TOYOTA PROACE VERSO 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2017Pages: 504, PDF Size: 74.22 MB
Page 221 of 504

221
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Road Sign Assist
Dit systeem geeft de door de camera
gedetecteerde toegestane maximumsnelheid
weer op het instrumentenpaneel.
Specifieke snelheidslimieten, bijvoorbeeld die
voor vrachtwagens, worden niet weergegeven.
De op het instrumentenpaneel weergegeven
snelheidslimiet wordt bijgewerkt als u een
bord met een snelheidslimiet bestemd voor
personenauto's en lichte bedrijfswagens
passeert.
Werkingsprincipes
Afhankelijk van de uitvoering
gebruikt het systeem de informatie
over snelheidslimieten afkomstig
van de kaartgegevens van het
navigatiesysteem.
De eenheid van de weergegeven
snelheidslimiet (km/h of mph) is afhankelijk
van het land waar u zich bevindt.
Houd hier rekening mee als u zich aan
de toegestane maximumsnelheid wilt
houden.
Als u in een ander land rijdt, werkt het
systeem alleen correct als de eenheid van
de snelheid op het instrumentenpaneel
overeenkomt met de eenheid voor de
snelheid die in dat land wordt gebruikt. Afhankelijk van de uitvoering detecteert dit
systeem met behulp van een boven aan de
voorruit geplaatste camera de borden met
snelheidslimieten en leest het de informatie op
deze borden.
Afhankelijk van de uitvoering gebruikt dit
systeem de informatie van de camera en van
de kaartgegevens van het navigatiesysteem.
Om de goede werking van het systeem
te garanderen is het raadzaam het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera regelmatig te reinigen.
De automatische snelheidslimietherkenning
is een rijhulpsysteem. Het systeem geeft niet
altijd de juiste snelheidslimiet aan.
De op de borden langs of boven de weg
weergegeven snelheidslimieten gaan altijd
voor de door het systeem weergegeven
snelheden.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem
moet de bestuurder altijd alert blijven.
De bestuurder moet zich aan de
verkeersregels houden en zijn snelheid altijd
aanpassen aan de weersomstandigheden
en de verkeerssituatie.
Als het systeem niet binnen een vooraf
bepaalde tijdsduur een bord met een
snelheidslimiet detecteert, wordt mogelijk
geen snelheid weergegeven.
Het systeem is ontwikkeld om borden te
detecteren die voldoen aan de eisen van het
Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens.
Om er zeker van te zijn dat de
informatie over snelheidslimieten
afkomstig van het navigatiesysteem
adequaat is, dienen de kaartgegevens
geregeld te worden geüpdatet.
6
Rijden
Page 222 of 504

222
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Het systeem is ingeschakeld maar ontvangt
geen informatie over de snelheidslimiet.De bestuurder kan, als hij dat wil,
zijn snelheid aanpassen op basis
van de door het systeem geleverde
gegevens.
Weergave van de snelheid
1. Weergave van de snelheidslimiet.
Weergave op het head-up display
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Weergave op het instrumentenpaneel
Zodra er informatie over de snelheidslimiet
wordt ontvangen, geeft het systeem de waarde
w e e r.
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer
" Snelheidsadviezen ".
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto
en activeer/deactiveer " Weergave van de
adviessnelheid. ".
Rijden
Page 223 of 504

223
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Opslaan van de snelheidslimiet
als ingestelde snelheid
Dit in het geheugen opslaan is een aanvulling
op de weergave van de Road Sign Assist.
De bestuurder kan ervoor kiezen om de ingestelde
snelheid aan te passen aan de voorgestelde
snelheidslimiet door de geheugentoets van de
snelheidsbegrenzerbediening in te drukken bij de
standaard cruise control of de adaptieve cruise
control.
Deze ingestelde snelheid vervangt dan de eerder
ingestelde snelheid voor de snelheidsbegrenzer
en/of de adaptieve cruise control. Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de
snelheidsbegrenzer, cruise control of
adaptieve cruise control .
Stuurkolomschakelaars
1. Selecteren van de snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar.
2. Opslaan van de ingestelde snelheid.
Grenzen van het systeem
De regelgeving met betrekking tot
snelheidslimieten verschilt per land.
Het systeem houdt geen rekening met lagere
snelheidslimieten die in de volgende gevallen
van kracht kunnen zijn:
- slecht weer (regen, sneeuw),
- luchtvervuiling,
- trekken van een aanhangwagen of
caravan,
- rijden met sneeuwkettingen,
- rijden met een band die met een
bandenreparatieset is gerepareerd,
- beginnende bestuurders,
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet of minder goed:
- slecht zicht (onvoldoende verlichting van
de weg, sneeuwval, regen, mist),
- gedeelte van de voorruit vóór de camera
is vuil, beslagen, berijpt, beschadigd of
bedekt met een sticker,
- storing van de camera,
- verouderde of onjuiste kaartgegevens,
- afgeschermde of onleesbare borden (door
andere voertuigen, vegetatie, sneeuw),
- snelheidslimietborden die niet aan de norm
voldoen, of die beschadigd of vervormd
zijn.
Zorg dat het gedeelte van de voorruit voor
de camera regelmatig wordt gereinigd.
6
Rijden
Page 224 of 504

224
MEMMEM
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
3.
Weergave van de snelheidslimiet.
4. Verzoek om opslaan van de snelheid.
5. Huidige ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Weergave op het head-up display Opslaan
F
Als de snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar wordt ingeschakeld,
worden de desbetreffende gegevens
weergegeven.
Als een verkeersbord wordt gedetecteerd, geeft
het systeem de snelheidslimiet weer. U kunt dan
deze snelheid als ingestelde snelheid opslaan.
De letters " MEM" knipperen enkele seconden op
het display.
F Druk eerst op deze knop om
de voorgestelde snelheidslimiet
weer te geven. F Druk
nogmaals op deze knop
om deze nieuwe ingestelde
snelheid te bevestigen.
Rijden
Page 225 of 504

225
GAP
MEM
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bediening op het stuurwiel
6. Snelheidsbegrenzer ingeschakeld/
onderbroken.
7. Snelheidsbegrenzer geselecteerd.
8. Ingestelde snelheid.
Snelheidsbegrenzer ("LIMIT")
De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde maximumsnelheid overschrijdt.
Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer moet de
bestuurder te allen tijde de snelheidslimiet in acht nemen
en zijn aandacht op het verkeer blijven vestigen.
Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt,
heeft het dieper intrappen van het gaspedaal
geen effect.
1. Selecteren van de snelheidsbegrenzer.
2. Verlagen van de ingestelde snelheid.
3. Verhogen van de ingestelde snelheid.
4. Inschakelen/onderbreken van de
snelheidsbegrenzing.
5. Als uw auto hiermee is uitgerust, kunt
u een overzicht weergeven van de
opgeslagen snelheden of snelheden
opslaan die door het Road Sign Assist-
systeem worden voorgesteld.
Weergave op het instrumentenpaneel
De ingestelde maximumsnelheid blijft na het afzetten
van het contact opgeslagen in het geheugen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over deze
toets en de adaptieve cruise
control .
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de
instelbare snelheidsbegrenzer
(AS L).
Head-up display
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de Road Sign
Assist en in het bijzonder het opslaan
van verkeersborden.
6
Rijden
Page 226 of 504

226
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Inschakelen / Pause
F Draai de rolknop 1 in de stand "LIMIT" : de
snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar
nog niet ingeschakeld (Pause).
F Schakel de snelheidsbegrenzer in door
op de toets 4 te drukken, als de gewenste
snelheid wordt weergegeven (standaard de
laatste geprogrammeerde snelheid).
F U kunt de werking van de
snelheidsbegrenzer tijdelijk onderbreken
door nogmaals op de toets 4 te drukken:
het onderbreken wordt bevestigd op het
display (Pause). Er kan een snelheid worden ingesteld zonder
de begrenzer in te schakelen.
Als de functie is geselecteerd, kunt u als volgt
de waarde van de snelheid wijzigen:
-
druk op de toets 2 of 3 om de weergegeven
snelheid te verhogen of te verlagen:
F herhaaldelijk kort indrukken om te
wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,
F ingedrukt houden om te wijzigen in
stappen van + of - 5 km/h.
- door, indien uw auto is uitgerust met
snelheidslimietherkenning, op de toets 5 te
drukken:
F de zes opgeslagen snelheden worden
weergegeven op het touchscreen,
F druk op de toets van de door u gewenste
snelheid.
De waarde wordt direct weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Het selectiescherm wordt na enkele seconden
gesloten.
Instellen van de
maximumsnelheid (instelling)
Om de snelheidsbegrenzer te kunnen inschakelen moet
de ingestelde snelheid minimaal 30 km/h bedragen.
Het onderbreken van de snelheidsbegrenzer geschiedt
eveneens via de toets.
Trap het gaspedaal voorbij de
weerstand in om de ingestelde
snelheid tijdelijk te overschrijden.
Laat om terug te keren naar de
ingestelde maximumsnelheid het
gaspedaal los tot de wagensnelheid
weer beneden de ingestelde
snelheid ligt.
Rijden
Page 227 of 504

