sensor TOYOTA MIRAI 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 283 of 578

281
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Parking Support Brake kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via het
multi-informatiedisplay. Alle functies
van de Parking Support Brake (voor
stilstaande objecten, voor voertuigen
die achterlangs rijden en voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) worden
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Parking
Support Brake in of uit te schakelen.
(→Blz. 113)
1 Druk op of om te
selecteren.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw auto
tijdens het rijden.
Afhankelijk van de auto en de conditie van
de weg, de weersomstandigheden, enz.
werkt het systeem mogelijk niet.
De signaleringsmogelijkheden van senso-
ren en radars zijn beperkt. Controleer altijd
de omgeving van uw auto tijdens het rijden.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support Brake-sys-
teem is ontworpen om te helpen de
ernst van een aanrijding te verminde-
ren. Onder sommige omstandigheden is
het echter mogelijk dat het systeem niet
werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is
niet ontworpen om de auto volledig tot
stilstand te brengen. Bovendien is het,
zelfs wanneer het systeem de auto tot
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk om
onmiddellijk het rempedaal in te trappen,
omdat de remregeling na ongeveer 2
seconden wordt uitgeschakeld.
●Het is extreem gevaarlijk om de werking
van het systeem te controleren door
opzettelijk met de auto in de richting van
een muur, enz. te rijden. Doe dit nooit.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Als gebruik wordt gemaakt van een
wasstraat
●Als niet op een stabiele wijze kan wor-
den gereden met de auto, bijvoorbeeld
als hij betrokken is geweest bij een
ongeval of als er storingen zijn
●Als met een sportieve rijstijl of in het ter-
rein wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Wanneer er sneeuwkettingen worden
gebruikt, een compact reservewiel is
gemonteerd of een bandenreparatieset
is gebruikt
Inschakelen/uitschakelen van
de Parking Support Brake
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 281 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 286 of 578

284
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Begrenzingsregeling brandstofcel-
systeem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Remregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
■Als de Parking Support Brake in werking
is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 281) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten.
Bovendien wordt het systeem weer automa-
tisch ingeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF uit, als aan een van
onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
●De selectiehendel staat in stand P.
●Het obstakel bevindt zich niet langer in de
rijrichting van de auto.
●De rijrichting van de auto wijzigt*
*
: Behalve wanneer de Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die ach-
terlangs lopen) in werking treedt
■Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF brandt
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden.
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld waterdruppels, ijs,
sneeuw of vuil. Verwijder dit van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer nor-
maal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen moge-
lijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op een sensor
en een sensor daardoor mogelijk geen
obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt,
zal het systeem weer normaal werken.
●Als deze melding alleen wordt weergege-
ven als de selectiehendel in stand R staat,
is de lens van de came ra achter mogelijk
vuil. Reinig de lens van de camera. Wan-
neer deze melding wordt weergegeven
wanneer de selectiehendel in een andere
stand dan R staat, is een sensor op de
voor- of achterbumper mogelijk vuil. Reinig
de sensoren en het omliggende gebied op
de bumpers.
●Als deze melding na het schoonmaken van
de sensor nog steeds wordt weergegeven
of wordt weergegeven ondanks dat de
sensor schoon is, laat uw auto dan contro-
leren door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 284 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 287 of 578

285
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals
hieronder aangegeven wanneer in de
rijrichting van de auto een object wordt
gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het
rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
■Wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt
Parking Suppor t Brake-
functie (voor stilstaande
objecten)
*
Als de sensoren een stilstaand
object, zoals een muur, signaleren
in de rijrichting van de auto en het
systeem oordeelt dat zich een
aanrijding voor kan doen doordat
de auto plotseling naar voren
beweegt doordat het gaspedaal
per ongeluk wordt ingetrapt, wan-
neer de auto de verkeerde kant op
rijdt doordat de verkeerde scha-
kelstand wordt geselecteerd of
tijdens het parkeren of het rijden
met een lage snelheid, werkt het
systeem om de gevolgen van een
aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk
te beperken.
Voorbeelden van het in
werking treden van de functie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 285 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 288 of 578

286
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wanneer de auto de verkeerde
kant op rijdt doordat de verkeerde
schakelstand is geselecteerd
→Blz. 262
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld. • De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of
lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er
onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 267) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 263
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→ Blz. 284
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
→ Blz. 264
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 286 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 289 of 578

287
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 265
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 266
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situa-
ties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een
auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een
auto en het rempedaal wordt niet
of te laat ingetrapt
Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden)
*
Als een radarsensor achter een
auto signaleert die van rechts of
links achter nadert en het systeem
bepaalt dat de kans op een aanrij-
ding groot is, acti veert deze func-
tie de remmen om de kans op een
aanrijding met de naderende auto
te verkleinen.
Voorbeelden van het in
werking treden van de functie
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 287 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 290 of 578

288
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
→Blz. 258
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts of links achter met een snelheid van onge-
veer 8 km/h of meer.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aanrijding
met een naderende auto te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( → Blz. 274). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 275
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 276
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 258
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 288 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 291 of 578

289
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Wanneer tijdens het achteruitrijden een
voetganger wordt gesignaleerd achter
de auto of het rempedaal niet of te laat
wordt ingetrapt.
Geeft een melding weer om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken wan-
neer er een voetganger wordt gesigna-
leerd in het detectiegebied achter de
auto. (Er wordt ook een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display [indien aanwezig].)
Voetgangerdetectie-icoon
Remherinnering
Parking Suppor t Brake-
functie (voor voetgangers
die achterlangs lopen)
*
Wanneer de camerasensor achter
tijdens het achteruitrijden een
voetganger signaleert achter de
auto en het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met de
gesignaleerde voetganger groot
is, klinkt er een zoemer. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger zeer groot is,
worden de remmen automatisch
bekrachtigd om de impact van een
aanrijding te helpen verminderen.
Voorbeelden van de werking
van het systeem
Multimedia-display
WAARSCHUWING
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor voetgangers die achterlangs
lopen) onnodig in werking treedt
Trap het rempedaal direct in nadat de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) in werking is
getreden. (De werking van de functie
wordt geannuleerd door het rempedaal in
te trappen.)
■Correct gebruik van de Parking
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 277
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 289 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 292 of 578

290
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarde voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
voetgangers die achterlangs lopen)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 106, 427)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De camerasensor acht er signaleert tijdens
het achteruitrijden een voetganger achter
de auto en het systeem oordeelt dat de
kans op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger groot is.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een voetganger te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
●Remregeling• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 284
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die
achterlangs lopen)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen) verschilt van dat van de RCD-
functie ( →Blz. 278). Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgangers
die achterlangs lopen) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de RCD-functie een
voetganger en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 279
■Situaties waarin het systeem mogelijk
onverwacht ingeschakeld wordt
→ Blz. 279
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable Remove the Dirt from
Rear Camera” (Parking Support
Brake niet beschikbaar, verwijder het
vuil van de camera achter) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje PKSB
OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 290 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 305 of 578

303
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als u merkt dat de auto een voertuig,
object, persoon of greppel in de buurt
te dicht nadert
Trap het rempedaal in om de auto tot stil-
stand te brengen en zet de selectiehendel in
een andere stand om de koers van de auto te
veranderen. Op dat moment wordt de bege-
leiding onderbroken. Als de toets “Start” ech-
ter wordt geselecteerd, wordt de begeleiding
hervat en beweegt de auto in de richting die
overeenkomt met de geselecteerde stand
van de selectiehendel.
■Functie wegrijden na fileparkeren
●Als de bestuurder terwijl de begeleiding in
werking is bepaalt dat de auto het parkeer-
vak kan verlaten en het stuurwiel bedient,
wordt de begeleiding op die positie beëin-
digd.
●Gebruik de functie wegrijden na fileparke-
ren niet in een andere situatie dan bij het
verlaten van een fileparkeerplek. Trap het
rempedaal in, breng de auto tot stilstand
en druk vervolgens op de hoofdschakelaar
van Advanced Park om de begeleiding uit
te schakelen als de begeleiding onbedoeld
in werking is getreden.
■Situaties waarin de functie wegrijden na
fileparkeren niet werkt
In de volgende situaties werkt de functie
wegrijden na fileparkeren niet:
●Als er in de vertrekrichting auto's staan te
wachten bij een verkeerslicht
●Als er een auto stilstaat in het gebied ach-
ter de plek van waaruit de auto vertrekt
●Als er wordt gesignaleerd dat er zich een
muur, pilaar of persoon in de buurt van een
zijsensor voor of achter bevindt
●Wanneer de auto geparkeerd staat op een
stoeprand en een zijsensor het wegdek
signaleert
●Als er geen auto geparkeerd staat vóór de
auto
●Als er heel veel ruimte zit tussen de voor-
zijde van de auto en een geparkeerde auto
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 303 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page 306 of 578

304
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Functie wegrijden na fileparkeren
Rijd in de volgende situatie voorzichtig
omdat de zijsensoren obs takels mogelijk
niet juist detecteren, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
●Als er een object aanwezig is in een
gebied dat buiten het detectiebereik van
de zijsensoren valt
Obstakel
●Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
• Dunne objecten zoals draden, hekken en touwen
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage objecten
• Hoge objecten waarbij het bovenste deel uitsteekt
• Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mensen worden mogelij k ook niet gesigna-
leerd als ze bepaalde soorten kleding dra-
gen. Controleer altijd de omgeving van de
auto.
●Als er zich een gat of geul in de vertrek-
richting bevindt
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 304 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 110 next >