alarm TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 3 of 750
2
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
Ter informatie ..........................................
6
Over deze handleiding............................ 9
Zoekmethoden...................................... 10
Overzicht .............................................. 11
1-1. Voor een veilig gebruik Voordat u gaat rijden ................... 30
Veilig rijden.................................. 31
Veiligheidsgordels ....................... 32
Airbags ........................................ 36
Belangrijke  voorzorgsmaatregelen in 
verband met uitlaatgassen ....... 44
1-2. Veiligheidsvoorzieningen  voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag ........... 45
Rijden met kinderen in de auto ... 46
Baby- en kinderzitjes................... 47
1-3. Noodoproep eCall ............................................ 69
1-4. Antidiefstalsysteem Startblokkering ............................ 81
Supervergrendeling..................... 98
Alarm........................................... 99
2-1. Instrumentenpaneel Waarschuwingslampjes en controlelampjes ................ 102
Meters en tellers  (4,2 inch display) ................... 107
Meters en tellers  (7 inch display) ...................... 111
Multi-informatiedisplay ............. 117
Head-up display ....................... 124
Informatie over  brandstofverbruik ................... 1283-1. Informatie over sleutels
Sleutels .................................... 132
3-2. Openen, sluiten en  vergrendelen van 
de portieren
Portieren................................... 201
Achterklep ................................ 206
Smart entry-systeem met  startknop ................................ 218
3-3. Verstellen van de stoelen Voorstoelen .............................. 273
Achterstoelen ........................... 274
Hoofdsteunen ........................... 276
3-4. Verstellen van het  stuurwiel en de spiegels
Stuurwiel .................................. 278
Binnenspiegel........................... 279
Buitenspiegels .......................... 280
3-5. Openen en sluiten van  de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten..... 283
Panoramadak ........................... 285
4-1. Voordat u gaat rijden Rijden met de auto ................... 292
Lading en bagage .................... 299
Rijden met een  aanhangwagen ...................... 301
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop) ............................... 308
Startknop (auto's met Smart  entry-systeem en 
st
 artknop) ............................... 310
Multidrive CVT.......................... 314
Handgeschakelde  transmissie............................. 317
Richtingaanwijzerschakelaar.... 320
Parkeerrem .............................. 321
Brake Hold ............................... 324
1Veiligheid en beveiliging
2Voertuigstatusinformatie 
en controlelampjes
3Voordat u gaat rijden
4Rijden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  2  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 5 of 750
4INHOUDSOPGAVE
COROLLA_TMUK_EE
6-1. Gebruik van de airconditioning  en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 556
Automatische airconditioning ... 561
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................... 568
6-2. Gebruik van de  interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 570
6-3. Gebruik van de  opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 573
Voorzieningen in de  bagageruimte......................... 576
6-4. Overige voorzieningen  in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur............................ 585
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 594
Reinigen en beschermen van  het interieur van uw auto ....... 596
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 599
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud .. 601
Motorkap .................................. 602
Plaatsen van een garagekrik ... 603
Motorruimte .............................. 605
Banden..................................... 612
Bandenspanning ...................... 627
Velgen ...................................... 628
Interieurfilter ............................. 630
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 632
Controleren en vervangen  van zekeringen ...................... 635
Lampen .................................... 6388-1. Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.................. 644
Als uw auto in geval van nood  tot stilstand moet worden 
gebracht ................................. 644
Als de auto vastzit in  stijgend water......................... 645
8-2. Stappen die genomen moeten  worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ................................. 647
Als u denkt dat er iets mis is .... 651
Uitschakelsysteem  brandstofpomp ....................... 652
Als een waarschuwingslampje  gaat branden of een 
waarschuwingszoemer klinkt . 653
Als er een  waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven ............... 662
Als uw auto een lekke band  heeft (auto's met een 
bandenreparatieset)............... 664
Als uw auto een lekke band  heeft (auto's met een 
reservewiel) ........................... 681
Als de motor niet wil  aanslaan ................................ 693
Als u uw sleutels verliest .......... 695
Als de elektronische sleutel  niet goed werkt ...................... 695
A
ls de accu ontladen is ............ 697
Als de motor oververhit raakt ... 702
Als de auto vast komt te  zitten ...................................... 704
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
8Bij problemen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  4  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 17 of 750
16Overzicht
COROLLA_TMUK_EE Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 117
