TOYOTA MIRAI 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 181 of 574

180
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
5-2.Rijprocedures
1Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. ( →Blz. 191)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-
informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Wanneer stand N geselecteerd is, kan het
brandstofcelsysteem niet worden gestart.
Zet de selectiehendel in stand P wanneer u
het brandstofcelsysteem start. ( →Blz. 187)
3 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het brandstofcelsysteem nor-
maal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt. Het brandstofcelsysteem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
4
Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Starten van het brandstofcelsysteem bij
lage temperaturen
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt het brandstof-
celpakket snel opgewarmd met de rest-
warmte van het opwekken van vermogen.
De werkingsgeluiden zullen luider zijn dan
normaal, maar dat duidt niet op een sto-
ring. Afhankelijk van de situatie kunnen de
werkingsgeluiden ook nadat het controle-
lampje READY is gaan branden nog enige
tijd doorgaan. ( →Blz. 89)
●Bij lage temperaturen kan het langer duren
dan normaal voordat het controlelampje
READY gaat branden. In dergelijke geval-
len wordt de voortgangsstatus weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
“FCV System is Warmed Up Waiting...”
(bezig met opwarmen brandstofcelsys-
teem...)
Startknop
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u de elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het brand-
stofcelsysteem gestart of worden
de standen van het contact gewij-
zigd.
Starten van het brandstofcel-
systeem
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 180 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 182 of 574

181
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is (tem-
peratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
brandstofcelsysteem mogelijk niet worden
gestart. Probeer in dat geval het brandstof-
celsysteem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van de tractiebatterij is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 80)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 213)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 89
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 455 om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 132
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 144
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 145
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 181 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 183 of 574

182
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als er een storing in het brandstofcel-
systeem zit
→ Blz. 435
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 405
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het brandstofcelsys-
teem niet gestart.
●Als u probeert het brandstofcelsysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het brandstofcelsys-
teem in sommige gevallen mogelijk niet.
Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet
een paar seconden voordat u het brand-
stofcelsysteem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 452 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 191)
3 Zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 187)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het waarschuwingslampje
parkeerrem brandt.
4Druk op de startknop.
Het brandstofcelsysteem stopt en de weer-
gave van het instrumentenpaneel dooft (de
schakelstandindicator dooft een paar secon-
den na de weergave van het instrumenten-
paneel).
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het instru-
mentenpaneel.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van het brandstofcel-
systeem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het brandstofcelsysteem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde
het gaspedaal in bij het starten van het
brandstofcelsysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het brandstofcelsys-
teem zich voordoet terwijl de auto rijdt,
vergrendel of open de portieren dan niet
totdat de auto veilig en volledig tot stil-
stand is gekomen. De stuurslotfunctie
wordt geactiveerd, wat kan leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
OPMERKING
■Bij het starten van het brandstofcel-
systeem
Indien het brandstofcel systeem moeilijk
start, laat uw auto dan onmiddellijk contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
brandstofcelsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 182 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 184 of 574

183
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Uitschakelen van het brandstofcelsys-
teem bij lage temperaturen
●Als de startknop wordt ingedrukt en het
brandstofcelsysteem wordt uitgeschakeld
bij lage temperaturen, kan het uitstoten
van water via de uitlaatpijp langer duren
dan normaal om te voorkomen dat de
vloeistof in het brandstofcelpakket
bevriest.
●Als “FCV System Purge in Progress Purge
will Stop Automatically” (uitstoot brandstof-
celsysteem bezig, uitstoot stopt automa-
tisch) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, kunt u de auto gewoon
verlaten.
●Het uitstoten van water kan ook langer
duren als het systeem wordt uitgeschakeld
voordat het brandstofcelsysteem volledig
op bedrijfstemperatuur is.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
●Tanken is geen probleem als er water
wordt uitgestoten. Het uitstootproces wordt
na een aantal minuten automatisch uitge-
voerd en er wordt mogelijk een witte mist
uitgestoten. Dit duidt echter niet op een
storing.
■Parkeren van de auto bij koud weer
●Er wordt mogelijk automatisch water uitge-
stoten via de uitlaatpijp, zelfs wanneer het
brandstofcelsysteem is uitgeschakeld, om
te voorkomen dat vloeistof in het brand-
stofcelpakket, waterstofleidingen, enz.
bevriest. Er kan ook waterdamp worden
uitgestoten, maar dit duidt niet op een sto-
ring.
●Tijdens het uitstoten van water zijn sis-
sende en andere geluiden normaal.
( → Blz. 89)
■Bij een storing in de schakelregeling
Wanneer wordt geprobeerd om het contact
UIT te zetten terwijl de schakelregeling defect
is, wordt het contact mogelijk in stand ACC
gezet. In dit geval kan het contact UIT wor-
den gezet door de parkeerrem te activeren
en nogmaals de startknop in te drukken.
Laat de auto onmiddellijk controleren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er een
storing aanwezig is in het systeem.
■Functie automatisch selecteren van
stand P
→ Blz. 188
■Uitstoot van water (H2O-toets)
→ Blz. 196
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het brandstofcel-
systeem in een noodgeval
●Als u in een noodgeval het brandstofcel-
systeem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze ten
minste 3 keer kort achter elkaar in.
(→ Blz. 416)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
brandstofcelsysteem tijdens het rijden
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor
zal het sturen veel zwaarder gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Druk op de startknop om het brandstof-
celsysteem opnieuw te starten nadat dit
ten gevolge van een noodsituatie is uit-
geschakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 183 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 185 of 574

