TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Page 331 of 760
3314-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de onder-
staande handeling wordt uitgevoerd, klinkt er een zoemer en gaat het contro-
lelampje Stop & Start knipperen. Dit geeft aan dat de motor alleen is
uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
●De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
Ook in dit geval start de motor als het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
■Als het controlelampje voor het uitschakelen van het Stop & Start-sys-
teem blijft knipperen
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
●Auto's met handmatig bediende airconditioning: Herstart de motor door het
koppelingspedaal in te trappen (Blz. 326) of door op de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem te drukken en de draaiknop voor de keuze van
de uitstroomopening in de stand te zetten. (Blz. 369)
●Auto's met automatische airconditioning: Schakel de voorruitverwarming in.
(De motor wordt gestart door de automatische startfunctie van de motor.)
(Blz. 378)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
■Weergave werkingsduur Stop & Start-systeem en totale werkingsduur
Stop & Start-systeem
Blz. 113
■Vervangen van batterij
De geplaatste batterij is speciaal voor het Stop & Start-systeem. De batterij
mag alleen worden vervangen door een soortgelijk type.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Page 332 of 760
3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is ingeschakeld
●Houd de selectiehendel in stand N en bedien het rempedaal of de parkeer-
rem als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem (het controle-
lampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Verlaat de auto niet als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje Stop & Start brandt).
Anders kan de auto onverwacht in beweging komen als de motor wordt
gestart door de automatische startfunctie, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Zorg ervoor dat de motor niet wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem
als de auto zich in een slecht geventileerde ruimte bevindt. Anders kan de
motor worden gestart door de automatische startfunctie, waardoor er uit-
laatgassen in de auto terecht kunnen komen die zeer schadelijk kunnen
zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet
goed. Laat uw auto in dat geval zo snel mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het controlelampje voor de veiligheidsgordel knippert, terwijl de veilig-
heidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt,
blijft het controlelampje voor de veiligheidsgordel uit.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier gesloten is, gaat het waarschu-
wingslampje open portier/achterklep branden of de interieurverlichting
gaat branden terwijl de schakelaar in de stand DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier open is, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet branden of de interieurverlichting gaat
niet branden terwijl de schakelaar in de stand DOOR staat.
Page 333 of 760
333
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆AUTO LSD-functie (2WD-uitvoeringen)
De AUTO LSD-functie wordt geactiveerd wanneer het systeem in
de stand TRC UIT is De functie werkt als een van de aangedreven
wielen doorslipt, bijvoorbeeld als het wiel vrijelijk spint op ijs of
modder. Het systeem schakelt de remmen van het doorslippend
wiel in, maar brengt een gedeelte van het koppel over op het
andere wiel en zorgt er zo voor dat er voldoende aandrijfkracht
behouden blijft.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen.
Page 334 of 760
3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
◆Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar permanente vierwielaandrijving (AWD),
wat bijdraagt aan betrouwbaar rijgedrag en stabiliteit. Voorbeelden
van omstandigheden waaronder het systeem overschakelt op AWD
zijn het nemen van bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrijden of
accelereren en als het wegoppervlak glad is ten gevolge van
sneeuw, regen, enz.
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Hill Start Assist Control
Blz. 339
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de remlichten
automatisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waar-
schuwen.
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-/
VSC-systeem in werking is.
Als het TRC-/VSC-systeem in werking is
Page 335 of 760
3354-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak-
kelijker los krijgen door te 'schommelen'.
Schakel de TRC uit door de knop snel in te drukken en weer los te
laten .
Druk nogmaals op om het systeem weer in te schakelen.
2WD-uitvoeringen:
TRC OFF wordt weergegeven en
de controlelampjes AUTO LSD en
VSC OFF gaan branden.
AWD-uitvoeringen:
TRC OFF wordt weergegeven.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Page 336 of 760
3364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
■Uitschakelen van zowel het TRC- als het VSC-systeem
Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC en
VSC uit te schakelen.
TRC OFF wordt weergegeven en het controlelampje VSC OFF gaat branden.
Druk nogmaals op om de systemen weer in te schakelen.
■Wanneer het controlelampje AUTO LSD ook knippert als de toets VSC
OFF niet is ingedrukt (2WD-uitvoeringen)
De TRC, AUTO LSD, Hill Start Assist Control en Downhill Assist Control kun-
nen niet in werking worden gesteld. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer de melding wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is de toets VSC OFF niet ingedrukt
(AWD-uitvoeringen)
De TRC, Hill Start Assist Control en Downhill Assist Control kunnen niet in
werking worden gesteld. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door ABS-, BA-, VSC-,
en TRC-systemen
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
Page 337 of 760
3374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet.
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
Page 338 of 760
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht
op de weg niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kan worden, zelfs
niet als de TRC in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■Als het Vehicle Stability Control-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het
controlelampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermo-
gen.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben
een negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing
veroorzaken.
Page 339 of 760
339
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Hill Star t Assist Control
Schakel de Hill Start Assist Con-
trol in door het rempedaal hele-
maal in te trappen wanneer de
auto volledig stilstaat.
Er klinkt eenmaal een zoemer om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld. Ook gaat het contro-
lelampje Traction Control knippe-
ren.
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
●Het systeem werkt onder de volgende omstandigheden:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan stand P (auto's met
automatische transmissie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem is niet geactiveerd.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De Hill Start Assist Control werkt niet wanneer het controlelampje van de
Traction Control brandt.
■Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control in werking is, blijven de remmen auto-
matisch geactiveerd nadat de bestuurder het rempedaal heeft losgelaten.
De remlichten en het derde remlicht gaan branden.
●De Hill Start Assist Control werkt gedurende ongeveer 2 seconden nadat
het rempedaal is losgelaten.
●Als het controlelampje Traction Control niet gaat knipperen en de zoemer
niet klinkt wanneer het rempedaal volledig wordt ingetrapt, verminder dan
licht de druk op het rempedaal (laat de auto niet achteruitrollen) en trap het
vervolgens weer stevig in. Als het systeem dan nog niet werkt, controleer
dan of aan de hiervoor behandelde voorwaarden voor werking is voldaan.
Assisteert bij het wegrijden en houdt zelfs na het loslaten van
het rempedaal kort de remdruk vast bij het wegrijden op een
(gladde) helling.
Page 340 of 760
3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Zoemer Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control wordt geactiveerd, klinkt de zoemer
eenmaal.
●In de volgende situaties wordt de Hill Start Assist Control uitgeschakeld en
klinkt de zoemer tweemaal.
• Er wordt binnen ongeveer 2 seconden nadat het rempedaal is losgelaten
niet weggereden.
• De selectiehendel wordt in stand P gezet (auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem wordt geactiveerd.
• Het rempedaal wordt weer ingetrapt.
• Het rempedaal werd gedurende ten minste 3 minuten ingetrapt.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Hill Start Assist Control
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.