air condition TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2018Pages: 690, PDF Size: 31.07 MB
Page 5 of 690
INHOUDSOPGAVE4
5-1. Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning .................444
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming ..............452
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ...........455
• Interieurverlichting .........456
• Leeslampjes ..................456
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ......458
• Dashboardkastje............459
• Consolevak ....................459
• Bekerhouders ................460
• Fleshouders ...................461
• Extra opbergvak ............462
Voorzieningen in de bagageruimte...................463
5-4. Gebruik van de overige voor- zieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ..................475
• Zonnekleppen ................475
• Make-upspiegels ...........475
• Uitneembare asbak .......476
• Accessoire-aansluitingen .................477
• Armsteun .......................478
• Kledinghaakjes ..............478
• Handgrepen ...................479
ERA-GLONASS/EVAK ......480 6-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto ........................... 486
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto ........................... 490
6-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie .... 493
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud ....................... 496
Motorkap ........................... 498
Plaatsen van een garagekrik ....................... 500
Motorruimte ....................... 501
12V-accu ........................... 509
Banden .............................. 514
Bandenspanning ............... 536
Velgen ............................... 538
Interieurfilter ...................... 541
Batterij elektronische sleutel.............................. 543
Controleren en vervangen van zekeringen................ 546
Lampen ............................. 550
5Voorzieningen
in het interieur6Onderhoud en verzorging
Page 16 of 690
15Overzicht
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 326
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 326
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 436
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 583
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 325
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 327
Mistlampen voor
*1/mistachterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 336
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 338
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . Blz. 341
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 338, 341
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 507
Waarschuwingsmelding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 498
Automatische airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 444
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 444
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 446
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*1, 2
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 345
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasys teem.
5
6
7
8
9
10
11
Page 23 of 690
22Overzicht
Parkeerremhendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 326
Activeren/deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 326
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . Blz. 436
Waarschuwingszoemer/-melding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 578
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 325
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 327
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 327
Mistlampen voor
*1/mistachterlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 336
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 338
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier . . . . . . . . . . . Blz. 341
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 338, 341
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 507
Waarschuwingsmelding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 590
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 498
Automatische airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 444
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 444
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 446
Navigatiesysteem/multimediasysteem
*1, 2
Tankdopklepontgrendeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 345
5
6
7
8
9
10
11
Page 310 of 690
3094-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
■Belangrijke punten met betrekking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertui gen veelvuldig in uw spiegels. V ermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen op de motor, mag de transmissie
niet in stand D staan. ( →Blz. 319)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (→Blz. 635)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selecti ehendel in stand P.
Page 323 of 690
3224-2. Rijprocedures
■Waarschuwingszoemer bij beperking terugschakelmogelijkheid
Uit veiligheidsoverwegingen en om het rijgedrag niet in negatie ve zin te beïn-
vloeden, kan er onder bepaalde omstandigheden beperkt worden terugge-
schakeld. In sommige omstandigheden kan er helemaal niet worden
teruggeschakeld met de selectiehendel. (Er klinkt tweemaal een zoemer.)
■ Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het
airconditioningsysteem om brandstof te besparen ( →Blz. 449). Stel de aanja-
gersnelheid af of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de aircon-
ditioning te verbeteren.
■ Uitschakelen van de rijmodus
●De ECO-modus wordt niet uitgeschakeld totdat u op de toets ECO MODE
drukt, ook niet als het hybridesysteem is uitgeschakeld na het rijden in de
ECO-modus.
● De sportmodus wordt uitgeschakeld als het hybridesysteem na het rijden in
de sportmodus wordt uitgezet.
■ Tijdens het rijden met de cruise control of de Dynamic Radar Cruise
Control ingeschakeld (indien aanwezig)
Ook wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd met als doel op de
motor af te remmen, wordt er niet op de motor afgeremd omdat de cruise
control of de Dynamic Radar Cruise Control niet wordt uitgescha keld.
● Als er tijdens het rijden in stand D of stand S wordt teruggesc hakeld naar 5
of 4. ( →Blz. 321)
● Als tijdens het rijden in stand D de sportmodus wordt ingeschak eld.
( →Blz. 320)
■ Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem is een systeem dat voorkomt dat de s electie-
hendel tijdens het starten per ongeluk in een andere stand geze t wordt.
De selectiehendel kan alleen uit stand P worden gezet wanneer het contact
AAN staat en het rempedaal wordt ingetrapt.
Page 411 of 690
4104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren ka n de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te d icht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kl eine ver-
traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het display wordt weergegeven en het piepsignaal hoorba ar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worde n mogelijk
niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zij n gesigna-
leerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de au dio-installa-
tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 663)
■ Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
→Blz. 580
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens rijden of de omgeving (vooral naast de auto) ve ilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sens oren.
Page 433 of 690
4324-6. Rijtips
Rijden met een hybrideauto
◆Gebruik van de ECO-modus
Bij gebruik van de ECO-modus kan het koppel dat correspondeert
met de mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker
worden afgegeven dan onder normale omstandigheden. Bovendien
wordt de werking van de airconditioning (verwarmen/koelen) gemi -
nimaliseerd zodat er minder brandstof verbruikt wordt. ( →Blz. 320)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de hybridesysteemindicator
binnen de Eco-zone te houden. ( →Blz. 122)
◆Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een ver -
keerslicht of als u in druk verk eer rijdt. Selecteer stand P wanneer
de auto geparkeerd wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen po si-
tief effect op het brandstofverbr uik. In stand N werkt de benzinemo-
tor, maar kan er geen elektriciteit worden opgewekt. Ook bij ge bruik
van bijvoorbeeld de airconditi oning wordt het vermogen van het
batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
◆Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
● Rijd zo vloeiend mogelijk. Voor kom onnodig snel accelereren en
hard remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gede-
celereerd, worden de voordelen van de elektromotor (tractiemo-
tor) beter benut, zodat het brandstofverbruik van de
benzinemotor lager is.
● Voorkom herhaaldelijk accelerer en. Herhaaldelijk accelereren
put het batterijpakket (tractieb atterij) uit waardoor er meer brand-
stof wordt verbruikt. Het batterijpakket kan worden opgeladen
door tijdens het rijden het gasp edaal iets te laten opkomen.
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieu-
vriendelijk te rijden:
Page 434 of 690
4334-6. Rijtips
4
Rijden
◆Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektrische energie worden gere-
genereerd tijdens het decelereren.
◆Files
Herhaaldelijk accelereren en dece lereren en ook langdurig wach-
ten bij verkeerslichten veroor zaakt een hoog brandstofverbruik.
Controleer de verkeersberichten en vermijd files zo veel mogeli jk.
Laat bij het rijden in een file het rempedaal rustig los zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd overmatig gebruik van het gasp e-
daal. Dit helpt het benz ineverbruik te beperken.
◆Rijden op de snelweg
Rijd met een constante snelheid. Neem als u ergens moet stoppen
de tijd voor het loslaten van het gaspedaal en trap rustig het rempe-
daal in. Er kan meer elektrische energie worden geregenereerd tij-
dens het decelereren.
◆Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airco nditioning als dat nodig is. Dit
helpt het benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus .
Dit beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert o ok
het brandstofverbruik.
In de winter: De benzinemotor w ordt pas automatisch uitgescha-
keld als de benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruik t dus
brandstof. Het brandstofverbrui k kan worden verminderd door ove r-
matig gebruik van de verwarming te vermijden.
◆Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste banden-
spanning kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze
worden gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik ver-
oorzaken. Gebruik banden die geschikt zijn voor het seizoen.
Page 436 of 690
435
4
4-6. Rijtips
Rijden
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschi kt zijn voor winterse omstandigh e-
den. • Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
● Laat de toestand van de 12V-acc u controleren door een monteur.
● Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk
zijn en controleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat
van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstand igheden, de volgende handelingen
uit:
● Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze v astgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om he t ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voo rkomen dat het bevriest.
● Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
● Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de v er-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond d e ban-
den of op de remmen, en verwij der deze indien dat het geval is.
● Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde c ontroles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
Page 444 of 690
443
5
Voorzieningen
in het interieur
5-1. Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning ................. 444
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .............. 452
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ........... 455
• Interieurverlichting ......... 456
• Leeslampjes .................. 456 5-3. Gebruik van de
opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ...... 458
• Dashboardkastje ........... 459
• Consolevak.................... 459
• Bekerhouders ................ 460
• Fleshouders................... 461
• Extra opbergvak ............ 462
Voorzieningen in de bagageruimte .......... 463
5-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen in het interieur .................. 475
• Zonnekleppen................ 475
• Make-upspiegels ........... 475
• Uitneembare asbak ....... 476
• Accessoire-aansluitingen ................. 477
• Armsteun ....................... 478
• Kledinghaakjes .............. 478
• Handgrepen................... 479
ERA-GLONASS/EVAK ...... 480