stop start TOYOTA HILUX 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 455 of 660
4556-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6
Voorzieningen in het interieur
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Druk bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer op
. Zo wordt voorkomen dat er buitenlucht de auto in stroomt. Wanneer
tijdens het koelen de recirculatiemodus wordt ingeschakeld, wordt ook het
interieur van de auto effectief gekoeld.
● Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recirculatiemodus automatisch inge-
schakeld afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de
auto.
■ Werking van de airconditioning in de ECO-modus (indien aanwezig)
●In de ECO-modus wordt de airconditioning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld
om de verwarm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is gekozen, wordt de aanjagersnelheid
beperkt
● Doe het volgende om de prestaties van de airconditioning te verbeteren.
• Wijzig de aanjagersnelheid
• Schakel de ECO-modus uit
• Wijzigen van de ingestelde temperatuur
■ Wanneer de buitentemperatuur tot bijna 0°C daalt
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.
■ Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te
laten.
● Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
● Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsysteem in de buitenluchtmodus te
zetten voordat u de motor uitschakelt.
• Sommige uitvoeringen: Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning in de automatische modus wordt inge-
schakeld even vertraagd.
■ De airconditioning blijft in werking als de motor is uitgezet door het Stop
& Start-systeem (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor wordt afgezet doordat het Stop & Start-systeem in werking is,
worden de koel-, verwarmings- en ontvochtigingsfuncties uitgeschakeld en
blaast het systeem alleen lucht die op kamertemperatuur is. Druk op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem en gebruik het Stop & Start-sys-
teem niet om te voorkomen dat de airconditioning wordt uitgeschakeld.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 455 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 456 of 660
4566-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Er komt een geur vrij uit de aircon ditioning doordat het Stop & Start-sys-
teem in werking is (auto's met Stop & Start-systeem)
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem, kan een geur
vrijkomen die door vocht wordt veroorzaakt. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
■ Interieurfilter
Blz. 515
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
● Gebruik niet in combinatie met koele lucht bij zeer vochtig weer. Het
verschil tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van de voorruit
zorgt ervoor dat de buitenkant van de voorruit beslaat, waardoor het zicht
wordt belemmerd.
■ Voorkomen van brandwonden (auto's met buitenspiegelverwarming)
Raak het spiegeloppervlak van de buitenspiegels niet aan wanneer de bui-
tenspiegelverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat de airconditioning niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
● Plaats geen voorwerpen op het dash-
board die de uitstroomopeningen kun-
nen bedekken. Anders raakt de
luchtstroom mogelijk geblokkeerd,
waardoor de voorruitverwarming de
voorruit niet kan ontwasemen.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 456 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 472 of 660
4726-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
●De accessoireaansluiting kan worden gebruikt als:
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
12 V DC: Het contact in stand ACC of AAN staat.
220 V AC: Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
12 V DC: Het contact in stand ACC of AAN staat.
220 V AC: Het contact AAN staat.
● Auto's met Stop & Start-systeem: Wanneer de motor wordt herstart nadat
deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, is de accessoireaan-
sluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaa r. Dit duidt echter niet op een storing.
OPMERKING
●Sluit het kapje van de accessoireaansluitingen als de aansluiting niet i\
n
gebruik is, om schade aan de accessoireaansluiting te voorkomen.
Vreemde voorwerpen of vloeistoffen die in de accessoireaansluiting
terechtkomen, kunnen kortsluiting veroorzaken.
● Voorkomen van doorgebrande zekering:
12 V DC
Sluit geen accessoires aan die meer dan 12 V/10 A verbruiken.
220 V AC
Gebruik geen 220 V AC apparaat dat meer dan 100 W verbruikt.
Als een 220 V AC apparaat wordt gebruikt dat meer dan 100 W verbruikt,
zorgt het beveiligingscircuit ervoor dat de voeding wordt uitgeschakeld.
