ESP TOYOTA GR YARIS 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 8 of 458
7
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
beschikbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
De auto is uitgerust met geavanceerde 
computers die bepaalde informatie 
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo- tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu- nende systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem 
voor de locatie van registrerende camera's 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk 
van de uitvoering en de aanwezige 
opties van de auto, en van de bestem-
ming.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in 
bepaalde situaties beelden van buiten 
de auto op.
 Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om 
storingen vast te stellen, onderzoek te doen 
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de 
auto of, wanneer het een leaseauto 
betreft, van de leaserijder van de auto • Op officieel verzoek van de politie, de 
rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet  worden gekoppeld aan een bepaalde auto 
of eigenaar
 Vastgelegde beeldinformatie kan 
door een Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitge-
schakeld. Maar als de functie wordt uitge-
schakeld, zijn er geen gegevens over de 
werking van het systeem beschikbaar.
De airbags en de gordelspanners in uw 
Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd 
terwijl de airbags en/of de gordelspan-
ners nog intact zijn, kan tijdens de ver-
nietiging een ontploffing plaatsvinden 
en brand ontstaan. Laat daarom het air-
bagsysteem en de gordelspanners 
eerst verwijderen en afvoeren door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  7  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 32 of 458
31
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt 
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorschriften in acht 
om de kans op letsel bij plotseling remmen 
of uitwijken of bij een aanrijding te beper-
ken.
Als u de voorschriften niet in acht neemt, 
kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de 
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door 
één persoon worden gebruikt. Gebruik 
een veiligheidsgordel niet voor twee 
personen tegelijk, ook niet als de 
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de 
achterstoel plaatsnemen en altijd op de 
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en/of het baby- of kin-
derzitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen 
de rugleuning niet verder achterover 
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen 
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel 
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en 
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 32)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op 
dezelfde manier dragen als de andere 
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen 
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste 
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de 
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig lets el oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 32)
■Als er kinderen in de auto aanwezig 
zijn
 Blz. 59
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels 
niet beschadigd raken doordat de riem, 
de gesp of de gordelsluiting bekneld 
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  31  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 33 of 458
32
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar 
buiten dat de gordel goed tegen de  schouder aan ligt en niet van de 
schouder af glijdt of tegen de nek 
aan ligt.
 Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
 Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop 
mogelijk in de stoel zitten met uw rug 
stevig tegen de leuning.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door 
kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in 
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje 
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze 
te dragen. ( Blz. 45)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op een juiste manier te dra-
gen, volg dan de instructies met betrekking 
tot het gebruik van de veiligheidsgordel op. 
( Blz. 31)
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn 
voor veiligheidsgordels, neem dan contact op 
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem 
regelmatig. Let op beschadigingen, 
zoals scheuren en rafels, en op losse 
onderdelen. Gebruik een beschadigde 
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo 
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende 
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet 
gedraaid is.
Neem direct contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de veiligheidsgordel niet 
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij  een ernstig ongeval, 
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf 
te plaatsen, verwijderen, wijzigen, 
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Als de veiligheidsgordels 
niet op de juiste wijze worden gebruikt, 
werken ze mogelijk niet meer naar 
behoren.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  32  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 34 of 458
33
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
1Maak de veiligheidsgordel vast door 
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden 
losgemaakt door de ontgrendelknop 
 in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als 
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij 
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook 
in werking treden als u te snel vooroverbuigt. 
Wanneer de veiligheidsgor del blokkeert, trek 
dan stevig aan de gordel en laat hem vervol-
gens los. Vervolgens kan de gordel verder 
worden uitgetrokken door er kort en voorzich-
tig aan te trekken.
De gordelspanners helpen bij het op 
hun plaats houden van de inzittenden 
doordat ze de gordels snel strak tegen  het lichaam aan trekken bij bepaalde 
soorten zware frontale aanrijdingen en 
aanrijdingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd 
bij lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdin-
gen van opzij, bij aanrijdingen van achteren 
of wanneer de auto over de kop slaat.
■Vervangen van de veiligheidsgordel als 
de gordelspanner geactiveerd is 
geweest
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrij-
dingen, wordt de gordelspanner geactiveerd 
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de 
tweede of voor volgende aanrijdingen.
■Aan het PCS gekoppelde regeling voor 
de gordelspanners (auto's met Toyota 
Safety Sense)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) oor-
deelt dat een aanrijding met een voertuig 
waarschijnlijk is, worden de gordelspanners 
voorbereid om in werking te treden.
Vast- en losmaken van de 
veiligheidsgordel
Gordelspanners (voorstoelen)
WAARSCHUWING
■Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den als een gordelspanner is geactiveerd. 
De veiligheidsgordel kan in dit geval niet 
meer worden gebruikt en moet worden 
vervangen door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg 
hebben.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  33  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 59 of 458
58
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Een baby- of kinderzitje plaatsen 
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( Blz. 49, 50)
1 Als het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg 
dan Blz. 46 voor het afstellen van 
de voorpassagiersstoel.
2 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van 
het baby- of kinderzitje hindert. Zet 
anders de hoofdsteun in de hoogste 
stand. ( Blz. 118)
3 Voer de veiligheidsgordel door het 
baby- of kinderzitje en steek de 
gesp in de gordelsluiting. Controleer 
of de gordel niet gedraaid is. Maak 
de veiligheidsgordel goed vast aan  het baby- of kinderzitje aan de hand 
van de bijgesloten handleiding.
4 Als uw baby- of kinderzitje niet is 
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet 
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
5 Beweeg het baby- of kinderzitje na 
het plaatsen naar achteren en naar 
voren om te controleren of het goed 
vastzit. ( Blz. 59)
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een 
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal 
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt 
het baby- of kinderzitje mogelijk een stukje 
omhoog als gevolg van de terugwerking van 
de zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u 
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een veiligheidsgordel
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  58  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 60 of 458
59
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. 
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
U moet bij het plaatsen  van het zitje mogelijk 
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de 
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- 
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt  u deze kopen bij een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: 
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby-  of kinderzitje)
Voor de zitplaatsen achter zijn onderste 
bevestigingspunten aanwezig. (Merkte-
kens geven aan waar de bevestigings-
punten zich in de stoelen bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of 
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( Blz. 49, 50)
1 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van 
het baby- of kinderzitje hindert. Zet 
anders de hoofdsteun in de hoogste 
stand. ( Blz. 118)
2 Controleer de posities van de speci-
ale stangen en plaats het zitje op de 
stoel.
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als  de veiligheidsgordel 
om de nek van het kind draait, kan het 
kind stikken of ernstig letsel oplopen. 
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet 
kan worden losgemaakt, knip de gordel 
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar 
links en naar rechts en naar voren en 
naar achteren om te controleren of het 
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat 
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen 
geplaatst is altijd of de schoudergordel 
over het midden van de schouder van 
het kind loopt. De gordel mag niet langs 
de nek van het kind lopen, maar mag 
ook niet van de schouder van het kind 
vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje altijd  de gebruiksaanwijzing 
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  59  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 101 of 458
100
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop ( Blz. 109)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie 
( Blz. 101)
Mechanische sleutels
Plaatje met sleutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de 
toetsen van de sleutel met afstandsbedie-
ning. Zorg dat de toetsen niet per ongeluk 
kunnen worden ingedrukt als de sleutel zich 
bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toet-
sen van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er 
radiogolven worden uitgezonden die de wer-
king van de vliegtuigsystemen kunnen ver-
storen.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er 
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
schakeld.
●Schakel de energiebespaarmodus van de 
elektronische sleutel in om te voorkomen 
dat de batterij van de elektronische sleutel  leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. (
Blz. 110)
●Omdat de elektronische sl eutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel 
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogelijk ontladen is. 
Vervang de batterij indien nodig. 
(  Blz. 295)
• Het Smart entry-systeem met startknop of  de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat  niet branden.
