TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 271 of 760

2714-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de transmissie
●Trek de ring onder de pookknop alleen omhoog om de achteruitversnelling
in te schakelen.
●Schakel de achteruitversnelling alleen in nadat de auto volledig tot stil-
stand is gekomen.
●Zet de selectiehendel niet in stand R
zonder eerst het koppelingspedaal in te
trappen.

Page 272 of 760

2724-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Richtingaanwijzerschakelaar
Rechts afslaan
Veranderen van rijstrook (naar
rechts) (beweeg de hendel
enigszins omhoog en laat deze
vervolgens los)
De richtingaanwijzers aan de rech-
terzijde zullen drie keer knipperen.
Veranderen van rijstrook (naar
links) (beweeg de hendel enigs-
zins omlaag en laat deze ver-
volgens los)
De richtingaanwijzers aan de lin-
kerzijde zullen drie keer knipperen.
Links afslaan
Bedieningsinstructies
1
2
3
4

Page 273 of 760

2734-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■De richtingaanwijzers kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als het controlelampje sneller knippert dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaanwijzer voor of achter is doorge-
brand.
■Als de richtingaanwijzers stoppen met knipperen voordat van rijstrook
is veranderd
Bedien de hendel nogmaals.
■Om het knipperen van de richtingaanwijzers gedurende het veranderen
van rijstrook te onderbreken
Beweeg de hendel in de tegenovergestelde richting.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling voor het knipperen van de richtingaanwijzers tijdens het veran-
deren van rijstrook kan worden aangepast.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 730)

Page 274 of 760

2744-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Parkeerrem
Activeren van de parkeerrem
Trek de parkeerrem volledig aan
terwijl u het rempedaal ingetrapt
houdt.
Deactiveren van de parkeerrem
Trek de hendel iets omhoog en
beweeg hem helemaal omlaag ter-
wijl u de knop ingedrukt houdt.
■Gebruik in de winter
Blz. 358
1
2
OPMERKING
■Voordat u gaat rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de onderde-
len van het remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in
negatieve zin kunnen worden beïnvloed en de onderdelen van het remsys-
teem sneller slijten.

Page 275 of 760

275
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Claxon
Druk op of vlak bij het merkteken
om te claxonneren.
■Na het afstellen van het stuurwiel
Controleer of het stuurwiel goed vergrendeld is.
Als het stuurwiel niet goed vergrendeld is, klinkt de claxon wellicht niet.
(Blz. 187)

Page 276 of 760

2764-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
DPF (roetfilter)/DPNR-systeem
(Diesel Par ticulate-NOx Reduction)

◆Regeneratie
De regeneratie wordt indien nodig uitgevoerd, afhankelijk van de
rijomstandigheden.
◆Eigenschappen van het systeem
Het DPF/DPNR-systeem (roetfilter en katalysator) hebben de vol-
gende eigenschappen:
●Het stationair toerental neemt tijdens regeneratie toe
●De geur van de uitlaatgassen wijkt af van die van een conventio-
nele dieselmotor
●Wanneer de motor wordt gestart, wordt tijdens regeneratie
mogelijk witte stoom (waterdampen) uitgestoten
●Mogelijk zal tijdens regeneratie de acceleratie verslechteren
Regenereer het filter als de waarschuwingsmelding voor het
DPF/DPNR-systeem op het scherm verschijnt, door een constante
snelheid aan te houden. (Blz. 635)
: Indien aanwezig
Als er zich een vooraf bepaalde hoeveelheid afzetting in het filter
bevindt, wordt het filter automatisch geregenereerd.
Waarschuwing defect DPF/DPNR-systeem

Page 277 of 760

2774-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Olie verversen
Gebruik de olie die wordt aanbevolen of olie van een gelijkwaardige kwaliteit.
(Blz. 714)
■Waarschuwing DPF/DPNR-systeem
Onder de volgende rijomstandigheden verschijnt de waarschuwingsmelding
voor het DPF/DPNR-systeem mogelijk eerder dan normaal.
*
●Als er alleen met lage snelheid wordt gereden (bijvoorbeeld 20 km/h of
lager).
●Als de motor herhaaldelijk aan en uit wordt gezet (als de motor steeds niet
langer dan 10 minuten achter elkaar draait).
*: Verschilt afhankelijk van het weer, de rijomstandigheden, enz.
WAARSCHUWING
■Tijdens regeneratie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kunt u zich branden aan de hete uitlaatpijp of kan brand ontstaan.
●Raak de uitlaatpijp niet aan en blijf uit de buurt van de uitlaatgassen tij-
dens de regeneratie.
●Houd licht ontvlambaar materiaal uit de
buurt van de uitlaatpijp.
●Verzeker u ervan dat niemand zich in
de buurt van de uitlaatpijp bevindt.

Page 278 of 760

2784-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Storingen in het DPF/DPNR-systeem voorkomen
●Gebruik geen andere brandstof dan het aangegeven type brandstof
●Gebruik geen andere motorolie dan het aanbevolen type motorolie
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan

Page 279 of 760

279
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
Ty p e A
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De koplampen, dagrijver-
lichting en alle verlichting
die hierboven genoemd is,
worden automatisch in- en
uitgeschakeld.
(Wanneer het contact AAN
staat.)
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld.
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
4

Page 280 of 760

2804-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Ty p e B
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld.
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de
koplampen in- of uitgeschakeld.
1
2
3
Inschakelen van grootlicht
1
2

Page:   < prev 1-10 ... 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 ... 760 next >