TOYOTA PROACE CITY VERSO 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Page 181 of 269
181
In geval van pech
8
Reparatieprocedure
WARNI NG
Verwijder niet het voorwerp (spijker, schroef, enz.) uit de band dat de lekkage heeft veroorzaakt.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te belemmeren en activeer de parkeerrem.
► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u zich bevindt.► Zet het contact UIT.► Haal de dop van het ventiel van de lekke band en bewaar deze op een schone plaats.
► Sluit de slang van de flacon met bandenreparatievloeistof aan op het ventiel van de lekke band en zet hem stevig vast.► Sluit de slang van de compressor aan op de flacon met bandenreparatievloeistof.
► Controleer of de schakelaar van de compressor in stand “O” staat.► Rol de voedingskabel, die onder de compressor is opgeborgen, volledig uit.► Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto.
WARNI NG
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto mag
worden gebruikt om de compressor aan te sluiten.
► Bevestig de sticker met de snelheidslimiet.
WARNI NG
De sticker met de snelheidslimiet moet in het interieur, in het gezichtsveld van de bestuurder, worden geplakt om hem/haar te herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is gerepareerd.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen aangegeven.
► Zet het contact AAN.
► Activeer de compressor door de schakelaar in stand “l” te zetten tot de bandenspanning 2 bar bedraagt. De bandenreparatievloeistof wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze
handeling de slang niet los van het ventiel (kans op spatten).
WARNI NG
Als na ongeveer 7 minuten de spanning van 2 bar niet is bereikt, is de band niet te repareren; neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
► Zet de schakelaar in stand “O”.► Haal de stekker van de compressor uit de 12V-aansluiting in de auto.► Breng de dop aan op het ventiel.► Verwijder de set.► Verwijder de flacon met bandenreparatievloeistof en berg deze op.
Page 182 of 269
182
WARNI NG
De bandenreparatievloeistof is schadelijk bij inname en irriterend voor de ogen.Houd de vloeistof buiten het bereik van kinderen.De uiterste gebruiksdatum van de vloeistof is op de flacon vermeld.Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij een TOYOTA-dealer of een officieel inzamelpunt.Vergeet niet om bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe flacon met bandenreparatievloeistof te kopen.
► Ga onmiddellijk ongeveer 5 kilometer met lage snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden, zodat de vloeistof het lek kan dichten.► Zet de auto stil, controleer de reparatie en meet de bandenspanning met de set.
WARNI NG
Rijd na het repareren van een band met de bandenreparatieset niet meer dan 200 km met een snelheid van maximaal 80 km/h.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats om de band te laten vervangen.
Bandenspanning controleren/
aanpassen
U kunt de compressor, zonder inspuiting van de bandenreparatievloeistof, ook gebruiken om de bandenspanning te controleren en, indien nodig, de banden op de juiste spanning te brengen.► Haal de dop van het ventiel van de band en bewaar deze op een schone plaats.► Rol de slang uit die onder de compressor is opgeborgen.► Sluit de slang aan op het ventiel en zet hem stevig vast.
► Controleer of de schakelaar van de compressor in stand “O” staat.► Rol de voedingskabel, die onder de compressor is opgeborgen, volledig uit.► Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto.► Zet het contact AAN.
WARNI NG
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto mag worden gebruikt om de compressor aan te sluiten.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen
aangegeven.
► Schakel de compressor in door de schakelaar in stand “I” te zetten en breng de band op de spanning die is aangegeven op het bandenspanningslabel van de auto. Om de bandenspanning te verlagen: druk op de zwarte knop op de slang van de compressor, bij de aansluiting op het ventiel.
WARNI NG
Als na 7 minuten de spanning van 2 bar niet is bereikt, is de band beschadigd; neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
► Zet zodra de gewenste spanning is bereikt, de schakelaar in stand “O”.► Verwijder de set en berg deze op.