● Gebruik de accessoireaansluiting niet langer dan noodzakelijk is als de
motor niet draait, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
● De volgende 220 V AC apparaten werken mogelijk niet goed, zelfs als hun
stroomverbruik lager is dan 100 W:
• Apparaten met hoog beginpiekvermogen
• Meetinstrumenten die nauwkeurige gegevens verwerken
• Overige apparaten die een extreem stabiele voeding vereisen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 472 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 507 of 660
5077-3. Zelf uit te voeren onderhoud
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Sluit de dop van het
AdBlue™-reservoir.
Draai de dop tot u een klikgeluid
hoort.
Controleer of de motor start.
De bijvulprocedure wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
■ Als u AdBlue™ bijvult
Na het bijvullen van AdBlue™ doet de motor er mogelijk een paar seconden
langer over om te starten.
6
OPMERKING
■Als u AdBlue™ bijvult
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dit niet doet kunnen onderdelen van de auto, lak, enz. beschadigd
raken.
● Gebruik geen andere ureumoplossing dan AdBlue™.
● Als AdBlue™ in contact komt met gelakte oppervlakken van de auto, was
deze delen dan onmiddellijk met water.
● Als AdBlue™ wordt gemorst in de motorruimte, veeg het dan onmiddellijk
af met een vochtige doek.
■ Als u AdBlue™ bijvult met de bijvulapparatuur
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat er
AdBlue™ uit het reservoir stroomt:
● Steek het vulpistool nauwkeurig in de AdBlue™-vulpijp.
● Stop met het vullen van het reservoir wanneer het vulpistool automatisch
uit klikt.
● Vul het AdBlue™-reservoir niet tot de rand.
■ Bij het opbergen van AdBlue™-verpakkingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dit niet doet, kunnen onderdelen van de auto, lak, enz. beschadigd
raken. Veranderingen in de chemische verbindingen van AdBlue™ kunnen
leiden tot onprettige geuren.
● Bewaar AdBlue™-verpakkingen niet in de auto.
● Sluit AdBlue™-verpakkingen goed af en bewaar ze op een koele, droge,
goed geventileerde plek zonder blootstelling aan direct zonlicht.
7
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 507 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 547 of 660
5478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
8
Bij problemen
In geval van nood kunt u een
sleepkabel of -ketting aan een
sleephaak vastmaken. Uw auto
mag op deze manier alleen op
een verharde weg en met lage
snelheid (lager dan 30 km/h) over
een afstand van maximaal 80 km
worden gesleept.
Er moet een bestuurder in de auto zitten om te sturen en te remmen.
Ook dienen de wielen, de assen, de aandrijflijn, de stuurinrichting en
de remmen in een goede conditie te zijn.
Maak de kabel of de ketting goed vast aan de sleephaken.
Pas op dat u de carrosserie niet beschadigt.
Stap in de weg te slepen auto en start de motor.
Zet het contact AAN als de motor niet start.
Auto's met Stop & Start-systeem:
Zet het contact eenmaal UIT en start vervolgens de motor alvorens de
auto te slepen.
4WD-uitvoeringen: Zet de bedieningsschakelaar voor de voorwiel-
aandrijving in H2. ( Blz. 326)
Zet de selectiehendel in stand N en deactiveer de parkeerrem.
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
(automatische transmissie): Blz. 586
Slepen in een noodgeval
Procedure bij slepen in een noodgeval
1
2
3
4
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 547 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 558 of 660
5588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
*1: De zoemer klinkt wanneer de auto een snelheid van 5 km/h bereikt.
*2: Minder vaart totdat het lampje uitgaat.
*3: De zoemer klinkt wanneer de temperatuur van de differentieelolie te hoogis. Zet de bedieningsschakelaar voor voorwielaandrijving in H2.
*4: De zoemer klinkt als het waarschuwingslampje knippert.
*5: De waarschuwingszoemer open portier/achterklep klinkt wanneer de autoeen snelheid van 5 km/h bereikt of overschrijdt.
