display TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Page 382 of 754
381
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie 
mogelijk tijdelijk uitges
chakeld. Als  echter 
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt 
voldaan, wordt de werking van de functie 
automatisch hervat. ( →Blz. 380)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( →Blz. 380) wordt voldaan terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is, klinkt 
er mogelijk een zoemer om aan te geven 
dat de functie tijdel ijk is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Cente-
ring-functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie 
rondom het verlaten van de rijstrook, de 
wegomstandigheden, enz. merkt de 
bestuurder mogelijk niet dat de functie in 
werking is of werkt de functie mogelijk 
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de 
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de 
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk 
slecht te horen door geluiden van buiten, 
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of 
niet recht is, werkt de Lane Departure 
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto met BSM: Het systeem kan mogelijk 
niet vaststellen of er een gevaar bestaat 
voor een aanrijding met een voertuig op 
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane 
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het 
multi-informatiedisplay een waarschuwings-
melding weergegeven om de bestuurder aan 
te sporen het stuurwiel vast te houden. 
Tevens wordt het in de afbeelding weergege-
ven symbool op het multi-informatiedisplay 
weergegeven. De waarschuwing stopt wan-
neer het systeem signaleert dat de bestuur-
der het stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen 
altijd aan het stuurwiel wanneer u dit systeem 
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de 
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt 
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt he t geluid hiervan langer 
aan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  381  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 383 of 754
382
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 723)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  382  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 387 of 754
386
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt te 
verlaten, wordt er een waarschuwing 
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer om de bestuurder te 
waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt, 
controleer dan het gebied rondom uw auto 
en stuur de auto voorzichtig terug naar het 
midden van de rijstrook.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de Lane Departure 
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, helpt het systeem voor zover 
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig het stuurwiel licht 
te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel 
een bepaalde periode niet bediend is of dat 
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven 
op het multi-informatiedisplay en wordt de 
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de stuurassistentie in 
werking, zelfs wanneer de richtingaanwijzers 
zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Functies die zijn opgenomen in 
het LDA-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  386  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 388 of 754
387
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Waarschuwingsfunctie slingeren 
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er 
een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay om de bestuur-
der te waarschuwen. Druk op de toets LDA om het LDA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden en er 
wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het 
LDA-systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LDA-systeem de 
volgende keer dat de motor wordt gestart 
ongewijzigd.
Controlelampje LDA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van 
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: Het LDA-systeem is geactiveerd.
Inschakelen van het 
LDA-systeem
Meldingen op het 
multi-informa
tiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  387  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 389 of 754
388
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Brandt groen: De stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning 
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de 
stuurassistentiefuncti e in werking is.
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als 
de auto de rijstrook verlaat, knippert de 
witte lijn die wordt weergegeven aan de 
zijde waar de auto de strook verlaat 
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De LDA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook- markeringen of een rijbaan*. (Wanneer 
een witte [gele] markering of rijbaan
* 
slechts aan één zijde wordt herkend, werkt 
het systeem uitsluitend voor de herkende 
zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
(Auto met BSM: Behalve wanneer een 
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt 
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe  bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 390)
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  388  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 390 of 754
389
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan 
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane 
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar 
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist” 
(stuurassistentie) in   van het 
multi-informatiedisplay is “ON” (aan). 
(→ Blz. 723)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 389)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in   van het 
multi-informatiedisplay is “ON” (aan). 
(→ Blz. 723)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 390)
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie 
mogelijk tijdelijk uitges chakeld. Als  echter 
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt 
voldaan, wordt de werking van de functie 
automatisch hervat. ( →Blz. 388)
■Stuurassistentiefunctie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie 
rondom het verlaten van de rijstrook, de 
wegomstandigheden, enz. merkt de 
bestuurder mogelijk niet dat de functie in 
werking is of werkt de functie mogelijk 
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de 
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de 
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk 
slecht te horen door geluiden van buiten, 
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of 
niet recht is, werkt de Lane Departure 
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto met BSM: Het systeem kan mogelijk 
niet vaststellen of er een gevaar bestaat 
voor een aanrijding met een voertuig op 
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane 
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het 
multi-informatiedisplay een waarschuwings-
melding weergegeven om de bestuurder aan 
te sporen het stuurwiel vast te houden. 
