TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 371 of 602

OPMERKING
Bij het optillen van de ruitenwissers
voor
• Wanneer u de ruitenwisserarmen
optilt van de voorruit, til dan eerst de
ruitenwisser aan bestuurderszijde op
en daarna de wisser aan
passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan
de passagierszijde.
• Til de ruitenwisser voor niet op aan
het ruitenwisserblad. Anders kan het
ruitenwisserblad vervormd worden.
• Bedien de ruitenwisserhendel niet als
de ruitenwissers voor zijn opgetild.
Als u dat wel doet, raken de
ruitenwissers voor mogelijk de
motorkap, hetgeen kan resulteren in
schade aan de ruitenwissers voor
en/of de motorkap.
Voorkomen van schade
• Let op dat de klauwen niet beschadigd
raken bij het vervangen van het
ruitenwisserrubber.
• Plaats, nadat het ruitenwisserblad van
de ruitenwisserarm is verwijderd, een
doek o.i.d. tussen de achterruit en de
ruitenwisserarm om beschadiging
van de achterruit te voorkomen.
• Trek niet te hard aan het
ruitenwisserrubber en vervorm de
metalen plaatjes ervan niet.
6.3.12 Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Als de sleutelbatterij ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
• Het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
zullen niet goed werken.
• Het bereik van de afstandsbediening
zal kleiner worden.Zaken die u dient klaar te leggen
Leg de volgende zaken klaar voordat u de
batterij vervangt:
• Sleufkopschroevendraaier
• Kleine sleufkopschroevendraaier
• Lithiumbatterij CR2032
Gebruik een CR2032 lithiumbatterij
• Batterijen zijn verkrijgbaar bij een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
• Vervang de batterij alleen door het
door de fabrikant aanbevolen type.
• Gooi batterijen niet weg, maar lever ze
in als KCA.
Batterij vervangen
1. Maak de borging los en verwijder de
mechanische sleutel.
2. Verwijder het kapje van de sleutel.
Gebruik het juiste formaat
schroevendraaier. Wanneer u
geforceerd wrikt, kan het kapje
beschadigd raken.
Omwikkel het uiteinde van de
sleufkopschroevendraaier met een
doek om schade aan de sleutel te
voorkomen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
369
6
Onderhoud en verzorging

Page 372 of 602

3. Verwijder de lege batterij met een
kleine sleufkopschroevendraaier.
Bij het verwijderen van het kapje kan
de module van de elektronische
sleutel aan het kapje vastzitten,
waardoor de batterij niet zichtbaar is.
Verwijder in dat geval de module van
de elektronische sleutel om de batterij
te kunnen verwijderen.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting + naar boven.
4. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Slik de batterij niet in. Anders kunt u
chemische brandwonden oplopen.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• De elektronische sleutel is uitgerust
met een knoopcel, ook wel
knoopbatterij genoemd. Als een
batterij wordt ingeslikt, kan deze
binnen 2 uur ernstige chemische
brandwonden veroorzaken, met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
• Houd nieuwe en gebruikte batterijen
buiten bereik van kinderen.
• Als het kapje niet goed kan worden
gesloten, gebruik de elektronische
sleutel dan niet en berg deze buiten
bereik van kinderen op. Neem
vervolgens contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Als u per ongeluk een batterij inslikt
of een batterij in een deel van uw
lichaam plaatst, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Voorkomen dat de batterij ontploft of
brandbare vloeistoffen of gassen
vrijkomen
• Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type. Als
een verkeerd type batterij wordt
gebruikt, kan deze ontploffen.
• Stel batterijen niet bloot aan een
extreem lage druk als gevolg een
grote hoogte of extreem hoge
temperaturen.
• Verbrand een batterij niet en breek of
snijd hem niet open.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
370

Page 373 of 602

OPMERKING
Voor een goede werking na het
vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen om ongevallen te
voorkomen:
• Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan
corroderen.
• Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden
aangeraakt of bewogen.
• Verbuig de aansluitingen van de
batterij niet.
6.3.13 Controleren en vervangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet
werkt, kan het zijn dat een zekering is
doorgebrand. Controleer in dat geval de
desbetreffende zekering en vervang deze
indien nodig.
Controleren en vervangen van
zekeringen
1. Zet het contact UIT.
2. Open het deksel van de
zekeringenkast.
Motorruimte: zekeringenkast type A
Druk de klauwen
AenBin om de
borging helemaal ongedaan te maken
en verwijder het deksel.Motorruimte: zekeringenkast type B
Druk de klauwen
AenBin om de
borging helemaal ongedaan te maken
en verwijder het deksel.
Linkerzijde dashboard
Auto's met linkse besturing: Verwijder
de klep.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
371
6
Onderhoud en verzorging

Page 374 of 602

Auto's met rechtse besturing: Druk de
borglip in om de afdekkap te
verwijderen en verwijder vervolgens
de klep.
Rechterzijde bagageruimte
Open de afdekplaat. (→Blz. 318)
Maak de 12 klauwen los en til de
afdekplaat aan de zijkant omhoog om
hem te verwijderen.
Zorg er bij het plaatsen van de
afdekplaat aan de zijkant voor dat de
klauwen goed worden vastgezet.Verwijder het kapje.
3. Verwijder de zekering.
Alleen zekering type A kan worden
verwijderd met de zekeringtrekker.
4. Controleer of de zekering is
doorgebrand.
Vervang de doorgebrande zekering
door een nieuwe zekering met de
juiste stroomsterkte. Deze staat
vermeld op het deksel van de
zekeringenkast.
Ty p e A
AGoede zekering
BDefecte zekering
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
372