Weergave ................................................................................................... Blz. 117
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 662
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 320
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 326
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 326
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 335
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 336
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 339
Gebruik .............................................................................................. Blz. 336, 339
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof ........................................................... Blz. 611
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 644
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 602
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 278
Airconditioning ................................................................................ Blz. 556, 561
Gebruik .............................................................................................. Blz. 556, 561
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 558, 564
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 502
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/ multimediasysteem de handleiding 
voor het navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  16  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 24 of 750
23Overzicht
COROLLA_TMUK_EEMulti-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 117
Weergave ................................................................................................... Blz. 117
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 662
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 320
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 326
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl
ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 326
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 335
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 336
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ......................................... Blz. 339
Gebruik .............................................................................................. Blz. 336, 339
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof ........................................................... Blz. 611
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 644
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 602
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 278
Airconditioning ................................................................................ Blz. 556, 561
Gebruik .............................................................................................. Blz. 556, 561
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 558, 564
Audiosysteem
*4, 5.................................................................................... Blz. 502
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg bij auto's met een navigatie-/ multimediasysteem de handleiding 
voor het navigatie- en multimediasysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  23  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 30 of 750
1
29
Veiligheid en beveiliging
1
COROLLA_TMUK_EE
Veiligheid en beveiliging
.1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden ................ 30
Veilig rijden ............................... 31
Veiligheidsgordels..................... 32
Airbags ..................................... 36
Belangrijke  voorzorgsmaatregelen in 
verband met uitlaatgassen ..... 44
1-2. Veiligheidsvoorzieningen  voor kinderen
Aan/uit-schakelaar airbag ......... 45
Rijden met kinderen in  de auto ................................... 46
Baby- en kinderzitjes ................ 47
1-3. Noodoproep
eCall ......................................... 69
1-4. Antidiefstalsysteem Startblokkering.......................... 81
Supervergrendeling .................. 98
Alarm ........................................ 99
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  29  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 39 of 750
381-1. Voor een veilig gebruik
COROLLA_TMUK_EE
■Als de airbags worden geactiveerd
●U kunt lichte schaafplekken, brandwonden, 
kneuzingen, e.d. oplopen als gevolg van 
de zeer hoge snelheid waarmee de air-
bags worden geactiveerd door hete gas-
sen.
●Er is een luide knal hoorbaar en er komt 
wit poeder vrij.
●Gedurende enkele minuten na het active-
ren van de airbags kunnen de onderdelen 
van de airbagmodule (stuurwielnaaf, 
afdekkap airbag en ontstekingsmecha-
nisme) evenals de voorstoelen, delen van 
de voor- en achterstijlen en de daklijstbe-
kleding nog heet zijn. De airbag zelf kan 
ook heet zijn.
●De voorruit kan barsten.
●Het remsysteem en de remlichten worden 
automatisch aangestuurd. ( →Blz. 493)
●De interieurverlichting gaat automatisch 
branden. ( →Blz. 572)
●De alarmknipperlichten worden automa-
tisch ingeschakeld. ( →Blz. 644)
●De brandstoftoevoer naar de motor wordt 
gestopt. ( →Blz. 652)
●Auto's met eCall: Als een van de volgende 
situaties zich voordoet, verstuurt het sys-
teem automatisch een noodoproep
* naar 
het eCall-controlecentrum. De locatie van 
de auto wordt doorgegeven (zonder dat de 
toets SOS hoeft te worden ingedrukt) en 
een medewerker zal proberen om met de 
inzittenden te praten om de ernst van de 
situatie vast te stellen en te bepalen of hulp 
nodig is. Als de inzittenden niet in staat zijn 
om te communiceren, behandelt de mede-
werker de oproep automatisch als een 
noodgeval en schakelt hij of zij de noodza-
kelijke hulpdiensten in. ( →Blz. 69)
• Een airbag is geactiveerd.
• Een gordelspanner is geactiveerd.
