TOYOTA GR YARIS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Page 111 of 458
109
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Plaats van antenneAntennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de buitenportiergrepen of
de schakelaar achterklep openen bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen
ervoor dat diefstal van de auto en ongelukken
door een onjuiste bediening worden voorko-
men. Neem de juiste maatregelen op basis
van de weergegeven melding. ( Blz. 323)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt
eenmaal gedurende 5 seconden
Smar t entr y-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( Blz. 103)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( Blz. 107)
Starten van de motor ( Blz. 136)
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto
te vergrendelen terwijl er
nog een portier geopend
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 109 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 112 of 458
110
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: Blz. 338)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurderspor-
tier.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 110 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 113 of 458
111
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de portiergrepen en activeer de instap-
functie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( Blz. 339)
Raadpleeg Blz. 339 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 110)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 111 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 114 of 458
112
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 360)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 110)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Blz. 339
●Starten van de motor: Blz. 339
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 360)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( Blz. 103, 339)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: Blz. 339
●Uitzetten van de motor: Blz. 138
■Verklaring voor het Smart entry-sys-
teem met startknop
Blz. 371
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 112 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 115 of 458
113
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische appa-
ratuur
●Mensen met geïmplanteerde pacema-
kers, CRT-pacemakers of geïmplan-
teerde hartdefibrillatoren moeten
voldoende afstand bewaren tot de
antennes van het Smart entry-systeem
met startknop. (Blz. 109)
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
Indien nodig kan de instapfunctie wor-
den uitgeschakeld. Neem voor meer
informatie over bijvoorbeeld de frequen-
tie van de radiogolven en de momenten
waarop deze worden uitgezonden, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Raadpleeg vervol-
gens uw arts om na te gaan of de
instapfunctie moet worden uitgescha-
keld.
●Gebruikers van el ektrische medische
apparatuur anders dan geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers en
geïmplanteerde hartdefibrillatoren moe-
ten contact opnemen met de fabrikant
van deze producten om te informeren of
radiosignalen invloed uitoefenen op de
werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effec-
ten hebben op de werking van derge-
lijke medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige voor meer informa-
tie over het uitschakelen van de instap-
functie.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 113 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 116 of 458
114
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
3-3.Verstellen van de stoelen
Sportstoel
Premium sportstoelStoelpositieverstelling
Ontgrendeling rugleuningverstel-
ling en rugleuningverstelling
Ontgrendeling rugleuningverstel-
ling (alleen passagiersstoel)
Hoogteverstelling (alleen bestuur-
dersstoel)
■Instappen naar de achterstoelen
of uitstappen vanuit de achter-
stoelen
Bestuurdersstoel
1 Trek de hendel voor de ontgrende-
ling rugleuningverstelling en rugleu-
ningverstelling omhoog.
2 Trek aan de hendel voor de stoelpo-
sitieverstelling en schuif de stoel zo
ver mogelijk naar voren.
Passagiersstoel
1 Bedien de hendel voor de ontgren-
deling rugleuningverstelling en rug-
leuningverstelling of de hendel voor
de ontgrendeling van de rugleuning-
verstelling.
Voorstoelen
Procedure voor het verstellen
Instappen naar de
achterstoelen en uitstappen
vanuit de achterstoelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 114 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 117 of 458
115
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
2Schuif de stoel zo ver mogelijk naar
voren door tegen het bovenste
gedeelte van de rugleuning te
duwen.
■Na instappen naar de achterstoe-
len of uitstappen vanuit de achter-
stoelen
Klap de rugleuning rechtop totdat de
stoel wordt vergrendeld.
Alleen voorpassagiersst oel: De stoel wordt
vergrendeld zodra de rugleuning rechtop
staat.
WAARSCHUWING
■Stoel afstellen
●Let er bij het verstellen van de positie
van de stoel op dat de stoel de overige
inzittenden van de auto niet raakt,
omdat deze hierdoor wellicht letsel zou-
den kunnen oplopen.
●Houd uw handen niet onder de stoel of
in de buurt van bewegende onderdelen,
om letsel te vermijden.
Uw vingers of handen zouden bekneld
kunnen raken in het stoelmechanisme.
●Zorg ervoor voor dat er voldoende
ruimte overblijft voor de voeten, zodat
ze niet vast komen te zitten.
●Houd de rugleuning tegen bij het ver-
stellen wanneer u deze rechtop wil zet-
ten.
●Zet de rugleuning niet verder achterover
dan noodzakelijk, om te voorkomen dat
u in het geval van een aanrijding onder
het heupgedeelte van de veiligheidsgor-
del door schiet.
Als de rugleuning te ver achterover
staat, kan bij een aanrijding het heupge-
deelte over uw heupen heen schuiven,
waardoor er te veel kracht op uw buik
wordt uitgeoefend, of kan het schouder-
gedeelte van de gordel in contact
komen met uw nek, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Verstel de stoel niet tijdens het rijden,
aangezien de stoel dan onverwachts
kan bewegen. Daardoor kan de
bestuurder de controle over de auto ver-
liezen.