Tevens wordt het in de afbeelding weergege-
ven symbool op het multi-informatiedisplay 
weergegeven. De waarschuwing stopt wan-
neer het systeem signaleert dat de bestuur-
der het stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen 
altijd aan het stuurwiel wanneer u dit systeem 
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de 
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt 
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  389  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 391 of 754
390
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt het geluid hiervan langer 
aan.
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LDA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“Lane Departure Alert Malfunction Visit 
Your Dealer” (Storing in Lane Departure 
Alert. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“Lane Departure Alert Unavailable” (Lane 
Departure Alert niet beschikbaar)
Het systeem is tijde lijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LDA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LDA-systeem weer in.
●“Lane Departure Alert Unavailable at Cur-
rent Speed” (Lane Departure Alert niet 
beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LDA-systeem. Rijd langzamer.
●“Lane Departure Alert Unavailable Below 
Approx. 50km/h” (Lane Departure Alert niet 
beschikbaar bij snelheid onder de 50 km/h)
Het LDA-systeem kan niet worden gebruikt 
omdat de rijsnelheid lager is dan ongeveer 
50 km/h. Rijd met een snelheid van ongeveer 
50 km/h of hoger.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 723)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  390  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 392 of 754
391
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise 
Control met volledig 
snelheidsbereik
*
Wanneer de afstandsregelmodus 
is ingeschakeld, accelereert, dece-
lereert en stopt  de auto automa-
tisch overeenkomstig de 
veranderingen in snelheid van de 
voorligger, zelfs wanneer het gas-
pedaal niet wordt ingetrapt. In de 
constante-snelheidsregelmodus 
rijdt de auto met een constante 
snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbe-
reik op autowegen en snelwegen.
 Afstandsregelmodus ( →Blz. 394)
 Constante-snelheidsregelmodus 
(→Blz. 398)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert:  →Blz. 400
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt:  →Blz. 401
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  391  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 396 of 754
395
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde snel-
heid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de inges
telde snelheid bereikt wordt. Het systeem 
schakelt vervolgens weer over op  het rijden met constante snelheid.
1Druk op de cruise control-hoofd-
schakelaar om de cruise control in 
te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic Radar 
Cruise Control gaat branden en er wordt een 
melding weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. Druk nogmaals op de schakelaar 
om de cruise control uit te schakelen.
Als de cruise control-hoofdschakelaar gedu-
rende ten minste 1,5 seconden ingedrukt 
wordt gehouden, schakelt het systeem over 
op de constante-snelheidsregelmodus. 
(→ Blz. 398)
2 Accelereer of decelereer met 
behulp van het gaspedaal naar de 
gewenste rijsnelheid (ongeveer 30 
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar -SET om de snelheid op te 
slaan.
Het controlelampje cruise control SET gaat 
branden. De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt losgelaten, wordt de ingestelde 
snelheid.
Druk, om de ingestelde snelheid te wij-
zigen, op de schakelaar +RES of -SET 
totdat de gewenste snelheid wordt 
weergegeven.
1
Verhogen van de snelheid (behalve 
wanneer de auto  door het systeem 
is stilgezet in de afstandsregelmo-
dus)
2 Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Druk op de toets.
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt om de snelheid te wijzigen en laat hem 
los als de gewenste snelheid is bereikt.
Instellen van de rijsnelheid 
(afstandsregelmodus)
Wijzigen van de ingestelde 
snelheid
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  395  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM 
Page 400 of 754
399
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via   op het 
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 123)
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 
km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30 
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakel d, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af tot onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book  Page  399  Thursday, October 24, 2019  2:54 PM