audio TOYOTA RAV4 2020 Instructieboekje (in Dutch)

Page 142 of 730

141
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*: Indien aanwezig
Scherm audiosysteem
■Ritinformatie
Audiosysteem zonder
navigatiefunc-
tie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als het scherm “History” (geschiedenis)
wordt weergegeven, selecteert u “Trip infor-
mation” (ritinformatie).

Audiosysteem met navigatiefunctie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”. 3
Selecteer ECO op het scherm
“Information” (informatie).
Als het scherm “History” (geschiedenis)
wordt weergegeven, selecteert u “Trip infor-
mation” (ritinformatie).
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
Resetten van de verbruiksgegevens
De gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van de motor
De verstreken tijd sinds het starten
van de motor
Actieradius ( Blz. 142)
Het gemiddelde brandstofverbruik over
de laatste 15 minuten wordt door het
gebruik van kleuren verdeeld in vorige
gemiddelden en gemiddelden sinds de
laatste keer dat het contact AAN is
gezet. Het weergegeven gemiddelde
brandstofverbruik is een globale
waarde.
■Geschiedenis
Audiosysteem zonder navigatiefunc-
tie
1 Druk op de toets MENU.
Infor matie over
brandstofverbruik*
De informatie over het brandstof-
verbruik kan worden weergegeven
op het scherm van het audiosys-
teem.
Systeemonderdelen
Ve r b ru i k
A
A
B
C
D
E
F
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 141 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 143 of 730

1422-1. Instrumentenpaneel
2Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als het scherm “Trip information” (ritinforma-
tie) wordt weergegeven, selecteert u “His-
tory” (geschiedenis).

Audiosysteem met navigatiefunctie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm
“Information” (informatie).
Als het scherm “Trip information” (ritinforma-
tie) wordt weergegeven, selecteert u “His-
tory” (geschiedenis).
De afbeelding is slechts een voorbeeld en
kan afwijken van de werkelijke situatie.
Het beste gemeten brandstofver-
bruik
Recent brandstofverbruik
Het vorige gemeten brandstofver-
bruik
• Zonder navigatiefunctie:
Geeft het gemiddelde dagelijkse brandstof-
verbruik weer. (In plaats van de datum wordt
“Trip 1” (rit 1) t/m “Trip 5” (rit 5) weergege-
ven.)
• Met navigatiefunctie:
Geeft het gemiddelde dagelijkse brandstof-
verbruik weer.
Het recente brandstofverbruik bij-
werken De gegevens uit de geschiedenis
resetten
De geschiedenis van het gemiddelde
brandstofverbruik is door middel van
kleuren verdeeld in vorige gemiddelden
en het gemiddelde brandstofverbruik
sinds de gegevens de laatste keer zijn
bijgewerkt. Het weergegeven gemid-
delde brandstofverbr uik is een globale
waarde.
■De gegevens uit de geschiedenis bij-
werken
Werk het gemiddelde brandstofverbruik bij
door “Knipsel” te selecteren om het actuele
brandstofverbruik opnieuw te meten.
■De gegevens resetten
De verbruiksgegevens kunnen worden
gewist door “Clear” (wissen) te selecteren.
■Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan die
nog met de in de tank aanwezige brandstof
kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan worden
gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
A
B
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 142 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 146 of 730

145
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
U kunt zelf de batterij vervangen (
Blz. 603).
Aangezien echter de elektronische sleutel
beschadigd zou kunnen raken, raden wij u
aan om de vervanging te laten uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
■Als er een melding met betrekking tot
de status van de elektronische sleutel
of de stand van het contact, enz. wordt
weergegeven (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
Om te voorkomen dat de elektronische sleu-
tel in de auto wordt opgesloten, de auto wordt
achtergelaten terwijl u de elektronische sleu-
tel bij u hebt en het contact niet UIT is gezet,
andere inzittenden per ongeluk de sleutel
mee naar buiten nemen, enz. wordt op het
multi-informatiedisplay mogelijk een melding
weergegeven die de gebruiker vraagt de sta-
tus van de elektronische sleutel of de stand
van het contact te bevestigen. Volg in zo'n
geval de instructies op het display onmiddel-
lijk op.
■Als “Key Battery Low Replace Key Bat-
tery” (sleutelbatterij leeg, vervang sleu-
telbatterij) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
De batterij van de elektronische sleutel is
(bijna) leeg. Vervang de batterij van de elek-
tronische sleutel. ( Blz. 603)
■Batterij vervangen
 Blz. 603
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan wor-
den bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd. Neem
voor meer informatie contact op met uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronisc he sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt weergege-
ven, maar u geen nieuwe elektronische sleu-
tel hebt geregistreerd, om te controleren of er
een onbekende elektronische sleutel (anders
dan de sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of mag-
netische voorwerpen aan de sleutels en
houd de sleutels uit de buurt van derge-
lijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutels.
●Houd de sleutels uit de buurt van appa-
raten die magnetische velden opwek-
ken, bijvoorbeeld televisietoestellen,
audiosystemen en inductiekookplaten.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 145 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 194 of 730