184
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal in te trappen. (De stand ver-
andert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordtACCES-
SORY (stand ACC) weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
Op het instrumentenpaneel wordt IGNITION
ON (contact AAN) weergegeven.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(brandstofcelsysteem niet in werking) terwijl
de selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan het ontladen van de 12V-accu echter niet
helemaal voorkomen. Laat het contact niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het brandstofcelsysteem niet in
werking is.Wijzigen van de standen van
het contact
A
B
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan zonder
het brandstofcelsysteem in te schake-
len.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 184 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 186 of 574

185
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
De Br-modus is geen schakelstand.
(→Blz. 189)
■Schakelstanden
●Als het contact UIT of in stand ACC staat,
kan de schakelstand niet worden gewij-
zigd.
●Als het contact AAN staat (het brandstof-
celsysteem werkt niet), kan de scha-
kelstand alleen worden gewijzigd in N.
●Wanneer het controlelampje READY
brandt, kan de schakelstand worden gewij-
zigd van P in D, N of R.
●Wanneer het controlelampje READY knip-
pert, kan de schakelstand niet vanuit P in
een andere stand worden gezet, ook al
wordt de selectiehendel bediend. Wacht
totdat het controlelampje READY na het
knipperen blijft branden en bedien vervol-
gens de selectiehendel nogmaals.
●De schakelstand kan alleen vanuit D recht-
streeks gewijzigd worden naar de Br-
modus.
Als bovendien wordt getracht om de scha-
kelstand te wijzigen door de selectiehendel in
een andere stand te zetten of op de schake-
laar stand P te drukken in één van de vol-
gende situaties, klinkt er een zoemer en is
schakelen niet meer mogelijk of wordt de
schakelstand automatisch gewijzigd naar N. Selecteer in dat geval een geschikte scha-
kelstand.
●Situaties waarbij schakelen niet mogelijk
is:
• Als wordt getracht om vanuit P een andere stand in te schakelen door de selectiehen-
del te bewegen zonder dat het rempedaal
wordt ingetrapt.
• Als wordt geprobeerd de selectiehendel uit stand P of N te zetten terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt en de auto stilstaat
• Als wordt getracht om de selectiehendel
vanuit stand P of N in de Br-modus te zet-
ten.
• Wanneer op de schakelaar voor stand P
wordt gedrukt terwijl de auto rijdt.
*1
●Situaties waarbij de schakelstand automa-
tisch gewijzigd wordt naar N:
• Als wordt getracht om de selectiehendel in stand R te zetten terwijl de auto vooruit-
rijdt.
*2
• Als wordt getracht om de selectiehendel in stand D te zetten terwijl de auto achteruit-
rijdt.
*3
• Als de selectiehendel vanuit stand R in de Br-modus wordt gezet.
●Als tijdens het rijden met een bepaalde
snelheid stand N wordt geselecteerd, ook
al is de selectiehendel niet in stand N
gezet, wordt toch schakelstand N inge-
schakeld. In dit geval klinkt de zoemer en
wordt er een bevestiging weergegeven op
het multi-informatiedisplay om de bestuur-
der te informeren dat de schakelstand is
gewijzigd in stand N.
*1: De schakelstand verandert mogelijk in P
wanneer met zeer lage snelheid wordt
gereden.
*2: De schakelstand verandert mogelijk in R als met lage snelheid wordt gereden.
*3: De schakelstand verandert mogelijk in D
als met lage snelheid wordt gereden.
■Waarschuwingszoemer achteruitrijden
Wanneer de selectiehendel in stand R wordt
gezet, klinkt er een zoemer om de bestuurder
te informeren dat schakelstand R is inge-
schakeld.
Schakelstand
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de
schakelstanden
Schakel- standDoel of functie
PParkeren van de auto/starten van het brandstofcelsysteem
RAchteruit
NNeutraalstand
DNormaal rijden
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 185 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 187 of 574

