschak eld. De audiobron wij-
zigt in onderstaande volgorde, elke keer als
de toets wordt ingedrukt. Als een modus niet
kan worden gebruikt, wordt deze overgesla-
gen.
AM→ FM→CD of MP3/WMA/AAC →iPod of
USB-geheugen →Bluetooth
®-audio
Gebruik van de
audiotoetsen op het
stuurwiel
Sommige functies van het audio-
systeem kunnen worden bediend
met behulp van de toetsen op het
stuurwiel.
De werking kan verschillen afhan-
kelijk van het type audio- of navi-
gatiesysteem. Raadpleeg de
handleiding van het audio- of navi-
gatiesysteem voor meer informa-
tie.
Bedienen van het
audiosysteem met de
stuurwieltoetsen
WAARSCHUWING
■Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op
het stuurwiel de nodige voorzichtigheid in
acht.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 513 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 516 of 754
515
5
COROLLA_TMUK_EE 5-2. Gebruik van het audiosysteem
Audiosysteem
5-2.Gebruik van het audiosysteem
Knop TUNE•SELECT
Indrukken: Weergeven van het menu
SETUP (instellingen)/selecteren van de
modus
Draaien: Wijzigen van de volgende instellin-
gen
• “Sound Setting” (geluidsinstelling)
→
Blz. 515
•Radio
→ Blz. 517
• “Bluetooth”
→ Blz. 542
•TEL
→ Blz. 544
Dagmodusschakelaar Als de koplampen worden ingescha-
keld, wordt het scherm gedimd.
Het scherm kan echter wel weer wor-
den teruggezet in de dagstand door de
dagmodus te selecteren.
De dagmodus blijft vervolgens inge-
schakeld zolang de verlichting brandt,
tot opnieuw de dagmodus wordt gese-
lecteerd.
■Wijzigen van geluidskwaliteitsin-
stellingen
1 Druk op de knop TUNE•SELECT.
2 Draai de knop om “Sound setting”
(geluidsinstellingen) te selecteren.
3 Druk op de knop.
4 Draai de knop afhankelijk van de
gewenste stand.
“Bass”, “Treble”, “Fader”, “Balance”, of “ASL”
kan worden geselecteerd.
5Druk op de knop.
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem
De geluidskwaliteit , de balans en
de ASL-instellingen kunnen wor-
den gewijzigd en de dagmodus
kan worden geselecteerd.
Bediening
Dagmodus
Gebruik van toonregeling en
geluidsverdeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 515 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 518 of 754
517
5
COROLLA_TMUK_EE 5-3. Gebruik van de radio
Audiosysteem
5-3.Gebruik van de radio
AAN/UIT/volumeknop
Indrukken: In- of uitschakelen van het audiosysteem
Draaien: Regelen van het volume
Toets AM/FM
Voorkeuzetoetsen
Knop TUNE•SELECT
Aanpassen van de frequentie
Dempen
Zoeken van frequentie
Bediening radio
Druk op de toets MODE totdat AM of FM wordt weergegeven.
Bedieningspaneel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page
517 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 519 of 754
518
COROLLA_TMUK_EE5-3. Gebruik van de radio
1
Zoek de gewenste zender door de
knop TUNE•SELECT te draaien of
door te drukken op de toets > of <
van de toets SEEK•TRACK.
2 Houd een van de voorkeuzetoetsen
waaronder u de zender wilt
opslaan, ingedrukt totdat u een
piepsignaal hoort.
■Ontvangstgevoeligheid
●Het is niet altijd mo gelijk radiosignalen per-
fect te ontvangen vanwege de steeds wis-
selende positie van de antenne,
verschillen in signaalsterkte en de aanwe-
zigheid van objecten in de omgeving als
treinen, zendstations, enz.
●De radioantenne is bevestigd op het dak.
Vastleggen van
voorkeuzezenders
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 518 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 527 of 754
526
COROLLA_TMUK_EE5-5. Gebruik van een extern apparaat
Selecteren van een nummer, vooruitspoelen of terugspoelen
1 Druk op (Browse) (bladeren)
om de iPod-afspeelmodus te selec-
teren.
2 Door de knop TUNE•SELECT
rechtsom te draaien verandert de
afspeelmodus als volgt: “Playlists” (afspeellijsten)
→“Artists” (arties-
ten) →“Albums” →“Songs” (num-
mers) →“Genres” →“Composers”
(componisten) →“Radio”→“Audio-
books” (audioboeken) →“Pod-
casts”→“iTunes U”
3 Druk op de knop om de gewenste
afspeelmodus te selecteren.
■Lijst afspeelmodus
■Selecteren van een lijst
1 Draai de knop TUNE•SELECT om
de eerste selectielijst weer te
geven. 2
Druk op de knop om het gewenste
item te selecteren en de tweede
selectielijst weer te geven.
3 Herhaal deze procedure om het
gewenste item te selecteren.
Selecteren van een
afspeelmodus
AfspeelmodusEerste selectieTweede selectieDerde selectieVierde selectie
AfspeellijstenSelectie
afspeellijstenSelectie
nummers--
ArtistsSelectie artiestenSelectie albumsSelectie
nummers-
AlbumsSelectie albumsSelectie
nummers--
SongsSelectie
nummers---
GenresSelectie genresSelectie artiestenSelectie albumsSelectie
nummers
ComposersSelectie
componistenSelectie albumsSelectie
nummers-
RadioZenders---
AudiobooksSelectie
audioboekenSelecteren van
hoofdstuk--
PodcastsProgramma'sSelectie
afleveringen--
iTunes UCursussenSelectie
afleveringen--
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 526 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM