TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 301 of 690

3004-1. Voordat u gaat rijden
◆Maximale gewichten
Controleer het maximaal toelaatbare aanhangwagengewicht, het
maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de maximale asbe-
lasting (MPAC), en de maximaal toelaatbare kogeldruk voordat u
met een aanhangwagen gaat rijden. ( →Blz. 644)
◆Trekhaak/trekhaak met afneembare kogel
Toyota adviseert om voor uw auto gebruik te maken van een origi -
nele trekhaak/afneembare trek haak van Toyota. Ook andere
geschikte en kwalitatief verge lijkbare trekhaken mogen worden
gebruikt.
Behalve voor Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië en Herzegovina,
Georgië en Macedonië
Uw auto is in eerste instantie ontworpen voor het vervoer van
personen en hun bagage. Het rijden met een aanhangwagen zal
een negatief effect hebben op de rijeigenschappen, prestaties,
remvermogen, duurzaamheid en het brandstofverbruik. Met
name bij het rijden met een aanhangwagen hangen uw veiligheid
en comfort af van de juiste uitrusting en een voorzichtig rijge -
drag. Voor uw veiligheid en die van anderen, mag de aanhang-
wagen niet te zwaar worden beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden met een aanhangwagen en
houd u aan de voorschriften die gelden voor de aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen schade die ontstaat bij het
bedrijfsmatig rijden met een aanhangwagen.
Raadpleeg voordat u met een aanhangwagen gaat rijden eerst
een erkende Toyota-dealer of hers teller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie. In sommige lan den zijn er namelijk wettelijke
voorschriften voor het rijden met aanhangwagens.

Page 302 of 690

3014-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
Neem voor het plaatsen van aanhangwagenverlichting contact op met
een erkende dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, aangezien onjuist e
plaatsing de verlichting van de auto kan beschadigen. Houd u bi j het
plaatsen van aanhangwage nverlichting aan de wettelijke voorschr if-
ten in uw land.
■Totaal aanhangwagengewicht en maximaal toegestane kogel-
druk
Totaal aanhangwagen-
gewicht
Het gewicht van de aanhangwa-
gen plus het gewicht van de
lading mag het maximale aan-
hangwagengewicht niet over-
schrijden. Het is gevaarlijk om
dit gewicht te overschrijden.
(→Blz. 644)
Als u met een aanhangwagen
rijdt, raden wij u aan een stabili-
sator te gebruiken (om slingeren
te voorkomen).
Maximaal toegestane kogeldruk
Belaad de aanhangwagen zo dat de kogeldruk hoger is dan 25 kg of 4%
van het maximale aanhangwagengewicht. Laat de kogeldruk de aang e-
geven waarde niet overschrijden. ( →Blz. 644)
Aansluiten aanhangwagenverlichting
Belangrijke punten met betrekking tot het beladen van een aan-
hangwagen
1
2

Page 303 of 690

3024-1. Voordat u gaat rijden
■Informatielabel (typeplaatje)Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht
Het totale gewicht van de bestuurder, passagiers, bagage, trekh aak,
auto en kogeldruk mag het maximaal toelaatbare voertuiggewicht niet
met meer dan 100 kg overschrijden. Het is gevaarlijk om dit gew icht te
overschrijden.
Maximaal toelaatbare achterasbelasting
De achterasbelasting mag de maximale asbelasting niet met meer dan
15% overschrijden. Het is gevaarlijk om dit gewicht te overschrijden.
Het maximale aanhangwagengewicht is bepaald bij tests op zeeniv eau.
Houd er rekening mee dat het motorvermogen en het maximale aan-
hangwagengewicht op grotere hoogten lager zijn.
Ty p e AType B
WAARSCHUWING
■ Als het maximaal toelaatbare voertuiggewicht of de maximale asbelas-
ting wordt overschreden
Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Verhoog de aanbevolen bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
2 of bar,
3 psi). ( →Blz. 653)
● Rijd niet harder dan de wettelijke limiet voor auto's met een aanhangwa-
gen of 100km/h, waarbij de laagste limiet moet worden aangehouden.
1
2