186
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
■Tijdens het rijden met ingeschakelde
Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik
Ook wanneer de volgende handelingen wor-
den uitgevoerd met als doel regeneratief
remmen toe te passen, wordt niet overge-
schakeld op regeneratief remmen omdat de
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik niet wordt uitgeschakeld.
●Als tijdens het rijden in stand D de sport-
modus wordt ingeschakeld ( →Blz. 320)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
→ Blz. 172
■Als er een melding over een schakel-
handeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de schakelstand
onjuist wordt geselecteerd of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan de scha-
kelstand automatisch worden gewijzigd of is
bediening van de selectiehendel mogelijk
vereist. Wijzig in dit geval de schakelstand
aan de hand van de meldingen op het multi-
informatiedisplay.
■Na het laden/aansluiten van de 12V-
accu
→ Blz. 385
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De waarschuwingszoemer voor achteruitrij-
den kan aan de persoonlijke voorkeur wor-
den aangepast. ( →Blz. 474)
Selectiehendel
Bedien de selectiehendel soepel en goed in
de richting van de pijl op de schakelstandin-
dicator.
WAARSCHUWING
■Rijden op glad wegdek
Accelereer of wijzig de schakelstand niet
plotseling.
Door plotselinge veranderingen in het
regeneratieve remmen kan de auto in een
slip raken hetgeen een ongeval kan ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Situaties waarbij storingen in de
schakelregeling mogelijk zijn
Als een van de volgende situaties zich
voordoet, zijn storingen in de schakelrege-
ling mogelijk. Breng de auto onmiddellijk
op een veilige plaats met een vlakke
ondergrond tot stilstand, activeer de par-
keerrem en neem vervolgens contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als de waarschuwingsmelding met
betrekking tot het regelsysteem op het
multi-informatiedisplay verschijnt.
●Op het display wordt aangegeven dat er
gedurende meerdere seconden geen
schakelstand is geselecteerd.
Bedienen van de selectiehen-
del
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 186 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 188 of 574

187
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
Beweeg de selectiehendel in de richting van
de pijl en houd hem in deze positie om stand
N in te schakelen.
Laat de selectiehendel na het schakelen
steeds los, zodat hij kan terugkeren naar zijn
normale positie ( ).
Schakelen naar de Br-modus is alleen
mogelijk als de selectiehendel in stand D
staat.
Zorg er bij het schakelen van P naar N, D of
R, van N, Br-modus of R naar P, van D of Br-
modus naar R of van R naar D voor dat het
rempedaal ingetrapt is en dat de auto stil-
staat.
Schakelstandindicator
Weergave instrumentenpaneel
De actuele schakelstand licht op.
Schakelaar stand P
■Als stand P wordt ingeschakeld
Breng de auto volledig tot stilstand en
activeer de parkeerrem. Druk vervol-
gens op de schakelaar voor stand P.
Wanneer de schakelstand gewijzigd wordt
naar P, gaat de schakelaarverlichting bran-
den. Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft.
■Wijzigen van de schakelstand
vanuit stand P
 Bedien de selectiehendel terwijl u
het rempedaal stevig intrapt. Als u
de selectiehendel bedient zonder dat
u het rempedaal intrapt, klinkt de
zoemer en is schakelen niet moge-
lijk.
 Controleer bij het selecteren van de
schakelstand of de schakelstand
gewijzigd is in de gewenste stand
door de schakelstandindicator in het
instrumentenpaneel te controleren.
 De schakelstand kan niet recht-
streeks worden gewijzigd van P naar
de Br-modus.
WAARSCHUWING
■Selectiehendel
●Verwijder de selectiehendelknop niet en
gebruik uitsluitend de originele Toyota
selectiehendelknop. Hang ook niets aan
de selectiehendel.
Hierdoor kan de selectiehendel niet in
zijn oorspronkelijke positie terugkeren
met mogelijk ongevallen tot gevolg wan-
neer de auto in beweging is.
●Raak de selectiehendel niet aan wan-
neer u deze niet gebruikt, om te voorko-
men dat de schakelstand per ongeluk
wordt gewijzigd.
Schakelaar stand P
B
C
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 187 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 189 of 574