• De auto is betrokken bij een ernstige aan- rijding van achteren.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep 
worden verzonden. ( →Blz. 70)
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (airbags voor)
●De airbags voor worden geactiveerd als 
een bepaalde drempelwaarde wordt over-
schreden (vergelijkbaar met een frontale 
aanrijding met een snelheid van ongeveer 
20 - 30 km/h tegen een muur die niet kan 
bewegen of vervormen).
Deze drempelsnelheid kan in de volgende 
situaties echter veel hoger liggen:
• Wanneer de auto iets raakt dat kan bewe- gen en/of vervormen, zoals een gepar-
keerde auto of lantaarnpaal
• Wanneer de auto betrokken raakt bij een  ongeval waarbij de neus van de auto onder 
een vrachtwagen terechtkomt
■Voorwaarden voor activering van de air-
bags (side airbags en curtain airbags)
●De side airbags en curtain airbags worden 
geactiveerd als een bepaalde drempel-
waarde wordt overschreden (vergelijkbaar 
met ter plaatse van het passagierscompar-
timent aangereden worden met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h door een 
ongeveer 1.500 kg wegend voertuig, 
komend vanuit een richting die haaks staat 
op de positie van de auto).
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware aanrijding van 
opzij.
●Beide curtain airbags worden mogelijk ook 
geactiveerd bij een zware frontale aanrij-
ding.
■Omstandigheden waarbij de airbags 
geactiveerd kunnen worden, anders 
dan bij een aanrijding
De airbags voor, de side airbags en de cur-
tain airbags kunnen ook geactiveerd worden 
bij zware stoten tegen de onderkant van de 
auto. Zie de afbeelding voor een aantal voor-
beelden.
●Raken van een stoeprand of een ander 
hard voorwerp
●In of over een diepe kuil rijden
●Hard neerkomen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  38  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 75 of 750
741-3. Noodoproep
COROLLA_TMUK_EE
2. INFORMATIE OVER GEGEVENSVERWERKING
2.1.
Elke verwerking van persoonsgegevens die via het in 
het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde 
eCall-systeem zijn verzameld, moet voldoen aan de 
regelgeving met betrekking tot persoonsgegevens 
zoals vastgelegd in richtlijn 95/46/EG en 2002/58/EG, 
en moet met name zijn gebaseerd op de noodzaak om 
de vitale belangen van personen te beschermen, con-
form artikel 7(d) van richtlijn 95/46/EG.
O
2.2.
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt 
beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van 
de eCall-noodoproep naar het Europese alarmnummer 
112.
O
2.3. Soorten gegevens en hun ontvangers
2.3.1.
Het in het voertuig geïntegreerde op 112 gebaseerde 
eCall-systeem kan alleen de volgende gegevens ver-
zamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer, 
type voertuig (personenauto of lichte bestelwagen), 
type brandstof/aandrijving van het voertuig (ben-
zine/diesel/aardgas/LPG/elektriciteit/waterstof), laatste 
drie locaties en rijrichting  van het voertuig, logbestand 
van de automatische activering van het systeem inclu-
sief tijdstip van activering
O
2.3.2.
De ontvangers van de door het in het voertuig geïnte-
greerde op 112 gebaseerde eCall-systeem verwerkte 
gegevens zijn de relevante openbare alarmcentrales 
die zijn aangewezen door de publieke autoriteiten van 
het land waarin deze centrales zijn gevestigd om als 
eerste eCall-oproepen naar het Europese alarmnum-
mer 112 te ontvangen en te verwerken.
O
Gebruikersinformatie uitvoering  regelgeving, bijlage 1, DEEL 3Conformiteit
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  74  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 100 of 750
99
1
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten 
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om 
ongewild activeren van het alarm en 
diefstal te voorkomen:
 Er is niemand in de auto.
 De ruiten en het panoramadak 
(indien aanwezig) zijn gesloten voor-
dat het alarm wordt ingeschakeld.
 Er zijn geen waardevolle spullen of 
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
■Inschakelen
Sluit de portieren, de achterklep en de 
motorkap en vergrendel alle portieren 
met de instapfunctie (indien aanwezig) 
of de afstandsbediening. Na 30 secon-
den wordt het systeem automatisch 
ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar 
knippert.