Page 183 of 269
183
In geval van pech
8
WARNI NG
Wanneer de bandenspanning van een of meer banden is aangepast, moet het bandenspanningswaarschuwingssysteem opnieuw worden geïnitialiseerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Reservewiel
Procedure voor het vervangen van het wiel met de lekke band door het reservewiel met behulp van het gereedschap dat met de auto is meegeleverd.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en activeer de parkeerrem.► Volg de veiligheidsinstructies (alarmknipperlichten, gevarendriehoek, het dragen van een veiligheidsvest, enz.) overeenkomstig de geldende wetgeving in het land waar u rijdt.► Zet het contact UIT.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
► Als uw auto is uitgerust met een trekhaak, krik dan de auto aan de achterzijde op (bij krikpunt B) tot er voldoende ruimte is om het reservewiel te kunnen verwijderen.
Het reservewiel verwijderen uit de
houder
► Open de achterklep of achterdeuren (afhankelijk van de uitvoering).
► U hebt nu toegang tot de in de dorpel geplaatste bout van de reservewielhouder.
► Draai de bout los met behulp van de wielsleutel, tot de reservewielhouder laag genoeg hangt om de haak van de reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak en leg het reservewiel in de buurt van het te vervangen wiel.
Page 184 of 269
184
Het reservewiel aanbrengen in de
houder
► Leg het wiel voor de reservewielhouder.► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de reservewielhouder door het heen en weer (van links naar rechts) te bewegen tot het bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.► Bevestig de reservewielhouder aan de haak en draai de bout volledig vast met de wielsleutel.
Verwijderen van een wiel
WARNI NG
Parkeren van de autoParkeer de auto op een plaats waar u het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.Schakel bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de eerste versnelling in om de wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.Selecteer bij een auto met een automatische transmissie stand P om de wielen te blokkeren, activeer de parkeerrem, behalve als deze in de automatische stand staat, en zet het contact UIT.Controleer of het waarschuwingslampje voor de parkeerrem op het instrumentenpaneel brandt.De inzittenden moeten de auto verlaten en op een veilige plaats blijven wachten.
Plaats indien nodig een wielblok tegen het wiel kruislings tegenover het te verwisselen wiel.Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.Plaats na het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk vervolgens de rand ervan rondom met de hand vast.
► Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, verwijder dan de wieldop met gereedschap 7.► Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen velgen,
verwijder dan de sierdoppen van de wielbouten met gereedschap 7.
Page 185 of 269
185
In geval van pech
8
► Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan dop 8 op wielsleutel 5 om de slotbout los te draaien.► Draai de andere bouten los (zonder ze te verwijderen) met uitsluitend wielsleutel 5.
NOTIC E
Wiel met wieldopDemonteren van het wiel: verwijder eerst
de wieldop door deze met behulp van de wielsleutel bij de ventielopening los te wippen en vervolgens los te trekken.
► Plaats het voetstuk van de krik op de grond, recht onder een van de twee krikpunten A of B. Gebruik het krikpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.
► Draai krik 6 uit tot de kop van de krik krikpunt A of B raakt; het middelste deel van de kop van de krik moet goed tegen het contactvlak van krikpunt A of B drukken.► Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reservewiel gemakkelijk te monteren.
WARNI NG
Kans op letsel!Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik wegglijden of wegzakken.Plaats de krik uitsluitend onder krikpunt A of B onder de auto en controleer of het middelste deel van de kop van de krik goed tegen het contactvlak van het krikpunt van de auto drukt. Anders kan de auto beschadigd raken en/of de krik losschieten.
► Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.► Verwijder het wiel.
Page 186 of 269
186
Monteren van een wiel
► Plaats het wiel op de naaf.► Draai de bouten met de hand vast.► Draai de slotbout met wielsleutel 5 en dop 8 voorlopig vast.► Draai de overige wielbouten voorlopig vast met alleen wielsleutel 5.► Laat de auto volledig zakken.► Vouw krik 6 op en verwijder deze.
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met wielsleutel 5 en dop 8 vast.► Draai de overige wielbouten vast met alleen wielsleutel 5.► Berg het gereedschap op.
NOTIC E
Bevestiging van een stalen reservewiel of een noodreservewielIndien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten de stalen velg of het noodreservewiel niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten dat het wiel stevig vastzit.
