TOYOTA RAV4 HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 690
601-1. Voor een veilig gebruik
Verklaring van lettercodes in de bovenstaande tabel:
IUF: Geschikt voor een universeel, in de rijrichting geplaatst ISOfix
baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
IL: Geschikt voor een ISOfix-baby- of kinderzitje uit de categor ie
“specifiek”, “beperkt” of “sem i-universeel” dat is goedgekeurd
voor gebruik in deze gewichtsgroep.
Wanneer een TOYOTA MINI- of TOYOTA MIDI-zitje wordt gebruikt,
past u de steunpoot en de ISOf ix-koppelingen als volgt aan:
Vergrendel de ISOfix-koppelin-
gen bij nr. 4 en 5.
Vergrendel de steunpoot bij
opening nr. 4.
X: ISOfix-positie niet geschikt voor ISOfix-baby- of kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of grootteklasse.
*: Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Bij het vastzetten van sommige typen baby- of kinderzitjes op de achterstoel
kunnen de veiligheidsgordels op de plaatsen naast het zitje mog elijk niet
goed worden gebruikt en komen ze mogelijk in aanraking met het zitje. Ook
kan de werking van de veiligheidsgordel negatief worden beïnvlo ed. Draag
uw veiligheidsgordel goed aansluitend over uw schouder en laag over uw
heupen. Wanneer dit niet het geval is of wanneer hij in aanraki ng komt met
het zitje, ga dan ergens anders zitten. Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk nie t ver-
krijgbaar buiten de EU.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel zorgvuldig of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raad-
pleeg hiervoor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinder-
zitje.
1
2
Page 62 of 690
611-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
■Lijst ISOfix-baby- of kinderzitje
GewichtsgroepenGrootte-
klasseBevesti- gingISOfix-baby- of kinderzitjesCategorie
0
Minder dan 10 kg
(0 - 9 maanden)EISO/R1TOYOTA MINISemi-
universeel
EISO/R1TOYOTA MIDISemi-
universeel
0+
Minder dan 13 kg
(0 - 2 jaar)
EISO/R1TOYOTA MINISemi-
universeel
EISO/R1TOYOTA MIDISemi-
universeel
DISO/R2TOYOTA MINISemi-
universeel
DISO/R2TOYOTA MIDISemi-
universeel
CISO/R3TOYOTA MINISemi-
universeel
CISO/R3TOYOTA MIDISemi-
universeel
I
9 - 18 kg
(9 maanden - 4 jaar)
BISO/F2TOYOTA MIDISemi-
universeel
B1ISO/F2XTOYOTA MIDISemi-
universeel
AISO/F3TOYOTA MIDISemi-
universeel
Page 63 of 690
621-1. Voor een veilig gebruik
■Als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst
Als u een zitje op de voorpassagiersstoel moet gebruiken, moet u deze stoel
als volgt instellen:
Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het kinderzitje op de steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.
Als het kind in het kinderzitje erg rechtop zit, zet u de rugle uning in een
comfortabelere stand.
● Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
■ Kiezen van een geschikt baby- of kinderzitje
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot gen oeg is om de
veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.
● Als het kind te groot is voor een zitje, laat het dan plaatsnemen op de ach-
terstoel en gebruik de veiligheidsgordel in de auto. ( →Blz. 34)
●
De zitting helemaal naar achteren
Als het schouderbevestigingspunt van
de veiligheidsgordel zich vóór de gor-
delgeleider van het kinderzitje bevindt,
verplaatst u de zitting naar voren.
● Klap de rugleuning naar voren en vervol-
gens weer terug naar de eerste stand
waarin hij vergrendelt (de stand waarin
de rugleuning het meest rechtop staat).
Klik de rugleuning vast in de 4e stand.
1e vergrendelstand
4e vergrendelstand
1
2
Page 64 of 690
631-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
■Gebruik van een baby- of kinderzitje
Het gebruik van een baby- of kinderzitje dat niet geschikt is v oor deze auto
vormt geen goede bescherming voor het kind. Het kind kan dan (b ij plotse-
ling remmen of bij een ongeval) ernstig letsel oplopen.
■ Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
● De meest effectieve bescherming van een kind tijdens een ongeva l of bij
hard remmen, is het gebruik van een baby- of kinderzitje dat is afgestemd
op de leeftijd en grootte van het kind. Het vasthouden van een kind in de
armen is geen vervanging voor een baby- of kinderzitje. Bij een ongeval
kan een kind dan de voorruit raken of klem komen te zitten tuss en u en het
dashboard. Bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding k an het kind
ernstig letsel oplopen.
