TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2022Pages: 602, PDF Size: 173.22 MB
Page 331 of 602

• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk
(oranje)
Vermoedelijke oor-
zakenOplossing
De draadloze lader
wordt voor de vei-
ligheid uitgescha-
keld wanneer de
temperatuur in de
draadloze lader de
ingestelde waarde
overschrijdt.Stop het laden, ver-
wijder het draag-
bare apparaat uit
het oplaadvak en
wacht tot de tem-
peratuur is gedaald
voordat u de draad-
loze lader weer
gebruikt.
De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
• Standaard Wireless Qi-laders kunnen
worden gebruikt voor draagbare
apparaten. Niet voor alle standaard
Qi-apparaten is echter compatibiliteit
gegarandeerd.
• De draadloze lader is bedoeld voor
draagbare apparaten met een laag
vermogen van niet meer dan 5 W,
zoals mobiele telefoons en
smartphones.
• Een laadvermogen van meer dan 5 W
wordt echter ondersteund door de
volgende draagbare apparaten.
– Laden met maximaal 7,5 W wordt
ondersteund door iPhone's met
7,5 W laadvermogen.
– Laden met maximaal 10 W wordt
ondersteund door draagbare
apparaten die voldoen aan de
WPC-norm versie 1.2.4.
Gebruik van het Smart entry-systeem
met startknop
Als het Smart entry-systeem met
startknop de sleutel signaleert terwijl
een apparaat wordt opgeladen, wordt
het laden tijdelijk gestopt.Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of
accessoire kan het zijn dat het laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.
Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
• Schakel de draadloze lader uit en
controleer of de ruis is afgenomen. Als
de ruis afneemt, druk dan gedurende
2 seconden op de voedingsschakelaar
van de draadloze lader. Hiermee kan
de frequentie van de lader worden
gewijzigd en de ruis worden
verminderd. In dat geval gaat ook de
werkingsindicator 2 keer oranje
knipperen.
• iPhone's gebruiken een bepaalde
frequentie voor snel laden.
Afhankelijk van de iOS-versie wordt
snel laden mogelijk niet uitgevoerd
tijdens het wisselen van frequentie.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
• Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd,
kan er niet worden geladen. Wanneer
het portier wordt geopend en
gesloten, wordt het laden mogelijk
tijdelijk onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op een
storing. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
329
5
Voorzieningen in het interieur
Page 332 of 602

Mogelijk treedt de ventilator in
werking om de temperatuur in de
draadloze lader te verlagen. Dit duidt
echter niet op een storing.
Geluiden tijdens het gebruik
Mogelijk hoort u een zoemend geluid
wanneer u op de voedingsschakelaar
drukt om de voeding in te schakelen,
wanneer u het contact in stand ACC of
AAN zet terwijl de voeding van de
draadloze lader is ingeschakeld of
wanneer een draagbaar apparaat wordt
gesignaleerd. Dit duidt echter niet op
een storing.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat
wordt opgeladen, dient de bestuurder
uit veiligheidsoverwegingen het
hoofdgedeelte van het draagbare
apparaat niet te bedienen tijdens het
rijden.
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Laad tijdens het rijden geen lichte
apparaten, zoals draadloze
koptelefoons. Deze apparaten zijn erg
licht en kunnen uit het oplaadvak
worden geworpen, wat tot onvoorziene
ongevallen kan leiden.
Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers,
geïmplanteerde hartdefibrillatoren of
andere elektrische medische apparaten
dienen hun arts te raadplegen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader.
Voorkomen van storingen en
brandwonden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kan er een storing ontstaan in de
apparatuur en kunnen schade, brand of
brandwonden ontstaan als gevolg van
oververhitting of een elektrische
schok.
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Plaats tijdens het laden geen
metalen voorwerpen tussen het
laadgebied en het draagbare
apparaat
• Bevestig geen aluminium stickers of
andere metalen voorwerpen op het
laadgebied
• Bevestig geen aluminium stickers of
andere metalen voorwerpen aan de
zijde van het draagbare apparaat (of
de hoes ervan) die het laadgebied
raakt
• Gebruik het oplaadvak niet als een
klein opbergvak
• Niet blootstellen aan sterke
schokken
• Niet demonteren, wijzigen of
verwijderen
• Laad geen andere apparaten dan de
aangegeven draagbare apparaten
• Uit de buurt van magnetische
voorwerpen houden
• Laad apparaten niet op als het
laadgebied is bedekt met stof
• Niet afdekken met een doek of iets
dergelijks
OPMERKING
Situaties waarin de functie mogelijk
niet goed werkt
Apparaten worden in de volgende
situaties mogelijk niet goed opgeladen:
• Het draagbare apparaat is volledig
geladen
• Het draagbare apparaat wordt
opgeladen terwijl deze met een kabel
is aangesloten
• Er bevinden zich verontreinigingen
tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
• Door het laden is het draagbare
apparaat warm geworden
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
330
Page 333 of 602

OPMERKING(Vervolgd)
• De temperatuur in de buurt van het
oplaadvak is 35°C of hoger,
bijvoorbeeld bij extreme hitte
• Het draagbare is met het laadzijde
naar boven geplaatst
• Het draagbare apparaat is niet op de
juiste plaats op het laadgebied
geplaatst
• Het draagbare apparaat is groter dan
het oplaadvak
• Een vouwbaar draagbaar apparaat is
buiten het laadgebied geplaatst
• De auto zich in een gebied bevindt
waar sterke elektrische golven of ruis
worden uitgezonden, zoals in de buurt
van een televisietoren,
elektriciteitscentrale, benzinestation,
zender, groot beeldscherm,
luchthaven, enz.
• Een van de onderstaande voorwerpen
die 2 mm of dikker zijn, bevindt zich
tussen de laadzijde van het draagbare
apparaat en het laadgebied
– Een kaart met metaal erop, zoals
aluminiumfolie, enz.
– Een pakje sigaretten met
aluminiumfolie
– Een portemonnee of tas van metaal
– Muntgeld
– Een warmtekussen
– CD's, DVD's of andere typen media
– Een metalen accessoire
– Een hoesje van metaal
• In de buurt worden
afstandsbedieningen met elektrische
golfsignalen gebruikt
• Er worden 2 of meer draagbare
apparaten tegelijkertijd op het
oplaadvak gelegd
• Als om een andere reden het laden
niet goed werkt of als de
werkingsindicator blijft knipperen, is
de draadloze lader mogelijk defect.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
OPMERKING(Vervolgd)
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Voorkomen van storingen en
beschadiging van gegevens
• Als u een creditcard of een andere
magnetische kaart of magnetische
opslagmedia in de buurt van het
laadgebied brengt, worden alle
opgeslagen gegevens mogelijk gewist
als gevolg van magnetische
invloeden. Houd ook polshorloges en
andere precisie-apparatuur uit de
buurt van het laadgebied, aangezien
deze anders defect kunnen raken.
• Let op dat er tijdens het laden geen
contactloze chipkaarten, zoals een
OV-chipkaart, tussen de laadzijde van
het draagbare apparaat en het
laadgebied aanwezig zijn. De chip in
zo'n kaart kan extreem heet worden,
waardoor het draagbare apparaat of
de kaart beschadigd kan raken. Let er
vooral op dat u een draagbaar
apparaat niet oplaadt in een hoes
waaraan een contactloze chipkaart is
bevestigd.
• Laat draagbare apparaten niet achter
in de auto. De temperatuur in de auto
kan hoog oplopen, waardoor defecten
kunnen ontstaan.
Als het besturingssysteem van de
smartphone is bijgewerkt
Als het besturingssysteem van de
smartphone is bijgewerkt naar een
nieuwere versie, zijn de
oplaadspecificaties mogelijk aanzienlijk
gewijzigd. Raadpleeg de informatie op
de website van de fabrikant voor meer
informatie.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet
gedurende lange tijd wanneer het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
331
5
Voorzieningen in het interieur
Page 334 of 602