WARNI NG
Na het verwisselen van een wielBerg het wiel met de lekke band op in de houder.Ga zo snel mogelijk naar een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de lekke band nakijken. Na controle kan de monteur u vertellen of de band kan worden gerepareerd of moet worden vervangen.
NOTIC E
Sommige rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld, zoals de Active Safety Brake.
NOTIC E
Als uw auto is voorzien van een bandenspanningswaarschuwingssysteem, controleer dan de bandenspanning en initialiseer het systeem opnieuw.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Page 187 of 269
187
In geval van pech
8
NOTIC E
Wiel met wieldopPlaats bij het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk de wieldop vervolgens over de hele omtrek met de palm van uw hand op zijn plaats.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen aangegeven.
Vervangen van een lamp
NOTIC E
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de lampen.
WARNI NG
De koplampunits zijn voorzien van een lampglas van polycarbonaat met een beschermende coating:► reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen schoonmaak- of oplosmiddelen,► gebruik een spons en zeepsop of een pH-neutraal product,► wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de
straal dan nooit langdurig op de lampunits en de randen ervan gericht, om beschadiging van de beschermende coating en de afdichtrubbers te voorkomen.
WARNI NG
Bij het vervangen van een lamp moet het contact UIT zijn en moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn: risico van ernstige brandwonden!Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek.Het is van belang dat u uitsluitend anti-ultravioletlampen (UV) monteert om beschadiging van de koplamp te voorkomen.Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp van hetzelfde type en met dezelfde specificaties.
WARNI NG
Openen van de motorkap/toegang tot de lampenGa voorzichtig te werk als de motor warm is: risico van brandwonden!Houd rekening met voorwerpen of kleding die in
de bladen van de koelventilator kunnen komen: risico van verstikking!
Page 188 of 269
188
NOTIC E
Halogeenlampen (Hx)Controleer voor een goede kwaliteit van de verlichting of de lamp op de juiste wijze in de behuizing is geplaatst.
WARNI NG
Na het verwisselen van een lampVoer voor de montage dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit.Sluit uiterst zorgvuldig de beschermkap om ervoor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Led-koplampen en overige
verlichting met leds
Afhankelijk van de uitvoering betreft het de volgende typen koplampen of overige verlichting:– Dagrijverlichting/positielicht.
WARNI NG
Neem voor het vervangen van dit type lamp contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt:
Type AGlassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai deze linksom.
Type CHalogeenlamp: maak de borgveer los.
Type DHalogeenlamp: draai de lamp linksom.
NOTIC E
Controleer na het voltooien van de handelingen de werking van de verlichting.
Verlichting voor
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
1.Positielicht/dagrijverlichting.Type A, W21/5W
2.Grootlicht.Type C, H1
3.Dimlicht.Type C, H7
4.Richtingaanwijzer.Type B, PY21W
5.Mistlamp.Type D, H11
Page 189 of 269
189
In geval van pech
8
Zijknipperlicht
Type A, WY5W-5W (oranje)
– Druk het zijknipperlicht naar achteren en trek het los.– Breng het zijknipperlicht aan door het er naar voren toe in te steken en vervolgens naar achteren te bewegen.De oranje lampen (richtingaanwijzers en zijknipperlichten) moeten worden vervangen door lampen van dezelfde kleur en met dezelfde specificaties.
Dimlicht
Type C, H7
► Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken. ► Draai het geheel ten opzichte van de behuizing.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Positielicht/dagrijverlichting
Type A, W21/5W
► Draai de stekker een kwartslag rechtsom.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
Page 190 of 269
190
Grootlicht
Type C, H1
► Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken.► Maak het geheel los van de behuizing.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Richtingaanwijzers
Type B, PY21W
NOTIC E
Het snel knipperen van de richtingaanwijzers (links of rechts) geeft aan dat één of meerdere lampen aan die zijde defect zijn.
► Draai de stekker een kwartslag linksom.► Trek het geheel uit de behuizing.► Verwijder de lamp en vervang hem.
Mistlampen voor
Type D, H11
► Steek een sleufkopschroevendraaier tussen de lampunit en de behuizing.► Wip de behuizing voorzichtig los.
► Verwijder de twee bevestigingsbouten van de module.► Neem de module uit de behuizing.