●Houd, om de levensduur van de batterij 
niet nodeloos te bekor ten, de elektronische 
sleutel op een afstand van minimaal 1 m 
van de volgende elektrische apparaten 
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en  batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en  mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer 
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto 
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de 
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen 
raken.
■Batterij vervangen
 Blz. 295
■Als Er is een nieuwe sleutel geregis-
treerd. Neem voor meer informatie con-
tact op met uw dealer wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke keer 
dat het bestuurdersportier wordt geopend als 
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er 
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als deze melding wordt weerge-
geven, maar u geen nieuwe elektronische 
sleutel hebt geregistreerd, om te controleren 
of er een onbekende elektronische sleutel 
(anders dan de sleutels die u in uw bezit 
hebt) is geregistreerd.
Sleutels
De sleutels
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  100  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 111 of 458
110
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de 
elektronische sleutel en de accu leeg raken 
wanneer de auto gedurende langere tijd niet 
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd 
duren voordat de portieren met het Smart 
entry-systeem met startknop ontgrendeld 
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een 
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is  gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop 
gedurende 14 dagen of langer niet is 
gebruikt, kunnen de portieren alleen via 
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het 
bestuurdersportier vast of gebruik de 
afstandsbediening of de mechanische 
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
●Wanneer de energiebespaarmodus is 
ingeschakeld, loopt de  batterij veel minder 
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt 
gestopt.
Druk   twee keer in terwijl u   ingedrukt 
houdt. Ga na of het controlelampje van de 
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan  niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de 
toetsen van de elektronische sleutel om de 
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende 
langere tijd niet worden gebruikt, kan 
vooraf in de energiebespaarmodus worden 
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop 
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de 
volgende situaties wordt de communicatie 
tussen de elektronische sleutel en de auto 
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart 
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen:  Blz. 338)
●Wanneer de batterij van de elektronische 
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast, 
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen 
een van de volgende metalen voorwerpen 
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de 
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt 
samen met de volgende apparaten die 
radiogolven uitzenden
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand 
ACC gezet terwijl het 
bestuurdersportier 
geopend was (of het 
bestuurdersportier werd 
geopend terwijl het contact 
in stand ACC stond).
Zet het contact 
UIT en sluit het 
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier 
geopend was.Sluit het 
bestuurderspor-
tier.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  110  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 112 of 458
111
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats 
voor betaald parkeren  staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een 
van de volgende manieren als de portieren 
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden 
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een 
van de portiergrepen en activeer de instap-
functie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden. 
(  Blz. 339)
Raadpleeg Blz. 339 als de motor niet kan 
worden gestart met het Smart entry-systeem 
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of 
in een portiervak of het dashboardkastje 
als de motor wordt gestart of de stand van 
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk 
gestart worden als de elektronische sleutel 
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid 
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of 
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen 
draagt, worden de portieren mogelijk niet 
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd 
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter  elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden 
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 110)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  111  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 113 of 458
112
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Als de elektronische sleutel zich in de auto 
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er 
mogelijk een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay en klinkt er een 
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle 
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet 
goed wanneer deze in contact komt met 
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze 
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep 
of het bedienen van de handgreep direct 
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de 
ontgrendelsensor van het portier aan en 
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de 
reactietijd voor het ontgrendelen van de 
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met 
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen 
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop 
kan vooraf worden uitgeschakeld. 
( Blz. 360)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt 
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 110)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij 
u hebt als u het systeem bedient. Houd de 
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto 
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie 
waarin de elektronische sleutel wordt 
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist 
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk 
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt 
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:  Blz. 339
●Starten van de motor:  Blz. 339
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de 
mechanische sleutel. ( Blz. 103, 339)
●Starten van de motor en wijzigen van de 
standen van het contact:  Blz. 339
●Uitzetten van de motor:  Blz. 138
■Verklaring voor het Smart entry-sys-
teem met startknop
 Blz. 371
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  112  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM