TOYOTA GT86 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 221 of 464

221
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE

Wijzigen van de ingestelde snelheid
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat
de gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Ruime afstelling: Beweeg de
hendel kort in de gewenste
richting.
Ruime afstelling: Houd de hen-
del in de gewenste richting
gedrukt.
De ingestelde snelheid wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling (auto's met kilometertellerweergave in km/h): Ongeveer
1 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Fijnafstelling (auto's met kilometertellerweergave in mph): Ongeveer
1,6 km/h, telkens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 221 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 222 of 464

222
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE

De cruise control kan worden gebruikt als
Auto's met automatische transmissie
● De selectiehendel staat in stand D of M en de 2
e of een hogere versnel-
ling is ingeschakeld.
● De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
Auto's met handgeschakelde transmissie
● De 2
e of een hogere versnelling is ingeschakeld.
● De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
■ Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsrege-
ling
Door de hendel naar u toe
te trekken wordt de con-
stante-snelheidsregeling
uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt
ook uitgeschakeld als het rem-
pedaal of het koppelings-
pedaal (alleen handgescha-
kelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de con-
stante-snelheidsregeling
hervat.
Hervatten van de snelheids-regeling is mogelijk vanaf een
rijsnelheid van ongeveer
32 km/h of meer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 222 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 223 of 464

223
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE

Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
● Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie
gaat de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise con-
trol uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accele-
reren en vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe
snelheid in te stellen.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 32 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
■ Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig wanneer
In de volgende situaties is er mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Het controlelampje cruise control gaat geel branden.
● Het controlelampje cruise control gaat niet branden, ook al wordt de toets
ON-OFF ingedrukt terwijl de motor draait.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 223 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 224 of 464

224
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
WAARSCHUWING

Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn vo or gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met
ernstig letsel kan ontstaan.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snel-
heid overschrijden.
● Tijdens het slepen in een noodgeval
86_OM_EE_OM18058E.book Page 224 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 225 of 464

225
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
Ondersteunende systemen
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-
(LSD-functie)/VSC-systeem in
werking is.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende syst emen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen
of remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
aangedreven wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of
bij het accelereren op een glad wegdek.
Het TRC-systeem is ook uitgerust met een LSD-functie.
■EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
86_OM_EE_OM18058E.book Page 225 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 226 of 464

226
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zi tten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
In dit geval blijft de LSD-functie ingeschakeld.
Schakel de TRC uit door de toets
snel in te drukken en weer los te
laten.
Het controlelampje TRC OFF
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
het systeem weer in te schakelen.
VSC SPORT-modusUw auto beschikt over twee rijprogramma's die zijn afgestemd op
verschillende rijstijlen. Het rijpr ogramma kan worden geselecteerd
met de modusschakelaar VSC SPORT. De normale modus is afge-
stemd op een veilige en soepele no rmale rijstijl. Als de schakelaar
wordt ingedrukt, wordt de VSC SPORT-modus ingeschakeld. De
regeling van systemen als de VSC en TRC wordt aangepast om de
bestuurder de gelegenheid te bieden sportiever te rijden, zonder
evenwel de veiligheid uit het oog te verliezen.
VSC SPORT-modus/normale
modus
Als de VSC SPORT-modus wordt
ingeschakeld, gaan de controle-
lampjes VSC SPORT en VSC
OFF branden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 226 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 227 of 464

227
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE
TRC-modus en VSC-modus selecteren
De modi kunnen als volgt wor den geselecteerd overeenkomstig de
rijomstandigheden:
Rijomstandig- hedenTRC-modiVSC-modiControlelampjes
Normale wegenAan Normale modus ⎯
Onverharde wegen Uit Normale modus
Sportief rijden Aan
VSC SPORT-
modus
Uit VSC SPORT-
modus
Uit Uit
86_OM_EE_OM18058E.book Page 227 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 228 of 464

228
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE

Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC
en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
In dit geval blijft de LSD-functie ingeschakeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de systemen weer in te schakelen.
■ Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
● Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden
een geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk
wordt ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande sys-
temen in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuur-
inrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro- motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok- keersysteem geactiveerd is.
■ Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Automatisch opnieuw inschakel en van de TRC en VSC
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automa-
tisch opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Wanneer het contact
UIT wordt gezet
● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer het contact UIT
wordt gezet
● Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer
ingeschakeld zodra de rijsnelheid hoger is dan ongeveer 50 km/h.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 228 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 229 of 464

229
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
FT86_EE

Gereduceerde bekrachtigi ng door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om
het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en zet de motor uit. Het EPS-systeem moet na
een poosje weer normaal werken.
■ Automatisch uitschakelen van de VSC SPORT-modus
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wanneer na het rijden in de VSC SPORT-modus het contact UIT wordt
gezet, wordt deze modus automatisch uitgeschakeld.
Auto's met Smart entr y-systeem en startknop
Als het contact UIT wordt gezet nadat is gereden in de VSC SPORT-modus,
wordt deze modus automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
■ Het ABS werkt niet effectief als
● Banden met onvoldoende grip worden gebruikt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
● Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat wegdek.
■ De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd in
de volgende gevallen altijd voldoende afstand tot uw voorligger:
● Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
● Als wordt gereden met sneeuwkettingen
● Als wordt gereden op slechte wegen
● Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■ De TRC werkt mogelijk niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het TRC-systeem in werking is.
Rijd niet met de auto onder omsta ndigheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 229 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page 230 of 464

230
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
FT86_EE
WAARSCHUWING

Wanneer de VSC en/of de LSC-functie is ingeschakeld
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■ Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien deze
systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende ban-
den onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een
negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing ver-
oorzaken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 230 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 470 next >