TOYOTA PROACE VERSO 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Page 241 of 504
241
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op de tijd vóór
de aanrijding. Daarbij wordt rekening gehouden met
de beweging van de auto, de snelheid van uw auto
en die van de voorligger, de weersomstandigheden,
de rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het meest
geschikte moment wordt geactiveerd.
Niveau 2: waarschuwing door middel
van visuele signalen en geluidssignalen
die aangeeft dat een aanrijding dreigt.
Er wordt een melding weergegeven om
de bestuurder aan te sporen te remmen.
Als uw auto een voorligger te snel nadert,
wordt het eerste waarschuwingsniveau
mogelijk niet weergegeven: in dat geval
wordt waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau 1
nooit weergegeven als de stand " Dichtb."
is geselecteerd.
Slechte weersomstandigheden (zeer
zware regenval, opgehoopte sneeuw
voor de radar en de camera) kunnen
de werking van het systeem verstoren.
In dat geval wordt een storingsmelding
weergegeven. De functie is niet
beschikbaar zolang deze melding wordt
weergegeven.Instellen van de stand voor de
activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de
waarschuwing is bepalend voor de manier
waarop u wordt gewaarschuwd voor een
rijdende of stilstaande voorligger, of een
voetganger op uw rijstrook.
U kunt uit drie standen kiezen:
- " Ver" om vroeg gewaarschuwd te worden
(voorzichtige rijstijl).
- " Normaal ".
- " Dichtb. " om later gewaarschuwd te
worden.
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer "Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen ".
Met touchscreen Met autoradio
Open het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie ".
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Druk op " Bevestigen" om de wijziging op te
slaan.
6
Rijden
Page 242 of 504
242
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dit systeem, ook wel automatisch
noodremsysteem genoemd, is bedoeld om
de snelheid van de aanrijding te beperken
of de frontale aanrijding met de voorligger te
voorkomen (bij snelheden tussen 5 km/h en
140 km/h) wanneer de bestuurder niet ingrijpt.
Op basis van informatie van de radar en de
camera activeert het systeem de remmen van
de auto.
Autonomous emergency
braking
De bestuurder kan op elk gewenst moment de
controle over de auto weer overnemen door
een ferme stuurbeweging te maken en/of het
gaspedaal in te trappen.Als het systeem in werking is, kunnen
er lichte trillingen voelbaar zijn in het
rempedaal.
Als de auto volledig tot stilstand is
gekomen, blijven de remmen automatisch
1 tot 2 seconden geactiveerd.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan de motor afslaan
als de auto door het automatische
noodremsysteem tot stilstand wordt
gebracht.
Bij auto's met een automatische
transmissie begint de auto weer te
rijden nadat hij door het automatische
noodremsysteem tot stilstand is gebracht.
Trap het rempedaal in als u dit wilt
voorkomen.
Als het automatische noodremsysteem
niet is ingeschakeld, wordt u hiervoor
gewaarschuwd door het permanent
branden van dit verklikkerlampje in
combinatie met een melding.
Als de radar en de camera de aanwezigheid
van een voertuig of een voetganger hebben
bevestigd, knippert dit verklikkerlampje als
het systeem wordt geactiveerd.
Belangrijk
: als het automatische
noodremsysteem in werking treedt,
moet u de controle over uw auto weer
overnemen door met het rempedaal
te remmen en zo de automatische
remactie aan te vullen en te
voltooien.
Rijden
Page 243 of 504
243
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Uitschakelen / inschakelen
van de waarschuwing en
het remmen
Standaard wordt de functie automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
De functie kan worden uit- of ingeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
Met autoradio
Open het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie ".
Autonomous emergency
braking system with
Pedestrian Detection
Wanneer de bestuurder onvoldoende
afremt om de aanrijding te voorkomen,
zorgt het systeem voor voldoende
remkracht.
Dit gebeurt alleen als de bestuurder zelf
het rempedaal intrapt.
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen ".
In het geval van een storing wordt u gewaarschuwd
door het branden van dit verklikkerlampje in
combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Storing
Onder de volgende omstandigheden
werkt de camera mogelijk minder goed
of helemaal niet:
- slecht zicht (slecht verlichte weg,
sneeuwval of regen, mist, enz.),
- verblinding (verlichting van een
tegenligger, laagstaande zon,
reflectie op nat wegdek, uitrijden
van een tunnel, sterke afwisseling
van schaduw en licht, ...),
- als het gedeelte van de voorruit
voor de camera vuil, dichtgevroren
of beschadigd is of is bedekt met
modder, sneeuw of een sticker.