(Knippert)
Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (indien
aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-sys-
teem
(Het controlelampje uitgesch akeld Stop & Start-systeem gaat
branden wanneer het systee m wordt uitgeschakeld:
Blz. 341)
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/re parateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) parkeer-
rem
*9
Herinnert de bestuurder eraan om de parkeerrem te deactive-
ren.
Deactiveer de parkeerrem.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) snel-
heid
*10 (indien aanwezig)
Geeft aan dat uw rijsnelheid 120 km/h of hoger is.
Verlaag uw rijsnelheid.
Waarschuwingslampje laag AdBlue™-niveau (indien aan-
wezig)
Geeft aan dat het AdBlue™-niveau laag is
Laat AdBlue™ bijvullen bij een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 558 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 565 of 660
5658-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
8
Bij problemen
■Als “OVER 120km/h”/“Over 120km/h” (m eer dan 120 km/h) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
De rijsnelheid is 120 km/h of hoger. Er klinkt op dat moment ook een zoemer.
De zoemer stopt na 6 seconden of wanneer u decelereert tot onder 120 km/h.
Verlaag uw rijsnelheid.
■ Als ENGINE OIL LEVEL LOW ADD OR REPLACE/“Engine oil level low
Add or replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen of verversen) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. (Deze waarschuwingsmelding verschijnt mogelijk
wanneer de auto op een helling stilstaat. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond en controleer of de melding verdwijnt.)
Controleer het motoroliepeil en vul olie bij of ververs de olie, indien nodig.
( Blz. 482)
■ Als POWER TURNED OFF TO SAVE BATTERY/“Power turned off to save
battery” (Contact UIT gezet om accu te sparen) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automatische power off-functie.
Wanneer de motor de volgende keer wordt gestart, moet het motortoerental
enigszins worden verhoogd en gedurende ongeveer 5 minuten op dit niveau
worden gehandhaafd om de accu op te laden.
■
Als DPF FULL SEE OWNER’S MANUAL/“DPF full See owner’s manual” (roet-
filter vol, zie handleiding) of DPF FULL MANUAL REGENERATION
REQUIRED SEE OWNER’S MANUAL/“DPF fu ll Manual regeneration required
See owner’s manual” (Roetfilter vol. Handmatig regenereren noodzakelijk,
zie handleiding) op het multi-info rmatiedisplay wordt weergegeven
De afzetting die zich in het filter bevindt, moet worden geregenereerd.
Auto's zonder schakelaar roetfiltersysteem:
De volgende rijmethoden worden aanbevolen om het filter te regenereren
*.
● Met een constante snelheid rijden (bijvoorbeeld ongeveer 65 km/h gedu-
rende 20 tot 30 minuten).
● Korte ritten vermijden of met een constante snelheid rijden (de motor gedu-
rende langere tijd laten draaien).
Controleer, wanneer de buitentemperatuur ongeveer -15C of lager is, of de
motor op bedrijfstemperatuur is gebracht voordat u met de auto gaat rijden om
het filter te regenereren. Als de motor koud is, breng hem dan op bedrijfstempera-
tuur door met de auto te rijden waarbij u terugschakelt om het motortoerental te
verhogen. Afhankelijk van de situatie is het mogelijk nodig om het gaspedaal in te
trappen tot het motortoerental is verhoogd tot 3.000 omw/min.
De waarschuwingsmelding verdwijnt zodra de regeneratie is voltooid. Wan-
neer echter niet op die manier kan worden gereden of als de melding na het
rijden niet verdwijnt, laat dan uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Raadpleeg Blz. 362 voor meer informatie over het roetfiltersysteem.
*: Houd tijdens het rijden voldoende rekening met de weersomstandigheden, de conditie van de weg, het terrein en het overige verkeer en neem altijd de
verkeersregels in acht.