Page 375 of 602

Ty p e B
AGoede zekering
BDefecte zekering
Ty p e C
AGoede zekering
BDefecte zekering
Na het vervangen van een zekering
• Controleer bij het plaatsen van het
deksel of de borglip goed vastzit.
• Als na het vervangen van de zekering
de verlichting nog niet werkt, kan het
zijn dat de lamp moet worden
vervangen. (→Blz. 374)
• Laat, als de nieuwe zekering direct
doorbrandt, de auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.Als de stroomafname van een circuit te
groot is
De zekeringen zullen doorbranden
voordat de bedrading van de auto
onherstelbaar beschadigd raakt.
WAARSCHUWING!
Voorkomen van storingen en het
ontstaan van brand
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren
in schade aan de auto, brand en ernstig
letsel.
• Monteer nooit een zekering voor een
hogere stroomsterkte dan
aangegeven, of een stukje metaal.
• Gebruik altijd een originele
Toyota-zekering of een
gelijkwaardige zekering. Vervang de
zekering nooit door een stukje draad
of metaal, ook niet tijdelijk.
• Breng geen wijzigingen aan de
zekeringen of de zekeringenkasten
aan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote
stroomafname zo snel mogelijk
vaststellen en repareren door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorkomen van beschadigingen aan
het deksel van de zekeringenkast in de
motorruimte
Maak bij het openen van de
zekeringenkast de borgingen van de
klauw volledig los alvorens het deksel op
te tillen. Anders kunnen de klauwen
beschadigd raken.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
373
6
Onderhoud en verzorging

Page 376 of 602

6.3.14 Lampen
U kunt de onderstaande lampen
desgewenst zelf vervangen. Sommige
lampen zijn eenvoudiger te vervangen
dan andere lampen. Aangezien de
onderdelen beschadigd zouden kunnen
raken, raden wij u aan om de vervanging
te laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Zorg voor een nieuwe lamp
Controleer het vermogen van de defecte
lamp. (→Blz. 443)
Plaats lamp
Voor
ARichtingaanwijzers voor
Buitenspiegels
AInstapverlichting spiegelvoet (indien
aanwezig)Achter
ARichtingaanwijzers achter
BAchteruitrijlichten
Lampen die vervangen moeten worden
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Koplampen
• Richtingaanwijzers voor (auto's met
projectorkoplampen)
• Dagrijverlichting
• Parkeerlichten voor
• Mistlampen voor (indien aanwezig)
• Richtingaanwijzers opzij
• Achterlichten
• Remlichten
• Mistachterlicht (indien aanwezig)
• Derde remlicht
• Kentekenplaatverlichting
Ledlampen
Behalve de onderstaande lampen zijn de
lampen voorzien van een aantal leds. Laat
een defecte led vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Richtingaanwijzers voor (auto's
zonder projectorkoplampen)
• Richtingaanwijzers achter
• Achteruitrijlichten
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
374

Page 377 of 602

• Instapverlichting spiegelvoet (indien
aanwezig)
Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal. Neem
in de volgende gevallen contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie:
• Als er erg veel condens aan de
binnenzijde van het koplampglas zit.
• Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
Lampen vervangen
Richtingaanwijzers voor
1. Draai de lamphouder linksom.
2. Verwijder de lamp.3. Plaats een nieuwe lamp en vervolgens
de lamphouder in de lichtunit door de
lamphouder erin te steken en deze
rechtsom te draaien.
Richtingaanwijzers achter
1. Open de achterklep en verwijder de
afdekkap.
2. Verwijder de schroeven en de
lichtunit.
Verwijder de lichtunit door deze naar
achteren te trekken.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
375
6
Onderhoud en verzorging

Page 378 of 602

3. Draai de lamphouder linksom.
4. Verwijder de lamp.
5. Plaats een nieuwe lamp en vervolgens
de lamphouder in de lichtunit door de
lamphouder erin te steken en deze
rechtsom te draaien.
6. Breng de groeven van de lichtunit in
lijn met de klauwen en plaats de
lichtunit recht, zodat de pen op de
lichtunit in de opening past.
Controleer of de lichtunit goed
vastzit.7. Plaats de schroeven.
8. Plaats het kapje.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
376

Page 379 of 602

Achteruitrijlichten
1. Open de achterklep en verwijder de
afdekkap.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met een doek om
schade aan het afdekplaatje te
voorkomen.
2. Draai de lamphouder linksom.
Verwijder de kabel uit de clip alvorens
de lamphouder te draaien.3. Verwijder de lamp.
4. Plaats een nieuwe lamp.
5. Plaats de lamphouder in de lichtunit
door de lamphouder erin te steken en
deze rechtsom te draaien.
Zet na het plaatsen van de
lamphouder de kabel weer vast in de
clip.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
377
6
Onderhoud en verzorging

Page 380 of 602

6. Plaats het kapje.
Instapverlichting spiegelvoet (indien
aanwezig)
1. Druk op het bovenste gedeelte van de
buitenspiegel om het spiegelglas naar
boven te kantelen en neem de vier
lippen achter de spiegel los.
Beweeg het spiegelglas naar u toe en
maak twee lippen tegelijk los.
Wees voorzichtig en laat het
spiegelglas niet vallen.
2. Neem de stekkers achter het
spiegelglas los en verwijder het
spiegelglas.
Controleer de stekkers om te
voorkomen dat u ze bij het
terugplaatsen verkeerd om aansluit.
Wees voorzichtig en laat het
spiegelglas niet vallen.3. Neem de lippen achter de spiegelkap
los en verwijder de spiegelkap.
4. Klap de spiegel in voordat u de
lichtunit verwijdert.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
378

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 610 next >