● Toyota adviseert met klem gebruik te maken van een geschikt zitje dat
past bij de lengte van het kind en dat op de achterstoel geplaatst is. In
ongevallenstatistieken is aangetoond dat kinderen minder verwondingen
oplopen als zij op de achterstoelen op de juiste wijze vastzitten dan als zij
op de voorstoel zitten.
● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op
de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand
ON staat. ( →Blz. 51)
Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kra cht waar-
mee de passagiersairbag wordt geactiveerd.
● Plaats een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje all een op de voor-
passagiersstoel als het niet anders kan. Plaats nooit een baby- of kinder-
zitje dat aan de bovenzijde vastgemaakt moet worden, op de
voorpassagiersstoel, aangezien deze stoel niet van bovenste bev esti-
gingspunten is voorzien. Zet de stoel zo ver mogelijk naar acht eren, omdat
de voorpassagiersairbag met aanzienlijke snelheid en kracht wor dt geacti-
veerd. Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgorde l zich
vóór de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting
naar voren. Hierdoor kan er nstig letsel ontstaan.
Page 65 of 690
641-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes
● Laat een kind niet met het hoofd of een ander lichaamsdeel tege n het por-
tier leunen of tegen dat deel van de stoel, de voor- en achters tijl of de dak-
stijl leunen waarin de side airbag of de curtain airbag is onde rgebracht,
ook niet als het kind in een baby- of kinderzitje zit. Anders k an het kind
ernstig letsel oplopen als bij een aanrijding de side airbags o f de curtain
airbags worden geactiveerd.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant en controleer na het plaatsen van het zit je of het ste-
vig is bevestigd. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het ki nd bij hard
remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplope n.
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veil igheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt , knip de
gordel dan door met een schaar.
■ Als het baby- of kinderzitje niet in gebruik is
● Laat het zitje goed vastzitten op de stoel, zelfs als het niet wordt gebruikt.
Plaats het baby- of kinderzitje niet los in het passagierscompa rtiment.
● Als het zitje moet worden losgemaakt, verwijder het dan uit de auto of berg
het veilig op in de bagageruimte. Dit voorkomt dat inzittenden hierdoor bij
hard remmen of uitwijken of bij een ongeval letsel oplopen.
Page 66 of 690
651-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Plaatsen van baby- en kinderzitjes
Veiligheidsgordels (bij een drie-
puntsveiligheidsgordel met blok-
keerautomaat (ELR) is een
blokkeerclip noodzakelijk)
ISOfix-bevestigingssysteem (ISO-
fix-baby- of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen ach-
ter zijn lage bevestigingspunten
aanwezig. (Labels geven aan waar
de bevestigingspunten zich in de
stoelen bevinden.)
Bevestigingssteunen
(voor de bovenste gordel)
Voor de buitenste achterstoelen
zijn bovenste bevestigingspunten
aanwezig. (Labels geven de plaats
van de bevestigingssteun aan.)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje. Zet het ba by- of
kinderzitje stevig vast op de zitplaatsen met de veiligheidsgor del of
het ISOfix-bevestigingssysteem. Zet het baby- of kinderzitje me t de
bovenste gordel vast.
Page 67 of 690
661-1. Voor een veilig gebruik
■Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitjeZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
Plaats het zitje zodanig, dat
het kind naar achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaatsen van baby- en kinderzitje s met behulp van een veilig-
heidsgordel
1
1
2
2
3
Page 68 of 690
671-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
■In de rijrichting geplaatst kinderzitjeZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
Plaats het baby- of kinder-
zitje zodanig op de stoel dat
het kind in de rijrichting kijkt.
4
1
1
2
2
Page 69 of 690
681-1. Voor een veilig gebruik
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
■ZitkussenZet de rugleuning in de 3e
vergrendelstand vanaf de
meest rechte stand.
(→ Blz. 265)
Helemaal rechtop
3e vergrendelstand
Als het baby- of kinderzitje niet kan worden geplaatst omdat er
een hoofdsteun in de weg zit, verwijdert u de hoofdsteun en
plaatst u vervolgens het zitje. ( →Blz. 270)
3
4
1
1
2
Page 70 of 690
691-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Plaats het baby- of kinderzitje zodanig op de stoel dat het kin d in
de rijrichting kijkt.
Plaats het kind in het baby-
of kinderzitje. Zet het kind
vast met de veiligheidsgordel
volgens de aanwijzingen van
de fabrikant en steek de
gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het k ind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. ( →Blz. 34)
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
2
ZittingverhogingMet hoge rugleuning
3
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met e en
veiligheidsgordel