Onder bepaalde weersomstandigheden
van de werking van de in de
voorbumper geplaatste radar verstoord
raken, zoals bij opeenhoping van
sneeuw, ijs, modder, enz.
6
Rijden
Page 244 of 504
244
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Ver wijder in dat geval de sneeuw,
modder enz. van de voorbumper.
Als een van de twee sensoren (camera
of radar) is afgedekt of een beperkt
bereik heeft terwijl de andere normaal
werkt, blijft het systeem werken maar
minder nauwkeurig dan normaal. U
wordt hier niet over geïnformeerd door
een melding of een verklikkerlampje.
Om storingen in de werking van de
radar te voorkomen, mag de bumper
niet worden gespoten.
Reinig het gedeelte van de voorruit voor
de camera regelmatig.
Laat geen sneeuw op de motorkap
of op het dak liggen, omdat de
detectiecamera erdoor kan worden
afgedekt.
Rijden
Page 245 of 504
245
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Lane Departure Alert
Met autoradio
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan gaat branden;
het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan dooft; het
systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
Uitschakelen van het systeem: Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Dit systeem signaleert, met behulp van een
camera die doorgetrokken of onderbroken
strepen herkent, het onvrijwillig overschrijden
van een rijstrookmarkering en waarschuwt in
dat geval de bestuurder.
De waarschuwing wordt geactiveerd als bij
een wagensnelheid hoger dan 60 km/h een
rijstrookmarkering wordt overschreden zonder
dat de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld.
Dit systeem werkt het meest effectief op
autowegen en snelwegen.
Detectie - Waarschuwing
U wordt gewaarschuwd door het
knipperen van dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal.
Het systeem waarschuwt niet als de
richtingaanwijzer is ingeschakeld en
gedurende ongeveer 20 seconden
nadat deze is uitgeschakeld.
Het Lane Departure Alert-systeem kan nooit de
noodzaak voor de bestuurder om zelf alert te
blijven vervangen.
De bestuurder dient zich altijd aan de
verkeersregels te houden en niet langer dan
twee uur aaneengeschakeld achter het stuur
te zitten.
6
Rijden
Page 246 of 504
246
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
StoringMet touchscreen
Open het menu Rijden en activeer/deactiveer
" Lane Departure Warning ".
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Het lampje van deze knop knippert.
De toets knippert en er wordt een storing weergegeven.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Er kunnen storingen in de signalering optreden:-
als de rijstrookmarkeringen weggesleten
zijn en er weinig contrast is tussen het
wegdek en de markeringen,
- als de voorruit vuil is,- onder bepaalde extreme
weersomstandigheden: mist, zware
regenval, sneeuw, schaduwen, sterke
zonnestraling en direct zonlicht (zeer
laagstaande zon, uitrijden van een
tunnel, ...).
of
Rijden
Page 247 of 504
247
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Driver Attention Alert
Het systeem wordt gereset als aan een van de
volgende woor waarden is voldaan:
- de auto staat gedurende meer dan
15 minuten stil met draaiende motor,
- sinds het afzetten van het contact zijn
enkele minuten verstreken,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h,
gaat het systeem over in de wachtstand.
De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra
de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
Ga niet rijden als u moe bent. Het systeem geeft een waarschuwing
zodra het detecteert dat de bestuurder
langer dan twee uur heeft gereden met
een snelheid van meer dan 65 km/h
zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen
wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval
elke twee uur.
Afhankelijk van de uitvoering beschikt de auto over
alleen het waarschuwingssysteem voor rijtijd, of is
dit gecombineerd met het waarschuwingssysteem
m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Met autoradio
Open het menu "
Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Detectie
verslapping aandacht ".
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding
die de bestuurder adviseert een pauze te
nemen, en een geluidssignaal.
Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt
de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor
wordt afgezet. Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer "
Detectie verslapping
aandacht ".
Met touchscreen
6
Rijden
Page 248 of 504
248
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Met behulp van een boven aan de voorruit
geplaatste camera beoordeelt het systeem
de waakzaamheid van de bestuurder door
afwijkingen in de koers van de auto ten
opzichte van de wegmarkeringen te signaleren.
Deze functie is bijzonder geschikt voor
auto(snel)wegen (snelheid hoger dan 65 km/h).
Driver Attention Alert
Afhankelijk van de uitvoering is het waarschuwingssysteem
voor rijtijd gecombineerd met het waarschuwingssysteem
m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Ondanks de aanwezigheid van dit
systeem dient de bestuurder altijd
waakzaam te blijven.