Armsteun
Klap de armsteun omlaag om deze te
kunnen gebruiken.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
armsteun
Plaats geen al te zware last op de
armsteun.
Handgrepen
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.
WAARSCHUWING!
Handgrepen
Gebruik de handgreep niet bij het in- of
uitstappen of bij het opstaan vanaf uw
zitplaats.
OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet
overmatig.
Kledinghaakjes
De handgrepen achter zijn voorzien van
kledinghaakjes.
WAARSCHUWING!
Zaken die niet aan het kledinghaakje
mogen worden gehangen
Hang geen kleerhangers, harde
voorwerpen of voorwerpen met
scherpe punten aan het kledinghaakje.
Als de curtain airbags geactiveerd
worden, kunnen deze voorwerpen
projectielen worden en dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
332
Page 335 of 602

6.1 Onderhoud en verzorging........334
6.1.1 Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto.......334
6.1.2 Reinigen en beschermen van het
interieur..............337
6.2 Onderhoud...............339
6.2.1 Onderhoud en reparatie......339
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud......340
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te
voeren onderhoud.........340
6.3.2 Motorkap.............342
6.3.3 Plaatsen van een garagekrik. . . .343
6.3.4 Motorruimte............344
6.3.5 12V-accu.............349
6.3.6 Banden..............351
6.3.7 Bandenspanning..........356
6.3.8 Wielen...............357
6.3.9 Interieurfilter...........359
6.3.10 Schoonmaken van de
ventilatieopening en het filter van
het batterijpakket
(tractiebatterij)..........362
6.3.11 Ruitenwisserrubber
vervangen............366
6.3.12 Batterij elektronische sleutel . . .369
6.3.13 Controleren en vervangen van
zekeringen............371
6.3.14 Lampen.............374
Onderhoud en verzorging6
333
Page 336 of 602

6.1 Onderhoud en
verzorging
6.1.1 Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw auto
Voer het volgende uit om uw auto te
beschermen en in perfecte staat te
houden:
Reinigingsinstructies
• Spoel de auto van boven naar
beneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de
carrosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
• Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
• Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
• Veeg overtollig water weg.
• Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de
carrosserie is afgekoeld.
Wassen in de wasstraat
• Voordat u de wasstraat inrijdt:
– Klap de spiegels in
– Schakel de elektrisch bedienbare
achterklep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde
van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
• Sommige borstels in wasstraten
kunnen krassen veroorzaken op de
carrosserie en andere onderdelen
(velgen, enz.), waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
• In sommige autowasserettes wordt de
achterspoiler mogelijk niet gereinigd.
Ook bestaat er mogelijk een
verhoogde kans op schade aan de
auto.Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van
de portieren of de ruiten en blijf er niet
langdurig op spuiten, omdat er anders
water in het interieur terecht kan
komen.
Aanwijzingen voor het Smart
entry-systeem met startknop (auto's
met instapfunctie)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het
portier herhaaldelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Volg in dat
geval de correctieprocedure hieronder
bij het wassen van de auto:
• Leg de sleutel op een afstand van ten
minste 2 m van de auto als u de auto
wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van
de elektronische sleutel in om het
Smart entry-systeem met startknop
uit te schakelen. (→Blz. 135)
Velgen en wieldoppen
• Verwijder vuil onmiddellijk met een
neutraal reinigingsmiddel.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na
het gebruik weg met water.
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
lak tegen beschadiging te
beschermen.
– Gebruik geen zuurhoudende of
alkalische middelen of
schuurmiddelen.
– Gebruik geen harde borstels.
– Reinig de velgen niet met
reinigingsmiddelen als de velgen,
bijvoorbeeld na het rijden of
stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
• Auto's met matgelakte velgen: De
velgen moeten op een andere manier
dan normale lichtmetalen velgen
worden onderhouden. Neem voor
meer informatie contact op met een
6.1 Onderhoud en verzorging
334
Page 337 of 602

erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– Gebruik water om het vuil van de
auto te spoelen.
Als de auto bijzonder vuil is, gebruik
dan een verdund neutraal
reinigingsmiddel en verwijder het
vuil met de hand met een spons of
een zachte doek.
– Spoel het reinigingsmiddel direct na
het gebruik weg met water.
Spoel het reinigingsmiddel na
gebruik weg met water en veeg de
auto droog met een zachte doek.
• Auto's met matgelakte velgen: Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om schade aan de matte lak te
voorkomen:
– Poets en boen niet met een droge
doek, borstel of iets dergelijks.
– Gebruik geen reinigingsmiddelen
die coatings of schuurmiddelen
bevatten.
– Zorg er bij het wassen van de auto in
een wasstraat voor dat er geen
wielborstels worden gebruikt.
– Gebruik geen hogedrukspuit of
stoomreiniger.
– Reinig de velgen niet met
reinigingsmiddelen als de velgen,
bijvoorbeeld na het rijden of
stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
Remblokken en -klauwen
Als de auto geparkeerd wordt met
vochtige remblokken of remschijven, kan
er roest ontstaan waardoor de
remblokken of remschijven vast kunnen
komen te zitten. (Alvorens de auto na
een wasbeurt te parkeren is het
raadzaam langzaam te rijden en het
rempedaal een aantal keren in te trappen
om de onderdelen te drogen.)
Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd,
reinig de onderdelen dan als volgt:
• Gebruik een zachte doek en sop met
ongeveer 5% neutraal
reinigingsmiddel om het vuil te
verwijderen.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek.
• Gebruik met alcohol natgemaakte
doekjes o.i.d. om olieresten te
verwijderen.
WAARSCHUWING!
Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de
motorruimte komt. Anders kunnen de
elektrische componenten, enz. vlam
vatten.
Bij het wassen van de voorruit (auto's
met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de
stand OFF. Als de
ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in
werking treden. Hierdoor kunnen uw
handen bekneld raken en kunt u ernstig
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de
ruitenwisserbladen beschadigd raken.
AUit
BAUTO
• Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt
aangeraakt
6.1 Onderhoud en verzorging
335
6
Onderhoud en verzorging
Page 338 of 602

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Wanneer een natte doek of iets
dergelijks in de buurt van de
regensensor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt of
als iets in aanraking komt met de
regensensor
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de uitlaatpijpen
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de
uitlaatpijpen tamelijk heet worden.
Raak wanneer u de auto wast de
uitlaatpijpen niet aan totdat deze
voldoende zijn afgekoeld, aangezien het
aanraken van een hete uitlaatpijp
brandwonden kan veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de achterbumper met de Blind Spot
Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is
geschilferd of bekrast, kan een storing
optreden in het systeem. Neem, als dit
gebeurt, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk:
– Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen op
de lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten-
of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar
sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van
stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
OPMERKING(Vervolgd)
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige
voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was
kan het lampglas beschadigen.
Wassen in een wasstraat (auto's met
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, kunnen de
ruitenwissers in werking treden
waardoor de ruitenwisserbladen
beschadigd kunnen raken.
Reinigen met een hogedrukreiniger
• Stel de camera (indien aanwezig) of
de omgeving ervan tijdens het
wassen van de auto niet bloot aan
sterke waterstralen uit de
hogedrukreiniger. Door de kracht van
de waterstralen werkt het apparaat
mogelijk niet normaal.
• Spuit geen water rechtstreeks op de
radar die achter het embleem is
aangebracht. Anders kan het systeem
beschadigd raken.
• Houd de sproeierkop uit de buurt van
hoezen (rubberen of kunststof
afdekkingen), stekkers en de
volgende onderdelen. Wanneer
onderdelen in aanraking komen met
sterke waterstralen, kunnen ze
beschadigd raken.
– Aan tractie gerelateerde onderdelen
– Onderdelen stuurinrichting
– Onderdelen wielophanging
– Onderdelen remsysteem
6.1 Onderhoud en verzorging
336
Page 339 of 602