227
MEM
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bij snel accelereren, bijvoorbeeld
in een steile afdaling, kan de
snelheidsbegrenzer niet altijd
voorkomen dat de ingestelde snelheid
wordt overschreden.
De snelheidsbegrenzer wordt dan
tijdelijk uitgeschakeld en de ingestelde
snelheid knippert op het display.
Als de ingestelde snelheid zonder
ingreep van de bestuurder wordt
overschreden, knippert de snelheid in
combinatie met een geluidssignaal.
Het knipperen van streepjes wijst op een storing in de
snelheidsbegrenzer.
Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Storing
Tijdelijk overschrijden van
de ingestelde snelheid
Uitschakelen
F Trap het gaspedaal met kracht in tot
voorbij het zware punt om de ingestelde
snelheid te overschrijden.
De werking van de snelheidsregelaar wordt
tijdelijk onderbroken en de weergegeven
ingestelde snelheid knippert.
Als de ingestelde snelheid zonder ingreep
van de bestuurder wordt overschreden
(bijvoorbeeld in een steile afdaling), knippert de
snelheid in combinatie met een geluidssignaal.
Zodra de wagensnelheid weer is gedaald
tot beneden de ingestelde snelheid, werkt
de snelheidsbegrenzer weer en stopt het
knipperen van de snelheid.
F Draai de knop 1 in de stand "0" .
De informatie van de snelheidsbegrenzer
wordt niet meer weergegeven.
-
door het indrukken van toets 5 , indien uw
auto is uitgerust met Road Sign Assist:
F de opgeslagen snelheid verschijnt op het
instrumentenpaneel,
F druk nogmaals op de toets 5 om de
snelheid op te slaan.
De waarde wordt direct op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de
Road Sign Assist . Bij gebruik van matten die niet zijn
goedgekeurd door Toyota kan de
werking van de snelheidsbegrenzer
worden gehinderd.
Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
controleer of de mat goed is
bevestigd,
- gebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
6
Rijden
Page 228 of 504

228
MEM
MEM
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Snelheidsregelaar ("CRUISE")
Met behulp van de snelheidsregelaar kan de
bestuurder met een constante ingestelde
snelheid rijden zonder gas te hoeven geven.
Bediening aan de stuurkolom
1. Selecteren van de snelheidsregelaar.
2. Instellen van een snelheid/ Verlagen van de
snelheid.
3. Instellen van een snelheid/Verhogen van
de snelheid.
4. Onderbreken/hervatten van de
snelheidsregeling.
5. Als uw auto hiermee is uitgerust, kunt
u een overzicht weergeven van de
opgeslagen snelheden of snelheden
opslaan die door het Road Sign Assist-
systeem worden voorgesteld.
Bij het gebruik van de snelheidsregelaar moet de
bestuurder te allen tijde de snelheidslimiet in acht
nemen en zijn aandacht op het verkeer blijven
vestigen.
Houd uw voeten altijd in de buurt van de pedalen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de Road
Sign Assist .
Na het afzetten van het contact worden
alle ingestelde snelheden gewist.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de
instelbare snelheidsbegrenzer
(AS L).
Rijden
Page 229 of 504

229
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bij een auto met handgeschakelde
versnellingsbak moet minimaal de derde of
vierde versnelling zijn ingeschakeld.
Als uw auto is uitgerust met een automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak, moet minimaal de tweede
versnelling zijn ingeschakeld.
6. Snelheidsregeling onderbroken/hervat.
7. Snelheidsregelaar geselecteerd.
8. Ingestelde snelheid.
Weergave op het instrumentenpaneel
Weergave op het head-up display
Inschakelen
F Draai de rolknop 1 in de stand "CRUISE" :
de snelheidsregelaar is geselecteerd, maar
nog niet ingeschakeld (Pause).
F Druk op de toets 2 of 3 : de actuele snelheid
van uw auto wordt de ingestelde snelheid.
De snelheidsregelaar is geactiveerd (ON). Door het gaspedaal in te trappen, kan
de ingestelde snelheid tijdelijk worden
overschreden.
Om weer terug te keren naar de
ingestelde snelheid is het voldoende
het gaspedaal los te laten tot de
wagensnelheid weer gelijk is aan de
geprogrammeerde snelheid.
Het inschakelen
van de snelheidsregelaar
geschiedt handmatig: daarvoor moet de auto
met een snelheid van minstens 40 km/h rijden.
6
Rijden
Page 230 of 504

230
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Onderbreken
Het onderbreken van de snelheidsregelaar
geschiedt handmatig met de toets, door het
rem- of koppelingspedaal in te trappen of
om veiligheidsredenen, door activering van
de ESC.
- druk, indien uw auto is uitgerust met
snelheidslimietherkenning, op de toets 5 :
F de opgeslagen snelheid verschijnt op het
instrumentenpaneel,
F druk nogmaals op de toets 5 om de
snelheid op te slaan.
De waarde wordt direct op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de Road Sign Assist .Als de snelheidsregelaar is ingeschakeld, kunt
de werking ervan tijdelijk onderbreken door op
de toets 4 te drukken: op het display wordt de
onderbreking aangegeven (Pause).
Als de snelheidsregelaar is ingeschakeld, kunt
u vervolgens de snelheid wijzigen:
-
met behulp van de toetsen 2 of 3 :
F herhaaldelijk kort indrukken om te
wijzigen in stappen van + of - 1 km/h,
F ingedrukt houden om te wijzigen in
stappen van + of - 5 km/h.
Wijzigen van de oorspronkelijke
(ingestelde) snelheid
- door, indien uw auto is uitgerust met
snelheidslimietherkenning, op de toets 5 te
drukken:
F de zes opgeslagen snelheden worden
weergegeven op het touchscreen,
F selecteer een waarde: deze verschijnt op
het instrumentenpaneel.
Het selectiescherm wordt na enkele seconden
gesloten.
De wijziging is opgeslagen.
Rijden