Page 304 of 690

3034-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
Montagepositie voor de trekhaak/afneembare trekhaak

Page 305 of 690

3044-1. Voordat u gaat rijden

Page 306 of 690

3054-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
546 mm
550 mm
551 mm
583 mm
602 mm
609 mm
713 mm
765 mm
1.102 mm
850 mm
675 mm
642 mm
581 mm
528 mm
514 mm466 mm
445 mm
333 mm
328 mm
107 mm
105 mm
101 mm
79 mm
74 mm
61 mm
34 mm
74 mm
409 mm
*
*
: 4 personen in de auto
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
a
b

Page 307 of 690

3064-1. Voordat u gaat rijden
■Informatie over banden
●Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm2 of bar, 3 psi) als er
een aanhangwagen getrokken wordt. ( →Blz. 653)
● Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aa nhang-
wagengewicht en belading.
■ Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de ee rste 800
km nadat er onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervange n zijn.
■ Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
● Controleer of de maximale kogeldruk voor de trekhaak/trekhaak m et
afneembare kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet worden opgeteld bij het gewich t van
de auto. Controleer ook of het totale gewicht van de auto binne n het maxi-
maal toegestane gewicht blijft. ( →Blz. 301)
● Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
● Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Ste l de armen
van deze extra spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd ma ximaal zicht
bieden op de weg achter u.
■ Onderhoud
●Als met de auto regelmatig met een aanhangwagen wordt gereden, moet er
vaker onderhoud worden uitgevoerd omdat de auto zwaarder belast wordt
dan bij het rijden zonder aanhangwagen.
● Draai nadat er ongeveer 1.000 km met een aanhangwagen is gerede n alle
bouten van de trekhaak nogmaals vast.

Page 308 of 690

3074-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
■Als de aanhangwagen slingert
Een of meerdere factoren (sterke zijwind, passerende voertuigen , een slecht
wegdek, enz.) kunnen een negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de
auto met een aanhangwagen, waardoor instabiliteit kan worden ve roorzaakt.
● Als de aanhangwagen begint te slingeren:
• Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf rechtuit sturen.
Probeer de aanhangwagen niet onder controle te krijgen door aan het
stuurwiel te draaien.
• Laat het gaspedaal onmiddellijk maar zeer geleidelijk los om snelheid te
minderen.
Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met sturen of remmen, zullen uw
auto en de aanhangwagen stabiliseren (als de Trailer Sway Contr ol is inge-
schakeld, kan dit helpen de auto en aanhangwagen te stabilisere n).
● Zodra de aanhangwagen niet meer slingert:
• Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand. Laat alle i nzittenden uit-
stappen.
• Controleer de banden van de auto en de aanhangwagen.
• Controleer de lading in de aanhangwagen. Controleer of de lading niet is gaan schuiven.
Zorg dat het trekhaakgewicht in orde is, indien mogelijk.
• Controleer de lading in de auto. Controleer of de auto niet te zwaar beladen is nadat de inzitte nden zijn
ingestapt.
Als u geen probleem kunt vaststellen, ligt de snelheid waarbij de aanhang-
wagen ging slingeren hoger dan de limiet van de combinatie auto -aanhang-
wagen.
Rijd met een lagere snelheid om instabiliteit te voorkomen. Houd er reke-
ning mee dat het slingeren van de aanhangwagen verergert naarmate de
rijsnelheid van de auto hoger is.
OPMERKING
■ Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in co ntact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.

Page 309 of 690

3084-1. Voordat u gaat rijden
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
■Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te heb ben
en controleer, net als voor het w egrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
■Oefen het rijden met een aanhangwagen
● Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, st oppen en achteruitrijden.
● Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en d raai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd gele idelijk om stuurfouten te voorko men.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de total e lengte van uw auto en de aan -
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de c on-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral a an-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcomm ando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plo tseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd boc hten daarom ruimer aan dan u zo u
doen als u niet met e en aanhangwagen rijdt.
Advies

Page 310 of 690

3094-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
■Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertui gen veelvuldig in uw spiegels. V ermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen op de motor, mag de transmissie
niet in stand D staan. ( →Blz. 319)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (→Blz. 635)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selecti ehendel in stand P.

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 690 next >