OPMERKING(Vervolgd)
• Houd de sproeierkop op ten minste
30 cm van de carrosserie. Anders
kunnen kunststof delen, zoals lijsten
en bumpers, vervormd of beschadigd
raken. Houd de sproeierkop ook niet
de hele tijd op dezelfde plek.
• Spuit niet continu met water op het
onderste gedeelte van de voorruit.
Daar bevindt zich de
luchtinlaatopening voor de
airconditioning en als daar water
doorheen komt, werkt de
airconditioning mogelijk niet goed.
• Reinig de onderzijde van de auto niet
met een hogedrukreiniger.
6.1.2 Reinigen en beschermen
van het interieur
Reinig de onderdelen en materialen op de
daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interieur
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
• Als het vuil niet kan worden
verwijderd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met ongeveer
1% reinigingsmiddel. Verwijder alle
sporen van het reinigingsmiddel en
water grondig met een schone,
vochtige doek.
Schoonmaken van de vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen
op schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar
overlappende cirkels. Gebruik geen water.
Veeg vuile oppervlakken schoon en laat
ze drogen. Het beste resultaat wordt
verkregen als de vloerbedekking zo droog
mogelijk wordt gehouden.Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels
regelmatig op overmatige slijtage, rafels
en scheuren.
WAARSCHUWING!
Water in de auto
• Mors geen vloeistof in de auto, zoals
op de vloer, op de achterstoelen, in
de ventilatieopeningen van de
hybridebatterij (tractiebatterij) of in
de bagageruimte. (→Blz. 71) Anders
kunnen het batterijpakket,
elektrische onderdelen en dergelijke
defect raken of vlam vatten.
• Voorkom dat onderdelen of de
bedrading van het airbagsysteem in
het interieur nat worden. (→Blz. 31)
Een elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden
geactiveerd of niet op de juiste wijze
werken, waardoor dodelijk of ernstig
letsel kan ontstaan.
• Auto's met draadloze lader: Laat de
draadloze lader (→blz. 326) niet nat
worden. Als dat wel gebeurt, kan de
lader oververhit raken, wat kan
leiden tot brandwonden of een
elektrische schok, waarbij dodelijk of
ernstig letsel kan ontstaan.
Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit
worden weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een dodelijk of ernstig
ongeval tot gevolg kan hebben.
6.1 Onderhoud en verzorging
337
6
Onderhoud en verzorging
Page 340 of 602

OPMERKING
Reinigingsmiddelen
• Gebruik de volgende
reinigingsmiddelen niet, omdat ze
verkleuring van het interieur of
strepen en beschadigingen van
gelakte oppervlakken kunnen
veroorzaken:
– Behalve de stoelen: Organische
reinigingsmiddelen zoals
wasbenzine en terpentine,
alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en
bleekmiddel
– Stoelen: Alkalische en
zuurhoudende middelen, zoals
thinner, wasbenzine en alcohol
• Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte
delen van het interieur kunnen
beschadigd raken.
Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om
beschadiging en vroegtijdige slijtage
van lederen bekleding te voorkomen:
• Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
• Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
• Leg geen vinyl of plastic voorwerpen
of artikelen die was bevatten op de
bekleding, aangezien ze bij hoge
temperaturen in het interieur
mogelijk aan het leer vast blijven
kleven.
Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water. Water dat in contact komt
met elektrische onderdelen boven of
onder de vloerbedekking, kan schade
aan de verschillende systemen van de
auto veroorzaken, bijvoorbeeld aan het
audiosysteem. Water kan bovendien
roest aan de carrosserie veroorzaken.
OPMERKING(Vervolgd)
Bij het reinigen van de binnenzijde van
de voorruit (auto's met Toyota Safety
Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op
de lens terechtkomt. Raak de lens ook
niet aan. (→Blz. 208)
Schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit
• Gebruik geen ruitenreiniger om de
achterruit schoon te maken. Anders
kunnen de verwarmingsdraden
beschadigd raken. Veeg de ruit
voorzichtig schoon met een doek en
lauw water. Maak de ruit in horizontale
richting schoon, evenwijdig aan de
verwarmingsdraden.
• Voorkom beschadiging van de
verwarmingsdraden.
Schoonmaken van lederen bekleding
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
• Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd met
een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5%
wolreinigingsmiddel.
• Verwijder alle sporen van het
reinigingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
• Veeg daarna het resterende vocht van
het leder af met een droge, schone
doek. Laat de lederen bekleding
drogen in een geventileerde ruimte in
de schaduw.
Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten
minste twee keer per jaar schoon te
maken.
Schoonmaken van kunstleder
• Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger.
6.1 Onderhoud en verzorging
338