Auto's met schakelaar roetfiltersysteem:
Blz. 363
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 565 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 567 of 660
5678-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
8
Bij problemen
●Als SMART ENTRY & START SYSTEM MALFUNCTION/“Smart entry &
start system malfunction” (storing in Smart entry-systeem met startknop)
wordt weergegeven, duidt dit mogelijk op een storing.
Laat de auto direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● Als “Low oil pressure Stop in a safe place” (Lage oliedruk. Breng de auto op
een veilige plaats tot stilstand.) wordt weergegeven, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de auto kan gevaarlijk zijn.
■ Als VISIT YOUR DEALER/“Visit your d ealer” (ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisp lay wordt weergegeven
Het systeem of onderdeel dat op het multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is defect.
Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoorbaar door omgevingsgeluiden of
geluid van het audiosysteem.
WAARSCHUWING
■Als er een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwings-
zoemer klinkt wanneer een waar schuwingsmelding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
Controleer de melding die wordt weergegeven op het multi-informatiedis-
play en volg deze op. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
OPMERKING
■ Wanneer de waarschuwing voor l aag motoroliepeil wordt weergegeven
(indien aanwezig)
Doorrijden met een te laag motoroliepeil zal resulteren in motorschade.
■ Als WATER ACCUMULATION IN FUEL FILTER SEE OWNER’S MANUAL/
“Water accumulation in fuel filter See owner’s manual” (Water in
brandstoffilter. Zie handleiding.) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Rijd niet als de waarschuwingsmelding wordt weergegeven. Rijden met te
veel water in het brandstoffilter kan de brandstofpomp beschadigen.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 567 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 593 of 660
5938-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)
8
Bij problemen
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit een
van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact AAN te zetten.
Verwijder de startkabels in exact de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten als de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■ Starten van de motor wanneer de accu leeg is (auto's met automatische
transmissie)
De auto kan niet worden aangeduwd.
■ Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
(Auto's met Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem)
● Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file.
■ Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt gewist. Laat, wanneer de accu is
ontladen, de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● De elektrisch bedienbare ruiten worden mogelijk niet normaal gesloten. Initi-
aliseer in dat geval de elektrisch bedienbare ruiten. (indien aanwezig)
(Blz. 202)
■ Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
3
4
5
6
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 593 Monday, March 7, 2016 2:16 PM
Page 594 of 660
5948-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
HILUX_OM_OM0K269E_(EE)■
Opladen of vervangen van de accu (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
●Wanneer de accu is ontladen, is het in sommige gevallen niet mogelijk om
de portieren te ontgrendelen met het Smart entry-systeem met startknop.
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen.
● Mogelijk start de motor niet bij de eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de tweede poging. Dit wijst niet op een
storing.
● De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was
geselecteerd voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van
de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
● Auto's met Stop & Start-systeem: Na het opladen van de accu of het weer
aansluiten van de accupolen, wordt de motor gedurende ongeveer 5 - 40
minuten mogelijk niet automatisch door het Stop & Start-systeem uitgescha-
keld.
■ Wanneer de accu wordt vervangen
●Gebruik een accu die voldoet aan de Europese wetgeving.
● Gebruik een accu van hetzelfde formaat als van de accu die wordt vervan-
gen en met een gelijkwaardige capaciteit van 20 uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de
accu ontladen en kan de motor mogelijk niet meer worden gestart.
● Auto's met Stop & Start-systeem: Gebruik een accu die geschikt is voor
gebruik met het Stop & Start-systeem of een gelijkwaardige accu. Wanneer
een niet-ondersteunde accu wordt gebruikt, wordt de werking van het Stop
& Start-systeem mogelijk beperkt om de accu te beschermen.
Ook nemen de prestaties van de accu mogelijk af en kan de motor mogelijk
niet worden herstart. Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
HILUX_OM_OM0K269E_(EE).book Page 594 Monday, March 7, 2016 2:16 PM