Ga niet rijden als u vermoeid bent
of medicijnen hebt gebruikt die de
rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
Zodra het systeem heeft bepaald dat de koers van
de auto op een zekere mate van vermoeidheid of
aandachtsverslapping van de bestuurder wijst, wordt
het eerste waarschuwingsniveau geactiveerd.
Na drie waarschuwingen van het eerste
niveau, activeert het systeem een nieuwe
waarschuwing met de melding "Las een
rustpauze in! ", in combinatie met een luider
klinkend geluidssignaal. Onder bepaalde omstandigheden
(slecht wegdek of harde windstoten)
kan het systeem waarschuwingen
geven zonder dat er sprake is van
vermoeidheid bij de bestuurder.
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk minder goed of
helemaal niet:
- slecht zicht (onvoldoende
verlichting van het wegdek,
sneeuwval, harde regen, dichte
m i s t e n z .),
- verblinding (koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
reflecties op nat wegdek, uitrijden
van een tunnel, snelle overgangen
tussen schaduw en licht enz.),
- gedeelte van de voorruit voor de
camera vuil, beslagen, bevroren,
bedekt door sneeuw, beschadigd of
bedekt door een sticker,
- wegmarkeringen afwezig,
versleten, niet zichtbaar door
sneeuw of modder, of meerdere
wegmarkeringen (weggedeelte met
werkzaamheden enz.),
- geringe afstand tot de
voorligger (geen detectie van
wegmarkeringen),
- smalle, bochtige wegen, ...
De bestuurder wordt dan gewaarschuwd door
de melding "
Voorzichtig! ", in combinatie met
een geluidssignaal.
Rijden
Page 249 of 504
249
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Dodehoekbewaking
In de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat
voertuig bevindt, brandt dan permanent een
lampje:
- direct, wanneer u wordt ingehaald,
- na circa een seconde, wanneer u
langzaam een andere auto inhaalt.
Deze rijhulp waarschuwt de bestuurder
wanneer zich een ander voertuig in de dode
hoek van zijn auto bevindt, dat een potentieel
gevaar betekent. Indien een voertuig - een (motor) fiets,
een auto of een vrachtwagen - zich in de
dode hoek van de auto bevindt, zal er een
waarschuwingslampje gaan branden in de
linker- of rechterbuitenspiegel (afhankelijk van
de situatie) onder de volgende voorwaarden:
-
alle voertuigen gaan dezelfde kant op en
rijden op aangrenzende rijstroken,
- de snelheid van uw auto ligt tussen
12 km/h en 140 km/h,
- het snelheidsverschil met het voertuig
dat u aan het inhalen bent, is kleiner
dan 10 km/h,
- het snelheidsverschil met het voertuig dat u
inhaalt, is kleiner dan 25 km/h,
- het verkeer stroomt vloeiend door,
- de inhaalmanoeuvre duurt langer dan
normaal, doordat het ingehaalde voertuig
weer terugkomt in de dode hoek,
- u rijdt in een rechte lijn of in een flauwe
bocht,
- uw auto trekt geen aanhanger of
caravan, enz.
Het systeem dient als hulp voor
de bestuurder maar kan nooit een
vervanging zijn voor de spiegels.
De bestuurder blijft te allen tijde
verantwoordelijk voor het op tijd
waarnemen wat er zich achter hem
bevindt, het inschatten van de snelheid
en afstand van achteropkomend
verkeer en de beslissing of hij al dan
niet veilig van rijstrook kan wisselen.
Het systeem voor dodehoekbewaking is
een hulpmiddel voor de bestuurder die
echter te allen tijde zijn aandacht op het
verkeer moet blijven vestigen.
6
Rijden
Page 250 of 504
250
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Er wordt geen waarschuwingssignaal
afgegeven in de volgende situaties:
- voor stilstaande objecten (geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen, borden...),
- bij tegemoetkomende voertuigen,
- bij rijden over bochtige wegen of in zeer
scherpe bochten, -
bij het inhalen van of ingehaald worden
door een zeer lang voertuig (vrachtwagen,
autobus...) die én in de dode hoek
achter wordt gedetecteerd én zich in het
gezichtsveld van de bestuurder bevindt,
- bij erg druk verkeer: de voertuigen die voor
en achter worden gedetecteerd worden
aangezien voor een vrachtwagen of een
stilstaand object,
- bij snelle inhaalmanoeuvres. Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan gaat branden;
het systeem is ingeschakeld.
F
Druk op deze knop, het
verklikkerlampje ervan dooft; het
systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
Uitschakelen van het systeem:
Met autoradio
Rijden