193
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt.
Ga na of het controlelampje van de elektroni-
sche sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet w orden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken.
(Oplossingen: Blz. 666)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale , tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met a luminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er in de buurt gebruik wordt gemaakt
van een andere sleutel met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzendt)
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• Een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of andere draadloze
communicatiemiddelen
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektroni sche sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgen de gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleu tel bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dash- board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 193 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 300 of 730

299
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
AAN (stand ON)
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
START (stand START)
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT zet-
ten
1 Zet de selectiehendel in stand P (auto-
matische transmissie of Multidrive CVT)
of in de neutraalstand (handgeschakelde
transmissie).
2 Druk de sleutel dieper in het slot en draai
deze naar UIT.
■Waarschuwingssysteem sleutel in con-
tactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent ter-
wijl het contact in stand ACC of UIT staat,
klinkt er een zoemer die u helpt herinneren
dat u de sleutel moet verwijderen.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet tijdens het rijden het contact niet UIT.
Als om welke dringende reden dan ook de
motor moet worden uitgezet terwijl de auto
nog rijdt, draai dan de sleutel in stand ACC
om de motor uit te zetten. Als de motor
wordt uitgeschakeld tijdens het rijden kan
een ongeval het gevolg zijn. ( Blz. 620)
B
C
D
230(5.,1*
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 299 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 303 of 730

3024-2. Rijprocedures
3Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie of Mul-
tidrive CVT) of in de neutraalstand
(handgeschakelde transmissie).
4 Druk kort en kracht ig op de start-
knop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
5 Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (automatische transmissie
of Multidrive CVT) of het koppelingspe-
daal (handgeschakelde transmissie) in
te trappen. (De stand verandert iedere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
1
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt niet weer-
gegeven.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3ON
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met automatische transmissie of
Multidrive CVT: Als de selectiehendel niet
in stand P staat en de motor wordt uitge-
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in geval van nood de motor tijdens
het rijden uit wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( Blz. 620)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om de motor opnieuw te starten
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het rijden is uitgeschakeld
de selectiehendel in stand N en druk de
startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de stand van het
contact
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 302 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 406 of 730

405
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Controlelampje BSM/controlelampje
RCTA OFF
Als de Blind Spot Monitor wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje BSM branden.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Weergave monitorscherm (alleen
RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon (
Blz. 416) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer vanachter de achterstoel.
De BSM-functie en de RCTA kunnen
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm van het multi-informa-
tiedisplay. ( Blz. 136)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer kom t mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar), “Rear Cross Traffic Alert
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert
niet beschikbaar) of “RCTA Unavaila-
ble” (RCTA niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De sensorspanning is niet in orde of water,
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op
in de buurt rondom de sensor in de achter-
bumper. ( Blz. 413)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder,
enz. rondom de sensor worden verwijderd,
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor System
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler), “Rear Cross Traffic Alert Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Rear
Cross Traffic Alert. Ga naar uw dealer)
of “RCTA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RCTA. Ga naar uw dealer) op
het multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 136)In-/uitschakelen van de BSM-
functie/RCTA
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 405 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 420 of 730

419
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-informatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergege ven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in
stand R staat
■Display (sche rm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergegeven op het scherm
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het sche rm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig)
overeenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het scherm
van het navigati esysteem of het
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 419 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 423 of 730

4224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
(  Blz. 422)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zij n om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculatie van de airconditioning
veel geluid produceert. • Het kan moeilijk zijn
om de geluidssignalen
te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 422 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page 448 of 730

447
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de zoemer klinkt (auto's met
automatische transmissie of Multidrive
CVT)
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem en de selectiehendel in D staat,
klinkt er een zoemer en gaat het controle-
lampje Stop & Start knipperen. Sluit het
bestuurdersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseling uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de ac cukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
 Blz. 672
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is inge-
schakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem
uitgeschakeld is als de auto zich in een
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Anders kan de motor onverwacht worden
gestart, waardoor er uitlaatgassen in de
auto terecht kunnen komen die zeer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezondheid.
●Verlaat de auto niet als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(zolang het controlelampje van het Stop
& Start-systeem brandt). Anders kan
door de automatische motorstartfunctie
een ongeval ontstaan.
●Trap het rempedaal in en activeer indien
nodig de parkeerrem als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
(het controlelampje van het Stop &
Start-systeem brandt).
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop &
Start-systeem mogelijk niet goed. Laat uw
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier knippert, terwijl de
veiligheidsgordel van de bestuurder is
vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van
de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat
het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier niet branden.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is
gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep branden
of gaat de interieurverlichting branden
wanneer de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 447 Monday, October 7, 2019 3:26 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 80 next >