188
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
■Functie automatisch selecteren van
stand P
In de volgende gevallen wordt de scha-
kelstand automatisch gewijzigd naar P.
●Wanneer de startknop wordt ingedrukt ter-
wijl de auto stilstaat, het contact AAN staat
en de selectiehendel in een andere stand
staat dan P (nadat de selectiehendel in
stand P is gezet, wordt het contact UIT
gezet)
*
●Wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend en aan alle onderstaande voor-
waarden wordt voldaan, terwijl de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat
• Het contact staat AAN.
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt.
Bedien de selectiehendel nogmaals om weg
te rijden nadat de selectiehendel in stand P is
gezet.
●Wanneer de auto wordt stilgezet nadat het
brandstofcelsysteem in een noodgeval tij-
dens het rijden is uitgezet
●Wanneer de spanning van de 12V-accu
daalt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan P staat
*: Wanneer op de startknop wordt gedrukt
terwijl wordt gereden met een extreem
lage snelheid, zoals net voordat de auto tot
stilstand komt, wordt mogelijk automatisch
stand P ingeschakeld. Zorg ervoor dat de
auto volledig stilstaat voordat u op de start-
knop drukt.
■Als de schakelstand niet vanuit stand P
gewijzigd kan worden
De kans bestaat dat de 12V-accu leeg is.
Controleer in dit geval de 12V-accu.
( → Blz. 455)
 Door het uitvoeren van de onder-
staande handelingen kan het contact
in stand ACC worden gezet terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
1 Zet de selectiehendel in stand N ter-
wijl het brandstofcelsysteem in wer-
king is.
WAARSCHUWING
■Schakelaar stand P
●Druk nooit op de schakelaar voor stand
P terwijl de auto nog rijdt.
Als u op de schakelaar van stand P
drukt terwijl u zeer langzaam rijdt (bv.
direct voordat u de auto tot stilstand
brengt), kan de auto plotseling tot stil-
stand komen wanneer de schakelstand
wijzigt naar P. Dit kan tot een ongeval
leiden.
●Raak de schakelaar stand P niet aan
wanneer u deze niet gebruikt, om te
voorkomen dat de schakelstand per
ongeluk wordt gewijzigd.
OPMERKING
■Aanwijzingen met betrekking tot het
bedienen van de selectiehendel en
de schakelaar voor stand P
Bedien de selectiehendel en de schake-
laar voor stand P niet herhaaldelijk en snel
achter elkaar.
De systeembeveiligingsfunctie kan worden
ingeschakeld en het kan tijdelijk niet
mogelijk zijn om een andere stand dan
stand P in te schakelen. Wacht in dit geval
even voordat u opnieuw probeert te scha-
kelen.
■Bij het uitstappen (alleen bestuur-
dersstoel)
Controleer of de schakelstandindicator P
aangeeft en of het waarschuwingslampje
parkeerrem brandt voordat u het portier
opent en uitstapt.
Wanneer het contact in stand
ACC wordt gezet terwijl de
selectiehendel in stand N staat
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 188 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page 190 of 574

189
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
2Zet de selectiehendel weer in de
normale stand ( ).
3 Zet de selectiehendel in stand N en
houd hem in die stand tot de zoe-
mer klinkt.
4 Druk binnen 5 seconden na het klin-
ken van de zoemer de startknop in.
Het contact wordt in stand ACC gezet terwijl
de selectiehendel in stand N staat.* Contro-
leer of de zoemer klinkt en “Holding N Push
P Switch When Done” (druk schakelaar
stand P in terwijl selectiehendel in stand N
staat) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven.
 Druk op de schakelaar stand P om
de selectiehendel in een andere
stand dan N te zetten. De selectie-
hendel wordt in stand P gezet.
 Zelfs wanneer het brandstofcelsys-
teem niet in werking is, kan het con-
tact door het bedienen van de
selectiehendel en de startknop in
stand ACC worden gezet terwijl
schakelstand N is geselecteerd.
Zorg ervoor dat het brandstofcelsys-
teem in werking is alvorens deze
handeling uit te voeren.
*: Bedien om deze status te behouden de
startknop niet. Als de startknop herhaal-
delijk wordt bediend, wordt het contact uit-
geschakeld nadat de selectiehendel
automatisch in stand P is gezet.
■Rijmodus
→Blz. 320
■SNOW-modus
→Blz. 321
■Br-modus
Geschikt voor rijden waarbij sterke
afremmingskracht noodzakelijk is,
zoals bij het afrijden van een helling.
Beweeg de selectiehendel omlaag om
de Br-modus te selecteren.
De indicator van de Br-modus in het instru-
mentenpaneel gaat branden.
Trap het gaspedaal in of zet de selec-
tiehendel weer in stand D om terug te
keren naar de normale rijmodus.
■Br-modus
Afhankelijk van de staat van de tractiebatterij
is de Br-modus mogelijk niet beschikbaar. In
dat geval wordt er een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
■Geluiden tijdens Br-modus
→ Blz. 89
Selecteren van de rijmodus
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 189 Friday, November 6, 2020 11:27 AM

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 580 next >