●Controleer na het verstellen of de stoel
goed is vergrendeld.
■Instappen naar de achterstoelen en
uitstappen vanuit de achterstoelen
●Zorg er bij het in- en uitstappen voor dat
uw handen, benen enz. niet bekneld
raken tussen onderdelen die kunnen
bewegen of een verbinding vormen.
●Ga bij het in- en uitstappen niet op de
stoelslede staan.
●Zorg er na het in- en uitstappen voor dat
de voorstoel goed is vergrendeld.
■Als de voorstoel wordt bediend vanaf
de achterstoel
Controleer of er niemand op de voorstoel
zit.
OPMERKING
■Wanneer een voorstoel wordt ver-
steld
Let er bij het verstellen van een voorstoel
op dat de hoofdsteun de hemelbekleding
niet raakt. Anders kunnen de hoofdsteun
en de hemelbekleding beschadigd raken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 115 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 118 of 458
116
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
■Rugleuningen achter neerklappen
1 Schuif de voorstoelen naar voren.
(Blz. 114)
2 Steek de gespen in de gesphouders
om te voorkomen dat de gordels in
de weg zitten.
3 Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand. ( Blz. 118)
4 Trek de ontgrendelingshendel van
de rugleuning naar u toe en klap de
rugleuning neer.
De delen van de rugleuning kunnen afzon-
derlijk worden neergeklapt.
■De rugleuningen achter terugzet-
ten in de oorspronkelijke positie
1 Klap de rugleuning achter omhoog
tot deze vergrendelt.
2 Haal de veiligheidsgordels uit de
gordelgeleiders en plaats de veilig-
heidsgordels in hun oorspronkelijke
positie.
Achterstoelen
De rugleuningen van de achter-
stoelen kunnen worden neerge-
klapt.
De rugleuningen achter
neerklappen en weer
terugzetten in de
oorspronkelijke positie
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Bij het neerklappen van de rugleu-
ningen van de achterstoelen
●Klap de rugleuningen niet neer tijdens
het rijden.
●Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond, activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand N.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 116 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 119 of 458
117
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
■Voorstoelen
1 Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij
de ontgrendelknop ingedrukt.
WAARSCHUWING
●Laat geen personen op de neergeklapte
rugleuning of in de bagageruimte zitten
tijdens het rijden.
●Laat kinderen niet in de bagageruimte
komen.
●Laat niemand op de middelste achter-
stoel zitten als de achterstoel rechts is
neergeklapt, omdat de gordelsluiting
van de middelste achterstoel dan onder
de neergeklapte rugleuning zit en niet
kan worden gebruikt.
●Zorg ervoor dat uw hand niet klem komt
te zitten bij het neerklappen van de rug-
leuningen van de achterstoelen.
●Verplaats de voorstoelen alvorens de
rugleuningen van de achterstoelen neer
te klappen, zodat de voorstoelen niet in
de weg zitten.
■Nadat de rugleuning van de achter-
stoel rechtop is gezet
●Controleer of de rugleuning goed ver-
grendeld is door de rugleuning voorzich-
tig naar voren en naar achteren te
drukken.
Als de rugleuning ni et goed vergrendeld is,
is de rode markering zichtbaar op de ont-
grendelingshendel van de rugleuningver-
stelling. Zorg dat de rode markering niet
zichtbaar is.
Hoofdsteunen
Alle zitplaatsen zijn voorzien van
een hoofdsteun.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de hoofdsteunen
Neem met betrekking tot de hoofdsteunen
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
●Plaats de hoofdsteunen altijd op de bij-
behorende stoel.
●Stel de hoofdsteunen altijd goed af.
●Druk de hoofdsteunen na het plaatsen
naar beneden om te controleren of ze
goed vergrendeld zijn.
●Rijd nooit zonder hoofdsteunen.
Afstellen van een hoofdsteun
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 117 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 120 of 458
118
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-3. Verstellen van de stoelen
■Achterstoelen
1 Omhoog
Trek de hoofdsteun omhoog.
2Omlaag
Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij
de ontgrendelknop ingedrukt.
■Afstellen van de hoogte van de hoofd-
steunen (voorstoelen)
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden
van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij
de bovenzijde van uw oren bevindt.
■Afstellen van de hoogte van de hoofd-
steunen van de achterstoelen
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd mini-
maal in op de op een na laagste stand.
■Voorstoelen
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop inge-
drukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt waar-
door het verwijderen ervan wordt bemoei-
lijkt, wijzig dan de stoelhoogte of de -hoek.
( Blz. 114)
■Achterstoelen
1 Zet de hoofdsteunen in de laagste
stand.( Blz. 118)
2 Trek aan de ontgrendelingshendel
van de rugleuningverstelling en
klap de rugleuning omlaag tot de
positie waarin de hoofdsteunen ver-
wijderd kunnen worden.
Verwijderen van de
hoofdsteunen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 118 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM