TOYOTA MIRAI 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 421 of 530

6. Schakel het brandstofcelsysteem en
de airconditioning in en controleer of
de koelventilator van de radiateur
draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de
airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer
of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er
luchtstroom is. Schakel als u hier niet
zeker van bent de airconditioning nog
een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij
temperaturen beneden het
vriespunt.)
7. Als de koelventilator niet draait: Zet
het brandstofcelsysteem onmiddellijk
uit en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Bij controles in de motorruimte van
uw auto
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan ernstig
letsel, zoals brandwonden, tot gevolg
hebben.

Als er stoom onder de motorkap
vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De
ruimte van de brandstofcelmodule kan
zeer heet zijn.
• Zelfs als het brandstofcelsysteem is
uitgeschakeld, kan de koelventilator
plotseling beginnen te bewegen.
Houd uw handen en kleding,
gereedschap en andere voorwerpen
uit de buurt van de draaiende
ventilator. Als uw vingers,
kledingstukken of gereedschappen
ertussen komen, kan ernstig letsel
het gevolg zijn.
• Draai de dop van het
koelvloeistofreservoir of de
radiateurdop niet los als het
brandstofcelsysteem en de radiateur
heet zijn. Er kan hete stoom of
koelvloeistof uit spuiten.
OPMERKING
Bij het bijvullen van
inverterkoelvloeistof
Vul langzaam koelvloeistof bij nadat het
brandstofcelsysteem voldoende is
afgekoeld. Het te snel bijvullen van
inverterkoelvloeistof bij een heet
brandstofcelsysteem kan schade aan het
brandstofcelsysteem veroorzaken.
Voorkomen van beschadigingen aan
het koelsysteem
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen:
• Zorg dat de koelvloeistof niet
verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met
zand of stof ).
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
419
8
Bij problemen

Page 422 of 530

OPMERKING(Vervolg)
• Vul geen koelvloeistofadditief toe aan
de inverterkoelvloeistof.
• Neem voor het verversen van de
koelvloeistof van het
brandstofcelpakket contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Gebruik geen water of een ander soort
koelvloeistof om de koelvloeistof in
het brandstofcelpakket bij te vullen.
Gebruik ook geen
koelvloeistofadditieven.
8.2.12 Als de auto vast komt te
zitten
Voer de volgende procedures uit als de
banden doorslippen of als de auto vastzit
in modder, sneeuw, enz.:
Herstelprocedure
1. Activeer de parkeerrem en schakel het
brandstofcelsysteem uit.
2. Verwijder modder, sneeuw of zand
rond de achterwielen.
3. Leg een stuk hout, stenen of ander
materiaal onder de achterwielen om
de wielen grip te geven.
4. Start het brandstofcelsysteem
opnieuw.
5. Zet de selectiehendel in stand D of R
en deactiveer de parkeerrem. Trap
vervolgens voorzichtig het gaspedaal
in.
Wanneer u de auto moeilijk los kunt
krijgen
Druk op de schakelaar
om de TRC uit
te schakelen.Auto's met linkse besturing
A“Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld)
Auto's met rechtse besturing
A“Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld)
WAARSCHUWING!
Bij het vrij proberen te krijgen van
een auto die vastzit
Als u de auto in beweging wilt krijgen
door te “schommelen”, controleer dan
eerst of er in de omgeving van de auto
geen andere auto's, objecten of
personen aanwezig zijn die geraakt
zouden kunnen worden als de auto
plotseling in beweging komt. De auto
kan ook een plotselinge beweging
maken als de wielen weer grip krijgen.
Neem de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht.
Bedienen van de transmissie
Zet de transmissie niet in een andere
stand als het gaspedaal is ingetrapt. Als
u dat wel doet, kan de auto onverwacht
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
420

Page 423 of 530

WAARSCHUWING!(Vervolg)
snel accelereren. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
OPMERKING
Beschadiging van de transmissie en
andere componenten voorkomen
• Voorkom dat de achterwielen gaan
doorslippen en dat het gaspedaal
verder wordt ingetrapt dan
noodzakelijk is.
• Als de auto na deze pogingen nog
steeds vastzit, moet deze door een
ander voertuig worden losgetrokken.
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
421
8
Bij problemen

Page 424 of 530

8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
422

Page 425 of 530

9.1 Specificaties...............424
9.1.1 Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)......424
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . .428
9.2.1 Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.......428
9.3Initialisatie ...............440
9.3.1 Te initialiseren onderdelen.....440
Voertuigspecificaties9
423

Page 426 of 530

9.1 Specificaties
9.1.1 Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)
Afmetingen en gewichten
Afmetingen
Totale lengte 4.975 mm (195,9 in.)
Totale breedte 1.885 mm (74,2 in.)
Totale hoogte
*11.470 mm (57,9 in.)*2
1.480 mm (58,3 in.)*3
Wielbasis 2.920 mm (115,0 in.)
Spoorbreedte
*1Voor 1.610 mm (63,4 in.)
Achter 1.605 mm (63,2 in.)
Gewichten
Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht 2.415 kg (5.325 lb.)
Maximale asbelastingVoor 1.210 kg (2.668 lb.)
Achter 1.445 kg (3.186 lb.)
*1Ongeladen auto's
*2Auto's zonder elektrisch bedienbaar zonnescherm
*3Auto's met elektrisch bedienbaar zonnescherm
Identificatie van de auto
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer (VIN) is
het wettelijke identificatienummer van
uw auto. Dit is het belangrijkste
identificatienummer van uw Toyota. Het
wordt gebruikt voor het op naam zetten
van de auto.
Dit nummer is links boven op het
dashboard ingeslagen.
Dit nummer is ook onder de voorstoel
rechts aangebracht.Dit nummer staat ook op het typeplaatje.
9.1 Specificaties
424

Page 427 of 530

Brandstof
BrandstofsoortAls u het onderstaande brandstoflabel aantreft bij het tank-
station, gebruik dan alleen dat type brandstof.
Gecomprimeerd waterstofgas
H2 kwaliteitsnorm:
EN 17124 (Europese norm voor de 27 landen van de EU)
ISO 14687 Grade D (Europese norm)
SAE J2719 (Amerikaanse norm)
Nominale werkdruk 70 MPa (714 kg/cm
2, 700 bar, 10.150 psi)
Inhoud waterstoftanks (refe-
rentie)142,2 l (37,5 gal., 31,2 Imp.gal.) (ongeveer 5,7 kg [12,6 lb.]
*)
*Dit is de maximaal mogelijke vulhoeveelheid. De werkelijke brandstofhoeveelheid die bij
waterstofstations wordt bereikt, wijkt mogelijk af als gevolg van de capaciteit of de
instellingen van het station.
Elektromotor (tractiemotor)
Type Synchroonmotor met permanente magneet
Maximaal vermogen 134 kW
Maximaal koppel 300 Nm(30,6 kgm,221,3 ftlbf )
Tractiebatterij
Type Lithium-ionbatterij
Spanning 3,7 V/cel
Inhoud 4,0 Ah
Aantal 84 cellen
Nominale spanning 310,8 V
Koelsysteem
Inhoud*
Brandstofcel-
pakket16,4 l (17,3 qt., 14,4 Imp.qt.)
InverterAuto's met rechtse besturing
3,9 l (4,1 qt., 3,4 Imp. qt.)
Auto's met linkse besturing
4,0 l (4,2 qt., 3,5 Imp. qt.)
9.1 Specificaties
425
9
Voertuigspecificaties

Page 428 of 530

BrandstofcelpakketOriginele Toyota-koelvloeistof voor brandstofcelpakket-
ten
■Om het brandstofcelpakket, dat onder hoogspanning
staat, veilig te koelen, wordt er een unieke
koelvloeistof met een hoge isolatiewaarde gebruikt
voor het brandstofcelpakket.
■Gebruik nooit water of andere soorten koelvloeistof
aangezien deze schade kunnen veroorzaken.
■De koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
■Gebruik uit de radiateur verwijderde koelvloeistof
niet opnieuw.
■Koelvloeistof is kleurloos.
■Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het
bijvullen of verversen van de koelvloeistof voor het
brandstofcelpakket.
Soort koelvloeistofGebruik een van de volgende middelen:
■Toyota Super Long Life Coolant
■Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
*De inhoud is een referentiehoeveelheid. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Koelvloeistof brandstofcelpakket
Voor het brandstofcelpakket wordt een
unieke koelvloeistof gebruikt. Er kan
schade ontstaan wanneer er water of
een ander soort koelvloeistof wordt
gebruikt. Gebruik dus nooit andere
soorten vloeistof. Neem, als het
koelvloeistofniveau van het
brandstofcelpakket laag is, direct
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING(Vervolg)
Elektrisch systeem (12V-accu)
Klemspanning bij 20°C (68°F):12,0 V of hoger
(Zet het contact UIT en schakel het grootlicht
gedurende 30 seconden in.)
Laadstroom
Snelladen
DruppelladenMax. 15 A
Max. 5 A
9.1 Specificaties
426

Page 429 of 530

Transmissie
Hoeveelheid vloeistof*5,6 l (5,9 qt., 4,9 Imp. qt.)
Soort vloeistof Originele Toyota ATF WS
*De inhoud is een referentiehoeveelheid. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
Transmissievloeistof
Gebruik van andere transmissievloeistof dan hierboven genoemd kan leiden tot
abnormale geluiden en trillingen en op termijn schade aanrichten aan de transmissie van
uw auto.
Remmen
Afstand van pedaal tot vloer*1Min. 102 mm (4,0 in.)
Vrije slag pedaal 1 - 6 mm (0,04 - 0,24 in.)
Slijtagelimiet remblokken 1 mm (0,04 in.)
Waarschuwingslampje parkeerrem
*2
Als de parkeerremschakelaar 1 tot 2 seconden
omhoog wordt getrokken: gaat branden
Als de parkeerremschakelaar 1 tot 2 seconden
wordt ingedrukt: gaat uit
Soort vloeistofSAE J1703 of FMVSS Nr. 116 DOT 3
SAE J1704 of FMVSS Nr. 116 DOT 4
*1Minimale afstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 500 N (51 kg, 112 lbf ) als
het brandstofcelsysteem in werking is. Zorg er bij de controle van het rempedaal voor dat
u ook controleert of het waarschuwingslampje van het remsysteem niet brandt wanneer
het brandstofcelsysteem in werking is. (Raadpleeg blz. 384 als het waarschuwingslampje
van het remsysteem brandt.)
*2Controleer altijd of het waarschuwingslampje van het remsysteem (geel) niet gaat
branden. (Raadpleeg blz. 384 als het waarschuwingslampje van het remsysteem gaat
branden.)
Stuurinrichting
Vrije slag Minder dan 30 mm (1,2 in.)
Banden en velgen
19 inch banden
Bandenmaat 235/55R19 101V
Bandenspanning (Aanbevo-
len bandenspanning koud)Voorwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)Achterwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)
230 (2,3, 33) 230 (2,3, 33)
Wielmaat 19 × 8J
Aanhaalmoment wielmoeren 140 Nm.(14,3 kgm,.103 ft.lbf )
9.1 Specificaties
427
9
Voertuigspecificaties

Page 430 of 530

20 inch banden
Bandenmaat 245/45ZR20 103Y
Bandenspanning (Aanbevo-
len bandenspanning koud)Voorwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)Achterwiel kPa (kg/cm2of bar,
psi)
230 (2,3, 33) 230 (2,3, 33)
Velgmaat 20×81/2J
Aanhaalmoment wielmoeren 140 Nm.(14,3 kgm,.103 ft.lbf )
Lampen*
Lampen W Type
Exterieur Mistachterlicht 21 A
A: Bolvormige lampjes
*Lampen die niet in deze tabel staan, zijn ledlampen.
Verklaring
De banden die op deze auto gemonteerd zijn, voldoen aan de Indian Standard IS 15633 en
zijn in overeenstemming met de eisen van Rule 95, zoals deze zijn vastgelegd in de Central
Motor Vehicle Rules (CMVR) 1989.
9.2 Persoonlijke
voorkeursinstellingen
9.2.1 Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende
elektronische functies die naargelang uw
persoonlijke voorkeur kunnen worden
ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd met
behulp van het multi-informatiedisplay,
het multimediasysteem of bij een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de
persoonlijke voorkeur
Wijzigen met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel
1. Druk op
ofomte
selecteren.
2. Bedien de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u aan uw persoonlijke
voorkeur wilt aanpassen.3. Selecteer de gewenste instelling
overeenkomstig de weergave en druk
vervolgens op
.
Druk op
om naar het vorige scherm te
gaan of om het instelscherm te verlaten.
Wijzigen met behulp van het
multimediasysteem
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Vehicle customize”
(voertuig aanpassen).
3. Selecteer het item waarvan u de
instelling wilt wijzigen uit de lijst.
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer informatie.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het
brandstofcelsysteem tijdens het
aanpassen aan de persoonlijke voorkeur
is ingeschakeld, om te voorkomen dat de
12V-accu ontladen raakt.
9.1 Specificaties
428

Page:   < prev 1-10 ... 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 ... 530 next >