■Deactiveren of uitschakelen
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren 
of uit te schakelen:
 Ontgrendel de portieren met de 
instapfunctie (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening.
 Start de motor. (Het alarm wordt na 
enkele seconden gedeactiveerd of 
uitgeschakeld.)
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij 
alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geac-
tiveerd worden: 
(Door het stopzetten van het alarm wordt het 
systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de 
sleutel of de mechanische sleutel.
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een 
inbraakpoging wordt gedetec-
teerd. 
Wanneer het alarmsysteem is 
ingeschakeld, wordt het alarm 
onder de volgende omstandighe-
den geactiveerd:
 Als een vergrendeld portier wordt 
ontgrendeld of geopend zonder 
gebruik te maken van de instap-
functie (indien aanwezig) of de 
afstandsbediening. (De portieren 
zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)
 Als de motorkap wordt geopend.
Inschakelen/uitschakelen/
uitzetten van het alarmsysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page  99  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 101 of 750
1001-4. Antidiefstalsysteem
COROLLA_TMUK_EE
●Iemand in de auto opent een portier, de 
achterklep of de motorkap of ontgrendelt 
de auto.
●De accu wordt opgeladen of vervangen 
terwijl de auto is vergrendeld. ( →Blz. 700)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhankelijk 
van de situatie, de portieren automatisch ver-
grendeld om potentiële indringers buiten de 
auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven 
persoon het portier ontgrendelt en het 
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ontgren-
delt een in de auto achtergebleven per-
soon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de accu
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed 
werkt
Verander of verwijder het systeem niet. Na 
veranderen of verwijderen kan de juiste 
werking van het systeem niet worden 
gegarandeerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 100  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
Page 203 of 750
2023-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
■Sleutel
Het vergrendelen en ontgrendelen van 
de portieren met behulp van de sleutel 
gaat als volgt:
Auto's zonder Smart entry-systeem 
en startknop
1 Ontgrendelen van alle portieren
Draaien en vasthouden om de ruiten*1 en 
het panoramadak*1, 2 te openen.
2 Vergrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het 
panoramadak*1, 2 te sluiten.
*1: Deze instelling moet aan de persoonlijke  voorkeur worden aangepast door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*2: Indien aanwezig
Auto's met Smart entry-systeem en 
startknop
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met de 
mechanische sleutel. ( →Blz. 696)
■Instellen van de ontgrendelfunctie 
(auto's met Smart entry-systeem en 
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portie-
ren met de instapfunctie via de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT. 2
Houd de toets   of   (indien 
aanwezig) ingedrukt en houd tegelijker-
tijd de toets   gedurende ongeveer 5 
seconden ingedrukt als het controle-
lampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer een 
handeling wordt uitgevoerd, zoals hieronder 
is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw 
wilt wijzigen, laat u de toetsen los, wacht u 
ten minste 5 seconden en herhaalt u vervol-
gens stap  2.)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen 
dat het alarm onbedoeld wordt geactiveerd, 
moet u de portieren ontgrendelen met de 
afstandsbediening en een portier eenmaal 
openen en sluiten als de instellingen zijn 
gewijzigd. (Als er binnen 30 seconden nadat 
op   is gedrukt geen portier wordt 
geopend, worden de portieren weer vergren-
deld en wordt het alarm automatisch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit 
wordt geactiveerd. ( →Blz. 99)
Multi-informatiedis-
play/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse  besturing)
(auto's met rechtse  besturing)
Exterieur: 3 keer een  piepsignaal
Interieur: Eén belsig- naal
Als u de portiergreep 
van het bestuurders-
portier vasthoudt, 
wordt alleen het 
bestuurdersportier 
ontgrendeld.
Als u de portiergreep 
van het voorpassa-
giersportier vast-
houdt, worden alle 
portieren ontgren-
deld.
Exterieur: Twee piep-signalen
Interieur: Eén belsig- naal
Als u een voorportier-
greep vasthoudt, 
worden alle portie-
ren ontgrendeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 202  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM