TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 91 of 510

Eco Score
De rijstatus voor de volgende 3 situaties
wordt geëvalueerd op 5 niveaus: soepel
accelereren bij wegrijden (Eco-Start),
rijden zonder plotseling accelereren
(Eco-Cruise) en soepel stoppen
(Eco-Stop). Elke keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht, wordt een score
weergegeven op basis van een perfecte
score van 100 punten.
1Score
2Status “Eco-Start”
3Status “Eco-Cruise”
4Status “Eco-Stop”
Lezen van het staafdisplay:
Score Laag*Hoog
Voortgangsbalk
*: Voor items die niet onlangs zijn geëvalueerd, wordt 0 weergegeven.
• Telkens als de auto wegrijdt, wordt de
Eco Score gereset en wordt een
nieuwe evaluatie gestart.
• Als de selectiehendel in stand P staat,
wordt alleen de displayzone voor de
Eco Score vergroot en weergegeven.
Wanneer de selectiehendel vanuit P in
een andere stand wordt gezet, keert
het display terug naar de normale
weergave.
• Als het hybridesysteem stopt, worden
de huidige totaalscore en een advies
voor het verhogen van de score
weergegeven. (→Blz. 69)
Als de werking van alle functies stopt
• In de volgende situaties stopt de
werking van de
hybridesysteemindicator.
– Het controlelampje READY brandt
niet.
– Er is een andere schakelstand dan D
of B geselecteerd.• In de volgende situaties stopt de
werking van de Eco Score en de “ECO
Accelerator Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal).
– De hybridesysteemindicator werkt
niet.
– De cruise control (indien aanwezig)
of Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) wordt gebruikt.
– Het snelheidsbegrenzersysteem
(indien aanwezig) wordt gebruikt en
de rijsnelheid is ongeveer gelijk aan
de snelheidsgrens of hoger.
Over de Eco Score
• Na het wegrijden wordt de Eco Score
pas weergegeven als de rijsnelheid
hoger wordt dan ongeveer 30 km/h.
• Naast de rijstatus van de auto
evalueert de Eco Score tevens de
gebruiksomstandigheden van de
airconditioning (→blz. 98). De score
die wordt weergegeven als het
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Instrumentenpaneel

Page 92 of 510

hybridesysteem stopt, is het
totaalresultaat van de rijstatus na het
starten van het hybridesysteem en de
gebruiksomstandigheden van de
airconditioning.
“Fuel Consumption Record” (overzicht
brandstofverbruik)
De verandering van het gemiddelde
brandstofverbruik na het starten van het
hybridesysteem kan elke 5 minuten of
elke 1 km (0,6 mijl)
*1of 1 mijl (1,6 km)*2
rijden worden gecontroleerd. Ook kan de
geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik voor elke maand
gecontroleerd worden door over te
schakelen op de “Monthly”
(maandelijkse) weergave.
*1: Als de eenheid is ingesteld op km/h
*2: Als de eenheid is ingesteld op MPH
(indien aanwezig)
Lezen van het scherm
De weergave “5 min” wordt als
voorbeeld getoond. De basismethode
voor het lezen van het scherm is echter
voor alle schermen met de geschiedenis
van het brandstofverbruik hetzelfde.
1Overzicht huidig gemiddeld
brandstofverbruik (gele weergave)*1
Als de opgenomen eenheid wordt
overschreden (elke 5 min, elke 1 km
[0,6 mijl]
*2of 1 mijl [1,6 km]*3, enz.)
wordt de op dat moment
weergegeven geschiedenis naar de
linkerzijde verplaatst en wordt het
oudste overzicht gewist.
2Vorig overzicht gemiddeld
brandstofverbruik (groene weergave)
3Weergave tab
Geeft soorten “Fuel Consumption
Record” (overzicht
brandstofverbruik) weer.
*1: Als “Monthly” (maandelijks) is
gekozen, wordt het gemiddelde
brandstofverbruik voor de huidige maand
weergegeven.
*2: Als de eenheid is ingesteld op km/h
*3: Als de eenheid is ingesteld op MPH
(indien aanwezig)
2.1 Instrumentenpaneel
90

Page 93 of 510

Soorten “Fuel Consumption Record” (overzicht brandstofverbruik)
Als de eenheid is ingesteld op km/h
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 km rijden
*1De laatste 15 km rijden
“5 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 km rijden
*1De laatste 30 km rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (10 l/100 km, 6 l/100 km
en 3 l/100 km) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
Als de eenheid is ingesteld op MPH (indien aanwezig)
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 mijl rijden
*1De laatste 15 mijl rijden
“5 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 mijl rijden
*1De laatste 30 mijl rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (150 MPG, 100 MPG en
50 MPG) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Instrumentenpaneel

Page 94 of 510

Wijzigen van het scherm met de
geschiedenis van het brandstofverbruik
1. Druk terwijl het scherm “Fuel
Consumption Record” (overzicht
brandstofverbruik) wordt
weergegeven op
.
De weergave van de tab wordt
geselecteerd en de informatie op het
display kan worden gewijzigd.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de informatie
op het display te wijzigen.
Telkens wanneer
wordt ingedrukt,
verandert het display in de
onderstaande volgorde:
Als de eenheid is ingesteld op km/h
“5 min”, “1 km”, “5 km” en “Monthly”
(maandelijks)
*. Alswordt ingedrukt,
verandert het in omgekeerde volgorde.
Als de eenheid is ingesteld op MPH (indien
aanwezig)
“5 min”, “1 miles” (mijl), “5 miles” (mijl)
en “Monthly” (maandelijks)
*. Alswordt ingedrukt, verandert het in
omgekeerde volgorde.
*: Na “Monthly” (maandelijks) wordt
“5 min” weer weergegeven.Kalenderinstellingen
→Blz. 69
“Drive monitor” (aandrijflijnmonitor)
Geeft informatie weer, zoals de verstreken
tijd en de gemiddelde rijsnelheid, die zijn
gekoppeld aan de huidige weergave van de
kilometerstand. (→
Blz. 81)
1Huidige informatie op het display
De weergegeven informatie laat zien
op welke geregistreerde afstand de
op dat moment weergegeven inhoud
is gebaseerd.
2“Elapsed Time” (verstreken tijd)
3“Average Speed” (gemiddelde
snelheid)
4“EV Driving Ratio” (verhouding rijden
in EV-modus)
De weergegeven afstand bij de
weergave van de kilometerstand is
het percentage dat alleen met
vermogen van de elektromotor is
gereden.
Elke keer als op
wordt gedrukt (→blz. 81) verandert de inhoud van de “Drive monitor”
(aandrijflijnmonitor) als volgt.
Weergave kilo-
meterstand1Inhoud van de “Drive monitor” (aandrijflijnmonitor)
ODOSinds re-
settenInformatie sinds laatste reset
*1
TRIP A TRIP AInformatie op basis van de geregistreerde afstand van TRIP A*2
TRIP B TRIP BInformatie op basis van de geregistreerde afstand van TRIP B*2
Sinds star-
tenInformatie sinds starten hybridesysteem*3
Leeg scherm
2.1 Instrumentenpaneel
92

Page 95 of 510

*1: Als het gemiddelde brandstofverbruik wordt gereset (→blz. 82), wordt het display van
de “Drive monitor” (aandrijflijnmonitor) eveneens gereset.
*2: Als de dagteller wordt gereset (→blz. 82), wordt het display van de “Drive monitor”
(aandrijflijnmonitor) eveneens gereset.
*3: Telkens als het hybridesysteem wordt gestart, wordt dit item gereset.
“Eco Savings” (eco-besparing) (indien
aanwezig)
Informatie over de “Gasoline Price”
(benzineprijs)
*1en informatie over de
“COMP. Consumption” (vergelijking
verbruik) wordt geregistreerd in de
“Meter Customize”-instellingen
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (→blz. 102),
waardoor het mogelijk is 2 soorten
informatie met betrekking tot het
benzineverbruik weer te geven.
SAVINGS (besparing)
Als er geen informatie over de auto die
wordt gebruikt om het brandstofverbruik
te vergelijken (“COMP. Consumption”
(vergelijking verbruik)), wordt ingevoerd
en het brandstofverbruik van deze auto
volgens de kilometerstand van de
dagteller
*2hoger is dan dat van de
vergelijkende auto, wordt een schatting*3
van de brandstofkostenbesparing
weergegeven.
FUEL COST (brandstofkosten)
Als er geen informatie over de auto die
wordt gebruikt om het brandstofverbruik
te vergelijken (“COMP. Consumption”
(vergelijking verbruik)), wordt ingevoerd,
wordt een schatting
*3van de
brandstofkostenbesparing weergegeven
overeenkomstig de kilometerstand van
de dagteller
*2.
*1: Om het overzicht van SAVINGS
(besparing) en FUEL COST
(brandstofkosten) weer te geven is
informatie over de “Gasoline Price”
(benzineprijs) nodig.
*2: De weergave kan worden gewijzigd
van de geschiedenis van de
kilometerstand naar de geschiedenis per
maand. (→Blz. 94)
*3: De weergegeven hoeveelheid is
slechts een schatting en kan afwijken van
de werkelijke hoeveelheid.
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Instrumentenpaneel

Page 96 of 510

Lezen van het display
1Afgelegde afstand dagteller*
2Schatting van brandstofbesparing
voor weergegeven afgelegde afstand*
3Schatting van de benodigde uitgaven
voor brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
*
4Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen (uw
auto)
*
5Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
(vergelijkende auto)
*
*: Als de dagteller wordt gereset (→blz. 82), wordt het overzicht “Eco Savings”
(eco-besparing) eveneens gereset.
Controle van het overzicht per maand
De weergave op het display kan worden
gewijzigd naar TRIP (dagteller) of
“Monthly” (maandelijks) door op
te
drukken terwijl de weergave van de tab is
geselecteerd en vervolgens op
ofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Met behulp van de weergave “Monthly”
(maandelijks) kunnen de overzichten per
maand voor SAVINGS (besparing) en
FUEL COST (brandstofkosten) worden
gecontroleerd.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
94

Page 97 of 510

De overzichten van de laatste 5 maanden
kunnen worden weergegeven door
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel in te drukken terwijl
de weergave van de tab “Monthly”
(maandelijks) is geselecteerd.
Voer “History Reset” (resetten
geschiedenis) in de “Meter Customize”-
instellingen (persoonlijke
voorkeursinstellingen instrumentenpaneel)
uit (→
blz. 102) om de informatie van
“Monthly” (maandelijks) te resetten.
“Eco-Diary” (eco-logboek)
De geschiedenis van de afgelegde afstand en het gemiddelde brandstofverbruik kan per
dag (“Daily”) of per maand (“Monthly”) worden weergegeven in een tabel.
Lezen van het display
1Registratie van de dag/maand
2Datum/maand van opgeslagen
informatie
3Totale afgelegde afstand voor de
dag/maand
4Gemiddeld brandstofverbruik voor de
dag/maand
5Weergave tab
De weergave op het display kan
worden gewisseld tussen “Daily”
(dagelijks) en “Monthly”
(maandelijks) door op
te drukken
om de selectievoorwaarde in te
voeren en vervolgens
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel in te drukken.
Bekijken van de geschiedenis
Op alle schermen kunnen opgeslagen overzichten voor de volgende perioden worden weer-
gegeven door opofvan de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel te drukken.
Weergegeven scherm Weergegeven informatie Opgeslagen informatie
“Daily” (dagelijks)
4 rapportenMaximaal 32 rapporten
(8 schermen)
“Monthly” (maandelijks)Maximaal 12 rapporten
(3 schermen)
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Instrumentenpaneel

Page 98 of 510

• Als het hierboven genoemde aantal
overzichten wordt overschreden,
wordt de oudste informatie gewist.
• Voer “History Reset” (resetten
geschiedenis) in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke
voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) uit (→blz. 102)
om de geschiedenis te resetten. (De
informatie voor “Daily” (dagelijks) en
“Monthly” (maandelijks) kunnen
afzonderlijk worden gereset.)
Kalenderinstellingen
→Blz. 69
Weergave AWD (alleen
AWD-uitvoeringen)
Geeft de status van de aandrijving van
elk wiel weer in 6 stappen van 0 tot 5.Lezen van het display
1Status aandrijving wiel links voor
2Status aandrijving wiel rechts voor
3Status aandrijving wiel links achter
4Status aandrijving wiel rechts achter
Lezen van het display m.b.t. de status van de aandrijving:
Status aandrijving Niet aangedreven Maximale aandrijving
Controlelampjes
Over display status aandrijving
• Geeft de status van de aandrijving van
elk wiel aan d.m.v. het aantal balkjes
gebaseerd op de rijomstandigheden
en het AWD-systeem.
• Wanneer de aandrijfkracht naar elk
wiel groot is, neemt het aantal balkjes
toe en wanneer de aandrijfkracht klein
is, neemt het aantal balkjes af.
• Wanneer het aantal balkjes bij de
achterwielen klein is, bepaalt het
systeem dat er stabiel wordt gereden
en wordt de AWD-functie opgeheven
voor een lager brandstofverbruik.Display klokinstellingen
De klokinstellingen kunnen worden
gewijzigd.
Item Resultaat van instelling
Instellen van de klok.
(→Blz. 69)
Zet de minuten op “00”.
(→Blz. 70)
2.1 Instrumentenpaneel
96

Page 99 of 510

Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
De informatie over de op dat moment
geselecteerde audiobron wordt
weergegeven.De afbeelding dient slechts als voorbeeld
en wijkt mogelijk af van het werkelijke
scherm.
Druk om de audiobron te wijzigen op
om het keuzescherm voor de
audiobron weer te geven, druk opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer de
gewenste audiobron en druk vervolgens
op
.
Druk op
op het keuzescherm voor de
audiobron om het selecteren van de
audiobron te annuleren.
Instelscherm airconditioning
De instellingen van de airconditioning kunnen worden gecontroleerd op het scherm en
worden gewijzigd met de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel.
Druk op het instelscherm van de airconditioning op
ofvan de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel om de informatie op het display te wijzigen.
Raadpleeg 296 voor meer informatie over de airconditioning.
Schermweergaven en instellingen die kunnen worden gewijzigd
Onderwerp Instellingen
1Eco Score (score
airco)→Blz. 98
2Ingestelde tempe-
ratuurVerandert overeenkomstig de bediening van de bedieningstoet-
sen van het instrumentenpaneel*1
2.1 Instrumentenpaneel
97
2
Instrumentenpaneel

Page 100 of 510

Onderwerp Instellingen
3Buitenluchtmodus
en recirculatiemo-
dus
(buitenluchtmodus)(recirculatiemodus)
4Aanjagersnelheid 1 - 7
5CLIMATE PREFE-
RENCE (klimaat-
voorkeur)NORMAL (nor-
maal)ECO FAST (snel)
6Geconcentreerde
luchtcirculatiemo-
dus voorstoel (S-
FLOW-modus)“On (Driver
Priority)” (aan
(prioriteit be-
stuurder))
*2
“On (Fr Seat Only)” (aan (al-
leen voorstoel))*2
“Off (All seat)”
(uit (alle
stoelen))
*1: LO (laag) wordt weergegeven als de temperatuur is ingesteld op het laagste niveau en
HI (hoog) wordt weergegeven als de temperatuur is ingesteld op het hoogste niveau.
*2: De te selecteren modi zijn afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van een
passagier. (→Blz. 297)
Wijzigen van de instellingen
1. Druk op
om de cursor weer te
geven.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om het item te
selecteren dat u wilt instellen.
3.
Druk opofvan de bediening-
stoetsen van het instrumentenpaneel
om het in te stellen item of de in te
stellen waarde te selecteren. Het air-
conditioningsysteem kan niet worden
uitgeschakeld door het uitvoeren van
handelingen op het instelscherm voor
het airconditioningsysteem. Schakel
het airconditioningsysteem uit met de
aircoschakelaar.
Eco Score (score airco)
De huidige gebruiksstatus van de
airconditioning wordt geëvalueerd op
5 niveaus om te bepalen of hij
milieubewust gebruikt wordt.
De evaluatie verandert overeenkomstig
de gebruiksstatus van de airconditioning.
Als het contact uit wordt gezet, worden
de huidige totale rijscore
*1en het
advies*2met betrekking tot het gebruik
van de airconditioning weergegeven.
(→Blz. 69)
1Lage score*3
2Hoge score
Vermijden van overmatig gebruik van de
airconditioning en gebruikmaken van de
juiste instellingen van de airconditioning
overeenkomstig de
omgevingstemperatuur en het aantal
inzittenden in combinatie met de
geconcentreerde luchtcirculatiemodus
voorstoel (S-FLOW) (
) en CLIMATE
PREFERENCE (klimaatvoorkeur)
resulteren in een hogere score.
*1: Gedurende ongeveer 1 minuut na het
AAN zetten van het contact wordt de Eco
Score (score airco) niet geëvalueerd.
*2: Afhankelijk van de situatie wordt dit
advies mogelijk niet weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
98

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 510 next >